Regeling vervallen per 01-04-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland houdende regels omtrent renovatie en energie op het scholeneiland Monnickendam Uitvoeringsregeling voorziening voor de renovatie en het energieneutraal maken van de scholen op het scholeneiland in Monnickendam

Geldend van 14-04-2017 t/m 31-03-2020

Intitulé

Uitvoeringsregeling voorziening voor de renovatie en het energieneutraal maken van de scholen op het scholeneiland in Monnickendam

Het college van burgemeester en wethouders van Waterland,

gelezen het voorstel van 20 december 2016;

overwegende dat de raad van de gemeente Waterland heeft besloten om budget te verlenen aan de schoolbesturen voor het renoveren van de scholen op het scholeneiland;

gelet op artikel 140, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1, onderdeel f, en artikel 3  van de Verordening financiële en materiele gelijkstelling onderwijs gemeente Waterland,

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Uitvoeringsregeling voorziening voor de renovatie en het energieneutraal maken van de scholen op het scholeneiland in Monnickendam.

Artikel 1 Aanduiding van de voorziening

De voorziening als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Verordening financiële en materiële gelijkstelling onderwijs gemeente Waterland bestaat uit:

  • a.

    een voorziening, die wordt ingezet voor de renovatie van een schoolgebouw gesitueerd op het zogenaamde scholeneiland Monnickendam. Het schoolgebouw heeft als adres Avegaar 85, Avegaar 86 of Avegaar 87 te Monnickendam.

  • b.

    een voorziening, die wordt ingezet voor bouwkundige en/of installatietechnische maatregelen in het betreffende schoolgebouw als bedoeld onder a die resulteren in een EPC-waarde kleiner dan of gelijk aan 0 (EPC ≤ 0).

Artikel 2 Indieningsdatum

De aanvragen voor deze voorzieningen moeten worden ingediend voor 1 januari 2019.

Artikel 3 Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

Tijdvak regeling vanaf inwerkingtreding regeling tot 1 april 2020.

Artikel 4 Toekenningscriteria

  • 1. Aanvrager is eigenaar van het perceel, met een schoolgebouw erop, met adres Avegaar 85, Avegaar 86 en/of Avegaar 87 te Monnickendam;

  • 2. De voorziening als bedoeld in artikel 1, onder a, moet besteed worden aan een dusdanige renovatie/vernieuwing dat de levensduur van het gebouw met minimaal 40 jaren wordt verlengd;

  • 3. De voorziening als bedoeld in artikel 1, onder a, moet besteed worden aan het opwaarderen van het gebouw naar “Frisse Scholen, klasse B;

  • 4. De voorziening als bedoeld in artikel 1, onder b, moet besteed worden aan bouwkundige en/of installatietechnische maatregelen die resulteren in een EPC-waarde kleiner dan of gelijk aan 0 (EPC ≤ 0) Deze voorziening kan alleen in combinatie met de voorziening voor renovatie als bedoeld in artikel 1, onder a, worden aangevraagd.

Artikel 5 Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid

  • 1. De voorziening, als bedoeld in artikel 1, onder a, wordt toegekend voor de kosten van de renovatie van de benodigde vierkante meters voor onderwijs. Voor de berekening van de benodigde vierkante meters voor onderwijs is de methodiek opgenomen in bijlage III, deel B, Criteria voor oppervlakte en indeling’ van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Waterland van toepassing, zoals die van kracht is. Op basis van de op deze wijze door het college opgestelde prognose, bepaalt het college de benodigde vierkante meters.

  • 2. Op basis van een door het college opgestelde kostenraming, bepaalt het college een bedrag per vierkante meter.

  • 3. De benodigde vierkante meters voor onderwijs vermenigvuldigd met het bedrag per vierkante meter bepalen het budget voor renovatie per schoolgebouw.

Artikel 6 Wijze van toekenning van een budget voor het energieneutraal maken van het gebouw

  • 1. Het schoolbestuur kan voor het treffen van bouwkundige en/of installatietechnische maatregelen in het gebouw die resulteren in een EPC-waarde kleiner dan of gelijk aan 0 (EPC ≤ 0), als bedoeld in artikel 1, onder b, een aanvullend vast budget aanvragen van maximaal € 100.000 per schoolgebouw.

  • 2. Het schoolbestuur moet bij de aanvraag verklaren het bouwplan zodanig op te stellen dat de EPC-waarde van het gebouw kleiner dan of gelijk wordt aan 0 (EPC ≤ 0). Afspraken over de uitvoering worden vastgelegd in het overleg, zoals bedoeld in artikel 8.

