Regeling vervallen per 01-01-2011

Kostentoedelingsverordening waterschap Hollandse Delta

Geldend van 18-01-2005 t/m 31-12-2008 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Het algemeen bestuur van waterschap Hollandse Delta;

op voordracht van de Voorbereidingscommissie van 14 december 2004;

gelet op artikel 119 van de Waterschapswet en het Overgangsreglement van waterschap Hollandse Delta;

B E S L U I T :

vast te stellen de Kostentoedelingsverordening van waterschap Hollandse Delta;

Kostentoedelingsverordening Hollandse Delta 2005

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • taakkosten: de jaarlijks in de begroting vastgestelde kosten onder de kostendragers Waterkeringszorg, Waterkwantiteitsbeheer en Wegenzorg, die worden gedekt met behulp van

    waterschapsomslagen;

  • zakelijk gerechtigden ongebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken;

  • zakelijk gerechtigden gebouwd: degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken;

  • ingezetenen: degenen die, volgens het persoonsregister van de gemeente bij het begin van het belastingjaar, hun woonplaats hebben in een taakgebied en die in dat gebied het gebruik hebben van een woonruimte.

Artikel 2 Waterkeringszorg

  • De taakkosten van Waterkeringszorg worden als volgt toegedeeld:

  • 40 % aan de ingezetenen;

  • 48 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;

  • 12 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.

Artikel 3 Waterkwantiteitsbeheer

  • De taakkosten van het Waterkwantiteitsbeheer worden als volgt toegedeeld:

  • 40 % aan de ingezetenen;

  • 48 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;

  • 12 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.

Artikel 4 Wegenbeheer

  • De taakkosten van het Wegenbeheer worden als volgt toegedeeld:

  • 40 % aan de ingezetenen;

  • 48 % aan de zakelijk gerechtigden gebouwd;

  • 12 % aan de zakelijk gerechtigden ongebouwd.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • Deze verordening vindt voor het eerst toepassing op het belastingjaar dat aanvangt op  1 januari 2005.

  • Met ingang van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde datum vervallen de Kostentoedelingsverordeningen van de rechtsvoorgangers van waterschap Hollandse Delta, te weten:

  • - Kostentoedelingsverordening Waterschap IJsselmonde, vastgesteld bij besluit van de Verenigde Vergadering van 6 oktober 1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op

    3 november 1994, nr. DWM 85228; laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Verenigde Vergadering van 18 juni 2003 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 16 juli 2003,

    onder nummer DGM/2003/9017;

  • - Kostentoedelingsverordening Waterschap De Groote Waard, vastgesteld bij besluit van de Verenigde Vergadering van 31 oktober 2002 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten

    op 4 februari 2003, onder nummer DGWM/2003/789;

  • - Kostentoedelingsverordening Waterschap Goeree-Overflakkee, vastgesteld bij besluit van de Verenigde Vergadering van 16 september 1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde

    Staten op 6 december 1994, onder nummer DWM 83304, laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Verenigde Vergadering van 3 december 1999 en goedgekeurd door Gedeputeerde

    Staten op 16 december 1999, onder nummer DWM/182879;

  • - Kostentoedelingsverordening Waterschap De Brielse Dijkring, vastgesteld bij besluit van de Verenigde Vergadering van 22 november 2002 en goedgekeurd bij besluit van

    Gedeputeerde Staten van 7 januari 2003, onder nummer DGWM/2002/12240;

  • met dien verstande dat de verordeningen van kracht blijven ten aanzien van de jaren waarvoor zij hebben gegolden.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Kostentoedelingsverordening Hollandse Delta 2005'.

Dordrecht, 3 januari 2005.

Het Algemeen Bestuur voornoemd,

de secretaris,           de wnd. dijkgraaf,

Toelichting

1. Inleiding

In de bijeenkomst van de Voorbereidingscommissie van 28 oktober 2003 is de notitie Aanpak kostentoedeling behandeld. Hierbij is een aantal stappen geformuleerd om te komen tot een kostentoedeling voor  waterschap Hollandse Delta. Deze waren de volgende:

Stap1 : keuze van de methode.

