Regeling vervallen per 30-06-2023

Subsidieregeling Samenwerken aan Bodem & Water 2018-2021 Noord-Holland

Geldend van 08-06-2018 t/m 29-06-2021

Intitulé

Subsidieregeling Samenwerken aan Bodem & Water 2018-2021 Noord-Holland

(Subsidieregeling Bodem & Water AGV Noord-Holland)

Het algemeen bestuur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht,

gelet op:

  • artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet;

  • titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Waterschap Amstel, Gooi en Vecht; en

  • artikel 14 van Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 1 juli 2014, L 193/1,

Overwegende

  • dat de waterschappen streven naar een betere waterkwaliteit in het agrarisch gebied;

  • dat daarbij de inzet van de agrariërs van groot belang is;

  • dat het voorgaande door AGV ook is erkend in onder meer het Waterbeheerplan 2016-2021 en de meerjarenbegroting AGV waarin budget voor agrarisch waterbeheer is gereserveerd;

  • dat uit overleg tussen de samenwerkingspartijen LTO, collectieven, Provincie Noord-Holland, waterschappen AGV, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en Rijnland, de noodzaak bleek voor een eigen subsidieregeling buiten POP 3. POP 3 blijkt niet goed geschikt voor integrale, kleine subsidieaanvragen door boeren vanwege de ondergrens voor de subsidieaanvragen;

  • dat AGV de inzet van bovenwettelijke maatregelen door agrariërs wil stimuleren waaronder het financieren van DAW (Deltaplan Agrarisch Waterbeheer) investeringsmaatregelen uit de maatregelenlijst van het Bestuurlijk Overleg Open Teelten (te noemen BOOT-lijst);

  • dat deze regeling uitvoering geeft aan een laagdrempelig programma voor in eerste instantie kleinschalige investeringen en projecten in de agrarische sector zoals afgesproken binnen het programma ‘Samenwerken aan Bodem & Water Noord-Holland’;

  • dat het van belang is dat geen ongeoorloofde staatssteun verleend wordt;

  • dat de subsidieverlening daarom plaatsvindt binnen de mogelijkheden van de Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening EU-nummer 702/2014, PBEU L 193/1 van 1 juli 2014 );

  • dat gestart wordt met een uitgewerkt programma voor 4 jaar (2018 – 2021);

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • agrarisch bedrijf: bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;

  • Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • de Subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht;

  • BOOT lijst: lijst van maatregelen die kunnen worden getroffen om de waterkwaliteit, waterkwantiteit of bodemkwaliteit te verbeteren zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en Veehouderij op 7 juni 2017 http://agrarischwaterbeheer.nl/document/boot-lijst-maatregelen-agrarisch-waterbeheer;

  • coach: aan het Landbouwportaal verbonden adviseur op het gebied van één van de thema's erfafspoeling, duurzaam bodemgebruik, gewasbeschermingsmiddelen, voldoende Zoetwater, inrichting en beheer.

  • Landbouwportaal: online platform voor communicatie, informatie en subsidieverstrekking met het adres https://landbouwportaalnoordholland.nl/;

  • Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): Verordening EU-nummer 702/2014, PBEU L 193/1 van 1 juli 2014;

  • maatregelenlijst: lijst van de subsidiabele maatregelen die onderdeel uitmaakt van deze subsidieregeling en als bijlage bij deze subsidieregeling is gevoegd. In deze maatregelenlijst zijn per thema maatregelen benoemd. Alle maatregelen zijn ingedeeld per categorie vergoeding.

  • Niet-productieve maatregel: een maatregel die geen aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van de onderneming van de agrariër tot gevolg heeft;

  • Productieve maatregel: een maatregel die een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van de onderneming van de agrariër tot gevolg heeft;

Artikel 2 Doel

Het doel van deze subsidieregeling is:

  • a. het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector;

  • b. het verbeteren van water- en bodemkwaliteit en de biodiversiteit.

Artikel 3 Uitvoering subsidieregeling

  • a. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van deze subsidieregeling.

  • b. Het dagelijks bestuur is bevoegd de maatregelenlijst te wijzigen, mits die wijzigingen passen binnen de kaders van de BOOT-lijst en de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 4 Openstelling

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend volgens de dan geldende openstellingsbesluiten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan één of meer openstellingsbesluiten vaststellen.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur stelt per openstellingsbesluit vast:

    • a.

