Besluit van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel houdende regels omtrent de benoeming van waterschapsbestuursleden Regeling benoeming waterschapsbestuursleden Natuurterreinen

Geldend van 09-03-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel houdende regels omtrent de benoeming van waterschapsbestuursleden Regeling benoeming waterschapsbestuursleden Natuurterreinen

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rijn en IJssel maakt bekend dat de Vereniging van Bos- en natuurterreineigenaren heeft vastgesteld de onderstaande “Regeling benoeming waterschapsbestuursleden Natuurterreinen”.

Regeling als bedoeld in artikel 14 lid 3 van de Waterschapswet inzake de selectie en de benoeming door de Vereniging van Bos- en natuurterreineigenaren (VBNE) van vertegenwoordigers van de categorie 'Natuurterreinen' in algemene besturen van waterschappen

Vastgesteld door het bestuur van de VBNE op 9 oktober 2017

§ 1. INLEIDING

De Waterschapswet regelt de samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur. De leden van het dagelijks bestuur worden door het algemeen bestuur benoemd, met uitzondering van de voorzitter, die bij koninklijk besluit wordt benoemd. De benoeming vindt plaats uit de leden van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur bestaat uit een bij reglement vastgesteld aantal leden van ten minste achttien en ten hoogste dertig leden. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van vier categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap:

  • a.

    de ingezetenen ('Ingezetenen');

  • b.

    degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen ('Ongebouwde onroerende zaken');

  • c.

    degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen ('Natuurterreinen');

  • d.

    degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte ('Gebouwde onroerende zaken').

Voor de bepaling van het aantal vertegenwoordigers van de genoemde categorieën wordt in aanmerking genomen de aard en de omvang van het belang of de belangen die de categorie heeft bij de uitoefening van de taken van het waterschap. Het totaal aantal vertegenwoordigers van de onder b, c en d bedoelde categorieën, ook wel aangeduid als 'geborgde zetels', bedraagt ten minste zeven en ten hoogste negen. Het aantal geborgde zetels voor de categorie Natuurterreinen in een bepaald waterschap wordt vastgesteld bij provinciaal reglement.

De vertegenwoordigers van de 'Ingezetenen' worden via waterschapsverkiezingen gekozen door de inwoners van het waterschap. De vertegenwoordigers van de categorieën van belanghebbenden, hierboven bedoeld onder b, c en d, worden benoemd door bepaalde organisaties die gelieerd zijn aan die belangen. Voor 'Natuurterreinen' gaat het daarbij om de daartoe bij reglement aangewezen organisaties of, voor zover daarin bij reglement nog niet is voorzien, een door de Minister aangewezen organisatie. Voor de categorie Natuurterreinen is, in het Besluit aanwijzing Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren, de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) aangewezen als benoemende organisatie van waterschapsbestuursleden. Deze aanwijzing vervalt ten aanzien van een waterschap indien bij reglement voor het betreffende waterschap een andere benoemende organisatie wordt aangewezen.

De VBNE dient, als door de Minister aangewezen benoemende organisatie, op grond van de Waterschapswet tijdig te voorzien in een regeling omtrent de selectie en de benoeming van de vertegenwoordigers van de categorie Natuurterreinen en deze regeling ter kennisneming te zenden aan de waterschapsbesturen. De waterschapsbesturen maken de regeling bekend. Met de voorliggende 'Regeling benoeming waterschapsbestuursleden Natuurterreinen' voorziet de VBNE in de bedoelde regeling.

§ 2. DEFINITIES

Artikel 1. Definities

  • a.

    Waterschappen: openbare lichamen welke de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben.

  • b.

    (Categorie) Natuurterreinen: de categorie van belanghebbenden die in het algemeen bestuur van het waterschap de belangen behartigt van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen.

  • c.

    Benoemingscommissie: een commissie ingesteld door de VBNE met als opdracht het selecteren van kandidaten voor het algemeen bestuur van een waterschap in de categorie 'Natuurterreinen', en het op basis daarvan doen van een voordracht voor benoeming aan het bestuur van de VBNE.

  • d.

