Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland houdende regels omtrent verlening van tijdelijk bijzonder mandaat aan de directeur van Avres (Besluit tijdelijk bijzonder mandaat gemeenschappelijke regeling Avres)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan:

• a.

  Dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland;

• b.

  Voorzitter: De voorzitter van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland;

• c.

  Directeur: De directeur van de gemeenschappelijke regeling Avres.

Artikel 2 Mandaat

Aan de directeur wordt in mandaat verleend de bevoegdheid tot:

• a.

  Het voorbereiden, het nemen en het uitvoeren van besluiten in het kader van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers, de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Sociale kredietverstrekking en de daarbij behorende of aanverwante algemeen verbindende voorschriften;

• b.

  Het vertegenwoordigen van Werkzaak Rivierenland in en buiten rechte.

Artikel 3 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

• a.

  Volmacht om namens Werkzaak Rivierenland privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

• b.

  Machtiging om namens Werkzaak Rivierenland handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 4 Ondermandaat

De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, in ondermandaat verlenen aan medewerkers van de gemeenschappelijke regeling Avres.

Artikel 5 Kaders mandaat

De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat verleend bij of krachtens dit besluit geschiedt met in achtneming van de volgende kaders:

• 1.

  Het verleende mandaat is beperkt tot het rechtsgebied dat is gerelateerd aan het grondgebied van de voormalige Lingewaal;

• 2.

  Het verleende mandaat strekt zich uit tot:

  • a.

    De afhandeling van de (primaire) besluitvorming op aanvragen die vóór 31 december 2019 te 24:00 uur zijn ingediend;

  • b.

    De afhandeling van de (primaire) besluitvorming die dient plaats te vinden naar aanleiding van feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan vóór 31 december 2019 te 24:00 uur;

  • c.

    De afhandeling van bezwaar, beroep en hoger beroep ten aanzien van besluiten die op 1 januari 2020 nog geen formele rechtskracht hebben verkregen en waarbij derhalve voor een belanghebbende nog mogelijkheden van bezwaar, beroep en/of hoger beroep openstaan, danwel nog geen besluit op bezwaar is genomen of een gerechtelijke uitspraak in beroep of hoger beroep voorhanden is. De afhandeling van bezwaar, beroep en hoger beroep omvat ook de besluiten als bedoeld in sub a en sub b van dit artikel.

• 3.

  Het verleende mandaat strekt zich tevens uit ten aanzien van de regie over de uitvoering van/de begeleiding van trajecten in het kader van re-integratie en participatie die vóór 31 december 2019 te 24:00 uur zijn gestart en doorlopen na 1 januari 2020 te 0.00 uur. Het mandaat loopt in concrete situaties door tot het moment dat het traject is beëindigd, danwel tot het moment dat de regie over de uitvoering van/de begeleiding van een dergelijk traject is overgedragen aan Werkzaak Rivierenland.

• 4.

  Het verleende mandaat strekt zich daarnaast uit tot de nazorg in de vorm van feitelijke handelingen gerelateerd aan besluiten die vóór 31 december 2019 te 24:00 uur formele rechtskracht hebben gekregen.

• 5.

  De verleende volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen strekt zich niet uit tot het aangaan van overeenkomsten en/of (financiële) verplichtingen/risico’s; tot het oprichten van en het participeren in rechtspersonen; en tot het verrichten van financiële transacties anders dan strikt noodzakelijk en direct gerelateerd aan de uitvoering van de taken en bevoegdheden met het oog op de rechten en plichten van een belanghebbende.

• 6.

  Het dagelijks bestuur en de voorzitter kunnen met het oog op de uitoefening van het mandaat nadere instructies geven.

Artikel 7 Ondertekening

Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, luidt de ondertekening:

“Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland,

namens deze,

de directeur van de gemeenschappelijke regeling Avres

namens deze,

[gevolgd door de handtekening, naam en functie van de medewerker]”