      Een of meer subsidieplafonds;

    • b.

      Per plafond een periode waarbinnen een aanvraag om subsidie moet zijn ontvangen.

In het openstellingsbesluit kan het dagelijks bestuur nadere regels stellen met betrekking tot:

  • a.

    De doelgroep;

  • b.

    De categorieën van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;

  • c.

    De territoriale begrenzing van de openstelling;

  • d.

    Een maximumbedrag of percentage dat per deelnemer of per activiteit zal worden vergoed;

  • e.

    Het minimale aantal deelnemers per aanvraag;

  • f.

    De gegevens of bescheiden die bij de aanvraag voor subsidie overlegd moeten worden;

  • g.

    Overige verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd.

  • 4. Indien in enig subsidietijdvak een beschikbaar bedrag niet geheel wordt verstrekt, kan het dagelijks bestuur het resterende bedrag toevoegen aan een ander subsidieplafond dat op grond van deze subsidieregeling is vastgesteld voor datzelfde of een volgend tijdvak.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a. agrarische bedrijven;

  • b. eigenaren van gronden met bestemming landbouw;

  • c. grondgebruikers van gronden met bestemming landbouw;

mits zij actief zijn in de primaire landbouwproductie en tevens zijn aan te merken als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 6 Subsidiabele maatregelen

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de maatregelen in het beheergebied van AGV in Noord-Holland, die zijn opgenomen in de categorieën vergoeding B, C en D van de maatregelenlijst en binnen een of meer van de volgende thema’s:

  • a. duurzaam bodemgebruik

  • b. gewasbeschermingsmiddelen;

  • c. erfafspoeling;

  • d. voldoende Zoetwater

  • e. perceel- en oeverinrichting en beheer investeringsmaatregelen

Artikel 7 Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt ingediend op een door het dagelijks bestuur via het Landbouwportaal beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend via het Landbouwportaal.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur beslist in afwijking van artikel 7 van de Subsidieverordening binnen 6 weken na ontvangst op een aanvraag om subsidie.

  • 4. De subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst - overeenkomstig artikel 5, derde lid van de Subsidieverordening - behandeld.

  • 5. De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

  • 6. Wanneer meerdere subsidieaanvragen op dezelfde dag zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1. In afwijking van artikel 8 lid 1 sub a van de Subsidieverordening bedraagt de subsidie per deelnemer minimaal € 500.

  • 2. De subsidie bedraagt per deelnemer:

  • maximaal € 20.000,- voor het thema duurzaam bodemgebruik in de maatregelenlijst;

  • maximaal € 10.000,- voor het thema gewasbeschermingsmiddelen in de maatregelenlijst;

  • maximaal € 10.000,- voor het thema erfafspoeling in de maatregelenlijst;

  • maximaal € 10.000 voor het thema voldoende Zoetwater in de maatregelenlijst;

  • maximaal € 10.000,- voor investeringsmaatregelen in het thema perceel- en oeverinrichting en beheer in de maatregelenlijst.

  • 3. Voor maatregelen uit categorie B van de maatregelenlijst bedraagt de subsidie € 250,- per maatregel, mits dit maximaal 75% van de subsidiabele kosten betreft.

  • 4. Voor productieve maatregelen uit categorie C van de maatregellijst bedraagt de subsidie maximaal 40% van de totale subsidiabele kosten.

  • 5.

    Voor niet-productieve maatregelen uit categorie C van de maatregelenlijst bedraagt de subsidie maximaal 75% van de totale subsidiabele kosten.

  • 6.

    Voor maatregelen uit categorie D van de maatregellijst bedraagt de subsidie een vast bedrag per maatregel zoals dat in de maatregelenlijst is opgenomen.

  • 7.

    De subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke subsidiabele kosten tot maximaal het in de beschikking subsidieverlening opgenomen bedrag per deelnemer.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

  • 1. Uitsluitend aan derden betaalde kosten inzake de uitvoering van de maatregelen genoemd in artikel 4 zijn subsidiabel. Verder komen alleen de kosten genoemd in artikel 14 lid 6 van de LVV voor steun in aanmerking.

  • 2. Alle bedragen die voor de berekening van de steunintensiteit en de in aanmerking komende kosten worden gebruikt, zijn bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen. De in aanmerking komende kosten worden gestaafd met bewijsstukken die duidelijk, specifiek en actueel zijn.