    Kandidaat: een natuurlijke persoon die te kennen heeft gegeven zich beschikbaar te stellen voor benoeming door het bestuur van de VBNE als lid van het algemeen bestuur van een waterschap namens de categorie 'Natuurterreinen'.

  • e.

    Bestuurslid / bestuursleden: waar in deze regeling kortheidshalve wordt gesproken over 'bestuursleden' wordt, tenzij uit de context anders blijkt, gedoeld op leden van het algemeen bestuur van een waterschap die in dat bestuur zitting hebben namens de belangencategorie 'Natuurterreinen'.

  • f.

    Reserve bestuurslid: een als zodanig door het bestuur van de VBNE voor een bepaald waterschap aangewezen natuurlijke persoon, die door het bestuur van de VBNE kan worden benoemd in het algemeen bestuur van dat waterschap bij het terugtreden van een zittend bestuurslid namens de categorie 'natuurterreinen'.

  • g.

    Profielschets: een opsomming van de vaardigheden, kennis en eigenschappen die kandidaten nodig hebben om naar behoren te kunnen functioneren binnen het bestuur van de waterschappen. Zie bijlage 2.

§ 2. BENOEMINGSCOMMISSIES

Artikel 2. Instelling van benoemingscommissie

  • 1. Het bestuur van de VBNE stelt elf benoemingscommissies in en benoemt de leden daarvan, welke commissies tot taak hebben om met inachtneming van deze regeling voordrachten voor te bereiden voor de benoeming van bestuursleden en de aanwijzing van reserve bestuursleden. De benoemingscommissie beslaan elf regio’s, zoals aangegeven in bijlage 3.

  • 2. Een benoemingscommissie bestaat uit ten minste drie en ten hoogste zes leden. Eén lid is afgevaardigde van de Federatie Particulier Grondbezit (FPG). Ten minste twee leden zijn afgevaardigden van de organisaties Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en/of LandschappenNL. Van de resterende geledingen van bos- en natuureigenaren binnen de VBNE wordt slechts een afgevaardigde benoemd, voor zover deze door de betreffende geleding wordt voorgedragen. Aan de benoemingscommissie wordt secretaris toegevoegd die ter beschikking wordt gesteld vanuit een van de geledingen van bos- en natuureigenaren binnen de VBNE. Een benoemingscommissie kan worden aangevuld met een externe adviseur, bij voorkeur een bestuurslid van een waterschap dat zelf niet verkiesbaar is.

  • 3. De benoemingscommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. Wanneer een lid aan de secretaris van de benoemingscommissie meedeelt dat hij gedurende langere tijd niet aan de activiteiten van de benoemingscommissie kan deelnemen, of wanneer de secretaris dit feitelijk vaststelt, verzoekt de secretaris aan de betreffende geleding om een tijdelijke waarnemer aan te wijzen. De secretaris meldt de waarneming aan het bestuur van de VBNE.

  • 5. Leden van een benoemingscommissie, waarnemers daaronder begrepen, kunnen geen kandidaat zijn voor benoeming als bestuurslid.

Artikel 3. Werkwijze van de benoemingscommissie

  • 1. De secretaris, in overleg met de voorzitter, bereidt de vergaderingen van de benoemingscommissie voor en stelt de agenda op.

  • 2. In geval van verhindering om een vergadering bij te wonen meldt een lid dit aan de secretaris van de benoemingscommissie.

  • 3. De benoemingscommissie kan besluiten nemen indien een meerderheid van de stemgerechtigde leden aanwezig is. De besluiten van de benoemingscommissie worden genomen bij absolute meerderheid van stemmen. De toegevoegde secretaris en de eventuele externe adviseur(s) van de benoemingscommissie hebben geen stemrecht.

  • 4. De beraadslagingen van de benoemingscommissie, gesprekken met kandidaten en alle met de werkzaamheden van de benoemingscommissie verband houdende schriftelijke en digitale documenten hebben een vertrouwelijk karakter.

