Stimuleringsregeling Natuurvriendelijke Oevers

Geldend van 12-12-2007 t/m heden

Intitulé

Stimuleringsregeling Natuurvriendelijke Oevers

Het Algemeen Bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht,

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: Awb);

gelet op de Integrale Keur Amstel, Gooi en Vecht (hierna te noemen: de Keur);

gelet op artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet;

overwegende dat

  • 1.

    met deze stimuleringsregeling uitvoering wordt gegeven aan het Waterbeheerplan 2006-2009;

  • 2.

    het wenselijk is dat aanleg en onderhoud van natuurvriendelijke oevers en terrastaluds op agrarische gronden gestimuleerd wordt;  

    besluit vast te stellen:

De stimuleringsregel Natuurvriendelijke Oevers

1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze stimuleringsregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht;

  • b.

    natuurvriendelijke oever: oever die ten behoeve van de ecologische- of natuurfunctie is ingericht met een ondiepe zone die oever- en watervegetatie de kans biedt zich te ontwikkelen;

  • c.

    realisator: de natuurlijke- of rechtspersoon welke als gerechtigde, als bedoeld in artikel 1, onder k van de Keur, verantwoordelijk is voor het aanleggen, onderhouden danwel verwijderen van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud;

  • d.

    terrastalud: vorm van een natuurvriendelijke oever, waarvan het talud horizontaal en ondiep wordt aangelegd;

  • e.

    veedrenkplaats: verharde plaats aan de oever bedoeld als drinkplaats voor vee;  

  • f.

    regeling: de stimuleringsregeling natuurvriendelijke oevers.

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor de bedragen waarop deze stimuleringsregeling van toepassing is.

  • 2. Het subsidieplafond wordt uiterlijk in de maand december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het subsidieplafond van toepassing is, bekendgemaakt. 

Artikel 3 Vaststelling zonder verlening

Subsidie wordt vastgesteld, zonder dat voorafgaand hieraan een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven.

2. Reikwijdte en doelgroep

Artikel 4 Reikwijdte

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op oevers die onderdeel uitmaken van grond welke gebruikt wordt voor agrarische doeleinden, als aangegeven op de functiekaart behorend bij het waterbeheerplan, en die daarmee vallen binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap.

Artikel 5 Doelgroep

Een financiële bijdrage kan slechts worden verstrekt aan een realisator.

3. Subsidies - algemeen

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten en verplichtingen

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt op aanvraag van de realisator een bedrag vast voor:

    • a.

      Het baggeren van de bestaande sloot waarlangs het terrastalud en/of de natuurvriendelijke oever wordt aangelegd; voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud, en de aanleg van één veedrenkplaats per 500 aaneengesloten strekkende meter aan te leggen natuurvriendelijke oever en/of terrastalud;

    • b.

      Een bijdrage voor het instandhouden van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud gedurende een periode van tien jaar, conform de beheervoorschriften en tekening behorende bij de beschikking tot subsidievaststelling is vastgelegd. Indien van toepassing wordt een bedrag vastgesteld voor het plaatsen van een afrastering (palen met schrikdraad) om de oever te beschermen tegen betreding- en vraatschade van groot vee;

    • c.

      een vergoeding van de legeskosten van de Keurontheffing.

    • d.

      het verwijderen van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud, die is aangelegd met gebruikmaking van een subsidie als bedoeld in lid 1, onder a, na afloop van de termijn als bedoeld onder b.

  • 2. Het bedrag, als bedoeld in lid 1, onderdeel a, wordt vastgesteld onder de verplichting dat de realisator de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud aanlegt binnen een in de vaststelling bepaalde termijn en overeenkomstig de voorschriften die als bijlage bij de vaststelling zijn gevoegd en daar onlosmakelijk deel van uit maken. Daarnaast wordt de realisator de verplichting opgelegd om gedurende een periode van tien jaar, te rekenen vanaf het kalenderjaar volgend op dat waarin de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud is aangelegd, deze in stand te houden en te onderhouden overeenkomstig de richtlijnen die als bijlage bij de vaststelling zijn gevoegd en daar onlosmakelijk deel van uit maken.

  • 3. Het bedrag, als bedoeld om lid 1, onderdeel b, wordt vastgesteld onder de verplichting dat de realisator de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud onderhoudt overeenkomstig de beheervoorschriften die als bijlage bij de vaststelling zijn gevoegd en daarvan onlosmakelijk deel uit maken.

  • 4. Het bedrag, als bedoeld in lid 1 onderdeel d, wordt voorlopig bepaald in een subsidieverlening. Het bedrag wordt echter op aanvraag pas vastgesteld nadat de realisator de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud in oorspronkelijke staat heeft hersteld. Het herstel dient plaats te vinden ná het verlopen van de met de realisator aangegane termijn en binnen 1 jaar na het verlopen van genoemde termijn.

