Regeling vervallen per 25-03-2022

Damoclesbeleid gemeente Weesp

Geldend van 12-03-2019 t/m 24-03-2022

Intitulé

Damoclesbeleid gemeente Weesp

De burgemeester van de gemeente Weesp,

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet, artikel 4:81 en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

in artikel 13b van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid toegekend is om een last onder bestuursdwang op te leggen indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:

  • een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens art. 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

  • een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is

in Weesp in de afgelopen jaren in diverse woningen en lokalen een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen;

door de opgedane ervaringen in de regio Gooi en Vechtstreek met betrekking tot bestuursrechtelijk handhaven, het wenselijk wordt geacht beleid op te stellen ten aanzien van het sluiten van woningen en lokalen op grond van artikel 13b Opiumwet;

de burgemeester op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht beleidsregels kan vaststellen ten aanzien van de toepassing van de bevoegdheid neergelegd in artikel 13b van de Opiumwet;

besluit:

Vast te stellen:

“Beleidsregels sluiting woningen en lokalen op grond van artikel 13b Opiumwet”

Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • harddrugs: alle middelen vermeld op lijst I behorend bij de Opiumwet;

  • softdrugs: alle middelen vermeld op lijst II behorend bij de Opiumwet;

  • handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn van een handelshoeveelheid hard- of softdrugs in een pand en/of de daarbij behorende erven;

  • handelshoeveelheid: een hoeveelheid drugs die de “geringe hoeveelheid voor eigen gebruik” (zoals vastgelegd in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie) overtreft;

  • lokaal: een voor het publiek toegankelijk pand met bijbehorend erf, zoals een winkel of horecabedrijf, of een niet voor publiek toegankelijk pand met bijbehorend erf, zoals een loods, magazijn of bedrijfsruimte;

  • woning: een pand met bijbehorend erf dat in hoofdzaak dient tot woning. Zowel een koopwoning, als een huurwoning valt onder de definitie.

Inleiding

In de Opiumwet is vastgelegd dat het verboden is om drugs te bezitten, om het in- en uit te voeren, om het te telen, bereiden, verwerken, verkopen, verstrekken, af te leveren of te vervoeren. Via het strafrecht kan iemand bestraft worden als diegene in strijd handelt met het bovenstaande. Concreet betekent dit dat iemand een gevangenisstraf of geldboete kan krijgen voor het overtreden van de wet.

Op deze manier wordt opgetreden tegen drugshandel(aren). Via het strafrecht kan echter niet bereikt worden dat er maatregelen genomen worden om te voorkomen dat er specifiek vanuit een woning of een lokaal drugs verhandeld worden.

De burgemeester heeft deze bevoegdheid wel: artikel 13b van de Opiumwet geeft de burgemeester de bevoegdheid om een woning of lokaal te sluiten met toepassing van bestuursdwang als in, bij of vanuit de woning of het lokaal drugs worden verkocht, afgeleverd, verstrekt of daartoe aanwezig zijn.

De bevoegdheid van de burgemeester tot het toepassen van artikel 13b Opiumwet is een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt wordt na een belangenafweging. In deze beleidsregels wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester met zijn discretionaire bevoegdheid omgaat.

Doel maatregel

Het doel van artikel 13b van de Opiumwet is de preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid en het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven, het woon- en leefklimaat en andere lokale omstandigheden.

De inzet van de maatregel uit artikel 13b van de Opiumwet is er op gericht om de drugshandel in of vanuit een woning of lokaal te beëindigen en beëindigd te houden. De maatregel is derhalve niet bedoeld als straf, maar is gericht op herstel van de verstoring van de openbare orde. Immers, de handel in drugs en de aanwezigheid daarvan hebben vanuit hun aard een nadelig effect op de openbare orde. Dit nadelige effect dient te worden weggenomen en de gevolgen dienen te worden hersteld.

Doel van de maatregel is om:

  • de bekendheid van de woning of het lokaal als drugspand te doorbreken en de loop eruit te halen;

  • verdere aantasting van het woon- en leefklimaat in de omgeving van de woning of het lokaal te voorkomen.

