Regeling vervallen per 01-04-2023

Besluit tot vaststelling van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020

Geldend van 11-03-2020 t/m 31-03-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Besluit tot vaststelling van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

Op het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden van 20 januari 2020;

Overwegende dat:

het noodzakelijk is een organisatieverordening vast te stellen om op een duidelijke wijze aan te geven

hoe de bestuurlijke organisatie van Waterschap Vallei en Veluwe is vormgegeven en welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden de bestuursorganen hebben;

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Reglement Waterschap Vallei en Veluwe;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020:

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    A lgemeen bestuur: het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe;

  • b.

    College van dijkgraaf en heemraden: dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe;

  • c.

    Dijkgraaf: de dijkgraaf van Waterschap Vallei en Veluwe;

  • d.

    Directie: leiding van de ambtelijke organisatie;

  • e.

    Ambtelijke organisatie: de directie, programma’s, afdelingen en teams van het waterschap en de medewerkers die daarbinnen in dienst van het waterschap werkzaam zijn;

  • f.

    Bestuurlijke organisatie: de bestuursorganen van het waterschap met inbegrip van de bijbehorende overleg- en besluitvormingsstructuren;

  • g.

    Bestuursorganen: het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en heemraden en de dijkgraaf;

  • h.

    netto-kosten: lasten die aan een bepaald programma, product of kostendrager worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken de baten (met uitzondering van de belasting— en andere algemene opbrengsten) die aan hetzelfde programma, product of kostendrager worden toegerekend;

  • i.

    bruto krediet: het verleend krediet voor de bruto uitgaven van een investering;

  • j.

    netto krediet: het bruto krediet minus de aan de investering toegerekende inkomsten zoals subsidies;

  • k.

    totale netto kosten: de netto-kosten van alle programma’s gezamenlijk;

  • l.

    reguliere investeringen: vervangingsinvesteringen en algemene investeringen;

  • m.

    vervangingsinvesteringen: investeringen om de bedrijfsmiddelen op doelmatige wijze op orde te houden;

  • n.

    algemene investeringen: investeringen in machines, vervoermiddelen, apparaten, werktuigen, hard- en software, veiligheidsvoorzieningen, telefooninstallaties, kantoormeubilair in bedrijfsgebouwen e.d.;

  • o.

    niet reguliere investeringen: investeringen die door het algemeen bestuur als zodanig zijn betiteld vanwege een hoger risicoprofiel, een grote maatschappelijke impact, grote imago risico’s en belangrijke bestuurlijke ambities;

  • p.

    waterschap: Waterschap Vallei en Veluwe

HOOFDSTUK 2 STRUCTUUR VAN HET BESTUUR

Artikel 2 Organisatorische indeling

  • 1. De bestuurlijke organisatie bestaat uit het algemeen bestuur (nader AB), met daaruit gevormde commissies, het college van dijkgraaf en heemraden en de dijkgraaf (nader DB).

  • 2. Het college van dijkgraaf een heemraden stelt een organisatiebesluit vast. In het organisatiebesluit wordt de indeling van de ambtelijke organisatie vastgesteld.

  • 3. De directie bepaalt de formatieve omvang en een nadere onderverdeling van de formatieve omvang op basis van de noodzakelijke prestaties die in de begroting worden vastgelegd.

HOOFDSTUK 3 BESTUURLIJKE ORGANISATIE

Artikel 3 Algemeen bestuur

  • 1. Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de strategische aspecten van de taakuitoefening.

  • 2. De aan het algemeen bestuur toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in artikel 56 en hoofdstuk X van de Waterschapswet.

Artikel 4 College van dijkgraaf en heemraden

  • 1. Het college van dijkgraaf en heemraden is belast met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap en heeft een kaderstellende, richtinggevende en toetsende functie voor de tactische aspecten van de taakuitoefening.

  • 2. De aan het college van dijkgraaf en heemraden toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in artikel 56 en hoofdstuk XI van de Waterschapswet.