Artikel 7 Overleg wijze van uitvoering

  • 1. Binnen vier weken nadat het schoolbestuur de beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen, treedt het college in overleg met de aanvrager over de wijze waarop de voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1 onder a en b, worden uitgevoerd. In dit overleg wordt alle informatie verstrekt die nodig is voor het uitvoeren van de voorziening en worden, voor zover van toepassing, afspraken gemaakt over:

    • a.

      het bouwheerschap, bedoeld in artikel 103 van de Wet op het primair onderwijs;

    • b.

      het tijdstip waarop het bouwplan en de begroting door de aanvrager worden ingediend;

    • c.

      als dit van toepassing is, een andere wijze waarop de toegekende voorziening wordt uitgevoerd, met inachtneming van het beschikbaar te stellen bedrag;

    • d.

      de wijze waarop het college het bouwplan toetst, en of het naar het oordeel van het college noodzakelijk is bij het toetsen van het bouwplan rekening te houden met feiten en omstandigheden die gewijzigd zijn ten opzichte van het moment waarop de subsidie is vastgesteld, waardoor het eerder genomen besluit kan worden herzien;

    • e.

      de controle op en het afleggen van verantwoording over het besteden van de beschikbaar te stellen middelen;

    • f.

      de wijze waarop de aanbesteding plaatsvindt;

    • g.

      de mogelijkheid om een voorschotbedrag te verlenen voor de kosten van voorbereiding van het bouwplan tot een vast bedrag van € 75.000. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het totaal te verlenen budget.

  • 2. De inhoud van de afspraken of het feit dat het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid, legt het college schriftelijk vast in een verslag. De aanvrager ontvangt het verslag binnen vier weken na het overleg. Als de aanvrager niet binnen twee weken nadat het verslag is ontvangen schriftelijk reageert, wordt, afhankelijk van de inhoud van het vastgestelde verslag, geacht overeenstemming of geen overeenstemming te zijn bereikt.

  • 3. Bij het toepassen van artikel 8, tweede lid, neemt het college binnen vier weken nadat overeenstemming is bereikt een beslissing over het tijdstip waarop de bekostiging aanvangt. Het bepaalde in artikel 9 is daarbij van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Als in het overleg geen overeenstemming is bereikt, deelt het college dit binnen vier weken nadat het verslag is vastgesteld schriftelijk mede aan de aanvrager en vermeldt gelijktijdig dat het bekostigen van de uitvoering van de voorziening wordt opgeschort.

Artikel 8 Instemmen bouwplannen en begroting; tijdstip aanvang bekostiging; toetsen wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandigheden; overleggen offertes

  • 1. Nadat overeenstemming als bedoeld in artikel 7, tweede lid, is bereikt, dient het schoolbestuur het bouwplan en de bijbehorende begroting in bij het college. Het bevoegd gezag houdt daarbij rekening met de hierover gemaakte afspraken, bedoeld in artikel 7, eerste lid. Gelijktijdig vermeldt het bevoegd gezag het tijdstip waarop de bekostiging kan starten. Het college moet instemmen met het bouwplan en de begroting voordat een bouwopdracht wordt verleend.

  • 2. Het college beslist binnen zes weken nadat de stukken zijn ontvangen over de bouwplannen en het tijdstip waarop de bekostiging start. Het college kan, onder mededeling daarvan aan de aanvrager, deze termijn verlengen met drie weken. Als niet binnen de gestelde termijn is besloten, wordt geacht instemming te zijn verleend met de bouwplannen en start de bekostiging op het door de aanvrager aangegeven tijdstip. Het college stelt de aanvrager binnen twee weken na de datum van de beslissing over het bouwplan, de desbetreffende begroting en het tijdstip waarop de bekostiging start respectievelijk na de datum waarop de instemming geacht wordt te zijn verleend hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 9 Aanvang bekostiging

Het college kan bij de beslissing over het tijdstip waarop de bekostiging start bepalen dat de gelden in termijnen betaald worden. Het betalen van de gelden vindt telkens plaats op een zodanig tijdstip dat de aanvrager kan voldoen aan de financiële verplichtingen die voortkomen uit het realiseren van de voorziening.

Artikel 10 Vervallen aanspraak op bekostiging

  • 1. Voor 30 maart 2019 geeft de aanvrager een bouwopdracht. Hiervan zendt hij uiterlijk 15 april 2019 een afschrift aan het college. De aanspraak op bekostiging vervalt als niet aan deze verplichtingen wordt voldaan.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde:

    • a.

      bouwopdrachten en overeenkomsten zijn onherroepelijk;

    • b.

      bouwopdrachten vermelden de aanvangsdatum van het werk en de termijn, uitgedrukt in het aantal werkbare dagen, waarbinnen het werk wordt opgeleverd;

  • 3. De aanspraak op bekostiging vervalt niet als het overschrijden van de in het eerste lid bedoelde termijn veroorzaakt wordt door:

    • a.

      bijzondere omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen, en

    • b.

      de aanvrager voor 1 maart 2019 een schriftelijk gemotiveerd verzoek tot het verlengen van de termijn heeft ingediend bij het college.

  • 4. Het college beslist voor15 maart 2019 op een verzoek tot het verlengen van de termijn. Bij inwilliging van het verzoek wordt in het besluit aangegeven tot welke datum de termijn wordt verlengd.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en vervalt met ingang van 1 april 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 20 december 2016.
mr. N. van Ginkel MPM
algemeen directeur/gemeentesecretaris
L.M.B.C. Wagenaar-Kroon
burgemeester