Handelshoeveelheid

Volgens vaste jurisprudentie mag een burgemeester wanneer er een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen in een woning of lokaal, aannemen dat het gaat om handel en hoeft er geen bewijs aanwezig te zijn van daadwerkelijke verkoop, aflevering of verstrekking.

In de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie is vastgelegd wat wordt aangemerkt als een “geringe hoeveelheid voor eigen gebruik”. Een grotere hoeveelheid wordt aangemerkt als een handelshoeveelheid.

Concreet betekent dit dat sprake is van een overtreding op grond van dit beleid bij een hoeveelheid:

  • harddrugs: meer dan 0,5 gram (of 5 ml (GHB)

  • softdrugs: meer dan 5 gram

  • hennepplanten: meer dan 5 planten

  • qat: meer dan 1 bundel (ca. 200 gram)

Drugshandel in of vanuit woningen en lokalen

Bij woningen grijpt een sluiting in beginsel ernstiger in op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene(n) dan het sluiten van een lokaal. De beginselen als ‘recht op ongestoord woongenot’ (artikel 8 EVRM) en ‘huisvredebreuk’ vereisen een zorgvuldige afweging ten aanzien van woningen. In gevallen waarbij er (mogelijk) sprake is van verblijf van minderjarige(n) zal daarom bijvoorbeeld een zorgmelding worden gedaan bij Veilig Thuis.

Dit is anders wanneer een woning niet feitelijk voor bewoning wordt gebruikt. Of een woning daadwerkelijk wordt gebruikt voor bewoning kan blijken uit inschrijvingen in de Basisregistratie Personen (BRP) of uit constateringen ter plaatse.

Omdat er sprake is van ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zal niet in alle gevallen direct tot sluiting worden overgegaan. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft onder andere in een uitspraak van 28 november 2012 geoordeeld dat van dit uitgangspunt – niet direct sluiten bij de eerste overtreding, maar eerst waarschuwen – in ernstige gevallen mag worden afgeweken. Dit is inmiddels bestendige jurisprudentie.

De Afdeling heeft bovendien geoordeeld dat het beleid, om in het geval een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen, zonder voorafgaande waarschuwing de sluiting van het betrokken pand te gelasten, niet onredelijk is. In deze beleidsregel is ook vastgelegd dat de burgemeester een woning direct, zonder voorafgaande waarschuwing, voor minimaal 3 maanden sluit, wanneer er een handelshoeveelheid harddrugs wordt aangetroffen in de woning.

Uit jurisprudentie blijkt dat de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid softdrugs onvoldoende is om te kunnen spreken van een ernstig geval. Wanneer er onder andere sprake is van bijkomende omstandigheden – zoals bijvoorbeeld de daadwerkelijke verkoop van softdrugs in/vanuit de woning – kan er wel sprake zijn van een ernstig geval waarbij de woning direct, zonder voorafgaande waarschuwing kan worden gesloten. De burgemeester sluit een lokaal bij constatering van een overtreding van de Opiumwet overigens in beginsel zonder voorafgaande waarschuwing. Dit acht de burgemeester noodzakelijk om het gevaar dat de aanwezigheid van handelshoeveelheden drugs vanuit haar aard heeft effectief aan te kunnen pakken.

In deze beleidsregels is vastgelegd hoe wordt opgetreden na constatering van specifieke overtredingen. In onderstaande handhavingsmatrix is dit schematisch weergegeven. Hierbij is een onderscheid gemaakt in situaties waarin harddrugs worden aangetroffen en situaties waarin softdrugs worden aangetroffen. Tevens is er dus onderscheid gemaakt tussen de overtreding bij woningen en bij lokalen. Bij de enkele aanwezigheid van softdrugs in een woning zal in beginsel eerst een waarschuwingsbrief worden verstuurd aan de betrokkene(n). Wanneer er echter sprake is van een ernstig geval, wordt deze eerste stap overgeslagen en volgt direct sluiting voor 3 maanden. De burgemeester hanteert de regel dat indien sprake is van een ernstig geval een stap uit de handhavingsmatrix kan worden overgeslagen.

