Regeling vervallen per 31-12-2017

verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 30-12-2017

Intitulé

verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2017

Raadsbesluit 2016

Nr. 143564/143652

De raad van de gemeente Westvoorne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op artikel 15.33 van de Wet mileubeher;

B E S L U I T:

Vast te stellen de:

.

Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing 2017

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2: Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “Afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3: Belastingsplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4: Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar voor 1 grijze minicontainer en 1 groene minicontainer:

  • a.

    indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon € 184,28;

  • b.

    indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon €263,28;

  • c.

    indien een extra grijze of groene minicontainer wordt verstrekt is hiervoor bovenop het bedrag vermeld onder a en b een extra bedrag verschuldigd van € 131,64;

  • d.

    indien een extra grijze container wordt verstrekt aan huishoudens die veel extra afval produceren als gevolg van een medische oorzaak, hetgeen moet worden aangetoond middels een medische verklaring, is hiervoor bovenop het bedrag vermeld onder a en b een extra bedrag verschuldigd van € 0,00; Jaarlijks aan het begin van het belastingjaar dient een nieuwe medische verklaring te worden ingeleverd dat de medische noodzaak nog steeds bestaat.

Artikel 5: Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6: Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Wanneer de belastingplicht voor de 16e van de maand aanvangt is de belasting voor de volledige maand verschuldigd, vanaf de 16e van de maand met in- gang van de volgende maand.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 4,50. Wanneer de belastingplicht voor de 16e van de maand aanvangt is de belasting voor de volledige maand verschuldigd, vanaf de 16e van de maand met ingang van de volgende maand.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 4,50 worden niet geheven.

Artikel 8: Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt in geval het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen meer is dan € 45,- en minder is dan € 3.500,- en er een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende ter- mijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1 en 2 gestelde termijnen.

Artikel 9: Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2016" van 15 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde da- tum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking m.i.v. de derde dag van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2017".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 20 december 2016
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,