Artikel 7 De aanvraag

  • 1. De aanvraag, dient voor 1 maart van het kalenderjaar waarin de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg danwel de verwijdering worden aangevangen, te worden ingediend bij het dagelijks bestuur, danwel voor 1 maart van het laatste kalenderjaar van de periode bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 2. De aanvraag dient in ieder geval vergezeld te gaan van een situatieschets betreffende de aan te leggen, de in stand te houden danwel de te verwijderen natuurvriendelijke oever en/of terrastalud, waarin is aangegeven:

    • a.

      de afmetingen van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud;

    • b.

      een tekening van de dwarsdoorsnede, waarin is aangegeven de taludhelling van de natuurvriendelijke oever en/of de diepte van het  terrastalud ten opzichte van het bestaande waterpeil. Ook dient te worden aangegeven de te graven hoeveelheden (m3) grond;

    • c.

      de exacte locatie natuurvriendelijke oever en/of terrastalud;

    • d.

      indien van toepassing het aangeven van de locatie(s) van de aan te leggen veedrenkplaats;

    • e.

      indien van toepassing aangeven of en waar er een afrastering wordt geplaatst;

    • f.

      in het geval van verwijderen van een natuurvriendelijke oever of terrastalud, een raming van de verwijderingskosten.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan nadere gegevens verlangen van de realisator voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. Een financiële bijdrage wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      Aan de realisator een eventuele toestemming niet kan worden verleend door de rechthebbende voor het aanleggen, onderhouden danwel verwijderen van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud;

    • b.

      een noodzakelijke Keurontheffing voor het uitvoeren van de ingevolge deze regeling te financieren activiteiten niet kan worden verleend;

    • c.

      door de realisator niet is voldaan aan enig voorschrift, danwel verplichting, ingevolge deze stimuleringsregeling.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan besluiten de aanvraag tot vaststelling te weigeren met het oog op waterstaatkundige belangen.

  • 3. Naast de weigeringsgronden genoemd in het eerste en tweede lid, kan de financiële bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, tevens geweigerd worden, indien de realisator de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud wenst te verwijderen binnen de periode bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, jo. tweede lid. De bijdrage genoemd in dit lid kan tevens door het dagelijks bestuur geweigerd worden, indien de natuur-vriendelijke oever en/of terrastalud is aangelegd met gebruikmaking van financiële bijdragen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a en b, maar laatstgenoemde bedragen zijn ingetrokken danwel ten nadele van de realisator zijn gewijzigd.

Artikel 9  Beslistermijn

  • 1. Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag binnen 8 weken na de sluitingsdatum waarop de aanvraag door het dagelijks bestuur moet zijn ontvangen. 

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de in het eerste lid bedoelde termijn éénmaal met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3. Van een beslissing als bedoeld in het tweede lid stelt het dagelijks bestuur de realisator schriftelijk op de hoogte. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, sub d, op aanvraag verleend. Na uitvoering van de herstelwerkzaamheden door de realisator dient de realisator een aanvraag tot vaststelling van genoemde subsidie in.

Artikel 10  Bedrag en betaling

  • 1. Het bedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, bedraagt € 5,50 per kubieke meter voor de aan te leggen natuurvriendelijke oever en/of terrastalud (incl. graven, vervoeren en verwerken van de grond), alsmede maximaal € 500 per aan te leggen veedrenkplaats. Het bedrag voor het baggeren van de bestaande sloot waarnaast de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud wordt aangelegd, bedraagt € 1,50 per strekkende meter. Het bedrag wordt in een vaststellingsbesluit vastgesteld, en wordt betaald uiterlijk 1 december van het jaar van aanleg.

  • 2. De bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, is gelijk aan de hoogte van de Gasunienorm voor gewassenschade voor weide-, gras- en hooiland. Het basisbedrag wat gehanteerd wordt is het prijspeil dat geldt in het jaar van aanvraag. De bijdrage wordt jaarlijks uitbetaald, en volgt de indexering van de desbetreffende Gasunienorm. De betaling vindt plaats uiterlijk 1 mei. Het bedrag ten behoeve van het plaatsen van een afrastering, is gelijk aan de kosten van het aanleggen van de afrastering. Deze aanlegkosten worden gedeeld door 10 jaar en worden jaarlijks uitbetaald gelijktijdig met het bedrag als bedoeld in de eerste volzin en slechts in de jaren dat de afrastering aanwezig is.

  • 3. Het bedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder c, is gelijk aan de legeskosten zoals is vastgelegd in de Precario- en Rechtenverordening van het hoogheemraadschap. Uitbetaling vindt plaats gelijktijdig met de beta-ling voor de aanlegkosten zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a.

  • 4. Het bedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, bestaat uit 50% van de werkelijk bestede uitgaven. Het dagelijks bestuur stelt bij de subsidieverlening een maximumbedrag vast. Het bedrag wordt uiterlijk 1 december van het jaar van vaststelling betaald.

  • 5. Het bedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d,is gelijk aan de hoogte van de werkelijk bestede uitgaven, indien het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap de realisator verzoekt de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud te verwijderen op grond van waterstaatkundige overwegingen. Het dagelijks bestuur stelt bij de subsidieverlening een maximumbedrag vast. Het bedrag wordt uiterlijk 1 december van het jaar van vaststelling betaald.

