Regeling behandeling van bezwaarschriften personele zaken Werkorganisatie Druten Wijchen 2019

Geldend van 01-03-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Regeling behandeling van bezwaarschriften personele zaken Werkorganisatie Druten Wijchen 2019

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie ‘Werkorganisatie Druten Wijchen’

gelet op artikel 7:13 Awb;

Besluit:

vast te stellen de navolgende:

‘Regeling behandeling van bezwaarschriften personele zaken Werkorganisatie Druten Wijchen’

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    het bestuur: het bestuur van de Werkorganisatie Druten Wijchen, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Druten Wijchen;

  • c.

    commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften, zoals bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

  • d.

    voorzitter: voorzitter van de commissie bedoeld onder c;

  • e.

    secretaris: secretaris van de commissie bedoeld onder c;

HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepalingen

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissingen op bezwaar tegen besluiten, zoals bedoeld in artikel 1:3, lid 1, van de wet, van de bestuursorganen.

  • 2. De commissie is slechts bevoegd te adviseren ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten die betrekking hebben op personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeenten Druten, Wijchen of van de bestuursorganen van deze gemeenten of van de Werkorganisatie Druten Wijchen.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4 Vergoedingen

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen per vergadering een vergoeding alsmede een reiskostenvergoeding.

  • 2. De vergoeding voor de voorzitter bedraagt 277% van het bedrag waar hij overeenkomstig artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers recht op heeft.

  • 3. De vergoeding voor de leden bedraagt 215% van het bedrag waar zij overeenkomstig artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers recht op hebben.

  • 4. De reiskosten bedragen € 0,28 per kilometer.

Artikel 5 Secretaris

De commissie wordt bijgestaan door een door het bestuur aangewezen secretaris.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van 1 jaar of zo veel langer als nodig is voor de afhandeling van de ingekomen bezwaarschriften.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4. De commissie houdt van rechtswege op te bestaan op het moment waarop de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) in werking treedt, met dien verstande dat de commissie de bezwaarschriften ingediend tegen besluiten t/m 31 december 2019 nog afhandelt.

  • 5. In bijzondere omstandigheden kan het bestuur afwijken van de termijn genoemd in het eerste lid.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij geleverde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. De secretaris verstuurt een bericht van ontvangst aan de indiener van het bezwaarschrift en vermeldt daarbij dat een commissie over het bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

  • 1. Voor de toepassing van deze regeling worden door de voorzitter uitgeoefend de bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid, ten aanzien van het opvragen van een schriftelijke machtiging;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede en zesde lid met betrekking tot het ter inzage leggen van stukken of het achterwege laten daarvan;

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid ten aanzien van het achterwege laten van informatie omtrent het verhandelde tijdens het horen.

  • 2. De in deze verordening toegekende bevoegdheden aan de bezwaarschriftencommissie respectievelijk de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie kunnen - met uitzondering van het bepaalde in artikel 7:3 van de Awb - namens dezen, door de secretaris van de bezwaarschriftencommissie worden uitgeoefend.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bestuur vereist.

Artikel 10 Bemiddeling

De secretaris kan, in overleg met het bestuur en de voorzitter, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden opgelost en daartoe de nodige acties ondernemen.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De secretaris bepaalt, in overleg met de commissie, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende en het bestuur in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet ten aanzien van het afzien van het horen.

  • 3. Indien de commissie op grond van het tweede lid besluit van het horen af te zien, doet zij daarvan mededeling aan de belanghebbende en het bestuur.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris deelt de belanghebbende en het bestuur ten minste twee weken vóór de datum van de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het bestuur de secretaris, onder opgaaf van redenen, verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende en het bestuur meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat in ieder geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter, diens plaatsvervanger en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Beslotenheid hoorzitting

  • 1. De zitting van de commissie is niet openbaar.

  • 2. De belanghebbende kan zich laten bijstaan door een professioneel gemachtigde of een ander persoon.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:7 van de wet wordt een verslag van de hoorzitting gemaakt met vermelding van de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag vermeldt voorts kort en zakelijk hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies door de commissie wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter dit onderzoek uit eigen beweging of op verzoek van één van de commissieleden houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuur en de belanghebbende toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het bestuur en de belanghebbende kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Beraadslaging en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Het advies wordt gegeven door 3 personen, waaronder de leden en de voorzitter die bij de hoorzitting aanwezig zijn geweest.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder toevoeging van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuur.

  • 2. Indien naar het oordeel van de secretaris de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het bestuur, dan wordt de beslissing tijdig door het bestuur verdaagd.

  • 3. Het besluit tot verdaging wordt de belanghebbende vóór het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn toegezonden.

  • 4. Indien de beslissing op bezwaar van het bestuur afwijkt van het advies van de commissie, wordt de commissie hierover geïnformeerd.

Artikel 20 Alternatieve geschillenoplossing

Als blijkt dat de indiener van bezwaar en het bestuur willen onderzoeken of er een andere geschikte manier is om het bezwaar, dan wel de achterliggende oorzaak daarvan, op te lossen, dan wordt in afwachting van de uitkomst van die alternatieve oplossing de bezwaarschriftprocedure opgeschort, mits voldaan wordt aan artikel 7:10, vierde lid, onder a en/of b van de wet.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als:

‘Regeling behandeling bezwaarschriften personele zaken Werkorganisatie Druten Wijchen 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 18 februari 2019,

het bestuur van de Werkorganisatie Druten-Wijchen,

mr. drs. A.J.E.M. Buise-Jansen

secretaris

mr. J.Th.C.M. Verheijen

voorzitter