De belangrijkste feiten en omstandigheden die duiden op ernstige gevallen, staan in onderstaande indicatorenlijst vermeld. De indicatorenlijst heeft een alternatief en geen cumulatief karakter. De indicatorenlijst is nadrukkelijk een hulpmiddel. Voor toepassing van de maatregel moet uiteraard altijd eerst gekeken worden of voldaan wordt aan de criteria van artikel 13b Opiumwet en de voorwaarden zoals gesteld in dit beleid.

Indicatorenlijst

  • De hoeveelheid aangetroffen middelen: is er sprake van handelshoeveelheden van verschillende middelen of een combinatie van hard- en softdrugs? Het aantreffen van een handelshoeveelheid op zichzelf is al voldoende om handel aan te nemen; daadwerkelijke verkoop, afleveren of verstrekken hoeft niet aangetoond te worden.

  • De mate waarin de woning of het lokaal betrokken is bij, dan wel bekend staat als pand waar drugshandel of drugsbezit aanwezig is. Hierbij kan gedacht worden aan (waarnemingen van) aanloop van personen die met drugshandel en/of -gebruik in verband kunnen worden gebracht, of het aantreffen van attributen in de woning die op handel in verdovende middelen wijst, zoals weegschalen, luxe goederen, grote hoeveelheden contant geld, versnijdingsmaterialen, verpakkingsmaterialen, etc.

  • Strafbare feiten, geweldsdelicten, wapenbezit als bedoeld in de wet Wapens en Munitie of andere openbare orde-delicten gerelateerd aan de woning of het lokaal. Hierbij kan gedacht worden aan gerelateerde feiten in de zin dat in de woning of het lokaal personen worden aangetroffen met antecedenten op het gebied van geweld, drugs of wapenbezit, of zich ten aanzien van dergelijke feiten recidivist hebben getoond. Ook kan aantoonbare (drugs)overlast met betrekking tot het pand of andere panden van de eigenaar een rol spelen.

  • Vermoedens van verwijtbaar gedrag van bewoner(s)/betrokkene(n) of betrokkenheid bij personen met antecedenten. Hierbij kan gedacht worden aan aantoonbare relaties van bewoner(s)/betrokkene(n) met personen die bij de politie bekend staan als drugshandelaren, al dan niet in georganiseerd verband, of die bekend staan in verband met georganiseerde criminaliteit.

  • De mate van gevaar of risico voor het woon- en leefklimaat in de omgeving en/of omwonende(n). Hierbij kan gedacht worden aan een buurt waarin de woning of het lokaal zich bevindt (staat de omgeving van de woning al langer onder druk in verband met drugsoverlast, bijvoorbeeld blijkend uit een negatieve score op de veiligheidsindex, dan kan worden overwogen dat een drugsvondst sneller het toch al broze woon- en leefklimaat in gevaar brengt) of de drugsoverlast die in de directe omgeving wordt ondervonden.

Handhavingsmatrixen

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in harddrugs in of vanuit een woning:

Handhavingsmatrix 1: In geval van verkoop, aflevering of verstrekking of het daartoe aanwezig hebben van harddrugs, als bedoeld in lijst I, in woningen en bijbehorende erven

Frequentie

Sanctie

1e overtreding

3 – 6 maanden sluiting

2e overtreding binnen twee jaar

6 – 12 maanden sluiting

3e overtreding binnen twee jaar

Maximaal 12 maanden sluiting

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in softdrugs in of vanuit een woning:

Handhavingsmatrix 2: In geval van verkoop, aflevering of verstrekking of het daartoe aanwezig hebben van softdrugs, als bedoeld in lijst II, in woningen en bijbehorende erven

Frequentie

Sanctie

1e overtreding

Waarschuwing tot 3 maanden sluiting

2e overtreding binnen twee jaar

3 – 6 maanden sluiting

3e overtreding binnen twee jaar

6 – 12 maanden sluiting

In ernstige gevallen wordt afgezien van het sturen van een waarschuwing en direct overgegaan tot sluiting van de woning voor drie maanden. Hierbij wordt direct opgemerkt dat in geval van (handel in) harddrugs in of vanuit een woning per definitie geen waarschuwing wordt gegeven. Harddrugs zorgen vanuit hun aard voor een nog grotere verstoring van de openbare orde en worden daarom per definitie beschouwd als een ernstige overtreding waarbij een waarschuwing niet op zijn plaats is.

