Regeling vervallen per 24-03-2023

Beleidsregels voor effluentlozingen van mestverwerkingsinstallaties op oppervlaktewater ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën

Geldend van 20-12-2012 t/m 23-03-2023

Intitulé

Beleidsregels voor effluentlozingen van mestverwerkingsinstallaties op oppervlaktewater ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën

Overwegingen:

  • De laatste jaren is er maatschappelijk en politiek veel aandacht voor de intensieve veehouderij, mestbeleid en duurzaamheid. In september 2011 hebben de staatssecretarissen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Infrastructuur en Milieu afspraken gemaakt met de sector om te zorgen voor verwerking van (een deel van) het mestoverschot (brief 2e kamer).Deze afspraken zijn in juli 2012 opgenomen in een wijzigingsvoorstel van de Meststoffenwet.

  • Waterschap Aa en Maas wordt in toenemende mate geconfronteerd met vergunningaanvragen voor lozingen van afvalwater uit mestverwerkingsinstallaties.

  • Er sprake is van antibiotica1 en, naar verwachting, resistente bacteriën in dierlijke mest2. Wanneer de zuivering in mestverwerkingsinstallaties antibiotica en bacteriën niet voldoende terughoudt, is het aannemelijk dat deze ook zullen voorkomen in het afvalwater (effluent) van mestverwerkingsinstallaties, en na lozing ook in het oppervlaktewater.

  • Blootstelling aan antibiotica en resistente bacteriën kan risico’s voor het milieu en de volksgezondheid met zich mee brengen:

    • o

      doordat het risico bestaat dat door de continue lozingen naar het milieu verdere resistentieontwikkeling tegen antibiotica optreedt3;

    • o

      doordat mensen, bij het optreden van infecties veroorzaakt door antibiotica resistente bacteriën, niet meer met de betreffende antibiotica behandeld kunnen worden;

    • o

      Omdat er volgens de Gezondheidsraad drie groepen vee-gerelateerde resistente bacteriën zijn die een risico vormen voor de volksgezondheid (te weten vanicomycine-resistente enterococcen (VRE), methicilline-resistente Straphylococcus aureus(MRSA) en de extended spectrum beta-lactamase (ESBL) producerende bacteriën)4.

  • Aanvullende zuivering is noodzakelijk na mestbewerking tot een dunne fractie:

    • o

      Om de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid te minimaliseren t.a.v. de parameters antibiotica en resistente bacteriën; en

    • o

      Om te kunnen voldoen aan lozingseisen van doorgaans in Waterwet-vergunningen genormeerde parameters zoals zwevende stof, chloride, stikstof totaal, fosfor-totaal en zware metalen.

  • Voor mestverwerkingsinstallaties is alleen een voorwaardelijke Best Beschikbare Techniek (BBT) vastgesteld.

  • Een toetsingskader om lozingen van mestverwerkingsinstallaties te kunnen beoordelen op de mate van normoverschrijding van restanten van geneesmiddelen en antibiotica resistente bacteriën ontbreekt op dit moment.

  • Uit literatuur en uit eigen onderzoek (workshops, 3) blijkt, dat er op dit moment onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om een kwantitatieve beoordeling van de gezondheidsrisico's voor mens en milieu uit te voeren. Risico’s die MVI lozingen mogelijk met zich mee brengen, worden door experts als klein ingeschat, echter niet uitgesloten3.

  • De onderzoeksinspanning om te lozen afvalwater te onderzoeken op het voorkomen van antibiotica e.a. diergeneesmiddelen alsmede bacteriën, en mogelijke resistentie(genen) bij deze bacteriën, is dusdanig onredelijk zwaar en complex dat deze niet van vergunninghouders kan worden verlangd;

  • Specialisten op het gebied van zuiveringstechniek en mestverwerkingsinstallaties geven aan (workshops, 3) dat de zuiveringstechniek omgekeerde osmose (RO) antibiotica en resistente bacteriën voldoende terughoudt. Daarnaast is de techniek in de praktijk bewezen toepasbaar en effectief. Deze techniek is daarom bepaald als best toepasbare techniek.

  • De techniek RO is al gangbaar: het wordt al gebruikt bij MVI’s om te kunnen voldoen aan lozingseisen van doorgaans in Waterwet-vergunningen genormeerde parameters zoals zwevende stof, chloride, stikstof totaal en fosfor-totaal.

  • De toepassing van RO is kostentechnisch verantwoord: de kosten van een RO installatie zijn economisch draagbaar en evenredig, gezien de risico's en algemeen geldende eisen voor lozing op oppervlaktewater.

  • Aandachtspunt bij een membraantechniek, zoals RO, is de ophoping van stoffen op het membraan (workshops, 3). Daarom is een hoge onderhoudsfrequentie noodzakelijk om het goed functioneren van de methode te garanderen. Om een goede werking te borgen schrijven wij een verhoogde monitoringsfrequentie voor van de in de Waterwet-vergunning genoemde parameters. Zie hiervoor artikel 4 van deze beleidsregel.

  • Bij de totstandkoming van deze beleidsregel zijn vertegenwoordigers van diverse organisaties actief betrokken geweest via begeleidingsgroep en/of workshops, te weten: waterschappen de Dommel, Peel en Maasvallei, Brabantse Delta en Rijn en IJssel , de GGD-Hart van Brabant, het bureau voor gezondheid, milieu en veiligheid van de GGD'en Brabant/Zeeland, de provincie Noord-Brabant, de ZLTO en de Waterdienst van Rijkswaterstaat. 3

  • Ingevolge artikel 6.2 Waterwet is het dagelijks bestuur van het waterschap bevoegd om watervergunning te verlenen voor lozingen op oppervlaktewater binnen het beheergebied.

