Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats

Geldend van 28-01-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats

1. Inleiding

In verband met een stijgende lijn in het aantal verzoeken om een individuele gehandicaptenparkeerplaats en de toegenomen parkeerdruk in bepaalde wijken is de behoefte ontstaan om de tot nu gehanteerde uitgangspunten vast te leggen in een beleidsnotitie.

2. Wettelijk kader

In het Besluit Administratieve Bepalingen Wegenverkeerswet (BABW) en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RW) zijn bepalingen opgenomen die betrekking hebben op het parkeren en aan welke criteria een algemene gehandicaptenparkeerplaats en een individuele gehandicaptenparkeerplaats moet voldoen.

Artikel 26 aanhef en lid c van het RW f990 bepaalt dat: "Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechts worden geparkeerd: indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig".

Op basis van artikel 12 aanhef van het BABW dient voor het inrichten van een algemene en individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken een verkeersbesluit te worden genomen. Krachtens artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 dient het verkeersbesluit voor gemeentelijke wegen te worden genomen door de raad, of krachtens besluit van de gemeenteraad door het college van BenW of door een door de gemeenteraad ingestelde commissie.

De wijze waarop uitvoering moet worden gegeven aan een verzoek om aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats dient in eerste instantie aan het BABW te worden getoetst.

3. Gemeentelijke beleidsvrijheid

Aan de gemeente is de vrijheid gelaten om zelf te bepalen aan welke criteria men moet voldoet om voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking te komen De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft in 1998 algemene richtlijnen gegeven.

Bij het bepalen van de criteria is aansluiting gezocht bij de uitgangspunten die de regiogemeenten hanteren (zie bijlagen.)

4. Criteria

Om in aanmerking te komen voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats, dient men aan de volgende criteria te voldoen.

  • a.

    Men dient inwoner te zijn van de gemeente Wijchen.

  • b.

    de aanvrager voldoet aan de criteria zoals die gelden voor een bestuurderskaart of een passagierskaart in het kader van de Regeling Gehandicapten parkeerkaart.

  • De criteria voor een bestuurderskaart zijn, dat men een loopbeperking van langdurige aard heeft, waardoor men niet in staat is zelfstandig met de gebruikelijke hulpmiddelen een afstand van meer dan 100 meter te overbruggen. Onder langdurige aard wordt een periode van meer dan 6 maanden verstaan Een extra criterium voor een passagierskaart is, dat men voor het vervoer van deur tot deur continue afhankelijk is van de hulp van de bestuurder.

  • c.

    De passagier is niet in staat om aaneengesloten meer dan 10 minuten te wacht bij de woning op de terugkomst van de bestuurder in verband met het parkeren

  • d.

    Er is binnen de loopafstand van de aanvrager door de hoge parkeerdruk in de woonomgeving van de aanvrager op verschillende tijdstippen van de dag geen parkeermogelijkheid.

  • e.

    Er is voor de aanvrager geen mogelijkheid om op eigen terrein, erf of parkeergarage te parkeren, of het terrein is ongeschikt gelet op de handicap (bijvoorbeeld een te smalle inrit).

5 Nadere regels

Indien men in aanmerking komt voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats dan kan men hiervan gebruik maken zolang men aan de criteria voldoet.

De parkeerplaats wordt opgeheven bij overlijden of verhuizing binnen of buiten de gemeente.

Er wordt geen parkeerplaats aangelegd indien de oorzaak van het niet kunnen parkeren niet is gelegen in de hoge parkeerdruk maar door (tijdelijke) werkzaamheden aan de weg of aan gebouwen of geplaatste obstakels in de directe woonomgeving.

De verkeersveiligheid mag door de aanleg van de gehandicaptenparkeerplaats niet in het gedrang komen.

Indien een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt gevraagd op een plaats waar nog geen parkeerplaats is dan geldt het volgende.

Als de individuele gehandicaptenparkeerpiaats alleen gerealiseerd kan worden door deze aan te leggen op openbaar terrein of in een gemeentelijke groenvoorziening en dit terrein of structureel groen niet aanmerking komt voor ingebruikgeving, dan worden dergelijke verzoeken in beginsel afgewezen. Slechts in individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken door toepassing van de hardheidsclausule. Daarbij dient een afweging te worden gemaakt tussen het belang van de aanvrager bij het realiseren van de individuele gehandicaptenparkeerplaats hetgeen blijkt uit een medisch advies en het belang van de gemeente bij het handhaven van de openbare ruimte of de bestaande groenvoorziening en de financiële consequenties verbonden aan het aanleggen van de individuele gehandicaptenparkeerplaats.

6. Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze bepalingen tot onbillijkheden van overwegende aard leiden, kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van de gehandicapte daarvan afwijken.

7. Procedure

  • a.

    Voordat een besluit kan worden genomen op de ingediende aanvraag dient eerst een medisch onderzoek te worden gedaan. Dat kan in de meeste gevallen gelijktijdig met het verzoek om een gehandicaptenparkeerkaart. De gemeente verzoekt aan de medisch adviseur van Argonaut of RIO (bij een integrale aanvraag) om een medisch advies uit te brengen. Deze geeft aan wat de beperkingen van de aanvrager zijn.

  • Het advies wordt voorgelegd aan de afdeling Openbare Werken. De wijkbeheerder stelt een nader onderzoek in naar de woonsituatie en de parkeerdruk ter plaatse. Hij toetst de parkeersituatie mede in relatie tot het 100 meter criterium zoals genoemd onder 4. Hij brengt schriftelijk verslag uit aan de uitvoeringsafdeling.

  • Bij een positief besluit wordt door de afdeling OW een Verkeersbesluit voorbereid.

  • b.

    Na afloop van de bezwaarmogelijkheid door derden gedurende 6 weken na afkondiging van het voorgenomen Verkeersbesluit, wordt tot aanleg van de individuele parkeerplaats overgegaan.

  • Een gedetailleerde procedurebeschrijving maakt onderdeel uit van deze notitie.

8. Kosten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag worden geen kosten in rekening gebracht.

De kosten voor de daadwerkelijke aanleg van de parkeerplaats en de medische advieskosten blijven voor rekening van de gemeente.

De aanvrager dient zelf voor een onderbord (kentekenplaat) te zorgen dat bevestigd wordt onder het parkeerbord.

9. Bezwaarmogelijkheid

Het besluit dat betrekking heeft op de aanvraag om een individuele gehandicaptenparkeerplaats is een besluit waarop de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Indien men het niet eens is met het besluit kan men bezwaar maken bij het college. Het bezwaarschrift wordt behandeld door de onafhankelijke Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften.