Regeling vervallen per 18-11-2014

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 01-06-2012 t/m 17-11-2014

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad der gemeente Woudrichem;Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouder d.d. 14 december 1998, nr. 159besluit:

  • 1.

    vast te stellen de verordening “ brandveiligheid en hulpverlening’’

  • 2.

    te besluiten tot het aangaan van een aparte gemeenschappelijke regeling bandweer conform het voorliggend concept

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering van 21 december 1998De raad voornoemd,, voozitter.,secretaris.VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENINGDe raad der gemeente Woudrichem, gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet Milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet.gezien het advies van commissie AZ van 10 december 1998gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 1998overwegende dat:burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daaree verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mens en en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet Rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brand weer verricht;Brandweer Stadsgewest Breda hierbij ondersteuning kan bieden;de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen,woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen,waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;de Wet Milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen;besluit vast te stellende: Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:veiligheidsketen:de taken en werkzaamheden van de brand weer: die zijn gericht op brandweerzorg en rampenbestrijding, waarbij de volgende fasen worden onderscheiden: pro-actie, preventie, preparatie repressie en nazorg.

    • a.

      pro-actie:is het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnbeleid, bijvoorbeeld door in de planfase stil te staan bij de risico’s van bedrijvigheid met gevaarlijke stoffen;

    • b.

      preventie:is het in een gegeven (potentieel onveilige) situatie treffen van maatregelen die effect hebben op de directe oorzaken van onveiligheid en! of op het verminderen van de gevolgen ervan;

    • c.

      preparatie:is de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid; te denken valt aan het opstellen van rampenplannen en het organiseren van oefeningen;

    • d.

      repressie:is de bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door de daadwerkelijke inzet van brand weer en andere hulpverleningsdiensten;

    • e.

      nazorg:is alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de normale verhoudingen door de opvang van slachtoffers of hulp bij de afwikkeling van schadeclaims.

  • 2. grootschalig optreden en bestrijding van rampen en zware ongevallen:

    alle taken en werkzaamheden van de veiligheidsketen die betrekking hebben op het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen;

  • 3. organisatieplan:

    het periodiek door het verantwoordelijke bestuur vast te stellen plan waarin de organisatie van de brandweerzorg in het Stadsgewest Breda is vastgelegd.

  • 4. beleidsplan:

    het periodiek door de raad vast te stellen plan waarin de organisatie van het gemeentelijk brandweerkorps alsmede het op hen van toepassing zijnde beleid en doelstelling worden vastgelegd.

  • 5. werkplan:

    het jaarlijks door de raad vast te stellen plan waarin opgenomen de door de gemeentelijke brandweer in een jaar te verrichten activiteiten op basis van het beleidsplan.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

  • 2. Het personeel van de gemeentelijke brandweer bestaat uit:

    * een commandant;

    en ten minste

    * 6 (onder)officieren waarvan er één benoemd is als plaatsvervangend commandant;

    * 30 (hoofd)brandwachten.

  • 3. Het personeel, bedoeld in lid 2, kan zijn samengesteld uit:

    • a.

      personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;

    • b.

      personeel dat is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;

    • c.

      personeel dat is aangewezen om op grond van de voor hem/haar geldende rechtspositieregeling van de gemeente mede werkzaamheden bij de brandweer te verrichten.

  • 4. Indienstneming van het personeel, bedoeld in lid 3, onder a, geschiedt uitsluitend krachtens een aanstelling als ambtenaar, zulks met inachtneming van de bepalingen van de voor dit personeel bij verordening vast te stellen rechtspositieregeling.

Artikel 3 Taken gemeentelijke brandweer

  • 1. De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de stadsgewestelijke brand weer opgedragen taken, uit de feitelijke uitvoering van de taken van de veiligheidsketen in de eigen gemeente, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het ingevolge artikel 4 van deze verordening vast te stellen Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening en in overeenstemming met het Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in het Stadsgewest Breda als bedoeld in artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling.

  • 2. Andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten de zogenaamde dienstverlening, kunnen worden verricht overeenkomstig een telkens bij de begroting vastgestelde tarievenlijst.

Artikel 4 Beleidsplan en werkplan brandveiligheid en hulpverlening

  • 1. Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad tenminste eenmaal per vier jaar een plan ter vaststelling voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken van de veiligheidsketen uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening). Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de bedrijfsvoering van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn,van het materieel en de huisvesting en van een meerjaren opleidings- en oefenplan.

  • 2. De uitwerking van het beleidsplan vindt plaats in een jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen werkplan.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken zijn aan de stadsgewestelijke brand weer opgedragen de taken van de veiligheidsketen die niet ingevolge artikel 3 van deze verordening zijn opgedragen aan de gemeentelijke brandweer, een en ander overeenkomstig de uitwerking in het Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in het Stadsgewest Breda als bedoeld in artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Stadsgewest Breda.

Artikel 6 Personeel

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een adequate personeelsvoorziening ten behoeve van de gemeentelijke brandweer. Deze zorg komt tot uitdrukking in een personeelsplan, waarin de minimale vereisten met betrekking tot het brandweerpersoneel staan vermeld; een en ander overeenkomstig de uitgangspunten in het Organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding in het Stadsgewest Breda als bedoeld in artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Stadsgewest Breda.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het personeel van de gemeentelijke brandweer, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de gemeentelijke brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het zoveel mogelijk in overeenstemming brengen en houden van het materieel van de gemeentelijke brandweer met de eisen die zijn vastgelegd in het Operationeel Dekkingsplan Stadsgewest Breda, zoals dat door de deelnemende gemeenten is vastgesteld.

  • 2. Het brandweermaterieel der gemeente bestaat ten minste uit:

    * drie bluseenheden;

    * één motorspuitaanhanger

    * één dienstvoertuig.

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de gemeentelijke brand weer worden ondergebracht overeenkomstig de uitgangspunten die zijn vastgelegd in het Operationeel Dekkingsplan Stadsgewest Breda, zoals dat door de deelnemende gemeenten is vastgesteld.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de Bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Huisvesting

De brandweer is gehuisvest in:

* één hoofdpost te Woudrichem

* twee steunposten te Almkerk en Giessen.

Artikel 12 Kaderoverleg

  • 1. De commandant en de (onder)officieren, waaronder de plaatsvervangend commandant, vormen tezamen het kaderoverleg.

  • 2. De commandant is voorzitter van het kaderoverleg. Vit de overige leden wordt een secretaris gekozen en door burgemeester en wethouders als zodanig benoemd.

Artikel 13 Citeertitel en in werking treden

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als;

    Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 22 december 1998.

  • 3. Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Organisatieverordening Brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 maart 1998.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Woudrichem in zijn openbare vergadering
Van 21 december 1998
De raad voornoemd,
, voorzitter
, secretaris