Stap 2 : beslissing over de structuur (in percentages op basis van nadere analyse van de methoden en hun uitkomsten).

Stap 3 : beslissing over de hoogte van de tarieven op basis van het noodzakelijke inkomstenniveau uit de heffing voor Hollandse Delta, mede op basis van de begrotingsgegevens 2005.

Stap 4 : opstellen van de verordeningen.

Iedere stap heeft tot een voorstel aan de Voorbereidingscommissie geleid, waarin per stap aandacht is besteed aan de vraag op welke wijze over dit onderdeel, de betrokkenheid van de

vijf besturen het best kan worden georganiseerd. In de eerdergenoemde vergadering heeft dedVoorbereidingscommissie besloten om toepassing van de methode 'Delfland' te onderzoeken en in dit kader adviesbureau Tauw opdracht te geven om de waardeverhouding gebouwd/ongebouwd te bepalen.

2. Huidige kostentoedeling

De kostentoedeling is van belang voor de taken waterkeringbeheer, waterkwantiteitsbeheer en wegenbeheer. De waterschappen Goeree-Overflakkee en IJsselmonde hanteren nog de

methode Oldambt, terwijl de waterschappen De Groote Waard en De Brielse Dijkring de methode Delfland toepassen.

3. Ontwikkelingen

In juni 2001 heeft de Unie van Waterschappen voorstellen gedaan over de bestuurlijke en financiële structuur van de waterschappen. Inmiddels heeft het kabinet deze voorstellen in

grote lijnen overgenomen. De kern van de Unievoorstellen is de volgende:

  • Er is sprake van een zuivere zuiveringsheffing; hier dienen alleen te worden betrokken de kosten van transport en zuivering van afvalwater en verwerking van zuiveringsslib.

  • Er zal sprake zijn van een brede watersysteemheffing (droge voeten, passief waterkwaliteitsbeheer en op termijn incorporatie van de neerslagcomponent).

  • De keuze van een andere kostentoedelingsmethodiek, namelijk Delfland. Het continueren van classificaties en het afschaffen van taakgebieden, met uitzondering van het

    wegenbeheer.

In dit licht is voor de bepaling van de tarieven gekozen voor een bundeling van het waterkeringbeheer en waterkwantiteitsbeheer tot watersysteemheffmg. Voor inpassing van

het passieve kwaliteitsbeheer ontbreekt nog een wettelijk kader. De belastingplichtigen zullen dan ook op het aanslagbiljet de gebruikelijke taken terugvinden.

4. Methode Delfland

In de methode Delfland wordt allereerst het ingezetenenaandeel bepaald. De bepaling hiervan geschiedt aan de hand van de inwonersdichtheid. Door de Unie van Waterschappen zijn hiervoor de volgende criteria geformuleerd:

< 500 inwoners per km2 20-30%

500-1.000 inwoners per km2 30-40%

> 1.000 inwoners per km2 40-50%

De inwonerdichtheid van het gebied van waterschap Hollandse Delta is berekend op 992 inwoners per km2. Als tweede stap wordt de waardeverhouding tussen gebouwd en

ongebouwd bepaald. Volgens de methode Delfland wordt voor het ongebouwd, de waarde bepaald aan de hand van een beperkt aantal soorten grondgebruik. Adviesbureau Tauw is

ingeschakeld om een goed beargumenteerde onderbouwing te geven voor de waardeverhoudingen. Zie bijlage 1.

5. Opvatting Provincie Zuid-Holland

Uit ambtelijk overleg met de Provincie Zuid-Holland is gebleken dat deze instemt met toepassing van de methode Delfland.

