Beleidsregel taaleis gemeente Weert 2016

Geldend van 28-01-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel taaleis gemeente Weert 2016

De plicht tot het voldoen aan de Wet taaleis Participatiewet

De wetgever legt in beginsel aan iedere bijstandsaanvrager en bijstandsgerechtigde de plicht op om te voldoen aan de Wet taaleis Participatiewet (Staatsblad 2015, 136). Dit geldt voor iedere bijstandsaanvrager en bijstandsgerechtigde die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt en die een arbeids- en re-integratieverplichting heeft. De plicht bestaat uit het beheersen van de Nederlandse taal op minimaal referentieniveau 1F (A2).

Artikel 1. Keuze taaltoets

  • 1. Voor Nederlandstalige bijstandsgerechtigden, die de gevraagde bewijsstukken niet kunnen overleggen, zet het college de Taalmeter in als eerste screeningsinstrument om een indicatie van het taalniveau van de belanghebbende te krijgen.

  • 2. Indien uit de Taalmeter blijkt dat de belanghebbende de Nederlandse taal onder het referentieniveau 1F presteert, zet het college de taaltoets in.

  • 3. Het college maakt voor de mondelinge en schriftelijke onderdelen van de taaltoets gebruik van de bestaande gevalideerde toetsen die zien op referentieniveau 1F of toetsen inzake vaardigheden Nederlandse taal die zijn ontwikkeld ter voorbereiding op of ter ondersteuning bij het inburgeringsexamen.

Artikel 2. Taaltoets

  • 1. Het college neemt de taaltoets af als de belanghebbende geen bewijsstukken kan overleggen waaruit blijkt dat hij de taal op niveau 1F beheerst. Dit is het geval indien hij:

    • a.

      niet gedurende 8 jaar Nederlandstalig onderwijs heeft gevolgd;

    • b.

      geen inburgeringsdiploma kan overleggen;

    • c.

      geen ander document kan overleggen waaruit blijkt dat hij de taal op niveau 1F beheerst; of

    • d.

      onvoldoende scoort bij de eerste screening.

  • 2. Als bewijsstukken waaruit blijkt dat een belanghebbende kan aantonen dat hij over het taalniveau 1F beschikt wordt in ieder geval gezien:

    • a.

      een diploma of een inschrijvingsbewijs van een Nederlandstalige middelbare school in Nederland, de Nederlandse Antillen, Suriname of België;

    • b.

      rapporten tot en met groep 8 van de basisschool of lagere school klas 6 in Nederland, waarbij een voldoende voor het vak Nederlandse taal is behaald;

    • c.

      een diploma van een MBO-, HBO- of universitaire Nederlandstalige opleiding in Nederland, de Nederlandse Antillen, Suriname of België;

    • d.

      een diploma van een opleiding Nederlands in het buitenland;

    • e.

      het certificaat op grond van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) alsmede de verklaring van het regionaal opleidingscentrum (ROC) op grond waarvan dat certificaat is afgegeven, indien uit die verklaring blijkt dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald (artikel 2.4 lid 1 Besluit Inburgering);

    • f.

      het certificaat voor oudkomers, zoals bedoeld in de Regeling certificaat inburgering oudkomers, indien uit de vermelding daarop blijkt dat ten minste het NT2-niveau 2 voor de onderdelen Luisteren, Spreken, Lezen en Schrijven is behaald (artikel 2.3 lid 1 onderdeel i Besluit inburgering);

    • g.

      diploma staatsexamen NT2;

    • h.

      certificaat Nederlandse Naturalisatietoets van een in Bonaire, Sint Eustatius, Saba, Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigde erkende instantie.

  • 3. Er wordt geen toets afgenomen indien de belanghebbende:

    • a.

      ontheven is van de inburgeringsplicht op grond van onvoldoende leervermogen na aantoonbare inspanning;

    • b.

      volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is;

    • c.

      aantoonbaar niet over leervermogen beschikt; of

    • d.

      bezig is met zijn inburgeringstraject in het kader van de Wet inburgering 2013.

  • 4. De toets moet worden afgenomen:

    • a.

      bij de aanvraag voor bijstand indien de belanghebbende de gevraagde bewijsstukken niet kan overleggen;

    • b.

      voordat een maatregel wordt doorgevoerd in het geval belanghebbende weigert inspanningen te verrichten om de taal te leren dan wel onvoldoende voortgang toont.

Artikel 3. Toetsingswijze en beoordeling taaltoets

  • 1. Het college kan de toets individueel of groepsgewijs afnemen.

  • 2. De uitkomst van de toets wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingsschaal die bij die taaltoets hoort.

Artikel 4. Taalcursussen en leertrajecten

  • 1. Het is de verantwoordelijkheid van de belanghebbende om zijn taalniveau te verbeteren om te voldoen aan de Wet taaleis.

  • 2. Het college kan de belanghebbende verplichten gebruik te maken van een door het college aangewezen algemene voorziening gericht op taalverbetering. Onder algemene voorziening valt in ieder geval:

    • a.

      volwasseneneducatie in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB);

    • a.

      Beleidsregel taaleis gemeente Weert 2016

    • b.

      taallessen bij de Volksuniversiteit Midden-Limburg;

    • c.

      taallessen bij bibliocenter, vrijwilligersorganisaties en vluchtelingenwerk.

  • 3. Indien belanghebbende vanwege dringende redenen geen gebruik kan maken van de in het tweede lid genoemde mogelijkheden kan het college een maatwerkvoorziening inzetten.

Artikel 5. Beoordelen voortgang

  • 1. Indien belanghebbende een taalcursus volgt bij een instelling of organisatie kan het college de onderstaande instrumenten (in combinatie) hanteren om de voortgang van de inspanning van de belanghebbende te beoordelen:

    • a.

      presentielijsten;

    • b.

      voortgangsrapportage;

    • c.

      indrukken van de leerkracht/cursusleider; en/of

    • d.

      (voortgangs)toets.

  • 2. Indien belanghebbende niet bij een instelling of organisatie aan de verbetering van zijn of haar taalbeheersing werkt, kan de voortgang individueel beoordeeld worden door middel van:

    • a.

      reguliere gesprekken met de consulent/klantmanager die op basis van het gesprek toetst of belanghebbende voldoende inspanningen verricht;

    • b.

      portfolio;

    • c.

      inzet van Taalmeter of (voortgangs)toets.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel taaleis gemeente Weert 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Weert d.d. 24 november 2015.
 
De secretaris, De burgemeester,