  • 3. Het college van dijkgraaf en heemraden verstrekt de directie opdracht tot het uitvoeren van de in de begroting opgenomen doelen en resultaten.

  • 4. Het college van dijkgraaf en heemraden voert overleg met de directie over de realisatie van de doelen en resultaten en de daarvoor ingezette middelen.

  • 5. Het college van dijkgraaf en heemraden legt over de behaalde doelstellingen en resultaten verantwoording af aan het algemeen bestuur.

Artikel 5 Dijkgraaf

  • 1. De dijkgraaf is belast met de leiding van het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden en heeft een signalerende, coördinerende en initiërende functie ten aanzien van het algemeen bestuur en het college van dijkgraaf en heemraden en de externe omgeving.

  • 2. De aan de dijkgraaf toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in artikel 10 en hoofdstuk XII van de Waterschapswet.

  • 3. De dijkgraaf wordt bij afwezigheid vervangen door de waarnemend dijkgraaf.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. De secretaris staat het algemeen bestuur, het college van dijkgraaf en heemraden en de dijkgraaf ter zijde bij de uitoefening van hun taak.

  • 2. De aan de secretaris toegekende taken vinden hun wettelijke grondslag in hoofdstuk VIII van de Waterschapswet.

  • 3. De secretaris is tevens algemeen directeur van Waterschap Vallei en Veluwe.

HOOFDSTUK 4 DELEGATIE AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Artikel 7 Bevoegdheden

Voor zover die bevoegdheden niet reeds zijn toegekend bij de Waterschapswet of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift, zijn aan het college van dijkgraaf en heemraden de navolgende bevoegdheden overgedragen krachtens delegatie:

  • a.

    het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, arbitrage, schikking, dading en mediation;

  • b.

    het instellen van beroep of het maken van bezwaar;

  • c.

    het vaststellen van projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet, met uitzondering van projectplannen waarop de projectprocedure voor waterstaatswerken van toepassing is, als bedoeld in artikel 5.5 en volgende van de Waterwet;

  • d.

    het nemen van besluiten tot het onderhoud van waterstaatswerken, tenzij deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen watersysteemheffing is te verwachten;

  • e.

    het nemen van besluiten tot de aanleg, de verbetering en het onderhoud van zuiveringtechnische werken, tenzij deze betrekking hebben op werken waarvan in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen zuiveringsheffing is te verwachten;

  • f.

    het nemen van besluiten tot kopen, ruilen, verkopen, huren en bezwaren van roerende en onroerende zaken en het vestigen van beperkte rechten op onroerende zaken, voorzover daardoor niet in betekenende mate een wijziging van de hoogte van de te heffen zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing of watersysteemheffing is te verwachten;

  • g.

    het nemen van besluiten tot het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van onroerende zaken van het waterschap;

  • h.

    het vaststellen van beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • i.

    het bekendmaken van besluiten van het algemeen bestuur;

  • j.

    het aanvragen en verstrekken van subsidies;

  • k.

    het nemen van besluiten tot het uitlenen, lenen of (her)beleggen van gelden, het waarborgen van geldelijke verplichtingen door anderen aan te gaan en het bewaken van hetgeen verder de geldmiddelen van het waterschap aangaat;

  • l.

    het verlenen van vermindering of kwijtschelding aan hen die ten behoeve van het waterschap iets doen of leveren;

  • m.

    het nemen van besluiten als bedoeld in paragraaf 5.4 van de Waterwet;

  • n.

    het nemen van besluiten tot het aanbesteden van leveringen, diensten en werken;

  • o.

    het nemen van besluiten tot het aangaan, wijzigen, opzeggen en ontbinden van overeenkomsten, voor zover daardoor niet in betekenende mate een wijziging van de te heffen watersysteemheffing, zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing is te verwachten;

  • p.

    het kenbaar maken van bevindingen met betrekking tot de ontwerpbegroting van gemeenschappelijke regelingen;

  • q.

    het regelen van het salaris en de bezoldiging en arbeidsvoorwaarden van respectievelijk de medewerkers en de ambtenaren van het waterschap;

  • r.