Artikel 11 Niet nakomen verplichtingen

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de vaststelling, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, intrekken of wijzigen, indien de realisator na de vaststelling niet heeft voldaan aan de in artikel 6, tweede lid genoemde termijn dan wel, na in gebrekenstelling, aan de genoemde voorschriften ten aanzien van de aanleg.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de vaststelling, als bedoeld in artikel 6 eerste lid, onder a en b, ten nadele van de realisator wijzigen, indien de realisator de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud verwijderd binnen een periode van tien jaar, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onder b jo. tweede lid, tweede volzin. De lagere vaststelling vindt plaats overeenkomstig de systematiek als weergegeven in de tabel als opgenomen in de toelichting op dit artikel.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan de vaststelling, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a en b, wijzigen, indien de realisator, na in gebrekenstelling, niet voldoet aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, tweede volzin en derde lid.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan de vaststelling als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, lager vaststellen indien de realisator, na in gebrekenstelling, niet heeft voldaan aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 6, vierde lid.

Artikel 12 Controle

  • 1. Controle op de naleving van de bij deze regeling en de subsidievaststelling opgelegde verplichtingen vindt plaats op grond van de door de agrarische natuurvereniging overlegde jaarrapportages ten aanzien van de in het beheersgebied aangelegde natuurvriendelijke oevers en/of terrastaluds waarvoor subsidie is verleend op grond van deze regeling.

  • 2. Ter controle op de naleving van de in het eerste lid genoemde verplichtingen, kan het dagelijks bestuur de realisator verplichten nadere stukken in te dienen.

  • 3. Controle door het dagelijks bestuur op de naleving van de in het eerste lid genoemde verplichtingen kan tevens plaatsvinden op grond van onderzoek ter plaatse. Het dagelijks bestuur kan ten behoeve van deze controle toezichthouders aanwijzen.

Artikel 13 Rapportage

Het dagelijks bestuur stelt éénmaal in de vijf jaren een verslag op in de vorm van een rapportage ten aanzien van de op grond van deze regeling vastgestelde bedragen. Deze rapportage wordt opgesteld in samenwerking met de betrokken agrarische natuurverenigingen.

4. Slotbepalingen

Artikel 14 Afwijkende bepaling

Het dagelijks bestuur kan in voorkomende gevallen bepalen dat afgeweken wordt van het gestelde in deze regeling.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt inwerking één week na de bekendmaking ervan.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Stimuleringsregeling natuurvriendelijke oevers’.

5 Toelichting

5.1 Algemeen

5.1.1 Inleiding

Deze stimuleringsregeling regelt het verstrekken van financiële bijdragen door het hoogheemraadschap aan particulieren in agrarisch gebied in het beheersgebied van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, ten einde die particulieren te stimuleren om:

  • a.

    Hydrologische knelpunten in het agrarische gebied, die veroorzaakt worden door te weinig waterberging in een polder, te verminderen door meer waterberging te creëren d.m.v. de aanleg van natuurvriendelijke oevers en/of terrastaluds;

  • b.

    Meer natuurvriendelijke oevers en/of terrastaluds aan te leggen en te beheren om een positieve impuls te geven aan de natuurwaarden in sloten en slootkanten.

Bij het opstellen van de tekst van de regeling is gelet op de inhoud van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat een aantal algemene voorschriften bevat over subsidies, zoveel mogelijk in acht genomen. Daarnaast is gelet op de Integrale Keur Amstel, Gooi en Vecht, en op artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet.

Het is wenselijk dat de aanleg en onderhoud van natuurvriendelijke oevers en terrastaluds op agrarische gronden gestimuleerd wordt, en met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan het Waterbeheerplan 2006-2009.

De (juridische) opzet en systematiek van de stimuleringsregeling is dat de particulier eerst een aanvraag indient, welke uiterlijk 1 maart ingeleverd moet zijn van het desbetreffende jaar. Het hoogheemraadschap zal binnen 8 weken (met eventuele uitloop van 4 weken) na sluitingstermijn bepalen welke aanvragen worden toegekend. Dit uit zich direct in een Besluit tot vaststelling, en wordt tevens het bedrag vastgesteld. Het bedrag wordt uiterlijk 1 december van jaar van aanvraag uitgekeerd.

Uitzondering hierop volgt voor het aanvragen van een subsidie voor herstelwerkzaamheden (artikel 6, eerste lid, onder d). Hiervoor wordt eerst een verlening gegeven en na realisatie volgt na aanvraag de vaststelling. De reden hiervoor is dat dan de werkelijk besteedde kosten bekend zijn en facturen overhandigd kunnen worden, waardoor op basis van werkelijk besteedde kosten de subsidiebijdrage kan worden vastgesteld.

Deze procedure voor de aanleg en instandhouden van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud schept voor de particulier rechtszekerheid over de omvang van de bedragen en geeft eveneens het hoogheemraadschap vroegtijdig inzicht in de omvang van de bedragen die met de stimuleringsregeling zijn gemoeid. Ook pachters van grond kunnen gebruik maken van de regeling, mits er schriftelijke toestemming van de wettige grondeigenaar is verleend.