  • 3. De belasting over de toegevoegde waarde (BTW) komt niet voor subsidie in aanmerking, behalve wanneer zij niet terugvorderbaar is krachtens de nationale btw-wetgeving.

  • 4. Kosten verbonden aan het aanvragen van de subsidie zijn niet subsidiabel.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de Subsidieverordening wordt een subsidie geweigerd indien:

  • a. de aanvrager een onderneming in moeilijkheden betreft, zoals bedoeld in artikel 2, veertiende lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • b. voor dezelfde activiteiten op grond van enige regeling reeds subsidie of een andere vorm van staatssteun is vertrekt tot de op grond van de in de Landbouwvrijstellingsverordening toegestane maximale steunintensiteit;

  • c. met het uitvoeren van de maatregel is gestart voordat de subsidie is aangevraagd;

  • d. tegen de onderneming van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • e. de subsidieverstrekking anderszins in strijd zou zijn met de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • f. er voor dezelfde activiteiten al subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;

  • g. de activiteit niet ten goede komt aan de landbouwsector in het beheergebied van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht in de provincie Noord-Holland;

  • h. de activiteit niet bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze subsidieregeling zoals omschreven in artikel 2.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger dient de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van het waterschap te delen, binnen de grenzen van het redelijke.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht binnen zes maanden na subsidieverlening met de uitvoering van de gesubsidieerde maatregelen te starten.

  • 3. De uitgevoerde maatregelen dienen minimaal 5 jaar in stand te worden gelaten.

  • 4. Indien de subsidieontvanger de gesubsidieerde materialen binnen 3 jaar na vaststelling vervreemdt, dient hij het waterschap hiervan op de hoogte te stellen.

  • 5. In communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project vermeldt de subsidieontvanger de logo’s van Samenwerken aan Bodem & Water zoals geplaatst op het Landbouwportaal.

  • 6. De aanvrager doet melding aan het dagelijks bestuur, zodra aannemelijk is dat het project, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zal worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de verlening van de subsidie.

Artikel 12 Voorschot

Op aanvraag kan een voorschot worden aangevraagd tot maximaal 50% van de verleende subsidie met een minimum van €1000,00.

Artikel 13 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De subsidieontvanger dient de maatregelen waarvoor subsidie is verleend na uitvoering gereed te melden via het Landbouwportaal.

  • 2. Wanneer alle maatregelen uit de subsidieverlening gereed zijn gemeld, wordt de laatste gereedmelding beschouwd als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 3. Wanneer niet alle maatregelen uit de subsidieverlening gereed zijn gemeld op de einddatum van het project zoals vermeld in de beschikking subsidieverlening, stelt het dagelijks bestuur de subsidieontvanger in de gelegenheid alsnog binnen een bepaalde termijn een gereedmelding te doen.

  • 4. Indien de subsidieontvanger geen gebruik maakt van de mogelijkheid de gereedmelding alsnog te doen, stelt het dagelijks bestuur in afwijking van artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening Waterschap Amstel, Gooi en Vecht de subsidie ambtshalve vast binnen 6 weken na het verstrijken van de hersteltermijn.

  • 5. De gereedmelding wordt gedaan met een door het dagelijks bestuur beschikbaar gesteld formulier.

  • 6. Bij de gereedmelding worden de facturen overgelegd waaruit blijkt welke maatregel en welke kosten het betreft.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het dagelijks bestuur kan van deze regeling afwijken indien toepassing in een individueel geval leidt tot onevenredige onbillijkheid.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking tien werkdagen na kennisgeving bij de Europese Commissie.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet indien binnen de periode van 10 werkdagen door of vanwege de Europese Commissie bericht is ontvangen dat deze verordening niet in overeenstemming is met de verordening (EU), nr. 702/2014 van 25 juni 2014 van de Europese Commissie.

  • 3. Deze subsidieregeling vervalt met ingang van 30 juni 2021.

  • 4. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op de subsidies die voor 30 juni 2021 zijn verleend.

