Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het subsidiebeleid

Geldend van 01-01-2021 t/m 22-12-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne houdende regels omtrent het subsidiebeleid

Hoofdstuk 1 Inleiding

Subsidiebeleid

Deze beleidsregels zijn een aanvullende uitwerking van de Algemene subsidieverordening gemeente Westvoorne 2018.

Het subsidiebeleid is een instrument om actief maatschappelijk leven te stimuleren. De visie van het subsidiebeleid is dat deze voorziening ter ondersteuning is voor de verenigingen en stichtingen van de gemeente Westvoorne. Het doel is om het aanbod in stand te houden en de organisaties gezond te houden. Het instrument subsidies wordt ingezet ter stimulering of waardering van het werk van een instelling.

Subsidiebesluiten worden genomen door het college binnen de budgetten die de raad daartoe verstrekt.

Hoofdstuk 2 Algemene beleidslijnen subsidiebeleid

2.1 Algemeen

De beleidsregels zijn gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening gemeente Westvoorne 2018 (Asv), artikel 149 van de Gemeentewet en afdeling 4.2. van de Algemene Wet Bestuursrecht. De omschrijvingen uit de Asv zijn van overeenkomstige toepassing.

2.2 Reikwijdte

In dit document worden nadere regels gesteld voor subsidies die door instellingen in de gemeente Westvoorne kunnen worden aangevraagd. Onder deze beleidsregels vallen geen donaties of ondersteuning buurtinitiatieven ter bevordering van de sociale samenhang. Overeenkomstig de Asv omschrijven de beleidsregels de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de beschikbare middelen.

2.3 Inhoudelijke verankering

De doelen en activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, zijn ontleend aan beleidsmatige (kader)nota’s. De beleidsstukken die van toepassing zijn, worden bij elk afzonderlijk hoofdstuk genoemd. Bij het honoreren van een subsidieaanvraag zal in de subsidiebeschikking de te ontvangen subsidie genoemd worden en de grondslag waar het op gebaseerd is.

  • 2.4

    Begripsbepalingen die van toepassing zijn

  • a.

    College

  • Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne.

  • b.

    Instelling

  • Een vereniging of stichting (rechtspersoon) die ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel als volledig rechtsbevoegde organisatie zonder winstoogmerk en statutair is gevestigd in de gemeente Westvoorne, waarvan de activiteiten in of vanuit de gemeente Westvoorne plaatsvinden. De vereniging of stichting moet, voor zover bestaand, aangesloten zijn bij een landelijk, provinciaal of regionaal erkende overkoepelende organisatie.

  • c.

    Peildatum

  • Peildatum voor bepaling van het subsidiabele ledenaantal is 1 januari voorafgaande aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • d.

    Jeugdleden

  • Leden van een instelling die op de peildatum de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, woonachtig zijn in Westvoorne en contributie betalen voor het lidmaatschap en actief lid zijn.

  • e.

    Volwassen leden

  • Leden van een instelling van 18 t/m 69 jaar, woonachtig in de gemeente Westvoorne en actief deelnemend aan de activiteiten van de instelling. Ereleden en rustende leden vallen binnen de categorie passieve/niet-werkende leden en nemen niet regelmatig actief deel aan de activiteiten en deze tellen niet mee voor subsidie.

  • f.

    Seniorenleden

  • Leden vanaf 70 jaar, woonachtig in de gemeente Westvoorne en actief deelnemend aan de activiteiten van de instelling. Ereleden en rustende leden vallen binnen de categorie passieve/niet-werkende leden en nemen niet regelmatig actief deel aan de activiteiten en deze tellen niet mee voor subsidie.

  • g.

    Gehandicapte leden

  • Leden van een instelling van alle leeftijden, woonachtig in Westvoorne, die door een chronische functiebeperking (lichamelijk en/of verstandelijk) niet zelfstandig kunnen deelnemen aan de activiteiten van de instelling en/of waarvoor extra voorzieningen noodzakelijk zijn.

  • h.

    (Amateur)Sporten

  • De in Westvoorne gevestigde instelling is aangesloten bij een overkoepelende organisatie (zoals NOC*NSF) en heeft als doelstelling het beoefenen van de sport door leden in clubverband (geen bedrijfsorganisatie of een specifieke jeugdorganisatie). De vereniging biedt sportactiviteiten aan de leden aan, in ieder geval ook in competitieverband onder auspiciën van de overkoepelende organisatie. De activiteiten en trainingen staan onder deskundige leiding (gediplomeerd/geschoold technisch kader).

  • i.

    Sportaccommodatie

  • De voor de feitelijke sportbeoefening benodigde accommodatie in Westvoorne.

  • j.

    Ouderensociëteit

  • Een instelling gevestigd in Westvoorne bestaande uit leden woonachtig in Westvoorne van 55 jaar en ouder, die een belangrijke rol dient te vervullen in het leggen en onderhouden van sociale contacten en het vervullen van een actieve rol in het maatschappelijk leven, evenals het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van de sociale cohesie in buurten en wijken.

  • k.

    Ouderenbond

  • Een emancipatie- en belangeninstelling gevestigd in Westvoorne, bestaande uit leden van 50 jaar en ouder woonachtig in Westvoorne, die onder meer sociale en culturele activiteiten organiseren.

  • l.

    Vrouwenorganisatie

  • Een instelling gevestigd in Westvoorne die zich in haar activiteiten richt op de verbreding van kennis en vaardigheden van de vrouw in Westvoorne in algemene zin.

  • m.

    Bevolkingsgerichte activiteit

  • Een activiteit in Westvoorne die te bezoeken is door zowel leden en als niet-leden, zoals evenementen, festiviteiten, braderieën, etc.

  • n.

    Jeugdactiviteit

  • Een activiteit die ten doel heeft de vrijetijdsbesteding van de jeugd en jongeren woonachtig in de gemeente Westvoorne in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar te bevorderen.

  • o.

    Deelnemers jeugd en jongerenwerk

  • Jeugd en jongeren van 4 t/m 22 jaar, woonachtig in de gemeente Westvoorne, die incidenteel of regelmatig aan activiteiten van een vereniging deelnemen, dus niet in vast groepsverband en niet op basis van lidmaatschap.

  • p.

    Kindervakantiewerk

  • Activiteiten die in de zomervakantie worden georganiseerd voor kinderen van 4 t/m 12 jaar die woonachtig in de gemeente Westvoorne zijn, met als uitdrukkelijk doel de kinderen in de vakantie op een zinvolle wijze bezig te laten zijn.

  • q.

    Methodisch jeugd- en jongerenwerk

  • Vrijetijdactiviteiten ten behoeve van jonge inwoners van Westvoorne, die uitgevoerd worden met vaste jongerenwerkgroepen en regelmatig (in principe 4 x per maand) bij elkaar komen.

  • r.

    Open jeugd- en jongerenwerk

  • Breed aanbod van activiteiten door een instelling van educatieve, sociale, creatieve en/of recreatieve aard, die een belangrijke bijdrage leveren aan het preventief lokaal jeugdbeleid door middel van een zinvolle vrijetijdsbesteding van jeugd en jongeren van 4 t/m 22 jaar woonachtig in Westvoorne.

  • s.

    Hobbyclub

  • Aanbod van een in Westvoorne gevestigde instelling met hoofdzakelijk creatieve activiteiten voor diverse leeftijdsgroepen binnen Westvoorne.

  • t.

    Muziekvereniging

  • De in Westvoorne gevestigde harmonie, fanfare, drumband, de majorettes, twirlgroep, orkest of onderdelen die als zodanig deel uitmaken van de zelfstandige instelling.

  • u.

    Muziekonderwijs

  • Het aanbieden van muzieklessen (individueel en groepsgewijs) aan inwoners van

  • Westvoorne door een in Westvoorne gevestigde instelling.

  • v.

    Zanggezelschap

  • Een instelling dat de (koor)zang beoefent, gevestigd in Westvoorne.

  • vermogen van de instelling.

  • w.

    Evenementenorganisatie

  • Een vereniging of stichting (rechtspersoon) ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als volledig rechtsbevoegde organisatie zonder winstoogmerk en statutair is gevestigd in de gemeente Westvoorne en waarvan de activiteiten in of vanuit de gemeente Westvoorne plaatsvinden.

  • x.

    Evenementen/festiviteiten

  • Activiteiten van tijdelijke aard die georganiseerd worden in Westvoorne door een in Westvoorne gevestigde instelling ter vermaak van bezoekers. De activiteiten hebben een lokale of (boven)regionale uitstraling en vinden over het algemeen plaats in de open lucht en vereisen gemeentelijke vergunningen.

  • y.

    Beschikking

  • Een beslissing van een bestuursorgaan heet een besluit. Een besluit dat individueel of concreet is, heet een beschikking. In de uitgegeven beschikking na het honoreren van een subsidie wordt het bedrag duidelijk gemaakt en de grondslag waarop de beschikking uitgegeven wordt. Ook bij niet honoreren wordt de grondslag hierin aangegeven.

  • z.

    Bestemmingsreserve

  • Reserve op de balans van de instelling met specifieke bestemming. Onderdeel van het eigen vermogen van de instelling.

  • aa.

    Voorziening

  • Gelabelde voorziening op de balans van de instelling. Onderdeel van het vreemde vermogen van de instelling.

Een voorwaarde voor subsidiëring van instellingen is dat zij gevestigd zijn in Westvoorne en indien van toepassing een minimaal aantal leden, afkomstig uit Westvoorne, kent. In bijzondere gevallen kan aan instellingen van buiten de gemeente subsidie worden verstrekt, indien zij naar het oordeel van het college aantoonbaar activiteiten organiseren ten behoeve van de inwoners van Westvoorne en de activiteiten een aanvulling zijn op het reeds bestaande aanbod.

Instellingen die voor het eerst een aanvraag doen voor een structurele budgetsubsidie, komen hiervoor slechts in aanmerking als het activiteitenaanbod naar het oordeel van het college aanvullend is op het reeds bestaande voorzieningenniveau.

Bij het toekennen van subsidies worden leden in verschillende categorieën ingedeeld. Bij ieder hoofdstuk wordt apart vermeld bij welke categorie en op basis van hoeveel leden er aanspraak op subsidie gedaan kan worden.

2.5 Soorten subsidies

Subsidies onderscheiden zich in juridische zin slechts door het feit of het eenmalige dan wel jaarlijkse subsidies zijn. In de Asv is vastgehouden aan deze onderverdeling. Hier vallen geen donaties, sponsoring of ondersteuning buurtinitiatieven ter bevordering van de sociale samenhang onder.

In deze beleidsregels zijn eenmalige en jaarlijkse subsidies verder onderverdeeld in:

Eenmalige subsidies

Eenmalige subsidies zijn subsidies met betrekking op activiteiten van een instelling die eenmalig zijn of een activiteit waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd subsidie wil verlenen.

Hieronder vallende volgende subsidies:

  • 2.5.1.

    Incidentele subsidie

    Bedoeld om waardering voor of belang van bepaalde incidentele activiteiten aan te geven van een instelling. Er kan slechts eenmaal in de vijf jaar aanspraak op worden gemaakt. Het maximum van deze waarderingssubsidie is € 500,- per keer.

  • 2.5.2.

    Lustrumsubsidie

    Een lustrumsubsidie kan worden verstrekt aan instellingen die actief zijn op het gebied van welzijn en zorg, amateursport, kunst en cultuur en jeugd- en jongerenwerk voor de viering van een lustrum (tijdperk van vijf jaar). De lustrumsubsidie bedraagt maximaal € 250,- per lustrum.

  • 2.5.3.

    Projectsubsidie

    Een projectsubsidie is tijdelijk en doelgericht. De subsidie is gericht op een prestatie, experiment, activiteit, evenement, product of resultaat van een instelling, die aansluit op het gemeentelijk beleid, die in tijd beperkt is en die inhoudelijk een afgerond resultaat oplevert. Er kan slechts eenmaal in de vijf jaar aanspraak hierop gemaakt worden. Het maximum van een projectsubsidie is € 500,- per keer.

  • 2.5.4.

    Uitwisselingssubsidie

    Een uitwisselingssubsidie kan worden verkregen voor een meerdaags internationaal contact tussen een instelling uit de gemeente Westvoorne en een instelling in het buitenland op basis van hun overeenkomstige activiteiten en doelstellingen. Het maximum van een uitwisselingssubsidie is € 1.000,- per keer en kan één keer in de twee jaar aangevraagd worden. Het plafond is € 5.000,- per jaar en wordt vanuit het budget internationale betrekkingen beschikbaar gesteld. Wanneer dit budget niet wordt besteed zal het resterende bedrag ingezet worden ter dekking van marketingkosten voortvloeiend uit het beleid internationale betrekkingen.

  • 2.5.5.

    Investeringssubsidie

    Een investeringssubsidie kan worden verkregen door een instelling voor het verwerven, nieuw te bouwen, uit te breiden, of het renoveren van accommodaties. De hoogte van een investeringssubsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten van de investering, tot een maximumbedrag van € 20.000,-. Het subsidieplafond bedraagt € 40.000,- per jaar. Voor het bepalen van het bereiken van het van toepassing zijnde subsidieplafond worden de subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst behandeld.

    • a.

      Criteria

      Alvorens een investeringssubsidie kan worden toegekend, dient de instelling te voldoen aan de volgende criteria:

      • 1.

        Het betreft een instelling die activiteiten uitvoert op het terrein van sport, jeugd- en jongerenwerk, welzijn en zorg of kunst en cultuur.

      • 2.

        Het gaat niet om een professioneel geleide instelling.

      • 3.

        De instelling is in de gemeente Westvoorne gevestigd en werkzaam.

      • 4.

        Het gaat om een noodzakelijke, incidentele uitgave voor de instelling, zonder welke het voortbestaan van de instelling in gevaar kan komen, of het gebruik van de accommodatie gevaar op kan leveren.

      • 5.

        De noodzakelijke investeringen zijn niet het gevolg van onzorgvuldig beleid of beheer.

      • 6.

        De bouw- en/of inrichtingsplannen moeten voldoen aan de wettelijke eisen.

      • 7.

        De uitgaven zijn niet, of niet geheel, door de instelling zelf op te brengen, niet ineens uit de eigen middelen en niet door externe financiering. Indien de instelling zelf meer dan 50% van de kosten kan dragen, wordt het meerdere bedrag in mindering gebracht op de subsidie.

      • 8.

        De instelling heeft aantoonbare inspanningen gedaan om een bijdrage in de kosten te verkrijgen van in aanmerking komende fondsen. De ontvangen bijdrage wordt in mindering gebracht op de voor subsidie in aanmerking komende kosten.

      • 9.

        De instelling heeft zelf aantoonbare inspanningen gedaan om, bijvoorbeeld door middel van acties, middelen te verwerven.

      • 10.

        De investering moet in redelijke verhouding staan tot het aantal leden of gebruikers van de instelling en het belang van de instelling voor de lokale gemeenschap.

      • 11.

        De mogelijkheid tot het verkrijgen van een investeringssubsidie bestaat tot het beschikbare budget is uitgeput.

    • b.

      Niet voor subsidie in aanmerking

      Niet voor subsidie in aanmerking komt een instelling die verbonden is aan of onderdeel is van een andere organisatie, instelling, instituut, bedrijf en dergelijke zoals een dienst-, bedrijfs- of beroepsvereniging c.q. of een gezelschap verbonden aan een inrichting, een onderwijsinstelling of geloofsgenootschap. De subsidiëring kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college aannemelijk is dat de instelling onvoldoende actief is.

    • c.

      Nadere weigeringsgronden

      Onverminderd de weigeringsgronden uit de Asv en de beleidsregels weigert het college de subsidie indien:

      • 1.

        De aanvraag of de instelling niet past binnen het gemeentelijke beleid.

      • 2.

        De aanvraag is bedoeld voor commerciële accommodatie(onderdelen).

      • 3.

        De beoogde investering niet noodzakelijk is in het kader van het maatschappelijke doel van de instelling.

      • 4.

        De voorziening, in geval van nieuwbouw, renovatie of uitbreiding van een bestaand gebouw, niet toegankelijk en bruikbaar is voor mindervaliden.

      • 5.

        Aanvrager van een andere gemeentelijke regeling voor hetzelfde doel financiële ondersteuning ontvangt.

      • 6.

        Aanvrager niet in staat is om het voor zijn rekening komende deel van de investeringskosten te dragen.

      • 7.

        De instelling een aanvraag indient voor een activiteit die eerder gesubsidieerd is.

      • 8.

        Een instelling niet alle genoemde stukken kan aanleveren.

      • 9.

        Er niet voldoende budget beschikbaar is.

    • d.

      Nadere verplichtingen

      • 1.

        Subsidieontvanger moet zich bij de bouw, renovatie of uitbreiding van de accommodatie aan alle van toepassing zijnde geldende wet- en regelgeving houden.

      • 2.

        Subsidieontvanger is verplicht voordat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten aanvang neemt, de hiervoor benodigde vergunningen te verkrijgen.

    • e.

      Buitensportaccomodaties

      In aanvulling op 2.5.5. aanhef geldt tot 1 april 2022 een tijdelijke beleidsregel voor eenmalige investeringen in buitensportaccommodaties tot maximaal € 50.000,- per vereniging, waarbij een subsidieplafond geldt van in totaal € 300.000,-. De overige bepalingen van artikel 2.5.5. gelden onverkort met uitzondering van artikel 2.5.5 sub a onder 4. In afwijking van artikel 2.5.5. sub a onder 4 geldt dat de uitgave voor de instelling een investering betreft die bijdraagt aan de toekomstbestendigheid van de sportaccommodatie. De reguliere investeringssubsidie zoals bedoeld onder artikel 2.5.5. aanhef wordt uitgesloten indien een beroep wordt gedaan op onderhavige tijdelijke subsidieregeling en andersom.

      Instellingen kunnen slechts eenmalig aanspraak op deze subsidie maken.

Jaarlijkse subsidies

Jaarlijkse subsidies hebben betrekking op activiteiten van een instelling die elk jaar plaatsvinden en waarmee de gemeente een langdurige subsidierelatie heeft. Hieronder vallen de volgende subsidies:

  • 2.5.6.

    Structurele budgetsubsidie

    Gericht op uitvoering van het gemeentelijk beleid, uitgewerkt in te behalen doelstellingen en prestaties, waarbij de instelling de uitvoering ter hand neemt. De subsidie is grotendeels afhankelijk van het aantal leden (indien van toepassing). De tabellen staan vermeld per product in ieder hoofdstuk met een vastgesteld bedrag.

  • 2.5.7.

    OZB-subsidie

    Het basisbedrag van de jaarlijkse structurele budgetsubsidie kan worden verhoogd met een subsidiebedrag dat gelijk is aan 100% van de kosten die een instelling maakt als gevolg van de Onroerend Zaak Belasting in het betreffende subsidiejaar.

2.6 Indexering

Instellingen die een structurele budgetsubsidie ontvangen, kunnen eventueel voor loon- of prijsstijgingen worden gecompenseerd. Hierbij kan rekening worden gehouden met standaardpercentages die ook in de uitgangspunten van de gemeentebegroting worden gehanteerd. Een instelling dient aantoonbaar te maken dat de subsidie ontoereikend is zonder indexering. Indien indexering wordt toegekend, kan de instelling dat vermelden bij een volgende aanvraag opdat met het geïndexeerde bedrag aan subsidie van het vorige jaar rekening kan worden gehouden bij de nieuwe aanvraag. Het al dan niet toepassen van indexering is ter beoordeling van de gemeente en mede afhankelijk van de budgetten- subsidieplafonds en het vaststellen van de begroting.

2.7 Aanvraagprocedure

De aanvraagprocedure is overeenkomstig artikel 6 van de Asv en de inhoud van dit artikel. Bij de indiening van de subsidieaanvraag overleggen instellingen de gegevens die het college nodig acht. Uitgangspunt is dat zo weinig mogelijk administratieve handelingen behoeven te worden verricht.

Over te leggen gegevens:

  • 2.7.1.

    Bij een subsidieaanvraag voor eenmalige incidentele/lustrum/project/uitwisselings-subsidie leggen instellingen onderstaande stukken over. De stukken moeten bij een incidentele en projectsubsidie uiterlijk acht weken voor aanvang van de activiteit worden ingediend. Voor lustrumsubsidies geldt dat de aanvraag moet worden ingediend in het jaar dat het lustrum plaatsvindt en voor uitwisselingssubsidies geldt dat de stukken dertien weken vóór aanvang van de uitwisseling moeten zijn ingediend. Het college neemt binnen zes weken een besluit tot wel of geen verlening.

    • a.

      Aanvraagformulier “aanvraag eenmalige subsidie”.

    • b.

      Een kopie van de oprichtingsakte van de instelling of van de statuten en reglementen zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

    • c.

      Een opgave van de bestuurssamenstelling.

    • d.

      Een door het bestuur goedgekeurde begroting van inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten.

    • e.

      Een activiteitenplan of -programma.

    • f.

      Een exacte omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.7.2.

    Bij een subsidieaanvraag voor een investeringssubsidie leggen instellingen naast de stukken genoemd bij artikel 2.6.3. b t/m i van deze beleidsregels, ook onderstaande stukken over. De moeten worden ingediend vóór aanvang van de activiteit. Het college beslist binnen zestien weken na ontvangst van een aanvraag tot subsidieverlening. Het college kan de beslistermijn met ten hoogste zestien weken verlengen. Hiervan doet hij vóór afloop van het eerste vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

    • a.

      Aanvraagformulier “aanvraag investeringssubsidie”.

    • b.

      Een begroting van de investeringkosten.

    • c.

      Een offerte van een aannemer voor het volledige bedrag aan investeringskosten.

    • d.

      Een verklaring van de sportbond (indien van toepassing) betreffende het aantal geregistreerde leden, uitgesplitst naar jeugd en volwassenen (vanaf 18 jaar) van het voorafgaande jaar op 1 januari.

  • 2.7.3.

    Bij een aanvraag voor een structurele budgetsubsidie leggen instellingen onderstaande stukken over. De uiterste indiendatum is 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waar de subsidie voor wordt aangevraagd.

    • a.

      Aanvraagformulier “aanvraag structurele budgetsubsidie”.

    • b.

      Een kopie van de oprichtingsakte van de instelling of van de statuten en reglementen zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

    • c.

      De laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze bescheiden ontbreken, een verslag van de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag met een overzicht van het eigen vermogen en de bestemmingsreserves.

    • d.

      Een opgave van de bestuurssamenstelling.

    • e.

      Een door het bestuur goedgekeurde begroting van inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten. Bij een batig saldo dient de bestemming hiervoor aangegeven te worden.

    • f.

      Een actuele ledenlijst (indien van toepassing). De instelling moet per peildatum een ledenlijst overleggen, die voorzien is van naam, geboortedatum en woonplaats. Deze ledenlijst wordt door de gemeente uitsluitend voor intern gebruik aangewend.

    • g.

      Een activiteitenplan of -programma.

    • h.

      Een financieel verslag met inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten van het voorafgaande jaar.

    • i.

      Een exacte omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 2.7.4.

    OZB-subsidies worden middels een beschikking kenbaar gemaakt aan instellingen die hier aanspraak op hebben gemaakt. Zij hoeven geen stukken te overleggen. Bedragen zijn opgelegd door en bekend bij de gemeente. Het college kan in bijzondere gevallen vrijstelling verlenen van een of meer bepalingen omtrent het indienen van aanvragen.

2.8 Eisen aan verantwoording

  • 2.8.1.

    Subsidies tot en met € 1.000,- worden conform de Asv na honoreren direct vastgesteld. Er hoeft achteraf geen verzoek tot vaststelling te worden ingediend. De gemeente zal het gehele verleende bedrag aan subsidie na de beschikking daartoe overboeken aan de instelling. Indien het bedrag niet in het daarvoor bestemde subsidietijdvak is gebruikt voor het in de beschikking vermelde doel betaalt de instelling het niet gebruikte deel van de subsidie na afloop van het subsidietijdvak terug aan de gemeente. Indien dezelfde instelling voor hetzelfde doel subsidie aanvraagt voor het jaar volgend op het subsidietijdvak en de instelling is gehouden tot terugbetaling van (een deel van) de subsidie aan de gemeente, behoudt de gemeente zich het recht voor te verrekenen met de nog te verstrekken subsidie.

  • 2.8.2.

    Voor structurele budgetsubsidies boven de € 1.000,- moet een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend worden conform de Asv. In geval van een subsidieaanvraag tot een bedrag van € 10.000,00, ontvangt de subsidieaanvrager na honorering van de aanvraag het gehele bedrag aan subsidie in december voorafgaand aan het jaar waar subsidie voor is aangevraagd. In geval van een subsidieaanvraag boven een bedrag van € 10.000,00, ontvangt de subsidieaanvrager na honorering van de aanvraag 80% van het subsidiebedrag in december voorafgaand aan het jaar waar subsidie voor is aangevraagd. Na de subsidievaststelling ontvangt de subsidieaanvrager de resterende 20%. In voorkomende gevallen kan hiervan worden afgeweken.

    Indienen van de verantwoording dient te geschieden via het formulier “aanvraag vaststelling structurele budgetsubsidie” en binnen twaalf weken na afloop van het subsidietijdvak. Bij de aanvraag tot vaststelling moet een verslag worden ingediend van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend (inhoudelijk verslag) en een overzicht van de uitgaven en inkomsten (financieel verslag). Bij een batig saldo dient de bestemming hiervoor te worden aangegeven. De subsidie kan in afwijking van de subsidieverlening worden vastgesteld, indien veranderingen zijn opgetreden in de gegevens waarop de subsidieverlening is gebaseerd.

  • 2.8.3.

    Voor investeringssubsidies wordt de uiteindelijke vaststelling van de subsidie gedaan op basis van de originele door de aannemer ondertekende rekeningen, een bewijs van betaling door de vereniging, en indien verplicht op grond van de Woningwet en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, een afschrift van de bouwvergunning en de gebruiksmelding.

Instellingen dienen een batig saldo te verantwoorden. Als dit niet gebeurt, wordt het batige saldo op het subsidiebedrag in mindering gebracht.

2.9 Eigen bijdrage subsidieaanvrager

Het college kan een eigen bijdrage vragen aan de instelling als prestatie-eis voor de toekenning van een bepaalde subsidie. Als dit aan de orde is, dan wordt dit vermeld in het besluit tot subsidieverlening.

2.10 Maximaal beschikbare budgetten- subsidieplafonds

Met het vaststellen van de jaarlijkse begroting door de raad worden tevens de subsidieplafonds per beleidsterrein of werkveld vastgesteld. De subsidieplafonds en eventueel door het college vastgestelde deelplafonds maken budgetteren mogelijk. Het bereiken van een (deel)subsidieplafond is reden een aanvraag te weigeren. Elk plafond of deelplafond is gekoppeld aan een inhoudelijke opgave, waarvoor de raad een budget ter beschikking stelt. Met het vaststellen van plafonds bepaalt de raad de hoofdlijnen van het subsidiebeleid voor wat betreft de hoogte van subsidies, gekoppeld aan inhoud op hoofdlijnen. De plafonds worden gepubliceerd op de gemeentelijke website.

2.11Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder voorwaarde dat voldoende middelen in de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

2.12Weigeringsgronden

Subsidieaanvragen worden geweigerd indien:

  • 1.

    De instelling niet gevestigd is in de gemeente Westvoorne en de activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar inwoners of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar inwoners.

  • 2.

    De activiteiten niet of onvoldoende bijdragen aan de realisering van met subsidie beoogde beleidsdoelen.

  • 3.

    Activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd al op een andere manier of in voldoende mate in Westvoorne georganiseerd worden.

  • 4.

    De subsidieaanvrager niet behoort tot de doelgroep.

  • 5.

    De aanvrager niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan voortvloeiende uit de Asv of beleidsregels.

  • 6.

    Activiteiten in grote mate een partijpolitiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 7.

    De Europese, rijks- en/of provinciale financiële middelen die op het moment van de vaststelling als bijdrage in de kosten van de uitvoering van het beleid verwacht, mogen niet daadwerkelijk worden verkregen.

  • 8.

    De activiteit ten tijde van de indiening van de aanvraag reeds geheel of gedeeltelijk heeft plaatsgevonden.

  • 9.

    De activiteit in strijd is met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.

  • 10.

    De activiteit een commercieel doel heeft.

  • 11.

    De activiteit in strijd is met een ander gemeentelijk doel.

  • 12.

    De instelling ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden beschikt, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

  • 13.

    Er al eerder een subsidieaanvraag is gehonoreerd voor deze activiteit of een onderdeel daarvan.

  • 14.

    Er sprake is van een onevenredige verhouding tussen (loon)kosten en baten.

  • 15.

    Er eten en drinken van wordt gekocht.

  • 16.

    De instelling bij rechterlijk vonnis wordt ontbonden, conservatoir beslag is gelegd op het vermogen of een deel ervan, surséance van betaling is verleend dan wel het faillissement is uitgesproken.

  • 17.

    Het bereiken van een (deel)subsidieplafond is reden een aanvraag te weigeren.

Als er specifieke weigeringsgronden zijn die maar voor één subsidievorm of subsidieplafond gelden, staan deze apart beschreven bij het desbetreffende hoofdstuk.

Indien een instelling een lagere subsidie aanvraagt, dan mogelijk kan worden verleend op grond van deze beleidsregels, wordt de subsidie gelijkgesteld aan het aangevraagde subsidiebedrag.

2.13 Bestemmingsreserves

  • 2.13.1.

    Gesubsidieerde instellingen hebben toestemming nodig van het college om bestemmingsreserves te vormen.

  • 2.13.2.

    Het college geeft toestemming voor het vormen van een bestemmingsreserve, indien naar het oordeel van het college de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond. Bij de vaststelling dient ieder jaar een verklaring gegeven te worden voor de reserveringen en een verantwoording van de besteding ervan.

2.14Voorzieningen

  • 2.14.1.

    Het college moet de structureel gesubsidieerde instellingen toestemming verlenen voor het vormen van voorzieningen.

  • 2.14.2.

    Het college geeft toestemming, indien de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond.

  • 2.14.2.

    Als sprake is van eigendommen waarop wordt afgeschreven is de structureel gesubsidieerde instelling verplicht om het jaarlijkse afschrijvingsbedrag op de begroting op te nemen.

  • 2.14.3.

    Als de structureel gesubsidieerde instelling eigenaar is van onroerend goed moet betreffende het onderhoud daarvan een voorziening groot planmatig onderhoud (buiten en binnen) worden opgesteld op basis van een door het college geaccordeerd meerjaren onderhoudsplan.

  • 2.14.4.

    De met instemming van het college gevormde voorzieningen mogen door de structureel gesubsidieerde instelling slechts worden aangewend voor het doel waarvoor ze zijn gevormd.

2.15 Vermogensvorming

Gesubsidieerde instellingen die structureel subsidie ontvangen, mogen (naast art. 2.12 en 2.13) eigen vermogen opbouwen van maximaal 15% van het subsidiebedrag vermeerderd met eigen inkomsten. Inkomsten uit andere subsidiebronnen buiten de gemeente worden ook als eigen inkomsten gerekend.

2.16 Nadere verplichtingen

Naast de in de Asv vermelde verplichtingen is het college bevoegd om nadere verplichtingen in de beleidsregels aan te geven. Eventuele nadere verplichtingen staan beschreven onder het kopje ‘Bijzondere verplichtingen’ in de hoofdstukken van deze beleidsregels. Verder kunnen aan de beschikking verplichtingen worden verbonden als bedoeld in de artikelen 4.38 (doelgebonden verplichtingen) en 4.39 (niet-doelgebonden verplichtingen) van de Awb.

Hoofdstuk 3 Jeugd en jongeren

Beleidsregels die van toepassing zijn:

- Integraal Jeugdbeleid

3.1. Doel van de subsidie

Binnen het beleidsterrein Jeugd en Jongeren heeft de gemeente meerdere doelstellingen. Centraal staat de gemeentelijke visie dat zoveel mogelijk kinderen kansrijk en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Tevens is het doel het realiseren van economische en maatschappelijke zelfstandigheid van jongeren.