Daarnaast biedt deze procedure voor het hoogheemraadschap de mogelijkheid om de uitvoering van urgente projecten via prioritering te sturen (indien het subsidieplafond voor het jaar wordt overschreden en er een keuze uit de aanvragen moet worden gemaakt).

5.1.2 Aanleiding en achtergrond van de stimuleringsregeling

Al jaren geleden is er, in het kader van twee waterinrichtingsplannen in de Vechtstreek, het plan ontstaan om het aanleggen van natuurvriendelijke oevers in deze agrarische polders te stimuleren. Dit is destijds uitgewerkt in het plan “Natuurvriendelijke oevers Noordpolder, Nieuwe Keverdijkse polder” (DLV, april 2000). Aangezien zowel het hoogheemraadschap als de destijds betrokken agrarische natuurvereniging Vechtvallei voorstander zijn gebleven van de mogelijkheid om dergelijke oevers – op vrijwillige basis - aan te leggen, is samen met de agrarische natuurvereniging Vechtvallei de voorliggende stimulerings-regeling opgesteld. Deze regeling is niet voorbehouden aan een paar polders, maar kan in het gehele beheergebied van AGV worden toegepast.

5.1.3 Samenwerkingsovereenkomst agrarische natuurvereniging

De agrarische natuurvereniging speelt een belangrijke rol bij het slagen van de stimuleringsregeling. Met de agrarische natuurvereniging(en) wordt daardoor een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. De agrarische natuurvereniging is voor het hoogheemraadschap het contact naar “buiten”; zij maken de regeling kenbaar aan hun achterban, en kunnen aanvullende informatie geven. De agrarische natuurvereniging zorgt ervoor dat de juiste gegevens worden verzameld, en dat de aanvraag tijdig en volledig wordt ingediend bij het hoogheemraadschap. Ook in de controle en rapportage blijft de agrarische natuurvereniging een rol spelen.

5.1.4 Prioritering van aanvragen

Het hoogheemraadschap heeft jaarlijks een bepaald budget beschikbaar (het zogeheten subsidieplafond), en behoudt het recht om op basis van het water- en/of natuurbelang een aanvraag goed te keuren of af te wijzen. Bij overtekening moeten er namelijk keuzes voor locaties worden gemaakt. Dit zal worden gedaan aan de hand van een prioritering.

In bijlage 2 is een prioriteringskaart opgenomen waarbij zowel een prioritering op basis van het waterbelang staat aangegeven, alsmede welke agrarische gebieden als nevenwaarde natte natuur hebben (volgens functiekaart waterbeheerplan 2006-2009).

5.2 Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande begripsomschrijvingen, met name die in de Integrale Keur AGV. Daarnaast zijn begrippen die reeds in de wetgeving (Awb) zijn beschreven, niet nogmaals gedefinieerd. Ten aanzien van de invulling van specifieke begrippen, zal hieronder nader worden ingegaan.

Artikel 2

Jaarlijks kan maximaal slechts een bepaald bedrag beschikbaar worden gesteld voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers en terrastaluds. Op grond van een vastgesteld subsidieplafond, dienen volgens de Awb subsidies geweigerd te worden indien het plafond wordt overschreden. Voor het hoogheemraadschap is het van belang om een mogelijkheid te hebben om op grond hiervan aanvragen te kunnen weigeren. Welke criteria worden gehanteerd bij het weigeren, wordt in de toelichting bij artikel 8 vermeld. De publicatie van het subsidieplafond dient voorafgaand aan het jaar waarop het subsidieplafond van toepassing is, bekend te worden gemaakt. De bekendmaking geschiedt conform de bepalingen genoemd in artikel 3:42 Awb door publicatie in huis-aan-huis bladen. Bij deze publicatie zal ook worden vermeld dat de gelden worden verdeeld aan de hand van ingediende aanvragen en welke criteria het hoogheemraadschap daarbij hanteert.

Artikel 3

Het hoogheemraadschap tracht met deze stimuleringsregeling een toename te bewerkstelligen van het aantal oppervlakte natuurvriendelijke oevers en terrastaluds binnen zijn beheersgebied. Bij het aanvragen van een bijdrage hiervoor, zal daarom moeten worden gepoogd om de administratieve last voor de realisator te beperken. Vanuit dit oogpunt en vanuit het oogpunt van efficiency binnen de organisatie, is er in deze regeling voor gekozen om de beschikking tot vaststelling niet vooraf te laten gaan door een beschikking tot verlening. Voordeel hiervan is dat de realisator éénmaal een aanvraag tot vaststelling hoeft te doen en het hoogheemraadschap niet na afloop van een periode ieder verleend bedrag ook nog eens moet vaststellen. Wat betreft het toezicht op de verstrekte gelden is het niet noodzakelijk dat er eerst subsidie verleend wordt en daarna pas vastgesteld. Bij niet-naleving van de bij de vaststelling opgelegde verplichtingen, kan namelijk de beschikking tot vaststelling altijd worden ingetrokken of ten nadele van de realisator worden gewijzigd. Daarnaast zou een vaststelling na afloop weinig inhoudelijke betekenis hebben, omdat de realisator na afloop van de stimuleringstermijn geen stukken hoeft te overleggen, op grond waarvan de vaststelling dan zou plaatsvinden.

