Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Wierden 2014

Geldend van 06-05-2014 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Wierden 2014

De raad van de gemeente Wierden;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 2014;

Gelet op artikel 147 juncto 149 van de Gemeentewet;

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument: een object dat is opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • b.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voor dat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening;

  • c.

    eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van een monument.

Artikel 1.2

De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast, welk besluit bekend wordt gemaakt.

Artikel 1.3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen, zulks ter bevordering van het instandhouden van het monument.

Artikel 1.4

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidiebeschikking voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie.

Artikel 1.5

Subsidie op grond van deze verordening kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van een monument.

Artikel 1.6

Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 1.2 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 1.7

Alle aanvragen om subsidie, die voldoen aan artikel 3.1 en 3.2 van deze verordening, worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 1.8

  • 1. Indien in verband met het bepaalde in artikel 1.6 een subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden toegekend, wordt daarvan onder opgave van de reden aan de aanvrager door burgemeester en wethouders kennis gegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders delen de aanvrager mede dat indien de werkzaamheden opgeschort kunnen worden, deze aanvraag in het daaropvolgende jaar op de gebruikelijke wijze opnieuw wordt behandeld.

Artikel 1.9

De aanvrager van subsidie dient de door burgemeester en wethouders met controle belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en/of de wijze waarop de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Artikel 1.10

De eigenaar aan wie ingevolge deze verordening subsidie is toegekend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

HOOFDSTUK 2 De subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 2.1

Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend voor de uitvoering van restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen. De subsidiabele werkzaamheden worden door burgemeester en wethouders vastgesteld.

Artikel 2.2

Onder de in artikel 2.1 bedoelde subsidiabele werkzaamheden worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    de aanneemsom, dan wel de materiaalkosten indien het werk volledig in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;

  • b.

    de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

  • c.

    de verschuldigde omzetbelasting.

  • d.

    de kosten van het wind- en waterdicht houden van het “casco” van het monument;

  • e.

    de kosten van onderhoud of restauratie aan monumentale onderdelen zoals deze tot uitdrukking

komen in de redengevende omschrijving van het object.

Artikel 2.3

Geen subsidie kan worden toegekend in de kosten van werkzaamheden voor zover deze kosten:

  • a.

    op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • b.

    op grond van de Wet op de omzetbelasting (Staatsblad 1968, 329) op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

HOOFDSTUK 3 De aanvraagprocedure

Artikel 3.1

De aanvraag om subsidie op grond van deze verordening dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 3.2

  • 1. Bij de aanvraag om subsidie dienen, samen met het volledig ingevulde en door de aanvrager getekende formulier, te worden overlegd:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

    • b.

      een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

    • c.

      een tekening, danwel foto’s van het object, waaruit gebreken blijken;

    • d.

      de namen en adressen van aannemer(s) en onderaannemer(s);

    • e.

      een kopie van een verzekeringsovereenkomst tegen brand-, storm- en bliksemschade ten behoeve van het monument.

  • 2. De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, omvat alle kosten van de werkzaamheden en materialen, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in manuren, materialen, onderaannemers (indien aanwezig) en stelposten.

  • 3. Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig. Een onvolledige aanvraag geldt niet als aanvraag als bedoeld in artikel 1.7.

  • 4. Indien ook een monumentenvergunning vereist is, kan de subsidieverlening niet eerder worden toegekend dan nadat de omgevingsvergunning voor het wijzigen van monumenten onherroepelijk is geworden. De subsidieaanvraag wordt geacht onvolledig te zijn tot aan het moment dat de omgevingsvergunning voor het wijzigen van monumenten wordt verleend

Artikel 3.3

Indien de aanvrager heeft voldaan aan artikel 3.1 en 3.2, krijgt hij door of namens burgemeester en wethouders een bewijs van ontvankelijkheid uitgereikt, waarin de datum is aangegeven zoals bedoeld in artikel 1.7.

Artikel 3.4

  • 1. Indien de aanvrager de gegevens als bedoeld in artikel 3.2 niet heeft overgelegd, stellen burgemeester en wethouders aanvrager binnen vijf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen twee weken alsnog te overleggen.

  • 2. Ingeval toepassing is gegeven aan het eerste lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overlegd, delen burgemeester en wethouders de aanvrager binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken mee, dat het verzoek om subsidie niet in behandeling wordt genomen.

Artikel 3.5

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 3.1 binnen acht weken na ontvangst van alle bij de aanvraag te overleggen bescheiden.

  • 2. De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager ontvangt hieromtrent schriftelijk bericht vóór de in het eerste lid bedoelde datum, onder vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking door burgemeester en wethouders zal worden afgegeven.

HOOFDSTUK 4 de subsidie

Artikel 4.1

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de werkzaamheden zijn begonnen voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de subsidieaanvraag.

  • 2. De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend dienen binnen één jaar na verzenddatum van de beschikking tot subsidietoekenning te zijn voltooid en gereed gemeld,

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen uitstel verlenen van het bepaalde in lid 2 voor maximaal één jaar.

Artikel 4.2

  • 1. De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend mogen niet in afwijking van de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden worden uitgevoerd dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Door of namens burgemeester en wethouders kunnen naast de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend.

Artikel 4.3

De subsidie wordt uitsluitend toegekend indien:

  • 1.

    de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten per aanvraag ten minste € 500,-- bedragen, met dien verstande dat indien de werkzaamheden geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, de subsidie kan worden toegekend in de materiaalkosten voor zover deze ten minste € 250,- bedragen;

  • 2.

    in hetzelfde kalenderjaar geen subsidie op basis van deze verordening ten behoeve van het betreffende monument is toegekend;

  • 3.

    het totaal aan toegekende subsidies in de afgelopen drie kalenderjaren niet meer bedraagt dan het in artikel 4.4 gestelde maximum.

Artikel 4.4

De subsidie in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden aan een monument bedraagt 25% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van ten hoogste € 2.000,--.

HOOFDSTUK 5 Uitbetaling

Artikel 5.1

  • 1. Uitbetaling van de toegekende subsidie geschiedt binnen vier weken nadat:

    • a.

      de uitvoering van de instandhoudingwerkzaamheden schriftelijk is gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden door of namens burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling door of namens burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de aanvrager op te geven giro- of bankrekening.

HOOFDSTUK 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6.1

Indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, de in deze verordening vastgelegde voorschriften dan wel de in de subsidiebeschikking gestelde voorwaarden niet nakomt, kunnen burgemeester en wethouders de krachtens deze verordening gegeven beschikking wijzigen of intrekken, het uitbetaalde voorschot of subsidie terugvorderen en nieuwe verzoeken om subsidie krachtens deze verordening van de betreffende aanvrager afwijzen.

Artikel 6.2

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, gehoord de monumentenraad, in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 6.3

Deze verordening die kan worden aangehaald als "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Wierden 2014" en treedt in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 6.4

  • 1.

    de "Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2003” vervalt op de dag dat deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, en als volledig worden aangemerkt in de zin van deze verordening, worden afgehandeld conform de "Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten 2003".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Wierden
d.d. 6 mei 2014.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.H.J. Wienk ing. J.H.M. Robben