Verordening tegenprestatie gemeente Westerkwartier 2019

Geldend van 01-06-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie gemeente Westerkwartier 2019

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2019, voorstelnummer 19691619;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b van de Participatiewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening tegenprestatie gemeente Westerkwartier 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      uitkering: een uitkering op grond van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ;

    • b.

      doelgroep: de belanghebbenden die een uitkering ontvangen en waaraan, voor zover het mensen betreft die recht hebben op een uitkering op grond van de Participatiewet, tijdelijk ontheffing is verleend van de verplichting als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a van deze wet;

    • c.

      mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Artikel 2 De duur van de tegenprestatie

De tegenprestatie wordt opgedragen voor de duur en gedurende het aantal uren per week dat het college zinvol acht voor de belanghebbende.

Artikel 3 Opleggen tegenprestatie

  • 1. Het college legt de tegenprestatie op aan de belanghebbende die tot de doelgroep behoort.

  • 2. Geen tegenprestatie wordt opgelegd als de belanghebbende mantelzorg verricht.

  • 3. Bij het opleggen van de tegenprestatie wordt rekening gehouden met de individuele omstandigheden en het plan van aanpak van de belanghebbende. Tot de omstandigheden wordt in ieder geval gerekend:

    • a.

      het verrichten van vrijwilligerswerk;

    • b.

      het verrichten van arbeid in loondienst;

    • c.

      het volgen van een zorg- of re-integratietraject;

    • d.

      de duur van de werkloosheid.

Artikel 4 De inhoud van een tegenprestatie

Op grond van artikel 9 van de Participatiewet, artikel 37 IOAW en artikel 37 IOAZ is de belanghebbende verplicht naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringen op de arbeidsmarkt. De op te leggen tegenprestatie moet aan vier eisen voldoen:

  • a.

    de tegenprestatie is naar zijn aard niet direct gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt en is niet bedoeld als re-integratie-instrument;

  • b.

    de tegenprestatie mag niet in de weg staan aan acceptatie van algemeen geaccepteerde arbeid of aan de re-integratie gericht op arbeidsinschakeling;

  • c.

    de werkzaamheden zijn additionele onbeloonde maatschappelijke nuttige activiteiten;

  • d.

    het mag niet leiden tot verdringen op de arbeidsmarkt.

Artikel 5 Regelingen

  • 1. Het college kan regelingen vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2. De regelingen, zoals bedoeld in het eerste lid, geven dan in ieder geval aan wanneer sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 7 Mantelzorg

Het college draagt geen tegenprestatie op wanneer een belanghebbende mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tegenprestatie gemeente Westerkwartier 2019.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Gelijktijdig met het in werking treden van deze verordening wordt/worden de volgende verordening(en) vervallen verklaard:

    • a.

      Verordening tegenprestatie gemeente Leek 2015;

    • b.

      Verordening Tegenprestatie gemeente Grootegast;

    • c.

      Verordening Tegenprestatie gemeente Zuidhorn;

    • d.

      Verordening tegenprestatie gemeente Marum 2015.

    • e.

      Verordening tegenprestatie Participatiewet BMWE-gemeenten 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Westerkwartier,

d.d. 8 mei 2019.

F.H. Wiersma, voorzitter J.L. de Jong, griffier