    Het nemen van besluiten tot het vaststellen en wijzigen van de legger.

Artikel 8 Voorwaarden

Aan de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • a.

    tot uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar;

  • b.

    het college van dijkgraaf en heemraden verschaft het algemeen bestuur gevraagd dan wel ongevraagd inlichtingen over de uitoefening van de aan hen gedelegeerde bevoegdheden;

  • c.

    het algemeen bestuur kan de delegatie te allen tijde beëindigen.

HOOFDSTUK 5 MANDAAT AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

Artikel 9 Bevoegdheden

  • 1. Voor zover die bevoegdheid niet reeds is toegekend bij de Waterschapswet of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift zijn aan het college van dijkgraaf en heemraden de navolgende bevoegdheden overgedragen krachtens mandaat:

    • a.

      het beschikbaar stellen van kredieten voor voorbereidingskosten van investeringen opgenomen in de vastgestelde begroting of vastgestelde meerjarenraming;

    • b.

      het beschikbaar stellen van kredieten voor de bij de vaststelling van de begroting geautoriseerde uitgaven en inkomsten voor de reguliere investeringen;

    • c.

      het beschikbaar stellen van kredieten voor de in de vastgestelde begroting opgenomen uitgaven en inkomsten voor niet reguliere investeringen tot een maximum van € 2,0 miljoen bruto per investering;

    • d.

      het beschikbaar stellen van kredieten tot een maximum van € 2,0 miljoen bruto per investering voor investeringen die niet in de begroting zijn opgenomen, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien de investering past binnen het vastgesteld beleid, de afgesproken doelen en resultaten. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • e.

      binnen een programma een investering in de plaats stellen van een andere investering zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutatie past binnen het vastgestelde beleid, de afgesproken doelen en resultaten. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • f.

      het bij een in de begroting opgenomen investering kleiner dan bruto € 1,5 miljoen, overschrijden van de begrote investeringsuitgaven en onderschrijden van de begrote investeringsinkomsten tot een maximale bruto investering van € 2,0 miljoen  zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid, de afgesproken doelen en resultaten. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • g.

      het bij een in de begroting opgenomen investering vanaf bruto € 1,5 miljoen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 lid1 onderdeel c, overschrijden van de begrote investeringsuitgaven en onderschrijden van de begrote investeringsinkomsten met maximaal € 0,5 miljoen, zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid, de afgesproken doelen en resultaten. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • h.

      de door het algemeen bestuur verstrekte netto kredieten te overschrijden met maximaal € 0,5 miljoen, zonder toestemming voorafgaand van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • i.

      het overschrijden van de in de vastgestelde begroting geautoriseerde totale netto-kosten met € 2,0 miljoen zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien deze mutaties passen binnen het vastgesteld beleid, de afgesproken doelen en resultaten. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • j.

      het overschrijden van de in de vastgestelde begroting geautoriseerde netto-kosten van een programma met € 2,0 miljoen zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur, indien de middeleninzet past binnen het vastgesteld beleid, de afgesproken doelen en resultaten en indien de totale geautoriseerde netto-kosten met niet meer dan € 2,0 miljoen worden overschreden. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd;

    • k.

      het vertegenwoordigen van het algemeen bestuur in juridische procedures waarbij een besluit van het algemeen bestuur in het geding is dan wel het algemeen bestuur op andere wijze betrokken is;

    • l.

      het wijzigen van de hoofdindeling van de ambtelijke organisatie, zoals is vastgesteld in het organisatiebesluit Waterschap Vallei en Veluwe 2020, voor zover het gaat om wijzigingen van ondergeschikt belang.

  • 2. Het college van dijkgraaf en heemraden is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.

Artikel 10 Voorwaarden

Aan de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • a.

    het college van dijkgraaf en heemraden verschaft het algemeen bestuur gevraagd dan wel ongevraagd inlichtingen over de uitoefening van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

  • b.

    het algemeen bestuur kan het mandaat te allen tijde beëindigen.