  • 5. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Bodem & Water AGV Noord-Holland.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 24 mei 2018,

de dijkgraaf,

de secretaris,

Toelichting

Algemene toelichting

Aanleiding

In 2016 sloten de waterbeheerders van Noord-Holland – het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) – en de provincie Noord-Holland de Bestuursovereenkomst ‘POP3 niet-grondgebonden regelingen voor waterdoelen’. In deze overeenkomst is onder andere de afspraak vastgelegd dat AGV aanvullende financiering beschikbaar stelt voor de uitvoering van een laagdrempelige stimuleringsregeling voor de landbouw. Samen met de agrarische collectieven en LTO is een programma samenwerken bodem & water Noord-Holland opgesteld. Binnen dit programma is samen met alle genoemde partijen gewerkt aan de opzet van een landbouwportaal en een laagdrempelige subsidieregeling. Voor het beheergebied van AGV is deze subsidieregeling Bodem & Water AGV Noord-Holland daarvan de uitwerking.

Doel

Het doel van de subsidieregeling is:

a. het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector;

b. het verbeteren van water- en bodemkwaliteit en de biodiversiteit;

Voor wat betreft het verbeteren van de waterkwaliteit wordt met name gestreefd naar een afname van de uitspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen vanuit de landbouw en de bodem naar het water.

Werkwijze

Er is voor gekozen het subsidieproces te laten plaatsvinden via het Landbouwportaal.

Het Landbouwportaal is een online platform dat zich primair richt op de boeren en tuinders in de Provincie Noord Holland en daarnaast op medewerkers van bedrijven en organisaties uit de periferie van de landbouw (onder andere erfbetreders, adviseurs, accountants). Het Landbouwportaal heeft als doel agrarische bedrijven bewust te maken van het belang van voldoende en schoon water voor henzelf en anderen. Het portaal bevat informatie over de maatregelen die de agrarische bedrijven zelf kunnen treffen en is het medium waarlangs de subsidies op grond van de Subsidieregeling Bodem & Water AGV Noord-Holland kunnen worden aangevraagd.

Via het Landbouwportaal dient voor de meeste maatregelen te worden verzocht om toewijzing van een coach. De coaches zijn medewerkers van organisaties als LTO, voor de inzet waarvan subsidie is verstrekt door de provincie op grond van de subsidieregeling Kennisontwikkeling Bodem en Water Noord-Holland 2017. De coaches bespreken met de bedrijven de mogelijkheden, helpen een keuze te maken bij het bepalen van de maatregelen waarvoor een subsidie zal worden aangevraagd en ondersteunen bij het indienen van een subsidieaanvraag. Ook de indiening van de gereedmeldingsrapportages en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie nadat alle maatregelen zijn getroffen, loopt via het Landbouwportaal.

Staatssteun

Voorafgaand aan de vaststelling van de subsidieregeling is onderzocht of de subsidieverlening past binnen de Europese regels omtrent staatssteun. Op grond van dit onderzoek is geconcludeerd dat subsidieverlening is toegestaan, mits daarbij voldaan wordt aan de Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014) en dat deze subsidieregeling binnen de mogelijkheden van de Landbouwvrijstellingsverordening valt.

Artikelsgewijze toelichting

Voor zover nodig is hierna per artikel van de subsidieregeling een toelichting opgenomen.

Artikel 3 Uitvoering subsidieregeling

De subsidiabele maatregelen zijn opgenomen in een maatregelenlijst. Daarbij worden verschillende thema’s onderscheiden die wel of niet open kunnen worden gesteld voor subsidie. Daarnaast bestaan er verschillende categorieën vergoeding van maatregelen. Aan de hand van de categorie waarin de maatregel valt en eventueel de vraag of het om een productieve of niet-productieve maatregel gaat, wordt het subsidiebedrag of de wijze waarop dat bedrag wordt berekend, bepaald. Ook de subsidiebedragen of het percentage van de investeringen dat wordt gesubsidieerd zijn in de lijst opgenomen.

De maatregelenlijst valt binnen de kaders van de zogenaamde BOOT-lijst die door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij (BOOT) is vastgesteld. Het BOOT kan deze lijst wijzigen. Wanneer het wenselijk is dat nieuw opgenomen maatregelen op deze lijst ook in het kader van deze Subsidieregeling Bodem & Water AGV Noord-Holland subsidiabel zijn of andere aanpassingen in de BOOT-lijst aan de orde zijn, kan het Dagelijks Bestuur de maatregelenlijst in die zin aanpassen. Het Dagelijks Bestuur is niet bevoegd maatregelen in de lijst op te nemen die niet vallen onder de maatregelen die in de BOOT-lijst zijn opgenomen of niet passen binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische bedrijven. Deze bedrijven kunnen zich in allerlei vormen voordoen zoals eenmanszaken, vennootschappen onder firma

en besloten vennootschappen.