Indien besturen er in slagen hun jeugdleden te betrekken bij en medeverantwoordelijk maken voor het reilen en zeilen binnen de instelling, is de continuïteit van de instelling op de langere termijn beter gewaarborgd.

3.2. Doelgroep

Instellingen in Westvoorne die activiteiten aan jeugd en jongeren aanbieden.

3.3. Aanvraagprocedure

Overeenkomstig artikel 6 van de Asv en artikel 2.6 van deze beleidsregels. Instellingen kunnen een initiatief indienen ter bevordering van deelname door jeugd en jongeren uit Westvoorne aan gemeenschappelijke activiteiten.

3.4. Criteria

Voor subsidie komen in aanmerking:

  • 3.4.1.

    Activiteiten die bijdragen aan het welzijn van jongeren in Westvoorne.

  • 3.4.2.

    Activiteiten die als doel hebben om de participatie van jongeren te bevorderen in Westvoorne.

  • 3.4.3.

    Activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren in Westvoorne.

3.5. Subsidiebedragen eenmalig

Voor een eenmalige subsidie wordt maximaal € 250,- verleend voor een lustrumsubsidie, maximaal € 1.000,- voor uitwisselingssubsidies en maximaal € 500,- voor overige eenmalige subsidies. Voor de grondslag van investeringsubsidies zie 2.5.5. van deze beleidsregels.

3.6. Subsidiebedragen jaarlijks

Voor een jaarlijkse structurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gedaan op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor alle items geldt dat er een minimum aantal leden van tien moet zijn en er dient minimaal 2 x per maand een activiteit te zijn (met uitzondering van 3.5.4. en 3.5.5.).

  • 3.6.1.

    Methodisch jeugd- en jongerenwerk (scouting)

    • a.

      Een vast bedrag per kalenderjaar per instelling bij:

      10 tot en met 15 leden

      € 780,-

      van 16 tot en met 50 leden

      € 1.300,-

      vanaf 51 leden

      € 1.820,-

    • b.

      Een vast bedrag per vaste wekelijkse subsidiabele activiteit per doelgroep van € 780,-.

  • 3.6.2.

    Open jeugd- en jongerenwerk

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 1.820,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een vast bedrag per vaste wekelijkse subsidiabele activiteit van € 520,-.

    • c.

      Een vast bedrag van € 260,- voor een activiteit die eens per twee weken plaatsvindt.

  • 3.6.3.

    Stichting Hobbywerkplaats Westvoorne

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 1.200,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een vast bedrag per vaste wekelijkse subsidiabele activiteit van € 1.200,- per kalenderjaar.

  • 3.6.4.

    Kindervakantiewerk

    Een vast bedrag per kalenderjaar voor een instelling die zich bezighoudt met de organisatie van een kinderkampweek met minimaal twintig deelnemers t/m 12 jaar. In de zomervakantie moeten op minimaal acht dagdelen kindervakantiewerk activiteiten worden georganiseerd:

    20 tot en met 25 deelnemers

    € 105,-

    van 26 tot en met 50 deelnemers

    € 260,-

    van 51 tot en met 100 deelnemers

    € 520,-

    vanaf 101 deelnemers

    € 780,-

  • 3.6.5.

    Vereniging Volksuniversiteit Westvoorne betreffende Stichting Het Dorpshuis-activiteiten vanaf vijf cursussen.

    Een vast bedrag per kalenderjaar voor het totale aantal geboden cursussen voor kinderen t/m 12 jaar (een cursus kan meermalen worden aangeboden, alle keren dat de cursus wordt gegeven tellen mee):

    5 tot en met 10 cursussen

    € 1.040,-

    van 11 tot en met 15 cursussen

    € 1.560,-

    van 16 tot en met 20 cursussen

    € 2.080,-

    vanaf 21 cursussen

    € 2.600,-

    Voor het geven van cursussen aan volwassenen kan Vereniging Volksuniversiteit Westvoorne ook in aanmerking komen voor een subsidie. Dit deel van de subsidie valt onder het hoofdstuk welzijn en zorg.

  • 3.6.6.

    Kinderboerderij Agathahoeve kan jaarlijks aanspraak maken op een vast bedrag van € 1.000,-.

Hoofdstuk 4 Kunst en Cultuur

Beleidsregels die van toepassing zijn:

- Nota Kunst en Cultuur

4.1.Doel van de subsidie

Binnen het beleidsterrein Kunst en Cultuur heeft de gemeente meerdere doelstellingen. Het bevorderen van een goed kunst- en cultuurklimaat in Westvoorne, waarbij aandachtspunten zijn: het behoud van het culturele erfgoed, instandhouding en verdere ontwikkeling van culturele infrastructuur en bevorderen/ondersteunen van cultuureducatie.

4.2. Doelgroep

Instellingen in Westvoorne die activiteiten binnen kunst en cultuur aanbieden.

4.3. Aanvraagprocedure

Overeenkomstig artikel 6 van de Asv en artikel 2.7 van deze beleidsregels.

4.4. Criteria

Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen:

  • 4.4.1.

    Activiteiten die bijdragen aan het bevorderen van een goed kunst- en cultuurklimaat in Westvoorne.

  • 4.4.2.

    Activiteiten die bijdragen aan het behoud van cultureel erfgoed in Westvoorne.

  • 4.4.3.

    Activiteiten die cultuureducatie bevorderen/ondersteunen in Westvoorne.

4.5. Subsidiebedragen eenmalig

Voor een eenmalige subsidie wordt maximaal € 250,- verleend voor een lustrumsubsidie, maximaal € 1.000,- voor uitwisselingssubsidies en maximaal € 500,- voor overige eenmalige subsidies. Voor de grondslag van investeringsubsidies zie 2.5.5. van deze beleidsregels.

Voor een jaarlijkse structurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt door instellingen op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Uitgangspunt is een minimum van tien leden, waarbij bij een aantal items bijzondere verplichtingen vermeld staan.

4.5aSubsidiebedragen jaarlijks algemeen

  • 4.5a.1.

    Een vast bedrag per kalenderjaar per instelling bij:

    10 tot en met 50 leden

    € 260,-

    van 51 tot en met 100 leden

    € 520,-

    van 101 tot en met 200 leden

    € 625,-

    vanaf 201 leden

    € 725,-

  • 4.5a.2.

    Het basisbedrag onder artikel 4.5.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 5,- per jeugdlid tot 18 jaar.

  • 4.5a.3.

    Het basisbedrag onder artikel 4.5.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 5,- per seniorenlid vanaf 70 jaar.

4.6Subsidiebedragen jaarlijks specifiek

Voor diverse soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen in afwijking van artikel 4.5a.

  • 4.6.1.

    Muziekverenigingen

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 520,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een extra subsidiebedrag van € 20,- per kalenderjaar voor elk lid van de muziekvereniging.

    • c.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar per jeugdlid tot 18 jaar of van de muziekvereniging.

    • d.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar per seniorenlid vanaf 70 jaar van de muziekvereniging.

    • e.

      Een extra subsidiebedrag van € 5.190,- voor de muzikale omlijsting van minimaal 5 evenementen of festiviteiten.

    • f.

      Het muziekpodium in het Mildenburgbos in Oostvoorne is nu eigendom van stichting Het Zuid-Hollands Landschap. Deze is in de jaren 60 door de gemeente Westvoorne geplaatst en wordt onderhouden en geëxploiteerd door muziekvereniging Volharding. Jaarlijks kan deze vereniging € 1.000,- subsidie aanvragen voor een reservering in verband met het beheer en lange termijn onderhoud. Hiervan dragen zij per jaar € 350,- af aan stichting Het Zuid-Hollands Landschap voor terreinonderhoud van de directe omgeving van het podium. Het resterende bedrag mogen zij reserveren en opbouwen om iedere tien jaar groot onderhoud te laten verrichten aan het podium.

  • Bijzondere verplichtingen

    Het minimum aantal musicerende Westvoornse leden moet acht bedragen.