HOOFDSTUK 6 AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 11 Directie

  • 1. Er is een directie bestaande uit een algemeen directeur en overige directeuren. De algemeen directeur is voorzitter van de directie.

  • 2. De algemeen directeur wordt benoemd door het algemeen bestuur.

  • 3. De overige directeuren worden benoemd door het college van dijkgraaf en heemraden.

  • 4. De directie heeft de leiding over de ambtelijke organisatie.

  • 5. De directie bepaalt de strategische koers (richting) van de organisatie, maakt resultaatafspraken met het college van dijkgraaf en heemraden en legt verantwoording af over de voortgang hiervan (doelen en middelen).

  • 6. De taken en verantwoordelijkheden van de directie zijn vastgelegd in het organisatiebesluit.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN EN CITEERTITEL

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt inwerking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.

  • 2. De Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 zoals vastgesteld op 2 januari 2013 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 maart 2020.

drs. ing. K.A. Blokland

secretaris

drs. T. Klip-Martin

dijkgraaf

Toelichting behorend bij de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2020

Opbouw verordening

Er is voor gekozen om de verordening zo beknopt mogelijk te houden. In deze toelichting volgt, waar nodig, een nadere uitleg.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Onderdeel h

Onder baten wordt verstaan huur- en pachtopbrengsten, opbrengsten grensoverschrijdend afvalwater en geactiveerde personeelslasten.

Artikel 3 Algemeen bestuur

De taken van het algemeen bestuur worden in de Waterschapswet vermeld. Het voert te ver om in deze ambtelijke organisatieverordening al deze taken specifiek te benoemen.

Een aantal taken die het algemeen bestuur heeft naast de in de Waterschapswet aangegeven taken zijn:

  • het vaststellen van de in de beheersplannen en beleidsplannen opgenomen (strategische) doelstellingen;

  • het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen in de begroting;

  • het toezicht houden op de bereikte resultaten aan de hand van de controle- en voortgangs- rapportages.

Artikel 4 College van dijkgraaf en heemraden

De taken van het college van dijkgraaf en heemraden zijn in de wet aangegeven. Naast de wettelijke taken houdt het college van dijkgraaf en heemraden zich specifiek ook bezig met o.a. het toezicht houden op de te bereiken resultaten aan de hand van de voortgangsrapportages.

Artikel 5 Dijkgraaf

De dijkgraaf is lid van het college van dijkgraaf en heemraden en voorzitter (en geen lid) van het algemeen bestuur. De taken van de dijkgraaf zijn eveneens neergelegd in de Waterschapswet. De dijkgraaf voert daarnaast de volgende taken uit:

  • 1.

    het voeren van overleg met de directie over strategische zaken en over ontwikkelingen in de ambtelijke organisatie die mogelijk een bestuurlijke impact hebben;

  • 2.

    het vertegenwoordigen van het waterschap in externe contacten.

Artikel 6 Secretaris en Algemeen directeur

De taken van de secretaris zijn aangegeven in de Waterschapswet. Daarnaast is in het Reglement Waterschap Vallei en Veluwe in artikel 3.15 aangegeven dat er een instructie door het algemeen bestuur dient te worden vastgesteld waarin nadere regels gesteld worden betreffende de taak en bevoegdheid van de secretaris. De secretaris vervult daarnaast de functie van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie.

Delegatie aan College van dijkgraaf en heemraden

Algemeen

In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake delegatie (afdeling 10.1.2) opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder delegatie dient te worden verstaan.

  • Delegatie is het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Bij delegatie komt de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid bij de gedelegeerde te liggen. Het delegerende bestuursorgaan is daarmee de zeggenschap in principe kwijt.

  • Delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk.

  • Delegatie mag alleen als dit in een wettelijk voorschrift (bij voorbeeld in de Waterschapswet) is toegestaan.

