Regeling vervallen per 10-12-2014

Waboprojectbesluit, aanwijzing categorie van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist

Geldend van 19-07-2011 t/m 09-12-2014

Intitulé

Waboprojectbesluit, aanwijzing categorie van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de raad niet is vereist

2011, nr. VI-1

De raad van de gemeente Winterswijk;

gelet op het feit dat bij de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening het instrument projectbesluit geïntroduceerd is naast het instrument bestemmingsplan;

dat op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden en die wet ongeveer 25 bestaande vergunningen- en ontheffingenstelsels op het gebied van omgevingsrecht integreert tot één omgevingsvergunning;

dat indien een activiteit niet valt onder een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen in een bestemmingsplan zelf of een buitenplanse afwijkingsbevoegdheid op grond van de limitatieve lijst van gevallen zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (zogenaamde kruimelgevallen), er nog een andere afwijkingsmogelijkheid is te weten een "waboprojectbesluit". Dit besluit heet officieel "omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3 van de Wabo van het bestemmingsplan wordt afgeweken", maar dus kort aangeduid als waboprojectbesluit;

dat inhoudelijk gezien de Wabo weinig verandert aan het oude projectbesluit, aangezien ook het waboprojectbesluit vergezeld moet gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing, omdat het project niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening;

dat er ten opzichte van het eerdere projectbesluit is gewijzigd dat een waboprojectbesluit niet meer binnen een jaar hoeft te worden opgevolgd door een bestemmingsplan, maar kan worden meegenomen in de eerstvolgende algehele herziening;

dat tevens een verandering in de bestuurlijke verhoudingen optreedt, omdat zij onder de Wet ruimtelijke ordening bevoegd was tot het nemen van een projectbesluit, maar daarbij kon de bevoegdheid desgewenst gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en wethouders;

dat bij een waboprojectbesluit veelal het college van burgemeester en wethouders het bevoegde gezag is voor de omgevingsvergunning;

dat omgevingsvergunning voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan niet eerder verleend kan worden, nadat zij een "verklaring van geen bedenkingen (vvgb)" heeft afgegeven;

dat de Wabo de mogelijkheid biedt te laten verklaren dat voor bepaalde categorieën van gevallen een vvgb niet vereist is;

dat bij strijdigheid met het bestemmingsplan er een zogenaamde verklaring van geen bedenking (vvgb) vereist is om een project/aanvraag wel of niet mogelijk te kunnen maken;

dat als deze verklaring van geen bedenking is af gegeven, burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning kunnen verlenen;

dat ingeval een waboprojectbesluit de vvgb enkel mag worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening en wordt de verklaring van geen bedenkingen geweigerd, dan dient ook de gehele omgevingsvergunning geweigerd te worden, aangezien de verklaring van geen bedenkingen een integraal onderdeel is van het besluit omtrent een omgevingsvergunning;

dat het vorenstaande betekent dat indien een aanvraag wordt ingediend welke een verklaring behoeft, en het niet wenselijk is deze verklaring te verlenen, ook besloten dient te worden dat deze vvgb niet wordt verleend;

dat het mogelijk is een lijst van categorieën vast te stellen waarbij deze vvgb ofwel nadere besluitvorming niet meer is vereist is, hetgeen betekent dat in die gevallen dan de omgevingsvergunning inclusief het waboprojectbesluit door het college van burgemeester en wethouders wordt afgehandeld en wordt beoordeeld of een activiteit in strijd is met een goede ruimtelijke ordening;

dat het wenselijk is een dergelijke lijst op te stellen, omdat de Wabo en voornoemde mogelijkheid om de bevoegdheid te delegeren namelijk sterk is gebaseerd op het principe dat dienstverlening centraal dient te staan. Het uitgangspunt is betere dienstverlening aan de klant. De Wabo moet een belangrijke bijdrage leveren aan efficiëntere procedures, duidelijkheid en het voorkomen van regeldruk of vertragingen. Het werken met een lijst van categorieën betekent in die zin voor de burger/het bedrijf een snelle en efficiënte besluitvorming op het verzoek. Dit draagt dan ook zonder meer bij aan een goede en gewenste dienstverlening en het voorkomen van overschrijden van termijnen.

dat het daarnaast geldt dat de uitgebreidere procedure van de Wabo een beslistermijn van 26 weken kent. Het laten verstrijken van de 26 weken levert weliswaar geen vergunning van rechtswege op, maar kan nadelige financiële consequenties hebben in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen;

dat gelet op voornoemde procedure in relatie tot het vergaderschema het niet ondenkbaar is dat vergunningverlening niet binnen de gestelde termijn kan worden gehaald ;.

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van , nr. ;

gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht specifiek het bepaalde in artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van deze wet juncto 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht alsmede het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

besluit:

als categorie van gevallen, waarvoor een verklaring van geen bedenking van de raad niet is vereist, alle activiteiten aan te wijzen die vallen onder artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht juncto artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijnde alle gevallen waarvoor moet worden afgeweken van het bestemmingsplan of een beheersplan met een zogenaamd waboprojectbesluit.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 29 juni 2011,
de griffier, de voorzitter,