  • 4.6.2.

    Muziekonderwijs

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 10.000,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een subsidiebedrag van € 300,- per kalenderjaar per leerling tot 18 jaar die reguliere jaarlessen volgt.

    • c.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elke leerling vanaf 70 jaar die reguliere jaarlessen volgt.

  • Bijzondere verplichtingen

    Minimaal acht leerlingen moeten woonachtig zijn in de gemeente Westvoorne.

  • 4.6.3.

    Zanggezelschappen

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 520,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een subsidiebedrag van € 10,- per musicerend/zingend lid.

    • c.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk jeugdlid

    • d.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • Bijzondere verplichtingen

    Minimaal acht musicerende/zingende leden moeten woonachtig zijn in de gemeente Westvoorne.

  • 4.6.4.

    Toneelverenigingen

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 520,- per kalenderjaar.

    • b.

      Een extra subsidie van € 105,- voor maximaal 1 première per jaar.

    • c.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk jeugdlid.

    • d.

      Een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • Bijzondere verplichting

    Men moet minimaal tweemaal per jaar een openbare uitvoering geven in de gemeente Westvoorne.

  • 4.6.5.

    Beeldende kunst

    • a.

      Een vast subsidiebedrag van € 470,- per kalenderjaar.

  • Bijzondere verplichting

    Men moet minimaal driemaal per jaar een expositie geven in de gemeente Westvoorne.

4.7 Subsidiebedragen overig

  • 4.7.1.

    Diverse instellingen vast bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat geen aanspraak op subsidie bestaat op grond de artikelen 4.5 en 4.6 van deze beleidsregels:

  • 1. Stichting Trekpaarden Team Rockanje

    € 520,-

    2. Stichting Concertleven

    € 780,-

    3. Historische Vereniging Westelijk Voorne

    € 3.450,-

    4. Oranjecomité (Koninginnedag) Oostvoorne

    € 4.900,-

    5. Oranjecomité (Koninginnedag) Rockanje

    € 4.900,-

    6. Oranjecomité (Koninginnedag) Tinte

    € 2.250,-

    7. Comité Herdenking ’40-’45 Rockanje

    € 500,-

    8. Stichting Herdenking Oorlogsslachtoffers Oostvoorne

    € 500,-

    9. Regionale Zangersbond Zuid – West Nederland

    € 500,-

    10. Stichting Biberbunker Oostvoorne

    € 750,-

    11. KNNV Kon. Ned. Natuurhist. Vereniging

    € 100,-

    12. Stichting Ter Ondersteuning Restauratie Molen 

    € 500,-

  • 4.7.2.

    Diverse instellingen aanvullend bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast aanvullend bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat tevens aanspraak op subsidie kan bestaan op grond de artikelen 4.5 en 4.6 van deze beleidsregels:

    1. Muziekvereniging Ons Genoegen 

    € 4.530,-

    2. De Burchtspelers

    € 400,-

    3. Muziekvereniging Volharding

    € 4.105,-

    4. Mandolinevereniging Capriccio

    € 1.465,-

Hoofdstuk 5 Welzijn en Zorg

Beleidsregels die van toepassing zijn:

- Beleidsplan Sociaal Domein

5.1. Doel van de subsidie

Binnen het beleidsterrein Welzijn en Zorg heeft de gemeente de volgende doelen. Het bevorderen van het individuele en collectieve welzijn van inwoners van Westvoorne door een voldoende, gevarieerd en kwalitatief verantwoord aanbod van voorzieningen en activiteiten op het terrein van zorg en welzijn. Aandacht wordt geschonken aan:

  • -

    kwetsbare groepen

  • -

    het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid

  • -

    eigen verantwoordelijkheid

  • -

    het versterken van de sociale infrastructuur en maatschappelijke participatie

  • -

    een integrale aanpak, maatwerk en samenwerking

  • -

    een gezonde leefstijl

5.2. Doelgroep

Instellingen in Westvoorne die bijdragen aan alle aandachtspunten onder artikel 5.1.

5.3. Aanvraagprocedure

Overeenkomstig artikel 6 van de Asv en artikel 2.7 van deze beleidsregels.

5.4. Criteria

Activiteiten van instellingen die voor subsidie in aanmerking komen:

  • 1.

    Activiteiten die dienstbaar zijn aan de initiatieven en burgerkracht van (groepen van) inwoners.

  • 2.

    Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van participatie, zelfredzaamheid en gezonde leefstijl van inwoners.

  • 3.

    Activiteiten die de informele zorg, sociale netwerken en deelname aan collectieve voorzieningen versterken van inwoners.

  • 4.

    Activiteiten die het wijkgericht werken verbreden en versterken.

  • 5.

    Activiteiten die gericht zijn op het oplossen of beheersbaar maken van problematiek op het niveau van individuele bewoners in hun leefomgeving (de straat/de buurt).

  • 6.

    Activiteiten die erin slagen om inwoners te bereiken die door het bestaande zorgaanbod niet (goed) worden bereikt of die niet bekend zijn bij het bestaande zorgaanbod.

  • 7.

    Activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de eigen kracht van inwoners, zodat zij eventuele beperkingen zoveel mogelijk kunnen compenseren.

  • 8.

    Activiteiten die 'outreachend' werken voor kwetsbare burgers vanuit het principe één systeem, één plan, één professional. De vangnetfunctie moet zo breed worden opgepakt als de problemen zijn.

5.5. Subsidiebedrag eenmalig

Voor een eenmalige subsidie wordt maximaal € 250,- verleend voor een lustrumsubsidie, maximaal € 1.000,- voor uitwisselingssubsidies en maximaal € 500,- voor overige eenmalige subsidies. Voor de grondslag van investeringsubsidies zie 2.5.5. van deze beleidsregels.

5.6. Subsidiebedrag jaarlijks

Voor een jaarlijkse strucurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor onderstaande soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen.

  • 5.6.1

    Ouderenbonden een vast bedrag per kalenderjaar (met een minimum van twintig leden):

    20 tot en met 100 leden

    € 625,-

    101 tot en met 200 leden

    € 725,-

    201 tot en met 350 leden

    € 830,-

    vanaf 351 leden

    € 935,-

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • 5.6.2

    Ouderensociëteiten een vast bedrag per kalenderjaar (met een minimum van tien leden):

    10 tot en met 25 leden

    € 625,-

    26 tot en met 50 leden

    € 725,-

    vanaf 50 leden

    € 830,-

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • 5.6.3

    Stichting Leemgaarde Activiteiten Stichting Samen in Oostvoorne (LASSO) en Stichting Werkgroep Ouderen Rockanje (SWOR) een vast bedrag per kalenderjaar per stichting (met een minimum van tien deelnemers):

    10 tot en met 25 deelnemers

    € 625,-

    26 tot en met 50 deelnemers

    € 725,-

    vanaf 50 deelnemers

    € 830,-

    Tevens voeren LASSO en SWOR de woon-, zorg- en welzijnstrefpunten uit in Westvoorne. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag van (maximaal) € 9.000,- per instelling beschikbaar gesteld.

  • 5.6.4

    EHBO-verenigingen een vast subsidiebedrag van € 1.300,- per kalenderjaar (met een minimum van vijf ien leden) en een extra subsidiebedrag voor het aantal bijgewoonde bevolkingsgerichte activiteiten:

    1 tot en met 7 bevolkingsgerichte activiteiten

    € 310,-

    8 tot en met 15 bevolkingsgerichte activiteiten

    € 625,-

    vanaf 16 bevolkingsgerichte activiteiten

    € 935,-

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk jeugdlid.

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • 5.6.5

    Vrouwenorganisaties een vast bedrag per kalenderjaar (met een minimum van twintig leden):

    20 tot en met 100 leden

    € 625,-

    101 tot en met 200 leden

    € 780,-

    201 tot en met 350 leden

    € 830,-

    vanaf 351 leden

    € 880,-

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk jeugdlid.

