Regeling vervallen per 25-10-2013

Verordening winkeltijden Westland 2013

Geldend van 25-10-2013 t/m 24-10-2013

Intitulé

Verordening winkeltijden Westland 2013

De raad van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders  van 6 november 2012, nummer 12-0062681;

 

gelet op het bepaalde in de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

de Verordening winkeltijden Westland 2013 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • 2.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet:

  • 3.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het college beslist op de mededeling van overdracht van de ontheffing binnen vier weken na de dag waarop de mededeling is ontvangen.

  • 3. Het college kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen.

  • 4. Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken vòòr het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Weigering ontheffing/Beperkingen en voorschriften

Het college kan een ontheffing weigeren indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel. Aan een ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • 1.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • 3.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • 4.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • 5.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij het ontbreken van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • 6.

    de houder van de ontheffing dit aanvraagt.

Artikel 6. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a. en b. van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 7. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen (avondwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a. en b. van de wet genoemde verboden aan winkels met een minimum winkelvloeroppervlak van 500m2, waar uitsluitend of in hoofdzaak eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste zes winkels verlenen.

  • 3. Bij het verlenen van een ontheffing, zoals bedoeld in het eerste lid, dient het college zorg te dragen voor een evenwichtige spreiding van avondwinkels over de gemeente.

  • 4. Aan de ontheffing wordt in elk geval het voorschrift verbonden dat de winkel op de zondagen en de feestdagen vóór 16.00 uur gesloten dient te zijn.

  • 5. Een ontheffing, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verleend voor een periode van twee jaar.

Artikel 8. zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 9. Toerisme

  • 1. De verboden, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, niet:

    • a.

      voor de aan de strandopgangen Molenslag te Monster en Vlugtenburg te ’s-Gravenzande gelegen recreatie-instellingen;

    • b.

      gedurende 1 april tot 1 oktober;

    • c.

      op zondag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en tweede Pinksterdag van 06.00 tot 22.00 uur;

    • d.

      voor de verkoop van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

  • 2. De verboden, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, niet:

    • a.

      voor de Grote Woerdlaan 38 te Naaldwijk (The Japanese Watergarden);

    • b.

      op zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag van 09.00 tot 18.00 uur;

    • c.

      voor de verkoop van goederen die verband houden met de Japanse natuur en cultuur.

  • 3. De verboden, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, niet:

    • a.

      voor Vlotlaan 535 te Monster (Westlandse Druif);

    • b.

      op zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag van 09.00 tot 18.00 uur;

    • c.

      voor de verkoop van artikelen die direct verband houden met de doelstelling van Stichting “de Westlandse Druif”.

Artikel 10. Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden Westland 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Westland 2013.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare
vergadering van 18 december 2012,
 
 
de griffier,                                                                 de voorzitter,
 
 
 
 
 
 
N. Broekema                                                              J. van der Tak
 

ALGEMENE TOELICHTING, behorende bij de Verordening winkeltijden Westland 2013

De Winkeltijdenwet

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbeslui t Winkeltijdenwet in werking get reden. Deze wet stelt stel t ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.

De Winkeltijdenwet is evenwel in 2011 aangescherpt met als doel een inkadering te geven aan de

bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wi jzen, waar de winkels op alle zon- en feestdagen

open mogen zijn . Het gaat om een aantal ext ra eisen aan de besluitvorming en een aanscherp ing

van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder a., van de wet . Verder worden door

deze aanscherping de vr ijs tellingen die de raad op basis van dit artikel bij verordening kan geven,

vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedr ijfsleven.Uitgangspunten Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

a. Op maandag t /m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

b. Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

c. Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

d. Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalender jaar kan de gemeente vr ijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in di t verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerst e en tweede Kerstdag.

e. Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon - en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend. Dit aantal dient in de verordening te worden vastgelegd.

f. De raad kan bi j verordening vrijs telling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon - en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme.