§ 3. PROCEDURE

Artikel 4. Kandidaatstelling

  • 1. De VBNE doet tijdig voorafgaand aan de waterschapsverkiezingen een oproep aan belangstellenden om zich kandidaat te stellen als bestuurslid. Deze oproep wordt bij voorkeur geplaatst in de nieuwsbrief en op de website van de VBNE, in het Vakblad Natuur Bos Landschap en in de magazines/ledenbladen van de diverse natuureigenaren, onverlet eventuele plaatsing in andere media. Bij deze bekendmakingen wordt aangegeven welke periode geldt voor het indienen van een kandidaatstelling en hoe belangstellenden kennis kunnen nemen van de profielschets.

  • 2. Om in aanmerking te kunnen komen voor benoeming als bestuurslid worden aan kandidaten de navolgende vereisten gesteld:

    • a.

      voldoen aan de wettelijke eisen van artikel 31 en 33 Waterschapswet (zie bijlage 1);

    • b.

      betrokkenheid bij het betreffende waterschapsgebied;

    • c.

      aantoonbare affiniteit met de categorie 'Natuurterreinen';

    • d.

      aantoonbare affiniteit met het werkveld van een waterschap;

    • e.

      voldoende tijd om de functie naar behoren te vervullen;

    • f.

      voldoen aan de profielschets voor bestuursleden, opgesteld door de VBNE (bijlage 2).

  • 3. Een kandidaat kan niet tegelijkertijd kandidaat zijn voor een andere categorie in hetzelfde waterschapsbestuur.

  • 4. Kandidaatstelling vindt plaats door volledige invulling en ondertekening van het door de VBNE opgestelde gestelde kandidaatstellingsformulier (zie bijlage 4) en inzending daarvan tezamen met de vereiste bijlagen (gescand) per e-mail naar het daartoe door de VBNE bekend gemaakte e-mailadres. Bij de kandidaatstelling geeft de kandidaat aan of hij tevens (of in voorkomend geval: uitsluitend) in aanmerking wenst te komen voor aanwijzing als reserve bestuurslid. De VBNE zendt het formulier met bijlagen door naar de secretaris van de betreffende benoemingscommissie.

  • 5. Een kandidaatstelling ingediend buiten de periode die de VBNE daarvoor heeft vastgesteld wordt niet in behandeling genomen. Ditzelfde geldt wanneer de kandidaatstelling niet aan de gestelde eisen voldoet en de benodigde aanvullende gegevens als bedoeld in lid 5 niet binnen deze periode worden toegezonden.

  • 6. Door of namens de secretaris wordt binnen tien werkdagen gerekend vanaf verzending van de kandidaatstelling een ontvangstbevestiging gestuurd naar de betreffende kandidaat.

  • 7. De secretaris beoordeelt of de ontvangen kandidaatstelling aan de gestelde eisen voldoet en stelt de kandidaat onverwijld in kennis van eventuele onvolkomenheden, met het verzoek de ontbrekende of onjuiste gegevens vóór de sluiting van de kandidaatstellingsperiode alsnog per e-mail toe te zenden.

  • 8. De benoemingscommissie stelt de definitieve lijst van de ontvangen kandidaturen vast en zendt deze naar de VBNE.

  • 9. Bij een fusie van waterschappen, waarbij een of meerdere waterschappen verdwijnen en een nieuw waterschap ontstaat, geldt, in zoverre in afwijking van de voorgaande leden, dat slechts de zittende bestuursleden zich kandidaat kunnen stellen voor het nieuwe bestuur. Evenzo kunnen slechts de huidige reserve bestuursleden zich kandidaat stellen voor aanwijzing als reserve bestuurslid en/of - voor benoeming als bestuurslid, dit laatste in het geval de zittende bestuursleden zich daarvoor niet kandidaat stellen. Indien de zittende bestuursleden en de reservebestuursleden zich niet kandidaat stellen, wordt de reguliere procedure gestart.

Artikel 5. Selectie en advies

  • 1. De benoemingscommissie nodigt in beginsel alle kandidaten uit voor een individueel gesprek. De benoemingscommissie kan hier echter om moverende redenen van afwijken, bijvoorbeeld wanneer de benoemingscommissie op voorhand unaniem van mening is dat een kandidaat niet aan de gestelde vereisten voldoet om voor benoeming als (reserve) bestuurslid in aanmerking te komen.