  • Het bestuursorgaan kan beleidsregels geven ten aanzien van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid.

  • De gedelegeerde legt aan de delegaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden.

  • Het bestuursorgaan kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen.

  • Het delegatiebesluit kan te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 7 Bevoegdheden

In artikel 83, lid 1 van de Waterschapswet is vastgelegd dat het algemeen bestuur bevoegdheden kan overdragen aan het college van dijkgraaf en heemraden. In lid 2 van hetzelfde artikel zijn bevoegdheden opgesomd welke zo wezenlijk geacht worden voor de taakuitoefening van het waterschap dat overdracht hiervan is uitgesloten.

Om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen draagt het algemeen bestuur een aantal van zijn bevoegdheden over aan het college van dijkgraaf en heemraden. Benadrukt dient te worden dat dit besluit betrekking heeft op de bevoegdheid om (publiekrechtelijke) besluiten te nemen. De overdracht van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, gebeurt door een algemene volmacht. Deze volmacht wordt gegeven door de dijkgraaf en behoeft instemming van het college van dijkgraaf en heemraden (artikel 95 Waterschapswet).

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat ook al is de bevoegdheid gedelegeerd, de bevoegdheid tot het verstrekken van krediet hier los van staat. In voorkomende gevallen kan het dus zo zijn, dat het algemeen bestuur het krediet verstrekt en het college van dijkgraaf en heemraden het betreffende besluit neemt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een projectplan.

Onderdeel a

Dit onderdeel ziet op besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bijvoorbeeld ingeval van onrechtmatige daad en bij wanprestatie en besluiten tot arbitrage, schikking, dading en mediation. Hierbij wordt opgemerkt dat de Waterschapswet ten aanzien van een aantal rechtshandelingen - zoals het procederen in eerste aanleg in kort geding, het voegen in strafzaken en het spoedshalve instellen van beroep of inbrengen van bezwaren - de beslissingsbevoegdheid al heeft toegekend aan het college van dijkgraaf en heemraden. Het spreekt voor zich dat deze delegatie ook de voorbereiding van en het optreden in de procedures omvat.

Onderdeel b

Dit onderdeel is opgenomen omdat er termijnen verbonden zijn aan het maken van bezwaar en het instellen van beroep. Men kan daarvoor niet op een besluit van het algemeen bestuur wachten.

Onderdelen c t/m h, k en o

Het gaat hier om besluiten met een beperkte strekking, zonder dat daar zwaarwegende waterstaatkundige belangen mee gemoeid zijn. Vanuit het oogpunt van bestuurlijke effectiviteit is het wenselijk dat deze besluiten door het college van dijkgraaf en heemraden kunnen worden genomen en hiermee het waterschap slagvaardiger kan handelen.

Ook wordt voorkomen dat aan het algemeen bestuur te dikwijls besluiten van betrekkelijke geringe betekenis moeten worden voorgelegd. Met betrekking tot onderdeel h kan worden opgemerkt dat metbeleidsregels nadere invulling wordt gegeven aan de beleidsruimte die het waterschap heeft in zijn besluitvormingsbevoegdheid. De reden hiervoor is het tegengaan van willekeur en het vergroten van de rechtszekerheid. Omdat beleidsregels betrekking hebben op de uitvoering, is het wenselijk dat het college van dijkgraaf en heemraden met de vaststelling daarvan wordt belast.

Onderdeel i

Dit onderdeel is opgenomen omdat met de bekendmaking een procedure gemoeid is en het college van dijkgraaf en heemraden daar meer het geëigende bestuursorgaan voor is.

Onderdeel j en n

Deze onderdelen zijn opgenomen omdat het aanvragen van subsidies en het aanbesteden vaak gebeurt ter uitvoering van bepaalde projecten. Het college van dijkgraaf en heemraden is hiermee belast, aangezien zij ook met de uitvoering van de betreffende projecten is belast. Het college van dijkgraaf en heemraden is belast met het verlenen van subsidies, omdat het verlenen van subsidies gebeurt ter uitvoering van beleid van het waterschap.