 

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

 Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings - en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.1. Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (Artikel 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden.2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De raad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college. Ook kan de raad het college een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a. van de Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b., wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1. van de Verordening winkeltijden Westland 2013 aangemerkt als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid, onder b., van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur : Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen” .

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet aangemerkt als feestdagen.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen. Daaruit volgt dat de 19 -uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen.3. Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heef t de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a. van de Winkeltijdenwet ). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening. In de toelichting op artikel 9. van de Verordening winkeltijden Westland 2013 wordt hierop nader ingegaan.

De Winkeltijdenwet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de raad om in een verordening een bevoegdheid aan het college toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. Aan de toekenning van deze bevoegdheid aan het college kunnen voorwaarden worden verbonden

In de praktijk zijn het doorgaans supermarkten die op dit punt een ontheffing aanvragen. Echter ook andere winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet - en drinkwaren verkopen kunnen voor een ontheffing in aanmerking komen. Om consumenten op zondagen na 16.00 uur een zo breed mogelijk aanbod te bieden is het zaak om de ontheffingsmogelijkheid tot supermarkten te beperken. Daarnaast is het voor consumenten van belang dat er een evenwichtige spreiding van het maximaal aantal te verlenen ontheffingen (6) wordt gerealiseerd. In de toelichting op artikel 7.

van de Verordening winkeltijden Westland 2013 wordt nader op deze problematiek ingegaan. Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, van de wet hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 en 22. 00 uur, onbeperkt geopend zijn. De bet rokken winkels moeten echter wel op alle zon - en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijs telling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toe te kennen op verzoek een ontheffing te verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Een en ander is geregeld in artikel 8 van de Verordening winkeltijden Westland 2013.

Het college kan op grond van artikel 6 van de wet op verzoek een ontheffing verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een kerk genootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten houden.4. Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden verbonden.

VRIJSTELLINGENBESLUIT WINKELTIJDENWET

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de openingsverboden ui t de wet. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijs tellingen voor de zondagen en feestdagen onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën zijn hieronder nader uitgewerkt. Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen van de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt de vrijs telling gedurende de gehele week echter van zo groot landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon – en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt.

 Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

a. Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen) . Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet – en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften , alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

b. Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart ). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

c. Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

a.  Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment).

b.  Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

c.  Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. In de Verordening winkeltijden Westland 2013 is een bepaling opgenomen om deze algemene ontheffing zonodig in te perken (artikel 9.).

d.  Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

e.  Verkoop van rechtst reeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

f.   Verkoop van rechtst reeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.

g.  Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet – en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht.

h.  Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto’s ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

i .  Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

j .  Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht bui ten de periode van de Ramadan.

k.  Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

l .  Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

HANDHAVING

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De belastingdienst wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is. Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk.

 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid, onder b. van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1. Van de Verordening winkeltijden Westland 2013 aangemerkt als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid, onder b. van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag. Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “ feestdag” o f “feestdagen” en hoe ven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden.

Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 2. Beslistermijn

Geen verdere toelichting noodzakelijk.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een ( rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het gaat om een ontheffing voor straatverkoop biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een nadere rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden.

Artikel 4. Weigering ontheffing/Beperkingen en voorschriften

Deze bepaling regelt voor alle ontheffingen de gronden waarop een ontheffing geweigerd kan worden, waardoor dit niet meer per ontheffing geregeld hoeft te worden. Daarnaast biedt het de grondslag voor het opleggen van voorschriften of beperkingen.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen van de ontheffing.

Deze bepaling regelt de gevallen waarin het college de ontheffing kan intrekken of wijzigen. De genoemde omstandigheden spreken voor zich.

Artikel 6. Zon- en feestdagenregel ing (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, van de Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is een beperkte delegati e: de raad zelf verleent vrijstelling, het college bepaalt wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar. Deze bepaling is identiek aan de bepaling die op dit punt in de Winkeltijdenverordening Westland 2005 is opgenomen.