  • 2. De benoemingscommissie stelt na afronding van de gesprekken met de kandidaten en de beoordeling van de kandidaatstellingen een gemotiveerd advies op met als conclusie een voordracht aan het bestuur van de VBNE voor de benoeming van het bestuurslid of de bestuursleden namens de categorie 'Natuurterreinen' in het algemeen bestuur van het betreffende waterschap. Tevens wordt een voordracht gedaan voor de aanwijzing van één of meerdere reserve bestuursleden. Bij het advies wordt de volledige kandidatenlijst gevoegd.

  • 3. Indien de Benoemingscommissie concludeert dat er geen geschikte kandidaten voor benoeming als bestuurslid en/of voor aanwijzing als reserve bestuurslid beschikbaar zijn, dan kan voor het desbetreffende waterschap de kandidaatstellings- en selectieprocedure opnieuw worden doorlopen.

Artikel 6. Benoeming

  • 1. De leden van het bestuur van de VBNE ontvangen tijdig voor de datum van de bestuursvergadering, waarin bestuursleden benoemd zullen worden en reserve bestuursleden aangewezen zullen worden, de adviezen met voordracht(en) van de benoemingscommissie(s).

  • 2. Voor de vergadering waarin het bestuur van de VBNE bestuursleden wenst te benoemen en reserve bestuursleden wenst aan te wijzen, worden de voorzitters van de betreffende benoemingscommissies uitgenodigd. Bij verhindering kan een ander lid van de benoemingscommissie zijn plaats innemen. Het bestuur stelt de vertegenwoordiger van de benoemingscommissie in de gelegenheid om de voordrachten mondeling toe te lichten.

  • 3. Het bestuur van de VBNE neemt, tijdig, een besluit over de benoeming en aanwijzing als bedoeld in lid 1.

  • 4. De VBNE geeft onverwijld en tegelijkertijd het betreffende waterschap en het benoemde bestuurslid of de benoemde bestuursleden schriftelijk kennis van de benoeming door het bestuur van de VBNE van het bestuurslid of de bestuursleden.

  • 5. De VBNE geeft de aangewezen reserve bestuursleden en de niet benoemde of aangewezen kandidaten schriftelijk kennis van de benoeming(en) en aanwijzing(en) door het bestuur van de VBNE voor het algemeen bestuur van het betreffende waterschap. Desgevraagd licht de benoemingscommissie een niet benoemde of aangewezen kandidaat toe hoe zijn kandidatuur is beoordeeld door de benoemingscommissie.

  • 6. Wanneer een benoemd bestuurslid zijn benoeming niet aanvaardt of voor het einde van de zittingsduur terugtreedt uit het bestuur, of wanneer zijn bestuurslidmaatschap door andere oorzaken eindigt, benoemt het bestuur van de VBNE het aangewezen reserve bestuurslid casu quo een van de aangewezen reservebestuursleden in zijn plaats. Het bepaalde in lid 4 is van overeenkomstige toepassing.

  • 7. Ingeval van tijdelijk ontslag van een benoemd bestuurslid als bedoeld in de artikelen 21 en 22 Waterschapswet benoemt het bestuur van de VBNE het aangewezen reserve bestuurslid als vervanger voor de plaats die is opengevallen. Het bepaalde in lid 4 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. Beroep en bezwaar

Tegen de voordracht door de benoemingscommissie of de benoeming of aanwijzing door het bestuur van de VBNE is geen bezwaar en/of beroep mogelijk.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1. In situaties waarin deze regeling niet voorziet, handelt (het bestuur van) de VBNE dan wel de benoemingscommissie zoveel mogelijk in de geest van de bepalingen van deze regeling.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling benoeming waterschapsbestuursleden Natuurterreinen.

  • 3. De regeling treedt in werking direct na vaststelling door het bestuur van de VBNE.

Ondertekening

Bijlage 1. Relevante artikelen uit de Waterschapswet

Artikel 10

  • 1.

     Het bestuur van een waterschap bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter, onverminderd hetgeen het reglement bepaalt over de benaming van die onderscheidene bestuursorganen.