6. Varianten

In hoofdstuk 8, gevoeligheidanalyse, van het rapport van Tauw wordt naast het basisscenario een tweetal varianten nader uitgewerkt. In deze twee varianten wordt gewerkt met respectievelijk lage en hoge eenheidsprijzen voor de wegen en de bouwterreinen. Immers, zoals in het onderzoek van Tauw is aangegeven, is met een aantal aannames gewerkt om de

waardeverhouding te kunnen bepalen. Deze varianten laten inderdaad kleine verschillen zien in de kostentoedelingspercentages voor gebouwd en ongebouwd. In het kader van de

vraagstelling of de methode Delfland toepasbaar is, geven deze varianten geen afwijkende uitkomsten. Wel kunnen zij bij de uiteindelijke bepaling van het tarief 2005 nog een rol gaan

spelen.

7. Wegenbeheer

De methode Delfland voorziet niet in een kostentoedeling voor de wegentaak. De commissie Togtema heeft geadviseerd de systematiek voor zoveel mogelijk te laten aansluiten op de

heffing van het watersysteem (waterkering en waterbeheersing). In het grootste deel van het land beheren de gemeenten de plattelandswegen. Voor de financiering hiervan zijn de

gemeenten, voorzover de middelen uit het gemeentefonds niet toereikend zijn, aangewezen op de OZB. Agrarische gronden zijn voor de OZB vrijgesteld en als zodanig betalen de

ongebouwd agrarische gronden niet mee aan het wegenbeheer. Het is nog niet duidelijk wat het regeringsstandpunt is inzake de kostentoedeling van het wegenbeheer. Vooralsnog gaan wij uit van een analoge toepassing van de methode Delfland.

In de model-omslagverordening Unie van Waterschappen van 19 september 2003 wordt aangegeven dat de ingezetenenomslag over het gehele gebied van het waterschap kan

worden geheven, ook als het taakgebied voor een bepaalde (neven)taak afwijkt van het gehele beheersgebied. Voor waterschap Hollandse Delta houdt dit in dat alle ingezetenen

van het waterschap kunnen bijdragen in de kosten van de wegenzorg. De Hoge Raad heeft in twee arresten uit 2001 (arrest nr. 36 014 d.d. 10 augustus 2001, inzake Amstel, Gooi en

Vecht en arrest 36 148 d.d. 2 november 2001, inzake Peel en Maasvallei) overwogen dat de Waterschapswet waterschappen, waarvan het gebied in verschillende taakgebieden is

verdeeld, de vrijheid laat de ingezetenenomslag, hetzij in het gehele gebied op een gelijk bedrag per woonruimte te stellen, hetzij de ingezetenenomslag per taakgebied, op een gelijk

bedrag per woonruimte vast te stellen. Geconcludeerd kan worden dat deze keuzemogelijkheid thans als vaste jurisprudentie kan worden aangemerkt. Deze vaste

jurisprudentie geeft voldoende houvast om voor het gehele gebied een omslag per woonruimte vast te stellen. In concreto betekent dit zonder meer dat voor het eiland van

Dordrecht de heffing voor de wegentaak in de ingezetenenomslag betrokken kan worden.

Besloten is om het eiland van Dordrecht in de wegentaak te betrekken. Immers, ook de ingezetenen van het eiland van Dordrecht kunnen en moeten gebruik maken van het in

beheer zijnde wegennet om te kunnen wonen, werken en recreëren.

8. Percentage kostentoedeling

Ingezetenen

De methode Delfland geeft voor het ingezetenenaandeel een bandbreedte van 40-50% voor de waterschappen, waarvan de bevolkingsdichtheid meer dan 1.000 inwoners per km2

bedraagt. Een exacte meting per 31 december 2002 geeft aan dat deze 992 inwoners per km2 is. De verwachting is dat dit cijfer de komende jaren nog gestaag zal groeien. Naast

rekenkundige maatstaven kunnen ook andere factoren een rol spelen bij de bepaling van het ingezetenendeel. Deze zijn de mate van afhankelijkheid van het watersysteem en bestuurlijke overwegingen. Gesteld kan worden dat het gebied van waterschap Hollandse Delta in sterke mate afhankelijk is van het watersysteem. Het ligt grotendeels onder NAP en onder directe invloed van de dreiging van de zee en grote rivieren. Daarnaast is er sprake van een vermaatschappelijking van de uitvoering van de waterschapstaken, hetgeen een rol mee moet spelen in de bepaling van het ingezetenenaandeel. Aangezien geldt dat er sprake is van een algemene maatschappelijke functie, is het gelijkschakelen van de percentages van de ingezetenenomslag voor de waterkeringzorg, het waterkwaliteitsbeheer en het wegenbeheer een voor de hand liggende keuze.