Artikel 7. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon - en feestdagen(avondwinkels)

Dit artikel steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet. Dit artikel noemt een aantal beperkingen voor de ontheffing. De ontheffing kan al leen worden verleend aan winkels:

  • die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16.00 uur, ook als die als koopzondag zijn aangewezen, en

  • waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank.

 

Voorts mag er maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners. Dit aantal moet strikt worden toegepast, er mag dus niet naar boven worden afgerond. Dit aantal – voor Westland 6 ontheffingen – dient in de verordening te worden vastgelegd. Dit is vastgelegd in artikel 7, lid 2.

 

In de verordening is als uitgangspunt genomen dat de consument een zo breed mogelijk assortiment dient te worden geboden. Dit kan worden bereikt door alleen supermarkten voor een ontheffing in aanmerking te laten komen. Andere winkels dan supermarkten die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te verkopen (bakkers, groentewinkels etc.)komen bij deze constructie dus niet in aanmerking voor een ontheffing. Een en ander is nader uitgewerkt in lid 1, waar het verlenen van de ontheffing is gekoppeld aan een minimum winkelvloeroppervlak van 500 m2.

 

In artikel 7., lid 3., is de opdracht aan het college meegegeven om bij het verlenen van ontheffingen zorg te dragen voor een evenwichtige spreiding van avondwinkels over de gemeente. Hiermee wordt bereikt dat de consument zo dicht mogelijk bij zijn woonplaats boodschappen kan doen.

 

Tenslotte is bepaald dat de ontheffing wordt verleend voor een periode van twee jaar. Het organiseren van een avondopenstelling vergt de nodige organisatorische en administratieve inspanningen van een ondernemer. Door de ontheffingsduur op twee jaar te zetten wordt een zeker evenwicht bereikt tussen inspanningen en opbrengsten. Daarnaast is het voor de consument overzichtelijker dan een situatie waar in jaarlijks een andere supermarkt de avondopenstelling verzorgt. Binnen Westland zijn er meer supermarkten dan beschikbare ontheffingen. Het college heeft op dit punt specifiek beleid geformuleerd.

Artikel 8. Ontheffing zon- en feestdagen voor bijzondere situaties

Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 7 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard. De ontheffing kan zowel op aanvraag als ambtshalve worden verleend.

Artikel 9. Toerisme

De Winkeltijdenwet is sinds de invoering op dit punt aangescherpt, in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad bij een besluit op dit punt nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel,

b. de zondagsrust in de gemeente, en

c. de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

 

Verder bepaalt de Winkeltijdenwet dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

 

In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme.

 

In Westland zijn twee pogingen om het gehele grondgebied van de gemeente onder deze bepaling te laten vallen gestrand. Beide raadsbesluiten zijn door de Kroon vernietigd omdat toeristische aantrekkingskracht niet in de vereiste mate aanwezig is. Het feit dat Westland weliswaar een bepaalde ambitie heeft op het gebied van toerisme kan niet tot de conclusie leiden dat er dan sprake is van daadwerkelijke autonome toeristische aantrekkingskracht. De nota’s strand uit 2004 en toerisme uit 2005 en het feit dat in de gemeente een aantal evenementen plaatsvindt, zijn onvoldoende om te concluderen dat die aantrekkingskracht aanwezig is. Bij de laatste uitspraak van de Kroon is de gedeeltelijke vrijstelling voor enkele strandopgangen en een tweetal specifieke locaties in stand gelaten.

 

Nu de Kroon expliciet heeft verklaard dat er in Westland geen sprake is van autonome toeristische aantrekkingskracht kan definitief geen beroep op de algemene vrijstellingsmogelijkheid worden gedaan. De gedeeltelijke vrijs telling, die door de Kroon ongemoeid is gelaten, komt in dezelfde vorm en met dezelfde motivatie die is gebruikt bij de vaststelling van de Winkeltijdenverordening Westland 2005 terug in de onderwerpelijke verordening.

Artikel 10. Intrekking voorgaande regeling, artikel 11. Inwerkingtreding en artikel 12. Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.