Artikel 4

Met deze regeling wordt primair gestreefd naar het aanleggen van terrastaluds en natuurvriendelijke oevers in het agrarisch gebied. Het ligt niet in de bedoeling van het hoogheemraadschap om deze regeling in te zetten t.b.v. natuurvriendelijke oevers en terrastaluds in beheer bij natuurbeschermingsorganisaties en/of in natuurgebieden.

Artikel 6

Deze regeling ziet op de verstrekking van vier soorten bijdragen. Bij het onder a genoemde bedrag, wordt onder andere de verplichting opgelegd om de natuurvriendelijke oever en of het terrastalud aan te leggen volgens bepaalde voorschriften. Voor een overzicht van voorschriften en richtlijnen wordt verwezen naar bijlage 1.

Het bedrag genoemd onder b betreft een vergoeding voor het instandhouden van de oever conform de bij de beschikking opgenomen tekening en beheervoor-schriften. Deze vergoeding komt overeen met de normen voor gewassenschade van weide-, gras- en hooiland die door de Gasunie wordt gehanteerd. Daarnaast wordt er een rastervergoeding verstrekt indien er (groot) vee op het desbetreffende perceel graast, en de oever afgeschermd dient te worden. Het bedrag genoemd onder b wordt jaarlijks in het voorjaar uitbetaald.

Er is voor gekozen om het bedrag ten behoeve van het instandhouden op te nemen in dezelfde beschikking als het bedrag ten behoeve van de aanleg. Vanuit het oogpunt om het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en/of terrastaluds te stimuleren, is het niet doelmatig de realisator elk jaar apart een aanvraag te laten indienen voor een vergoeding voor het instandhouden van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud. De verplichting om een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud voor een periode van tien jaar in stand te houden, is bedoeld om continuïteit te waarborgen.

Daarnaast gelden er beheervoorschriften ten aanzien van zowel de aanleg van de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud als de wijze van instandhouden. Deze voorschriften (en bijgeleverde richtlijnen) zijn van belang om de ecologische functie van de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud te waarborgen en zijn opgenomen in bijlage 1. Om de stimuleringsregeling aantrekkelijk te maken voor potentiële realisators, stelt het hoogheemraadschap voorts een financiële bijdrage beschikbaar als een realisator de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud wil verwijderen. Slechts na afloop van een periode van tien jaar kan een dergelijke bijdrage voor het verwijderen van de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud worden verstrekt. Doel van deze verwijderingsbijdrage is om financiële risico’s voor agrariërs als gevolg van het aanleggen van een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud te verminderen.

Artikel 7

De datum van 1 maart is gekozen, zodat de vaststellingsbeschikking uiterlijk 1 juni genomen kan worden. Vanaf 1 juli bestaat er pas een mogelijkheid om een natuurvriendelijke oever en/of terrastalud aan te leggen of te verwijderen gelet op het broedseizoen van weidevogels. Tevens lijkt de maand augustus voor de agrariër een gunstige periode voor het benodigde graafwerk. Rekening houdend met de Flora- en Faunawetgeving lijkt de periode juli t/m oktober ook de meest gunstige periode voor werkzaamheden. Kortom, het is van belang dat de realisator na het broedseizoen kan starten met de werkzaamheden.

Om de stimuleringsregeling zo goed mogelijk bekend te maken bij de agrariërs en een aanspreekpunt te creëren voor hen, sluit het hoogheemraadschap samen-werkingsovereenkomsten af met geïnteresseerde agrarische natuurverenigingen in het beheersgebied van AGV. Aangezien de stimuleringsregeling in nauwe samen-werking is opgesteld met de agrarische natuurvereniging Vechtvallei, zal met hun de eerste samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten. De agrarische natuurverenigingen leveren het hoogheemraadschap diensten inzake het doen van een eerste beoordeling van de aanvragen en het verrichten van controle op de voortgang en kwaliteit van de aanleg van de natuurvriendelijke oevers en/of terrastaluds. Ook niet-leden van een agrarische natuurvereniging kunnen via de vereniging hun aanvraag indienen.

Artikel 8

Naast de weigeringsgronden genoemd in de Awb, heeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid een subsidie te weigeren op één van de gronden genoemd in dit artikel. Van belang daarbij zijn met name de weigeringsgronden op basis van het tweede lid.

Door het hoogheemraadschap kan prioriteit gegeven worden aan polders waar meer waterberging noodzakelijk is of waar vanuit de ecologische doelstellingen natuurvriendelijk oevers en/of terrastaluds zijn gewenst. Gelet op het geldende subsidieplafond, impliceert deze prioritering een mogelijke weigeringsgrond.

Bijlage 1 bestaat uit een gebiedskaart van AGV waarop een prioritering staat aangegeven voor waterbergingsgebieden. Tevens staan op deze bijlage de agrarische gebieden ingetekend waarvoor de functie nevenwaarde natte natuur van toepassing is. Bij overtekening van het subsidieplafond zal op basis van deze criteria een prioritering worden toegepast.