Aangezien de subsidie alleen kan worden verleend, wanneer dit past binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening, moeten de aanvragers ook kunnen worden aangemerkt als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening. Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 2 Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen

1. Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen („ kmo's ”) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.

2. Binnen de categorie kmo's is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.

3. Binnen de categorie kmo’s is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

Artikel 7 Subsidieaanvraag

Het aanvraagformulier is te vinden op het Landbouwportaal. Het kan digitaal worden ingevuld en ondertekend. Indien gewenst kan de ondertekening fysiek plaatsvinden. Na ondertekening kan een scan gemaakt worden die via het Landbouwportaal wordt gestuurd naar het Dagelijks Bestuur.

In alle gevallen kan binnen zes weken op een aanvraag worden beslist. Het onderzoek zal plaatsvinden door een medewerker van AGV of een door hem aangewezen partij.

Deze subsidieregeling zal naar verwachting worden opengesteld in 2018, 2019, 2020 en 2021. Aanvragen kunnen gedurende de in het openstellingsbesluit aangegeven periode worden aangevraagd. Aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag compleet is ingediend, met alle bijbehorende gegevens en bescheiden. Worden meerdere aanvragen op een dag ingediend en zou de verlening van subsidies voor deze aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, dan wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald. Dit om te voorkomen dat een subsidieplafond moet worden overschreden. De omvang van de plafonds kan verschillen en hangt af van de omvang van de investeringen die gemoeid zijn met het treffen van de maatregelen, maar kan ook afhangen van de prioriteit dat een bepaald thema heeft.

Voor zover er geld resteert binnen een bepaald plafond, kan dat geld worden overgeheveld naar een ander plafond op een ander thema voor hetzelfde of een ander tijdvak. In dat geval moet het plafond waarbinnen geld resteert op een lager bedrag worden vastgesteld en het plafond waar het geld aan wordt toegevoegd, op een hoger bedrag worden vastgesteld. Zowel het besluit tot verlaging als tot verhoging moet bekend worden gemaakt. Een verlaging heeft geen gevolgen voor subsidieaanvragen die voor de bekendmaking van de verlaging zijn ingediend (artikel 4:27 Awb).

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening geldt dat de steun maximaal 40% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten mag bedragen, tenzij het steun voor niet-productieve investeringen als bedoeld in artikel 14, derde lid, onder d van de Landbouwvrijstellingsverordening betreft. In dat geval mag de steun binnen deze regeling maximaal100% van de investering bedragen met inachtneming van het voor die maatregel geldende maximum. Op grond van deze subsidieregeling geldt echter een maximumpercentage van 75%.

Artikel 9 Subsidiabele kosten.

Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening artikel 14 lid 6 geldt dat de steun de volgende in aanmerking komende kosten dekt (voor zover van toepassing op deze regeling):

a) de kosten van de bouw, verwerving, inclusief leasing, of verbetering van onroerende goederen, waarbij grond alleen in aanmerking komt voor zover de kosten daarvan niet hoger zijn dan 10 % van de totale in aanmerking komende kosten van de betrokken concrete actie;

b) de kosten van de koop of huurkoop van machines en uitrusting, tot maximaal de marktwaarde van de activa;

c) de algemene kosten in verband met de onder (a) en (b) bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs en voor advies over ecologische en economische duurzaamheid, met inbegrip van haalbaarheidsstudies; haalbaarheidsstudies blijven in aanmerking komen, zelfs wanneer op basis van de resultaten daarvan geen uitgaven uit hoofde van het bepaalde onder (a) en (b) worden gemaakt;

d) de aankoop of ontwikkeling van computersoftware en de verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en handelsmerken;

e) uitgaven voor niet-productieve investeringen in verband met de in lid 3, onder (d), bedoelde doelstellingen (voor deze regeling is de doelstelling de verwezenlijking van agromilieuklimaatdoelstellingen van toepassing);

Artikel 10 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden onder a tot en met e zijn gebaseerd op de Landbouwvrijstellingsverordening. Op grond van deze regeling mag geen steun worden verleend:

- aan een onderneming in moeilijkheden;

- wanneer de maximaal toegestane steun al is verleend;

- wanneer met het uitvoeren van de maatregel is gestart voordat de subsidie is aangevraagd. Nadat de aanvraag is ingediend, mag met de uitvoering worden gestart. De aanvrager loopt dan wel het risico dat de subsidie toch niet (geheel) wordt verleend;

- wanneer op een ander punt niet aan de vereisten van de Landbouwvrijstellingsverordening is voldaan.