Alles afwegende is de Voorbereidingscommissie tot de slotsom gekomen dat een percentage van 40 voor de categorie ingezetenen goed past in het hiervoor beschreven beeld.

Gebouwd/ongebouwd

Nadat het ingezetenendeel is bepaald, wordt voor het gebouwd en ongebouwd de onderlinge verhouding bepaald. Uit het rapport van Tauw komt een aantal varianten voor. Gekozen is

voor de variant met lagere eenheidsprijzen voor openbare gebouwen en wegen omdat deze een goed beeld geeft van het beheersgebied, namelijk intensief op IJsselmonde, en extensief tot redelijk extensief in respectievelijk de gebieden van De Groote Waard, Goeree-Overflakkee en De Brielse Dijkring.

Dit betekent volgens het rapport Tauw voor het gebouwd 47,3% en ongebouwd 12,3%. Voor de wegen gelden voor het gebouwd en ongebouwd percentages van 48,4 en 11,6%. De

Voorbereidingscommissie achtte het redelijk om deze percentages te middelen en af te ronden, hetgeen uiteindelijk bij een waardeverhouding van 80-20 leidt tot 48% voor gebouwd

en 12% voor ongebouwd. Immers, een decimaal suggereert een nauwkeurigheid, die er gezien de aannames bij de berekeningen niet is.

Dit levert dan de volgende kostentoedeling op.

Tabel

Categorie

 Watersysteembeheer* en

wegenbeheer

 Ingezetenen

 40%

 Gebouwd

 48%

 Ongebouwd

 12%

* watersysteembeheer omvat de reglementaire taken, de zorg voor de waterkering en de zorg voor het kwantiteitsbeheer van de oppervlaktewateren.

Voor de tarieven op basis van de samengestelde begroting 2003 ontstaat dan het volgende beeld:

Tabel

Type

Tarief

 Ingezetenen

 € 51,08

 Gebouwd

 € 1,03

 Ongebouwd

 € 68,69

Tarieven vier waterschappen op basis van de begrotingen 2003.

Tabel

De Groote Waard 

IJsselmonde 

De Brielse Dijkring 

 Goeree-Overflakkee

 Ingezetenen

 € 79,44

 € 35,82

€ 59,34

 € 76,12

Gebouwd

 1,40

 0,67

1,16

 1,27

 Ongebouwd

 102,05

 106,04

66,55

 89,02

9. Beschouwingen

In algemene zin blijkt uit de overzichten dat de indicatieve tarieven voor Hollandse Delta voor de ingezetenentoedeling voor de drie categorieën niet meer bedragen dan de hoogste

tarieven van de huidige waterschappen. Bezien vanuit het perspectief van de huidige waterschappen ontstaat het volgende beeld:

De Groote Waard: De tarieven voor de drie categorieën zullen substantieel dalen.

IJssel monde: De ingezetenenomslag laat een stijging van 43% zien. De categorie gebouwd stijgt met 54%.

Het tarief ongebouwd daalt substantieel met 35%.

De Brielse Dijkring: Het ingezetenenaandeel 2003 blijft redelijk constant. Bij het gebouwd zien wij een daling, terwijl het ongebouwd met 3% stijgt.

Goeree-Overflakkee: De tarieven voor de drie categorieën zullen substantieel dalen.