  • 2.

     De voorzitter is voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

Artikel 12

  • 1.

     Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap.

  • 2.

     In het algemeen bestuur zijn de volgende categorieën van belanghebbenden vertegenwoordigd:

    • a.

       de ingezetenen;

    • b.

       degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c;

    • c.

       degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen als bedoeld in artikel 116, onder c;

    • d.

       degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte.

Artikel 13

  • 1.

     Het algemeen bestuur bestaat uit een bij reglement vastgesteld aantal leden van ten minste achttien en ten hoogste dertig leden.

  • 2.

     Voor de bepaling van het aantal vertegenwoordigers van elk van de in artikel 12 bedoelde categorieën wordt in aanmerking genomen de aard en de omvang van het belang of de belangen die de categorie heeft bij de uitoefening van de taken van het waterschap.

  • 3.

     Het totaal aantal vertegenwoordigers van de in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d, bedoelde categorieën bedraagt ten minste zeven en ten hoogste negen, met dien verstande dat het totaal aantal ten hoogste acht is, indien het algemeen bestuur uit achttien leden bestaat.

Artikel 14

  • 1.

    De vertegenwoordigers van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b en c, worden benoemd door de daartoe bij reglement aangewezen organisaties of, voor zover daarin bij reglement nog niet is voorzien, een door Onze Minister aangewezen organisatie. Indien voor een categorie meer dan één organisatie wordt aangewezen wordt bij reglement bepaald op welke wijze de aangewezen organisaties tot een benoeming komen.

  • 3.

    De organisaties, bedoeld in de voorgaande leden, voorzien tijdig in een regeling omtrent de selectie en de benoeming van de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers van de desbetreffende categorie van belanghebbenden en zenden de regeling ter kennisneming aan het waterschapsbestuur. Het waterschapsbestuur maakt de regelingen bekend.

Artikel 16

  • 1.

     De vertegenwoordigers van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d, worden benoemd voor vier jaren.

  • 2.

     Zij treden tegelijk af met ingang van de donderdag in de periode van 23 tot en met 29 maart.

  • 3.

     Degene die ter vervulling van een opengevallen plaats is benoemd tot lid, treedt af op het tijdstip waarop degenen in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel 31  

  • 1.

    Voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur is vereist dat men ingezetene is de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt en niet krachtens artikel B 5, eerste lid, van de Kieswet van het kiesrecht is uitgesloten. Het vereiste van ingezetenschap geldt niet voor de vertegenwoordigers van de categorie belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c (ingezetene eis geldt dus niet voor categorie natuurterreineigenaren) 

  • 2.

     Een lid van het algemeen bestuur is niet tevens:

    • a.

       minister;

    • b.

       staatssecretaris;

    • c.

       lid van de Raad van State;

    • d.

       lid van de Algemene Rekenkamer;

    • e.

       Nationale ombudsman;

    • f.

      substituut-ombudsman als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman;

    • g.

       commissaris van de Koning;

    • h.

       lid van provinciale staten;

    • i.

      gedeputeerde;

    • j.

      secretaris van de provincie;

    • k.

       griffier van de provincie;

    • l.

      burgemeester;

    • m.

       wethouder;

    • n.

       ombudsman of lid van de ombudscommissie als bedoeld in artikel 51b, eerste lid;

    • o.

       ambtenaar, door of vanwege het waterschapsbestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • p.

       ambtenaar, door of vanwege de provincie aangesteld, tot wiens taak behoort het verrichten van werkzaamheden in het kader van het toezicht op het waterschap;

    • q.

       lid van het algemeen bestuur of van het dagelijks bestuur van een ander waterschap.

  • 3.

     Zodra een lid dat vertegenwoordiger is van een van de categorieën van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c en d, niet blijkt te voldoen aan een van de in het eerste lid bedoelde vereisten of een in het tweede lid bedoelde betrekking blijkt te vervullen, houdt deze op lid te zijn. In dat geval is artikel X 4a van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.