  • Vergunningverlening dient ingevolge artikel 2.1 Waterwet onder meer gericht te zijn op bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Gelet op het voorgaande, het voorzorgsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel en mede uit oogpunt van transparantie heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Aa en Maas in zijn vergadering van 18 december 2012 besloten vast te stellen de

Beleidsregels voor effluentlozingen van mestverwerkingsinstallaties op oppervlaktewater ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën.

1 Mulder et al 2011,  SOURCE: Simultanous remOval of hUman and veteRinairy pharmaCeuticals and nutrients, eindrapportage. Lettinga Associatiates Foundation (LeAF), Wageningen oktober 2011.

2 SKB 2009. Antibiotica in de bodem; een pilot studie, SKB‐rapportnummer PP8348, Gouda

3 Beoordeling effluentlozingen mestverwerkinginstallaties ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën, Onderbouwing voor beleidsregels ten bate van vergunningverlening; Achtergronddocument. T.T. den Oudendammer en W.A. Matla, 2012.

4 Gezondheidraad 2011: Antibiotica in de veeteelt en resistente bacteriën bij mensen. publicatienummer 2011/16. Gezondheidsraad, Den Haag.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Alternatieve zuiveringstechniek : een andere zuiveringstechniek dan Omgekeerde Osmose (RO).

Dikke fractie Stapelbare mest (circa 20 tot 35% droge stof gehalte (DS), afkomstig uit scheiding van drijfmest

Dunne fractie Verpompbare mest (< 7% DS) afkomstig uit scheiding van drijfmest

Mestverwerking De toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen. Zoals: scheiding, bezink toevoeging van additieven, vergisting, beluchting, droging, compostering, indamping, vergassing en verbranding

Mestverwerkinginstallatie (MVI) : een installatie die dierlijke mest verwerkt in een dikke fractie en een dunne fractie, welke vervolgens wordt gezuiverd en waarbij mogelijk loosbaar water ontstaat.

Omgekeerde Osmose : een (zuiverings) techniek waarbij een (voorgezuiverde)

(Reverse Osmosis (RO)) vloeistof, met daarin een hoge concentratie opgeloste zouten, onder druk door een semi-permeabel membraam

wordt geperst.

(Multi) resistente bacteriën: bacteriën die niet meer gevoelig zijn voor één (of meerdere) specifiek(e) antibioticum

Artikel 2 Effluentlozingen op oppervlaktewater vanuit MVI's met zuiveringstechniek RO

In beginsel wordt door of namens het dagelijks bestuur op aanvraag alleen vergunning verleend voor effluentlozingen op oppervlaktewater indien:

  • a.

    Aanvrager aantoont dat aan de normen voor algemene waterkwaliteitsparameters voor lozingen op oppervlaktewater vanuit de Waterwet wordt voldaan; én

  • b.

    De betreffende MVI over de aanvullende zuiveringstechniek beschikt bestaande uit RO met een daarvoor geschikte voorbehandeling; én

  • c.

    Aanvrager voldoet, behalve aan reguliere voorschriften bij een lozingsvergunning op grond van de Waterwet, aan het voorschrift voor controle van functioneren, zoals beschreven in artikel 4; én

  • d.

    Vanuit kwantiteitsoogpunt ook overigens geen bezwaar tegen vergunningverlening bestaat.

Artikel 3 Effluentlozingen op oppervlaktewater vanuit MVI’s met alternatieve zuiveringstechniek

  • 1. Door of namens het dagelijks bestuur wordt alleen vergunning verleend voor effluentlozingen vanuit MVI's met alternatieve zuiveringstechniek indien door aanvrager tenminste kwalitatief is aangetoond dat de alternatieve techniek ten minste gelijkwaardig is aan die van RO, dan wel een vergelijkbaar rendement oplevert in het terughouden van antibiotica en bacteriën.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel genoemde wordt aangetoond door de aanvraag vergezeld te laten gaan van:

    • a.

      een beschrijving van de voorgestelde techniek; én

    • b.

      een beoordeling van onafhankelijke experts vanuit verschillende kennisinstituten over:

      • -

        enerzijds de bruikbaarheid van deze alternatieve techniek in de toepassing voor het zuiveren van afvalwater in een MVI en

      • -

        anderzijds over de effectiviteit van de voorgestelde techniek in het terughouden van antibiotica en bacteriën, in relatie tot RO;

      én

    • c.

      een beschrijving van beheer, onderhoud en levensduur van de alternatieve zuiveringstechniek/installatie ter borging van de goede werking.

Artikel 4 Aanvullende eisen aan controle van de zuiveringsinstallatie

  • 1. Door of namens het dagelijks bestuur wordt alleen vergunning verleend voor effluentlozingen vanuit een MVI indien het goede functioneren van de zuiveringsinstallatie kan worden gegarandeerd. In aanvulling op de reguliere voorschriften bij een lozingsvergunning op grond van de Waterwet dient de vergunninghouder:

    • a.

      één keer per maand het effluent te monitoren op de in de vergunning genoemde parameters en deze monitoringsgegevens aan het waterschap toe te zenden.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden van kracht met ingang van de dag na bekendmaking: zijnde 20 december 2012.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als:Beleidsregels voor effluentlozingen van mestverwerkingsinstallaties op oppervlaktewater ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën

Ondertekening

Het dagelijks bestuur voornoemd,
de secretaris, de dijkgraaf,
drs. P. Sennema drs. L.H.J. Verheijen

Beoordeling effluentlozingen mestverwerkinginstallaties ten aanzien van antibiotica en resistente bacteriën