10. Categorie gebonden kosten

De Waterschapswet geeft aan dat het mogelijk is om categorie gebonden kosten als zodanig aan de categorie toe te rekenen. Tauw adviseert hiervan geen gebruik te maken, met als

argument dat nu de waardeverhouding is gekozen als maatstaf, de grondslag van een afzonderlijke toerekening naar de categorale kosten komt te vervallen. Hoewel dit uit een

oogpunt van consequent redeneren juist is, blijft de juridische mogelijkheid bestaan.

Voor de categorie ingezetenen geldt dat de kwijtscheldingen en de oninbaarverklaringen ook naar deze categorie worden gerekend. In de berekeningen is er geen sprake meer van

categorale toerekening. Het gaat hier om de WOZ-kosten, de kosten van verkiezingen, en perceptiekosten belastingen.

Ten aanzien van de kosten voor kwijtschelding en oninbaarverklaring voor de ingezetenen heeft de Voorbereidingscommissie besloten om deze binnen de categorie ingezetenen te

houden. Deze methode wordt thans ook algemeen door de waterschappen gevolgd. Zowel vanuit een bestuurlijk als juridisch oogpunt is dit een als juist te bestempelen keuze. Besloten is deze lijn te blijven volgen.

Voor de oninbaar te verklaren vorderingen, die betrekking hebben op de aanslagen gebouwd en ongebouwd, geldt thans dat die in het rekeningresultaat worden verwerkt. Het verschil ten opzichte van de vorderingen met betrekking tot de ingezetenenomslag is dat de vorderingen, vanuit de aanslag gebouwd en ongebouwd, preferent zijn. De vorderingen vanuit de ingezetenenomslag zijn concurrent. Het gevolg hiervan is dat de vordering ingezetenenomslag veel moeilijker te verhalen is en daarmee is de oninbaarverklaring veel groter in omvang dan ten aanzien van gebouwd en ongebouwd. Besloten is de genoemde methode met betrekking tot oninbaarverklaringen ten aanzien van gebouwd en ongebouwd toe te passen.

11. Invloed op bestuurssamenstelling

Aan de hand van de wijzigende verhoudingen in de tarifering kan de vraag gesteld worden of dit van invloed is op de bestuurlijke verhoudingen.

Deze is op basis van het reglement als volgt:

Tabel

 Categorie

 West*

 Oost**

 Totaal

 Ingezetenen

 6

 9

 15

Gebouwd

 4

 5

 9

Ongebouwd

 4

 3

 7

 Bedrijfsgebouwd

 2

 3

 5

Totaal

 16

 20

 36

* Goeree-Overflakkee en De Brielse Dijkring

** IJsselmonde en De Groote Waard

Bij de spreiding is rekening gehouden met het relatieve gewicht dat elk van de belangengroeperingen in de onderscheidene gebieden vertegenwoordigt.

De zetels zijn in drie stappen toegedeeld. De eerste stap geeft iedere categorie in beide kiesdistricten één minimumzetel. In stap 2 worden de bestuurszetels eerst toegedeeld aan de

hoofdtaken en verdeeld over de categorieën. In stap 3 worden de zetels verdeeld naar rato van de kosten, die iedere categorie globaal draagt per taak. Tenslotte wordt een bestuurlijke

toets aangebracht. In concreto is hierbij voor het ongebouwd een correctie aangebracht. Het argument van de afhankelijkheid van ongebouwd bij de taakuitoefening van het waterschap

heeft hierbij zwaar gewogen.

Daarnaast wordt de trits belang-betaling-zeggenschap allang niet meer in een puur rekenkundige verhouding gezien. Er wordt onderscheid gemaakt naar de relatie belang/betaling en belang/ zeggenschap. Hiermee hebben ook andere dan rekenkundige factoren hun intrede gedaan bij de bestuurssamenstelling. Eén van deze andere factoren is dat het ongebouwd één van de grootste grondgebruikers is. De keuze voor de methode Delfland heeft geen consequenties voor de bestuurssamenstelling, zoals opgenomen in het reglement Hollandse Delta.