  

Artikel 32a 

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur die geen lid zijn van het dagelijks bestuur ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Deze vergoeding en tegemoetkoming worden door het algemeen bestuur bij verordening vastgesteld naar bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doet de voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend, ontvangen de leden van het algemeen bestuur als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van het waterschap.

  • 2.

     Voordelen ten laste van het waterschap, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, genieten zij slechts voor zover het algemeen bestuur dit bij verordening bepaalt. De verordening behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.

Artikel 33  

  • 1.

     Een lid van het algemeen bestuur mag niet:

    • a.

       als advocaat of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van het waterschap of het waterschapsbestuur dan wel ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;

    • b.

       als gemachtigde in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de wederpartij van het waterschap of het waterschapsbestuur;

    • c.

       als vertegenwoordiger of adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het met het waterschap aangaan van:

      • 1°.

        overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d;

      • 2

        overeenkomsten tot het leveren van onroerende zaken aan het waterschap;

    • d.

       rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • 1°.

         het aannemen van werk ten behoeve van het waterschap;

      • 2°.

         het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het waterschap;

      • 3°.

         het leveren van roerende zaken anders dan om niet aan het waterschap;

      • 4°.

         het verhuren van roerende zaken aan het waterschap;

      • 5°.

         het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van het waterschap;

      • 6°.

         het van het waterschap onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • 7°.

         het onderhands huren of pachten van het waterschap.  

  • 2.

     Van het eerste lid, aanhef en onderdeel d, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen.

  

Artikel 40 

  • 1.

     Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en een door het algemeen bestuur te bepalen aantal andere leden, waarvan ten minste één lid een vertegenwoordiger is van een van de categorieën van belanghebbenden bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdelen b, c of d. 

  • 2.

     Bij reglement kan worden bepaald welk aantal leden het dagelijks bestuur ten minste en ten hoogste telt.

  

Artikel 41 

  • 1.

     De leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, worden door het algemeen bestuur benoemd.  

  • 2.

     De benoeming vindt plaats uit de leden van het algemeen bestuur.  

  • 3.

     Gedeputeerde staten kunnen, indien het reglement dat bepaalt, ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede lid. Geen ontheffing wordt verleend indien het de ombudsman of een lid van de ombudscommissie betreft als bedoeld in artikel 51b, eerste lid.

Bijlage 2. Profielschets voor bestuursleden

De functie van lid van het algemeen bestuur van een waterschap is een veeleisende functie. De VBNE stelt daarom overeenkomstige eisen aan kandidaten voor het bestuur van de waterschappen. Naast de voorwaarden die vermeld staan in artikel 4 lid 2 en 3 van deze regeling, is ook de mate van tijdsinspanning, ervaring en specialistische kennis van groot belang. De (belangrijkste) criteria zijn:

  • -

    beschikbaarheid (2 tot 3 dagen per week voor dagelijks bestuur en 2 tot 3 dagen per maand voor het algemeen bestuur);

  • -

    affiniteit met het natuurbeheer;

  • -

    affiniteit met waterschappen;

  • -

    continuïteit;

  • -

    (bestuurlijke) ervaring;

  • -

    netwerk;

  • -

    (financiële) expertises;

 

In het algemeen zal de kandidaat aan een aantal voorwaarden moeten voldoen die voortvloeien uit bovenstaande criteria:

  • Het belang onderschrijven van goed kwantitatief en kwalitatief waterbeheer, dat voldoende rekening houdt met de belangen van de natuureigenaren;

  • Kunnen opereren in een beleidsmatige omgeving;

  • Beschikken over goede communicatieve vaardigheden;

  • Beschikken over voldoende deskundigheid op het terrein van waterschapszaken of de bereidheid hebben om zich die deskundigheid in korte tijd eigen te maken. Het gaat hierbij om kennis van het huidige waterbeleid, zoals vormgegeven en uitgevoerd in met name de Kaderrichtlijn Water en WB21;

  • Minimaal voor de vastgestelde bestuursperiode voor de functie beschikbaar zijn.