Artikel 10

Ten behoeve van de realisatie van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud wordt een vergoeding gegeven van € 2,50 per kubieke meter voor de graafwerk-zaamheden ten behoeve van de oever, € 1,00 voor het vervoeren van de grond en € 2,00 voor het verwerken van de grond. Voor het baggeren van de bestaande watergang waarlangs de oever wordt aangelegd geldt een bijdrage van € 1,50 per strekkende meter. Deze bedragen zijn gebaseerd op reële kosten die gepaard gaan met het baggeren van een watergang en graafwerkzaamheden, zoals die bij uitvoeringwerken van het hoogheemraadschap worden gehanteerd.

De regeling voorziet ook in het aanleggen van een verharde veedrenkplaats indien dit is gewenst. Indicatief: per 500 m strekkende oever kan er een veedrenkplaats worden aangelegd. In de navolgende figuur wordt het gehanteerde principe verbeeld wat toegepast wordt. In het geval dat de aaneengesloten 500 m niet wordt gehaald, maar de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud wel de gehele oever van een realisator bestrijkt, kan er een bijdrage worden verleend voor één veedrenkplaats. Indien er alleen geïsoleerde stukjes trajecten worden gerealiseerd, is geen bijdrage mogelijk voor een veedrenkplaats.

Naast een vast bedrag welke voorafgaand aan de aanleg wordt uitbetaald, omvat de vaststelling ook een vergoeding ten behoeve van het instandhouden van het terrastalud en/of de natuurvriendelijke oever volgens de beheervoorschriften. Deze vergoeding is gelijk aan de Gasunienorm voor gewassenschade van weide-, gras- of hooiland. Het basisbedrag hiervoor zal voor de gehele periode worden vastgesteld en uitbetaald. Het basisbedrag is de Gasunienorm die van toepassing is in het jaar van aanvraag. De bijdrage wordt jaarlijks in het voorjaar uitbetaald, en volgt de indexering van de desbetreffende Gasunienorm. Indien er groot vee op het perceel graast moet er een afrastering worden geplaatst om de oever te beschermen. Dit dient tenminste te bestaan uit palen met (werkend) schrikdraad. Hiervoor geldt een bijdrage op basis van werkelijk besteedde kosten. Deze kosten worden verdeeld over 10 jaar, en worden gelijktijdig met de gewassenschade-vergoeding jaarlijks uitbetaald.

Indien voor een nieuwe periode van tien jaar een nieuwe aanvraag wordt ingediend, omvat de bijdrage slechts het deel bestemd voor het instandhouden volgens de voorschriften van de oever (artikel 6, eerste lid, onder b).

Aangezien het niet in het belang van het hoogheemraadschap is als het terrastalud en/of natuurvriendelijke oever wordt verwijderd, ligt het niet in de rede de volledige kosten ten behoeve van het verwijderen van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud middels een subsidie aan de realisator ter beschikking te stellen. Uitzondering hierop betreft het wanneer de stimuleringsregeling tussentijds op verzoek van het hoogheemraadschap wordt beëindigd, zonder dat de realisator in gebreke is geweest. Ten aanzien van betaling bedoeld voor het verwijderen van de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud wordt verder het volgende opgemerkt:

Op de aanvraag voor een herstelsubsidie volgt een subsidieverlening. Pas nadat de herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd, en de werkelijk gemaakte kosten aangetoond kunnen worden, dient er een aanvraag in te worden gediend voor de vaststelling van de bijdrage. Wanneer het bedrag is vastgesteld, vindt uiterlijk 1 december (in het jaar van herstelwerkzaamheden) de uitbetaling plaats.

De reden hiervoor is dat het hoogheemraadschap een instrument wil hebben om de realisator te bewegen de werkzaamheden ten behoeve van de verwijdering daadwerkelijk uit te voeren en het wil voorkomen dat er problemen ontstaan met de terugvordering van de gelden, indien de realisator geen aanvang neemt met de verwijderingwerkzaamheden.

Zie figuren artikelsgewijze toelichting.pdf voor figuur natuurvriendelijke oever/veedrenkplaats en foto voorbeeld veedrenkplaats

Artikel 11

Het aanleggen van de natuurvriendelijke oever en/of het terrastalud conform de daarvoor gegeven voorschriften, is essentieel voor de ecologische functie ervan. Het hoogheemraadschap acht het daarom wenselijk om bij niet-nakoming van deze voorschriften, de financiële bijdrage ten behoeve van de aanleg in te trekken.

Indien de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud binnen tien jaar wordt verwijderd, geldt de volgende systematiek voor het lager vaststellen van het bedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a en b:

Op grond van de gebruikte berekeningssystematiek hiervoor, wordt in het laatste jaar, de vaststelling feitelijk niet gewijzigd. Om te voorkomen dat de realisator dan reeds in dit jaar het terrastalud en/of natuurvriendelijke oever verwijderd, komt hij niet in aanmerking voor een bijdrage als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d. Ingeval van een gedeeltelijke verwijdering van het terrastalud en/of natuurvriendelijke oever, vindt de hiernaast genoemde lagere vaststelling plaats naar rato van het gedeelte dat is verwijderd. Ingeval de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud wordt verwijderd binnen een periode van tien jaar waarvoor slechts een financiële bijdrage is verleend voor het in stand houden, dus binnen een nieuwe periode van tien jaar, gelden de genoemde percentages alleen voor het bedrag ten behoeve van het instandhouden, zoals genoemd in artikel 6, lid 1 onderdeel b.