    En een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • 5.6.6

    Vereniging Volksuniversiteit Westvoorne betreffende Stichting Het Dorpshuis-activiteiten een vast bedrag per kalenderjaar voor het totale aantal geboden cursussen voor volwassenen (met een minimum van vijf cursussen):

    5 tot en met 10 cursussen

    € 1.040,-

    11 tot en met 15 cursussen

    € 1.560,-

    16 tot en met 20 cursussen

    € 2.075,-

    vanaf 21 cursussen

    € 2.595,-

    Voor het geven van cursussen aan jeugdigen (t/m 12 jaar) kan Vereniging Volksuniversiteit Westvoorne ook in aanmerking komen voor een subsidie. Dit deel van de subsidie valt onder het hoofdstuk jeugd en jongeren.

  • 5.6.7

    Stichting Voedselbank Brielle en Stichting Voedselbank Hellevoetsluis krijgen beide een maximale subsidie van € 3.000,- per jaar. Indien het gebudgetteerde exploitatietekort van de betreffende stichting minder is dan deze € 3.000,- worden de kosten voor de gebruikers vanuit de gemeente Westvoorne gesubsidieerd op basis van opgave van onderstaande gegevens van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van aanvraag van de subsidie:

    • -

      de kostprijs per voedselpakket;

    • -

      het aantal gebruikers vanuit de gemeente Westvoorne per week.

5.7Subsidiebedragen overig

  • 5.7.1.

    Diverse instellingen vast bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat geen aanspraak op subsidie bestaat op grond de artikelen 5.5 en 5.6 van deze beleidsregels:

    a. Stichting Sociëteit De Schakel

    € 105,-

    b. Stichting De Nieuwe Brug

    € 105,-

    c. Stichting Afasie Voorne-Putten en Rozenburg

    € 105,-

    d. Reiscommissie Ouderenreis Rockanje

    € 260,-

    e. Voornse Modelspoorvereniging

    € 415,-

    f. Stichting Gehandicaptenplatform Westvoorne

    € 500,-

    g. Rockanjeschool

    € 500,-

    h. Hospice de Waterlelie

    € 910,-

    met ruimte voor een extra component regiobinding p.p.

    € 740,-

    j. Stichting Hobbywerkplaats Westvoorne voor de

    "klussendienst".

    € 1.365,-

  • 5.7.2.

    Diverse instellingen aanvullend bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast aanvullend bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat tevens aanspraak op subsidie kan bestaan op grond de artikelen 5.5 en 5.6 van deze beleidsregels:

    1. EHBO Rockanje

    € 280,-

    2. Vrouwen van nu Oostvoorne

    € 332,-

Hoofdstuk 6 Amateursport

Beleidsregels die van toepassing zijn:

- Sportbeleid

6.1. Doel van de subsidie

Binnen het beleidsterrein Amateursport heeft de gemeente Westvoorne de volgende doelen.

Beschikken over voldoende en kwalitatief goede sport- en actieve recreatiemogelijkheden,

waarmee wordt aangesloten op de actuele en toekomstige behoefte. Een rijk en gevarieerd aanbod.

6.2. Doelgroep

Sportverenigingen binnen de gemeente Westvoorne.

6.3. Aanvraagprocedure

Overeenkomstig artikel 6 van de Asv en artikel 2.7 van deze beleidsregels.

6.4. Criteria

Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen: activiteiten in het kader van georganiseerde amateursport op niet-commerciële basis.

6.5. Subsidiebedrag eenmalig

Voor een eenmalige subsidie wordt maximaal € 250,- verleend voor een lustrumsubsidie.

Er wordt maximaal € 1.000,- voor uitwisselingssubsidies verleend. Voor overige eenmalige subsidies wordt maximaal € 500,- verleend. Voor de grondslag van investeringsubsidies zie 2.5.5. van deze beleidsregels.

6.6. Subsidiebedrag jaarlijks

Voor een jaarlijkse strucurele budgetsubsidie kan aanspraak worden gemaakt op subsidie waarbij onderstaande regels gelden. Voor onderstaande soorten instellingen, verenigingen en stichtingen gelden specifieke subsidiebedragen.

  • 6.6.1.

    Een vast bedrag per kalenderjaar per instelling (met een minimum van tien eden):

    10 tot en met 20 leden

    € 260,-

    21 tot en met 50 leden

    € 520,-

    51 tot en met 100 leden

    € 780,-

    101 tot en met 200 leden

    € 1.040,-

    201 tot en met 300 leden

    € 1.560,-

    vanaf 301 leden

    € 2.075,-

  • 6.6.2.

    Het basisbedrag onder 6.5.1. wordt verhoogd met een bedrag voor het aantal jeugdleden (met een minimum van tien jeugdleden):

    10 tot en met 50 jeugdleden

    € 260,-

    51 tot en met 100 jeugdleden

    € 520,-

    101 tot en met 200 jeugdleden

    € 625,-

    vanaf 201 jeugdleden

    € 725,-

  • 6.6.3.

    Het basisbedrag onder artikel 6.6.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 25,- per gehandicapt lid.

  • 6.6.4.

    Het basisbedrag onder artikel 6.6.1. wordt verhoogd met een extra subsidiebedrag van € 5,- per kalenderjaar voor elk lid vanaf 70 jaar.

  • 6.6.5

    .Jeugdtoernooien

    Het basisbedrag onder artikel 6.6.1. wordt verhoogd met een bedrag van € 25,- per één- of meerdaagse jeugdtoernooi/jeugdactiviteit aan instellingen die dit toernooi of deze activiteit organiseren. Het jeugdtoernooi/de jeugdactiviteit dient ook open te staan voor jeugdleden van andere instellingen of niet-leden. Maximaal € 250,- per jaar.

6.7Subsidiebedragen overig

  • 6.7.1

    Diverse instellingen vast bedrag

    De volgende instelling kan aanspraak doen op een vast bedrag per kalenderjaar:

    a. koersbalclub

    € 780,-

  • 6.7.2.

    Diverse instellingen aanvullend bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast aanvullend bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat tevens aanspraak op subsidie kan bestaan op grond de artikelen 6.5 en 6.6 van deze beleidsregels:

    1. Volley Voorne 2000

    € 1.168,-

    2. Mu-Chin

    € 132,-

    3. Koersbalclub Westvoorne

    € 770,-

    4. Bridgeclub Westvoorne

    € 14,-

    5. Badmintonvereniging Rockanje

    € 1.204,-

Hoofdstuk 7 Subsidie evenementen

7.1 Algemeen en reikwijdte

De beleidsregels in dit hoofdstuk zien op het beleid ten aanzien van subsidiëring van evenementen door de gemeente. Evenementenorganisaties in de gemeente Westvoorne kunnen hiertoe een aanvraag doen.

7.2 Doel van de subsidie

Met het subsidiebeleid beoogt de gemeente haar naamsbekendheid te vergroten en het imago van de gemeente te versterken. Bovendien heeft het beleid tot doel om de lokale economie te steunen en het welzijn binnen de gemeente te bevorderen. Een nevendoel van het beleid is nieuwe intitiatieven te stimuleren.

7.3 Duur subsidiëring

De gemeente verstrekt in beginsel een subsidie voor de duur van één jaar, behoudens de in artikel 7.8.3 genoemde subsidie.

7.4 Aanvraagprocedure

Een evenementenorganisatie doet een verzoek tot subsidie schriftelijk en voorafgaand aan het evenement conform artikel 2.7.3. Indien het verzoek voor 1 september in het jaar voorafgaand aan het evenement wordt ingediend, zal de gemeente uiterlijk in januari een besluit nemen. De gemeente wijst na september in het jaar voorafgaand aan het evenement indiende verzoeken niet enkel om deze reden af, mits er een redelijke termijn is voor de gemeente om het verzoek alsnog deugdelijk te kunnen beoordelen.

7.5 Bijzondere verplichtingen

Alvorens subsidie kan worden verstrekt, dient de evenementenorganisatie te voldoen aan de volgende cumulatieve criteria:

  • 1.

    De subsidie ziet op een lokaal evenement; en

  • 2.

    Het evenement heeft een niet-commercieel karakter; en

  • 3.

    Het evenement heeft een bovenlokale/regionale uitstraling met een gelijk bereik; en

  • 4.

    Het evenement heeft affiniteit met de gemeente; en

  • 5.

    Er is sprake van een meetbare danwel aanwijsbare prestatie door de evenementenorganisatie; en

  • 6.