Onderdeel m

Het gaat hierbij om gedoogplichten in verband met noodzakelijke onderzoeken of voor de aanleg van waterstaatswerken. Deze zijn vaak spoedeisend van aard, waardoor men niet op een besluit van het algemeen bestuur kan wachten.

Onderdeel p

Gelet op de korte tijd die het waterschap heeft om op de onderhavige ontwerp-begrotingen te reageren is het kenbaar maken van bevindingen bij het college van dijkgraaf en heemraden belegd.

Onderdeel q

Dit onderdeel is toegevoegd om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen. De Vereniging werken voor waterschappen stelt een CAO op. Het bekrachtigen van deze CAO blijft een bevoegdheid van het algemeen bestuur. Het nemen van besluiten over de toepassing en invulling van regelingen inzake sectorale en decentrale secundaire arbeidsvoorwaarden is een bevoegdheid van het college van dijkgraaf en heemraden. Bestuurlijk gevoelige regelingen (bijv. de Klokkenluidersregeling) worden aan het algemeen bestuur voorgelegd.

Onderdeel r

Dit onderdeel is opgenomen om op een efficiënte wijze de legger te kunnen vaststellen en wijzigen, zodat de keur en de onderhoudsverplichting van toepassing zijn op de watergang. De legger kan onder andere gewijzigd worden naar aanleiding van verzoeken van aangelanden en naar aanleiding van vergunningverlening of het vaststellen van een projectplan. Onder het wijzigen van de legger valt ook het van de legger halen van een watergang.

Artikel 8 Voorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen welke verbonden zijn aan de in artikel 7 genoemde delegatie. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft een actieve informatieplicht met betrekking tot de gedelegeerde bevoegdheden.

De besluitenlijst van het college van dijkgraaf en heemraden wordt ter kennis gebracht van de leden van het algemeen bestuur.

Mandaat aan College van dijkgraaf en heemraden

Algemeen

In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake mandaat (afdeling 10.1.1) opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder mandaat dient te worden verstaan.

  • Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Een besluit dat krachtens mandaat is genomen (door de gemandateerde) geldt als een besluit van de mandaatgever. De mandaatgever blijft verantwoordelijk voor de bevoegdheidsuitoefening en houdt ook zeggenschap daarover.

  • De mandaatgever blijft altijd bevoegd om zelf de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

  • Het mandaat kan te allen tijde weer worden ingetrokken.

  • De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.

  • De gemandateerde legt aan de mandaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden.

  • De volgende bevoegdheden kunnen (behoudens uitzonderingen) niet worden gemandateerd:

    • -

      Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

    • -

      het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen;

    • -

      het beslissen op een beroepschrift;

    • -

      het vernietigen van of het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.

  • het beslissen op een bezwaarschrift kan wel worden gemandateerd, maar niet aan degene die het besluit krachtens mandaat heeft genomen

Artikel 9 Bevoegdheden

Voor de goede orde wordt erop gewezen dat ook al is de bevoegdheid gemandateerd, de bevoegdheid tot het verstrekken van krediet hier los van staat. In voorkomende gevallen kan het dus zo zijn, dat het algemeen bestuur het krediet verstrekt en het college van dijkgraaf en heemraden het betreffende besluit neemt.

Onderdeel a t/m j

Deze onderdelen regelen tot welk bedrag het college van dijkgraaf en heemraden krediet mag verstrekken voor de in de vastgestelde begroting opgenomen investeringen. Ook wordt in deze artikelen geregeld tot welk bedrag en onder welke voorwaarden het college van dijkgraaf en heemraden krediet mag verstrekken voor niet in de begroting opgenomen investeringen, begrote investeringen mag overschrijden en door het algemeen bestuur verstrekte kredieten mag overschrijden.