Als de realisator niet voldoet aan de verplichtingen inzake de beheervoorschriften voor het onderhoud van de natuurvriendelijke oever en/of terrastalud of in het geheel geen onderhoud verricht, kan het bedrag ten behoeve van zowel de aanleg als het instandhouden worden gewijzigd. Wijziging zal inhouden dat per kalender-jaar waarin niet aan de onderhoudsverplichtingen is voldaan, 1/10 gedeelte van het totaalbedrag voor aanleg en onderhoud in mindering wordt gebracht op dit totaalbedrag.

Als de realisator niet binnen de daartoe gestelde termijn de verwijderingwerk-zaamheden verricht, voldoet hij niet aan één der verplichtingen van de beschikking tot vaststelling. Op grond hiervan kan de vaststelling ten behoeve van de verwijdering worden ingetrokken. Dit laatste is noodzakelijk, aangezien de realisator anders zijn aanspraak op uitbetaling van het bedrag zou behouden, ook zolang de herstelwerkzaamheden nog niet zouden zijn uitgevoerd. Deze situatie is niet wenselijk, zeker niet als er geen vooruitzicht is dat de realisator de herstelwerkzaamheden zal gaan uitvoeren.

tabel vermindering financiële bijdrage

 Jaar van verwijdering binnen periode van 10 jaar:

 Vermindering in % t.o.v. het vastgestelde bedrag

1e kalenderjaar

90

 2e kalenderjaar

80

 3e kalenderjaar

70

 4e kalenderjaar

60

 5e kalenderjaar

50

 6e kalenderjaar

40

 7e kalenderjaar

30

 8e kalenderjaar

20

 9e kalenderjaar

10

 10e kalenderjaar

0

Artikel 13 De rapportageverplichting is vastgelegd in de Awb. De vorm waarin dit dient plaats te vinden is aan het hoogheemraadschap zelf. In ieder geval zullen in de rapportage de doeltreffendheid en de effecten van de stimuleringsregeling in de praktijk moeten worden beschreven.

Bijlage 1: voorschriften en richtlijnen

I. Aanleg

Er wordt geen maximum gesteld aan de oppervlakte van de in te richten oever, die benut mag worden per deelnemer. Het minimum is echter gesteld op 150 m2. De oppervlakte wordt berekend naar de verbreding op de waterlijn. De minimale verbreding op de waterlijn is 2 meter landinwaarts. Met andere woorden, in de breedte dient er minimaal 2 meter wateroppervlak te worden gecreëerd.

Een natuurvriendelijke oever is een oever met een flauwe helling, en dient aan te sluiten op het bestaande slootprofiel. De taludhelling kan variëren tussen 1:4 en 1:10. Een schets van een natuurvriendelijke oever is weergegeven in figuur 1.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor figuur 1, schets natuurvriendelijke oever

Bij een terrastalud (drasberm) vindt de afgraving plaats op een diepte van circa 10 tot 20 cm onder het vaste waterpeil. Indien het waterpeil ’s zomers hoger is dan ’s winters, dient het terrastalud circa 10 tot 20 cm af te worden gegraven onder het laagste waterpeil. Een schets van een terrastalud is weergegeven in figuur 2.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor figuur 2, schets terrastalud

Per contractant kan er ook een combinatie van beide oevers worden aangelegd, om de diversiteit van de oever, waterdiepte en micromilieus te vergroten. De aanleg van beide soorten oevers mag niet strak gebeuren. Het is de uitdrukkelijke bedoeling dat er kleine variaties – zowel in het verticale als het horizontale vlak – worden aangelegd, zodat er verschillende micromilieus in de oever ontstaan.

Ook bij de inrichting van natuurvriendelijke oevers moet erop gelet worden dat het minimaal vereiste doorstroomprofiel voor het betreffende water gehandhaafd blijft (voorschrift).

Bescherming van oever

Om vertrapping van de oever door vee te voorkomen dient er op de insteeklijn een afrastering te worden aangebracht. Op zijn minst dient deze te bestaan uit palen met (werkend) schrikdraad. Het doel hiervan is te vermijden dat het vee door de oever gaat lopen en de planten daar opeet.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor foto bescherming van de oever

Veedrenkplaats

Per 500 m strekkende oever kan een veedrenkplaats worden aangelegd. In figuur 3 wordt het gehanteerde principe verbeeld wat wordt toegepast.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor figuur 3, veedrenkplaats

Op de navolgende foto’s wordt een veedrenkplaats getoond. Deze bestaat uit grasbetonstenen en een afrastering van paaltjes en wilgentakken aan de zijkant. Indien een alternatief door de deelnemer wordt voorgesteld, dient dit beschreven te worden in de aanvraag (incl. kostenraming).

