Regeling outplacement gewezen wethouders

Geldend van 03-12-1999 t/m heden

Intitulé

Regeling outplacement gewezen wethouders

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van de bepalingen in de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders;

  • b.

    outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten op een aanvraag van belanghebbende omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

  • 2. De kosten van outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

  • 3. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Verplichtingen belanghebbende

De uit de outplacementfaciliteiten voortvloeiende verplichtingen voor belanghebbende worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen burgemeester en wethouders, belanghebbende en het outplacementbureau.

Artikel 5 Uitleg regeling

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 6 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling outplacement gewezen wethouders’.

Ondertekening

VASTGESTELD BIJ RAADSBESLUIT D.D. 25 NOVEMBER 1999, NR. 115/1999.