Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen.

Geldend van 09-08-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen

De raden van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van de griffiers van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    programmaraad: adviesorgaan dat door de raden van Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen is ingesteld voor de uitvoering van de rekenkamerfunctie;

  • -

    raad: de raden van Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen

  • -

    rekenkamercommissie: de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter en 2 leden.

Artikel 3 Programmaraad

  • 1. Er is een programmaraad voor de rekenkamercommissie.

  • 2. De programmaraad bestaat uit 2 leden van elk van de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3. Het voorzitterschap van de programmaraad rouleert tussen de deelnemende gemeenten, tenzij de leden in onderling overleg anders overeenkomen.

  • 4. De programmaraad heeft de volgende taken:

    • a.

      het aanbevelen van de kandidaten voor het lidmaatschap en voorzitterschap van de rekenkamer;

    • b.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren van de raad en de rekenkamercommissie over het onderzoeksprogramma als genoemd in artikel 12;

    • c.

      het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamercommissie.

    • d.

      De programmaraad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

Artikel 4 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie op aanbeveling van de programmaraad.

  • 2. De artikelen 81e en 81g en 81 h van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De programmaraad doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als lid zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 4. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van maximaal 3 jaar, zodanig dat zij niet allen gelijktijdig aftreden, benoemd en kunnen eenmaal voor een periode van drie jaar worden herbenoemd.

  • 5. De raad benoemt, op aanbeveling van de programmaraad, de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie.

  • 6. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

Een lid wordt door de raad ontslagen:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;

  • c.

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

  • d.

    indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

  • e.

    indien het lid door ziekte, gebreken of ongeschiktheid naar het oordeel van de raad, gehoorde hebbende de programmaraad, niet in staat is de functie naar behoren te vervullen.

  • f.

    bij handelen in strijd met het publieke belang of dat van de gemeente;

  • g.

    indien hij naar het oordeel van de raad, gehoorde hebbende de programmaraad, ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

  • h.

    indien de raad besluit te stoppen met de rekenkamercommissie, als de wettelijke verplichting tot het instellen van een rekenmaker of rekenkamerfunctie vervalt.

Artikel 6 Besluitvorming

  • 1. De rekenkamercommissie beraadslaagt en besluit indien tenminste 2 leden ter vergadering aanwezig zijn.

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 7 Reglement van orde

  • 1. De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Hierin worden ondermeer de taak van de voorzitter en de integriteit van handelen nader beschreven.

  • 2. Artikel 81i van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de rekenkamercommissie.

  • 3. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Secretaris

  • 1. De raad wijst een ambtenaar aan als secretaris en één als plaatvervangend secretaris van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de logistieke ondersteuning van de onderzoeken en de vorming van dossiers.

Artikel 9 Budget en jaarverslag

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de leden als bedoeld in artikel 10;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      externe deskundigen die door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de Gemeentewet.

  • 4. Indien het budget niet volledig wordt besteed, blijft het resterende budget beschikbaar voor de rekenkamercommissie, na overleg met de programmaraad en slechts gedurende de betreffende periode van 3 jaar van de voorzitter van de rekenkamercommissie en met een maximum van 50% van het jaarbudget.

  • 5. De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

Artikel 10 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1. De voorzitter ontvangt een maandelijkse vergoeding van 500 euro en de leden ontvangen een maandelijkse vergoeding van 350 euro per maand voor hun werkzaamheden.

  • 2. De vergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het indexeringspercentage dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks vaststelt ingevolge artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads - en commissieleden voor het bijwonen van commissievergaderingen

Artikel 11 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie stelt jaarlijks de onderwerpen van onderzoek, de probleemstelling en de onderzoeksopzet vast voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van onderzoek.

    Deze worden ter kennisneming aan de programmaraad en raad voorgelegd.

  • 2. De rekenkamercommissie zorgt voor een rechtvaardige verdeling van onderzoek over de deelnemende gemeenten, waarbij rekening wordt gehouden met het door elke gemeente beschikbaar gestelde budget.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt de programmaraad voorafgaand aan de vaststelling zoals bedoeld in het eerste lid in de gelegenheid daarover zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

  • 4. De programmaraad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek.

  • 5. Op een verzoek zoals bedoeld in het vierde lid bericht de rekenkamercommissie de programmaraad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan en motiveert haar besluit bij afwijzing.

  • 6. Om flexibel te kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen, kan de rekenkamercommissie besluiten een deel van de capaciteit reserveren voor in het jaar van uitvoering nader te bepalen onderwerpen.

  • 7. De rekenkamercommissie maakt de onderwerpen zoals bedoeld in het zesde lid direct na vaststelling aan de programmaraad en raad bekend.

Artikel 12 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met de uitvoering, begeleiding en sturing van onderzoeken volgens het door haar vastgestelde onderzoeksprogramma.

  • 2. De rekenkamercommissie informeert de raad en programmaraad tussentijds indien dat wenselijk is.

  • 3. De rekenkamercommissie beraadslaagt en besluit achter gesloten deuren zoveel als zij nodig acht.

  • 4. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 5. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 7. De rekenkamercommissie draagt zorg voor hoor en wederhoor met betrokkenen. In dat kader stelt zij ook het college in de gelegenheid binnen een termijn van zes weken hun zienswijze op het onderzoeksrapport kenbaar te maken.

  • 8. De rekenkamercommissie zendt elk onderzoeksrapport vergezeld van de zienswijzen van betrokkenen onverwijld aan de raad.

  • 9. Van elk onderzoeksrapport zendt de rekenkamercommissie gelijktijdig een afschrift aan het college en andere betrokkenen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda en Waddinxveen.

Ondertekening

Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 mei 2012,
De raad van van de gemeente Waddinxveen,
De griffier, De voorzitter,
(mr. F.W. van der Dussen) (drs. H.P.L. Cremers)