Bijlage 3. Regio-indeling benoemingscommissies

De benoemingscommissie adviseren het bestuur van de VBNE over de benoeming van de geborgden natuur in de volgende waterschappen:

Benoemingscommissie Fryslân:

  • -

    Wetterskip Fryslân

 

Benoemingscommissie Groningen:

  • -

    Waterschap Noorderzijlvest

  • -

    Waterschap Hunze en Aa’s

 

Benoemingscommissie Drenthe-Overijssel:

  • -

    Waterschap Drents Overijsselse Delta

  • -

    Waterschap Vechtstromen

 

Benoemingscommissie Gelderland:

  • -

    Waterschap Vallei en Veluwe

  • -

    Waterschap Rijn en IJssel

  • -

    Waterschap Rivierenland

 

Benoemingscommissie Utrecht:

  • 1.

    Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

 

Benoemingscommissie Noord-Holland:

  • -

    Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

  • -

    Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

 

Benoemingscommissie Zuid-Holland:

  • -

    Hoogheemraadschap van Rijnland

  • -

    Hoogheemraadschap van Delfland

  • -

    Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

  • -

    Waterschap Hollandse Delta

 

Benoemingscommissie Zeeland:

  • -

    Waterschap Scheldestromen

 

Benoemingscommissie Noord-Brabant:

  • -

    Waterschap Brabantse Delta

  • -

    Waterschap De Dommel

  • -

    Waterschap Aa en Maas

 

Benoemingscommissie Limburg:

  • -

    Waterschap Limburg

 

Benoemingscommissie Flevoland:

  • -

    Waterschap Zuiderzeeland

Bijlage 4. Formulier voor de schriftelijke kandidatuur voor bestuurslid bij Waterschappen

Onderstaande vragenlijst dient u volledig in te vullen. U kunt dit doen door dit document aan te vullen met uw reacties of door een apart document met uw reacties aan te maken.

--> Stuurt u een scan van uw legitimatiebewijs en uw CV mee!

Persoonlijke gegevens

Voornaam:

Naam:

Geboortedatum:

Geboorteplaats:

Adres:

Eventueel contactadres:

Telefoonnummer(s):

E-mailadres:

  • 1.

    Uw kennis en persoonlijkheid

  • a.

    Huidige functie

  • b.

    Opleiding(en)

  • c.

    Kennis/Affiniteit met het (regionale) natuurbeheer

  • d.

    Bestuurservaring

  • e.

    Noem een aantal expertises die het meest op u van toepassing zijn

    Voorbeeld:

    • Expertise in waterbeheer, milieu

    • Kennis van ruimtelijke ordening

    • Kennis van financieel beheer

    • Kennis van de reglementering rond waterschappen

    • Technische kennis

    • Andere:

  • f.

    Beschikbaarheid en flexibiliteit:

  • g.

    Persoonlijkheidskenmerken, competenties:

    • Leidinggevende capaciteiten

    • Sociaal

    • Praten voor een groep

    • Bemiddelend

    • Organisatorisch talent

    • Stiptheid

    • Andere:  

  • 2.

    Uw kennis van waterschappen

    • a.

      Waarvoor staan waterschappen als organisatie?

    • b.

      Wat zijn volgens u de belangrijkste kenmerken?

    • c.

      Welke principes associeert u met waterschappen?

    • d.

      Wat is uw affiniteit met de waterschappen? Geef voorbeelden indien mogelijk 

  • 3.

    Uw visie op de waterschappen

    • a.

      Wat zijn voor u de belangrijkste activiteiten van de waterschappen?

    • b.

      Wat zijn de intrinsieke sterktes en zwaktes van de waterschappen?

    • c.

      Wat kan een bedreiging voor het waterschap vormen, en waar liggen er kansen?

    • d.

      Wat wilt u zeker behouden? Wat zou u willen veranderen?

    • e.

      Wat houdt voor u de rol van bestuurslid in?

    • f.

      Wat houdt voor u de rol van dagelijks bestuurslid / algemeen bestuurslid in? 

  • 4.

    Heeft belangstelling voor een functie in (+ motivatie):

    • a.

      Welk(e) waterschap(pen)

    • b.

      Algemeen bestuur (2 à 3 dagen per maand)

    • c.

      Dagelijks bestuur ( 3 à 4 dagen per week)

    • d.

      Reserve bestuurslid