Zie figuren bijlage 1.pdf voor foto's veedrenkplaats

II. Beheer

Randvoorwaarde bij de (her)inrichting van wateren is dat adequaat beheer en onderhoud mogelijk blijft. Om te komen tot een natuurvriendelijk beheer worden door het hoogheemraadschap beheerrichtlijnen en enkele beheervoorschriften gegeven met betrekking tot inrichting, maaibeheer, bemesting, schonen en baggeren. Door erop te letten dat er geen mest, gras en andere organische stoffen in het water belandt, zorgt u ervoor dat het water niet te voedselrijk wordt. Probeer een groot aaneengesloten kroosdek te vermijden, aangezien dit nadelig is voor het zuurstofgehalte in de sloot.

Maaien

Maaisel dient afgevoerd te worden, zodat de voedingsstoffen uit het maaisel afgevoerd worden en er verschraling kan optreden (voorschrift). Hierdoor kan er (langzamerhand) een grotere soortenrijkdom ontstaan. Kleibodem bevat van nature meer voedingsstoffen dan veen- en zandbodems. Een hogere maaifrequentie op kleigrond stimuleert de verschraling en vergroot de soortenrijkdom (zie onderstaande tabel). Het kan echter meerdere jaren duren voordat een grond is verschraalt.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor tabel maaifrequentie en soortenrijkdom

De beste periode om ruigte en moeras te maaien is vanaf de 2e helft van augustus tot de 2e helft van september. Indien er 2x per jaar wordt gemaaid kan de 1e maaibeurt het beste gebeuren in de 2e helft van juni.

In deze periode kunnen er echter nog wel dieren broeden in de drogere delen van de vegetatie! De overlevingskans van dieren wordt groter naarmate er gefaseerd wordt gemaaid (cyclisch maaibeheer): maai/schoon niet de gehele oever in één jaar, maar verdeel het in tweeën of drieën. Hierdoor ontstaat er tevens een rijkere leefomgeving voor planten en dieren. Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven.

Zie figuren bijlage 1.pdf voor tabellen voorbeelden cyclisch maaibeheer

Gebruik apparatuur die de planten circa 6 cm boven de grond afsnijdt, zodat wortels en planten achterblijven. Door apparatuur te gebruiken die het opgehaalde materiaal niet verhakselt, hebben waterdieren meer kans om te overleven (bron CLM 2000). Gebruik géén klepelmaaier.

Bemesting/Gewasbescherming

De ingerichte oever en/of terrastalud mag niet worden bemest, omdat dit tot verrijking van de bodem met voedingsstoffen leidt (voorschrift). Zorg voor voldoende afstand zodat er geen mest in de oeverzone loopt.

Er mogen geen bestrijdingsmiddelen in de oever worden toegepast (voorschrift).

Tips hierbij zijn: spuit met lage spuitdruk, spuit niet als er een harde wind staat, gebruik driftarme doppen en kantdoppen, etc (bron CLM 2000).

Schonen watergang

Normale keurvoorschriften op de oorspronkelijke watergang blijven van kracht!

  • U dient er rekening mee te houden dat het beheer van de watergang (én oever) vanaf uw eigen perceel moet plaatsvinden (verplichting).

  • De beste tijd om te schonen is in het najaar (sept-okt). In deze periode zijn de waterplanten uitgebloeid, is het broedseizoen van watervogels voorbij, zijn de eieren van vissen uitgekomen, de ontwikkeling van amfibieënlarven voltooid, en hebben kikkers zich nog niet in de bodem van de sloot ingegraven.

  • Laat bij het schonen de waterbodem met rust: knip, net zoals bij het maaien op het land, de planten enkele centimeters boven de (water)bodem af. Voer het afgeknipte plantmateriaal af of gebruik het als mestmateriaal in het agrarische gebied. Door het plantmateriaal te verwijderen worden voedingsstoffen uit het water verwijderd en groeit de baggerlaag minder hard.

  • Gebruik hiervoor een maaikorf, waarbij de messen zodanig zijn ingesteld dat er circa 10 cm boven de waterbodem wordt geknipt.

Baggeren

In ondiepe sloten met een dikke baggerlaag kan de temperatuur ’s zomers flink oplopen waardoor de waterkwaliteit en het zuurstofgehalte achteruit gaat. Aanbevolen wordt om de bagger luchtig op de oever te verspreiden, enkele dagen te laten liggen, en vervolgens (binnen een week) af te voeren.

Indien de watergang op diepte moet worden gebracht d.m.v. baggeren, dient rekening te worden gehouden met de aanwezige natuur. In navolgend schema staat aangegeven wanneer een soortengroep wel of geen hinder ondervindt van het baggeren.

Bijlage 2: prioriteringskaart

Zie Prioriteringskaart2006aug voor Bijlage 2.pdf voor de prioriteringskaart

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
d.d.  11 januari 2007
J. de Bondt, mr. P.I. Hatzmann,
Dijkgraaf secretaris

prioriteringskaart2006aug_voor_bijlage_2.pdf (809 bytes)

figuren_artikelsgewijze_toelichting.pdf (99 Kb)

figuren_bijlage_1.pdf (562 Kb)