Activiteiten worden één keer gesubsidieerd (onderdeel f). Wordt een maatregel door dezelfde aanvrager meerdere malen maar op verschillende locaties uitgevoerd, dan is sprake van verschillende activiteiten en kunnen meerdere subsidies worden verstrekt. Wordt voor eenzelfde maatregel op dezelfde locatie subsidie aangevraagd door verschillende aanvragers, dan zal een van de aanvragen – de laatst ingediende - worden afgewezen.

De weigeringsgrond onder g benadrukt dat de maatregelen ten goede moeten komen aan de bedrijven in het beheergebied van AGV en dat de subsidie niet bestemd is voor agrarische bedrijven buiten dit gebied. De aanvraag voor een maatregel in het beheergebied van een ander waterschap door een ondernemer wiens bedrijf in twee beheergebieden is gelegen, wordt op deze grond afgewezen.

De weigeringsgrond onder h zorgt ervoor dat aanvragen die aan de vereisten van de subsidieregeling voldoen, toch kunnen worden geweigerd wanneer zij niet bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze regeling.

Artikel 13 Vaststelling van de subsidie

Uit de Awb volgt dat na afronding van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend. Op dat moment legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af: er wordt aangetoond dat de gesubsidieerde maatregelen zijn uitgevoerd en wat deze hebben gekost. Op basis van de aanvraag tot vaststelling, wordt het subsidiebedrag berekend waar de ontvanger uiteindelijk recht op heeft. Is slechts een deel van de maatregelen uitgevoerd, dan wordt de subsidie op een lager bedrag vastgesteld. Zijn voorschotten uitbetaald voor een bedrag dat hoger is dan het bedrag waarop de subsidie is vastgesteld, dan kan het dagelijks bestuur het teveel betaalde terugvorderen.

Het subsidiebedrag is afhankelijk van de werkelijke kosten van de maatregelen waarvoor subsidie is verleend. Dit kan er toe leiden dat een subsidie (voor een maatregel) op nul of een lager bedrag wordt vastgesteld. Het betekent ook dat kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie, niet in aanmerking worden genomen (artikel 4:46, derde lid, Awb).

Een subsidie kan nooit hoger worden vastgesteld. Wanneer de subsidie niet een vast bedrag per maatregel bedraagt, maar een percentage van de subsidiabele kosten, wordt in de verleningsbeschikking het maximumbedrag vermeld waarop de subsidie kan worden vastgesteld.

In principe vindt betaling van de subsidie pas plaats nadat alle maatregelen waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Een subsidieverlening kan meerdere maatregelen omvatten, die gefaseerd worden uitgevoerd. In zo’n geval kan het lange tijd duren voordat de subsidieontvanger een deel van zijn investeringen terugkrijgt en een groot bedrag moet voorschieten. Voor die gevallen bestaat de mogelijkheid een voorschot op de betaling aan te vragen

Artikel 15

Ten gevolge van Europese wetgeving rondom staatssteun – de Landbouwvrijstellingsverordening - is het nodig deze subsidieregeling kennis te geven bij de Europese Commissie. De subsidieregeling kan pas in werking treden 10 werkdagen na deze kennisgeving. Hierdoor kan de subsidieregeling ook pas worden opengesteld na deze periode van 10 dagen. De Europese Commissie controleert of de verordening in overeenstemming is met de Europese staatssteunregels. Zo niet dan kan de subsidieregeling niet in werking treden.

Deze regeling heeft als einddatum 30 juni 2021 omdat de Landbouwvrijstellingsverordening tot 31 december 2020 geldt. Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening vrijgestelde steunmaatregelen mogen daarna nog zes maanden van kracht blijven zonder dat ze bij de Europese Commissie aangemeld moeten worden.

Ondertekening