Drugshandel in lokalen, niet zijnde coffeeshops

De burgemeester reageert op de hierna vermelde wijze op handel in harddrugs en/of softdrugs in of vanuit een lokaal, niet zijnde een coffeeshop:

Handhavingsmatrix 3: in geval van verkoop, aflevering of verstrekking of het daartoe aanwezig hebben als bedoeld in lijst I en II in lokalen en bijbehorende erven

Frequentie

Sanctie

1e overtreding

6 – 12 maanden sluiting

2e overtreding binnen twee jaar

Maximaal 12 maanden sluiting

Bij een horecabedrijf wordt tevens de Drank- en Horecawetvergunning en/of horeca-exploitatievergunning ingetrokken.

Procedure sluiting

De Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op besluiten van de burgemeester tot het sluiten van woningen of lokalen op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit betekent dat voordat wordt besloten tot sluiting over te gaan, aan belanghebbenden de gelegenheid wordt geboden een zienswijze in te dienen op het voorgenomen besluit. Daartoe zal eerst een voornemen worden verzonden aan de belanghebbenden.

Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang. De belanghebbende wordt er in het sluitingsbevel op gewezen dat direct een gesprek over de sluiting kan worden aangevraagd. Hierdoor kan de belanghebbende duidelijkheid krijgen over de situatie en kan de burgemeester eerder dan in het beleid staat het bevel tot sluiting intrekken.

Tegen de definitieve besluiten staat vervolgens bezwaar en/of beroep open.

Een besluit tot het sluiten van een woning, lokaal en/of daarbij behorend erf op grond van artikel 13b Opiumwet wordt op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) ingeschreven in het gemeentelijke beperkingenregister.

Gevolgen sluiting

In artikel 2:41 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weesp is bepaald dat het verboden is om een woning of lokaal dat door de burgemeester is gesloten, te betreden. De burgemeester kan een ontheffing verlenen van dit verbod en personen toestaan om (tijdelijk) de gesloten woning of het gesloten lokaal te betreden.

Nadere belangenafweging

Erkend wordt dat de uitoefening van de bevoegdheid van artikel 13b Opiumwet ingrijpende (financiële) gevolgen heeft voor zowel de gebruikers/huurders als de eigenaren van woningen en/of lokalen. Er is echter door de gebruikers/huurders en mogelijk tevens door de eigenaren van de woningen of lokalen ook (direct dan wel indirect) financieel voordeel behaald uit de handel uit drugs. De oplopende zwaarte van de maatregelen wordt volgens de burgemeester gerechtvaardigd doordat handel in drugs verboden is bij wet en beleid dat gemeentebreed bekend is gemaakt.

Afwijkingsbevoegdheid (artikel 4:84 Awb)

In bijzondere omstandigheden kan de burgemeester afwijken van deze beleidsregels. Afhankelijk van de omstandigheden kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een langere of kortere sluitingsduur. Bij de beoordeling van de vraag welke alternatieve sluitingsduur in een betreffend geval passend is, zal rekening worden gehouden bijvoorbeeld met de bekendheid van een woning of lokaal als drugsadres, of drugshandel al langere tijd plaatsvindt, de noodzaak om de rust in de directe omgeving te doen wederkeren of de noodzaak om herhaling van een ernstige verstoring van de openbare orde te voorkomen alsmede een verdere aantasting van het woon- en leefklimaat te voorkomen. Een besluit waarbij van deze beleidsregels wordt afgeweken wordt aanvullend gemotiveerd.

Begripsbepalingen

Bij de definities is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wettekst van de Opiumwet.

Kosten bestuursdwang

Volgens artikel 5:25 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder. Dit betekent dus dat de kosten die verband houden met de sluiting worden verhaald op de betrokkene. Denk hierbij aan de kosten voor het vervangen van sloten, verzegeling, ontruiming en de ambtelijke uren voor uitvoering van de sluiting.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Damoclesbeleid gemeente Weesp'.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Weesp, 5 maart 2019

De burgemeester van Weesp,

B.J. van Bochove