    Het bedrijfsleven dient een substantiële financiële bijdrage te leveren aan het evenement; en

  • 7.

    Hhet evenement dient bij te dragen aan de lokale economie en het lokale welzijn.

De evenementenorganisatie dient bij de aanvraag tot subsidie, naast de in artikel 2.7 vermelde gegevens, een bijlage in waarop de volgende criteria puntsgewijs worden toegelicht:

  • 1.

    Waarom het betreffende evenement zou passen binnen het geldende beleid

  • 2.

    Een uitgebreide beschrijving van het evenement en hoe het evenement zich verhoudt tot andere evenementen (inhoudelijk, doelgroep, spreiding in het jaar/seizoen en de plaats van de betreffende dorpskern)

  • 3.

    Opgave van de verwachte bijdrage van het bedrijfsleven

  • 4.

    Opgave van de verwachte bezoekersaantallen

  • 5.

    Welke prestaties duidelijk kunnen worden gemeten of aanwijsbaar zijn

De gemeente is niet verplicht de door de evenementenorganisatie aangedragen optie(s) voor een meetbare of aanwijsbare prestatie over te nemen in een eventuele beschikking.

7.6 Nadere weigeringsgronden

Indien en voor zover wordt voldaan aan de criteria in artikel 7.5, behoudt de gemeente onverminderd het recht de subsidie niet aan te verstrekken om haar moverende redenen. In ieder geval zal de gemeente het verzoek tot subsidie afwijzen indien:

  • 1.

    De evenementenorganisatie eerder haar verplichting(en) uit subsidiebeschikking met de gemeente niet is nagekomen, danwel niet heeft voldaan aan (wettelijke) voorschriften.

  • 2.

    De verwachting is dat met het evenement geen hoog aantal bezoekers zal worden gerealiseerd.

  • 3.

    Op de datum van het evenement reeds een ander evenement in de gemeente is gepland.

  • 4.

    De gemeente is van oordeel is dat er geen sprake is van een evenwichtige activiteitenkalender of dat er geen evenwichtige spreiding van de evenementen is tussen de dorpskernen.

  • 5.

    Het evenement in belangrijke mate een partijpolitiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter heeft.

7.7Subsidiebedragen jaarlijks

Cultevo en Probaro

De stichtingen Cultevo en Probaro organiseren voor respectievelijk Oostvoorne en Rockanje (culturele) activiteiten.

Beide instellingen kunnen aanspraak maken op subsidie voor:

  • -

    Activiteiten met een regionale uitstraling € 5.000,- per item (zoals Burchtfeest, Buytenlustfestival e.d.)

  • -

    Activiteiten met een lokale uitstraling € 1.000,- per item (zoals Lampionoptocht, Sintintocht, Kerstmarkt e.d.)

  • -

    Kleinschalige activiteiten € 500,- per item (zoals vlotbouwen, schatgraven, straattekenen, schoenzetten e.d.)

Bij de bepaling in welke categorie een activiteit hoort, wordt gekeken naar voorgaande jaren. In geval van twijfel bepaalt de gemeente de categorie en de extra's.

Indien één van de instellingen subsidie aanvraagt voor een nieuwe regionale activiteit (die in het voorgaande jaarprogramma niet was opgenomen), dient de instelling dit voorafgaand aan de formele subsidieaanvraag vóór 1 april van het voorgaande jaar schriftelijk bij de gemeente te melden. De subsidieaanvraag zal dan hoger uitvallen en de gemeente heeft dan gelegenheid budget hiervoor in de kadernota op te nemen.

Beide instellingen dienen gespecificeerde begrotingen bij de subsidieaanvraag te leveren, zodat inzicht is in de geplande activiteiten, de begroting per activiteit, de vaste lasten en de overige inkomsten, zoals inkomsten uit sponsoring.

Bijzondere voorwaarde

De gemeente behoudt zich het recht voor om prestatieafspraken te verbinden aan de subsidieverlening aan de stichtingen. De subsidie voor het daaropvolgende jaar wordt dan alleen verleend wanneer door de stichting aan de prestatieafspraken voldaan is.

7.8Subsidiebedragen overig

  • 7.8.1.

    Diverse instellingen vast bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat geen aanspraak op subsidie bestaat op grond van artikel 7.7 van deze beleidsregels:

    1. Profwielerronde Oostvoorne

    € 2.000,-

    2. Rockanje Classicrace

    € 2.250,-

    3. Bos- en burchtfair Oostvoorne

    € 500,-

    4. Zomerfeest Tinte

    € 1.000,-

    5. Zomermarkt Rockanje

    € 1.250,-

    6. Strandrace Rockanje

    € 500,-

    7. Nieuwjaarsduik Rockanje

    € 750,-

  • 7.8.2.

    Diverse instellingen aanvullend bedrag

    De volgende instellingen kunnen aanspraak maken op een vast aanvullend bedrag per kalenderjaar, met dien verstande dat tevens aanspraak op subsidie kan bestaan op grond van artikel 7.7 van deze beleidsregels:

    1. Stichting Probaro

    € 350,-

    2. Cultevo

    € 3.523,-

  • 7.8.3.

    Subsidie ter stimulering vernieuwende evenementen

    Voor een vernieuwend evenement, een en ander ter beoordeling aan de gemeente, kan een subsidie worden aangevraagd van maximaal € 2.500,-.

    De aanvragende organisatie kan slechts eenmaal per twee jaar een aanvraag tot de betreffende subsidie doen. Het plafond voor de subsidies ter stimulering van vernieuwende evenementen is € 5.000,- per jaar.

Hoofdstuk 8 Overige subsidiebeleidsregels

Van deze beleidsregels mag worden afgeweken, indien de toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Onderstaande instellingen zijn opgenomen in deze beleidsregels en kunnen via deze regeling een aanvraag indienen voor jaarlijkse structurele budgetsubsidies. Ook al wijken deze af van de reguliere regels, toch zijn deze hier ondergebracht.

8.1.RADAR

RADAR kan gebaseerd op de wetgeving en volgens de verordening Wet Gemeentelijke Anti-discriminatievoorziening jaarlijks aanspraak maken op een bedrag van € 0,382 per inwoner van de gemeente Westvoorne.

8.2.Stichting Mediaplatform Voorne-Putten

Stichting Mediaplatform Voorne-Putten kan gebaseerd op de mediawet jaarlijks aanspraak maken op een bedrag van € 1,14 per huishouden in de gemeente Westvoorne.

8.3.Slachtofferhulp Nederland regio Zuidwest

Slachtofferhulp Nederland regio Zuidwest kan jaarlijks aanspraak maken op een bedrag per inwoner van de gemeente Westvoorne. De berekening van de subsidieaanvraag per gemeente is gebaseerd op dat deel van de kosten van de slachtofferhulpondersteuning dat wordt toegerekend aan de gemeenten.

8.4.Bibliotheek Zuid Hollandse Delta

Bibliotheek Zuid-Hollandse Delta kan conform de overeenkomst van 10 maart 2015 en het B&W-voorstel met kenmerk 94180 in aanmerking komen voor een jaarlijks bedrag aan subsidie. Hier wordt vanaf 2015 tien jaar lang de aflossing van de lening op in mindering gebracht. De totale kosten voor de huur van De Merel en De Man zoals benoemd in de nieuwe tarievenverordening accomodaties (B&W-voorstel 186729) en de totale jaarlijkse consumptiekosten komen in aanmerking voor deze subsidie.

Hoofdstuk 9 Overgangsbepalingen

9.1. Subsidie per 2021

Op subsidieaanvragen voor het jaar 2021 en verder gelden de onderhavige beleidsregels. Op aanvragen tot vaststelling van subsidies voor 2021 en verder gelden eveneens onderhavige beleidsregels behoudens eventuele toekomstige wijzigingen.

9.2.Subsidie voor 2021

Op subsidieaanvragen met betrekking tot het jaar 2020 en voorgaande jaren gelden de Beleidsregels subsidie 2018. Op aanvragen tot vaststelling van subsidies voor 2020 en voorgaande jaren gelden eveneens de Beleidsregels subsidie 2018.

Ondertekening