Onderdeel a en c

Het college van dijkgraaf en heemraden is bevoegd krediet te verlenen voor de bij de vaststelling van de begroting geautoriseerde bruto investeringsuitgaven voor reguliere investeringen en tot een maximum van bruto € 2,0 miljoen voor niet reguliere investeringen die in de vastgestelde begroting zijn opgenomen. Bruto wil zeggen de uitgaven. Over dat deel loopt het waterschap risico. Het netto-krediet is het bruto-krediet minus inkomsten zoals subsidies en overige bijdragen. Onder de reguliere investeringen vallen:

  • vervangingsinvesteringen: investeringen om de bedrijfsmiddelen op doelmatige wijze op orde te houden;

  • algemene investeringen: investeringen in machines, vervoermiddelen, apparaten, werktuigen, hard- en software, veiligheidsvoorzieningen, telefooninstallaties, kantoormeubilair e.d..

De investeringsuitgaven voor de reguliere investeringen worden door het algemeen bestuur bij de vaststelling van de begroting geautoriseerd.

De niet reguliere investeringen betreffen de investeringen die door het algemeen bestuur bij de vaststelling van de begroting als zodanig zijn betiteld vanwege een hoger risicoprofiel , een grote maatschappelijke impact, grote imago risico’s en belangrijke bestuurlijke ambities. Het gaat hier bijvoorbeeld om innovatieve investering, investeringen in dijkverbeteringen en investeringen in het kader van de bestuurlijke ambities op het gebied van energietransitie, circulariteit, digitale transformatie, omgevingswet e.d.. Deze investeringen groter dan € 2,0 miljoen worden vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het algemeen bestuur.

Onderdeel i en j

Deze onderdelen regelen tot welk bedrag en onder welke voorwaarden het college van dijkgraaf en heemraden de netto-kosten per programma en in de totale netto-kosten mag overschrijden. De netto-kosten zijn de bruto-kosten minus de inkomsten (exclusief belastingopbrengsten)zoals subsidies en overige inkomsten.

Onderdeel h

Dit onderdeel is opgenomen om te voorkomen dat bij elke lichte (tot € 0,5 miljoen) overschrijding van de bruto uitgaven dan wel onderschrijding van de inkomsten, bijvoorbeeld in de eindfase van een project, eerst goedkeuring van het algemeen bestuur moet worden gevraagd. Bij de huidige vergaderfrequentie van het algemeen bestuur kan dat leiden tot ongewenste vertragingen. Ook hier is, in het kader van de toetsende rol van het algemeen bestuur, de bepaling opgenomen dat het algemeen bestuur hierover achteraf wordt gerapporteerd.

Onderdeel k

Het komt voor dat tegen besluiten van het algemeen bestuur bezwaar en/of beroep openstaat of dat het algemeen bestuur op andere wijze in een gerechtelijke procedure is betrokken. In dergelijke gevallen wordt het waterschap ambtelijk vertegenwoordigd. Mede gelet op de beperkte vergaderfrequentie van het algemeen bestuur is het niet wenselijk dat deze vertegenwoordiging per geval wordt geregeld.

Artikel 10 Voorwaarden

In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen welke verbonden zijn aan het in artikel 9 genoemde mandaat. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft een actieve informatieplicht met betrekking tot de gemandateerde bevoegdheden. De besluitenlijst van het college van dijkgraaf en heemraden wordt ter kennis gebracht van de leden van het algemeen bestuur.

Artikel 11 Directie

De directie geeft leiding aan de ambtelijke organisatie. De algemeen directeur is voorzitter van de directie en eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie.

De directie bepaalt de strategische koers van de organisatie (zowel op het gebied van de organisatieontwikkeling als op de uitvoering van de reglementaire taken), geeft de betreffende ambtenaren de opdracht om deze koers binnen de door de directie aangegeven strategische kaders verder door te vertalen naar de organisatie.

De directie geeft integraal sturing aan processen, aan de organisatie en aan houding en gedrag in de organisatie op basis van de beoogde organisatiecultuur en de gewenste identiteit van de organisatie op strategisch niveau en legt hierover verantwoording af aan het college van dijkgraaf en heemraden.