Regeling vervallen per 30-11-2009

Verordening burgerinitiatief Zaanstad

Geldend van 01-12-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerinitiatief Zaanstad

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatief houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • e.

    een onderwerp waarover in de 12 maanden voorafgaand aan de indiening van het voorstel, door de raad een besluit is genomen;

  • f.

    een onderwerp dat een wijziging van het gemeentelijke beleid betreft dat al op de agendavoorraad is geplaatst;

  • g.

    een initiatief dat ernstig afbreuk doet aan de verantwoordelijkheid en/of zorg van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker, en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van 500 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage I en II van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1. De raad beslist in zijn eerst mogelijke raadsvergadering na de datum van indiening van het burgerinitiatief of het initiatief voor inhoudelijke behandeling op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste drie weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over de geldigheid van het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

  • 3. Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

  • 4. Indien de raad het verzoek toewijst, organiseert de raad in overleg met de initiatiefnemers een informatieve bijeenkomst waar de initiatiefnemers het burgerinitiatief kunnen toelichten en de raad nadere informatie kan vragen.

  • 5. Na de toelichtende bijeenkomst agendeert de raad het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering die als voorbereiding voor de raadsvergadering geldt, niet zijnde een voorbereidende vergadering bestemd voor de begrotingsbehandeling.

  • 6. Na de bespreking in de voorbereidende vergadering agendeert de raad het burgerinitiatief voor de eerstvolgende vergadering van de raad, niet zijnde een raadsvergadering bestemd voor begrotingsbehandeling.

  • 7. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De verzoeker heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 8. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 9. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij bekend is gemaakt. (Uitgave Gemeenteblad: 7 december 2009)

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Burgerinitiatief.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 november 2009

Bijlage 1

Verzoek burgerinitiatief

Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

Toelichting op voorstel:

Naam:

Voorletters:

Roepnaam:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Naam plaatsvervanger:

Voorletters:

Roepnaam:

Geboortedatum:

Adres:

Postcode:

Woonplaats:

Handtekening:

Handtekening plaatsvervanger:

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met de namen, adressen, geboortedata en handtekeningen van 500 initiatiefgerechtigden (zoals gedefinieerd in artikel 3 en artikel 5d van de verordening) die het verzoek ondersteunen.

Toelichting voor de verzoeker

Iedereen die kiesgerechtigd is voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen, kunnen een verzoek doen om een voorstel op de agenda van de raadsvergadering te plaatsen. Zij zijn initiatiefgerechtigd.

Het zogenaamde burgerinitiatief moet worden ondersteund door ten minste 500 initiatiefgerechtigden. Hiervoor is dit formulier vastgesteld. Het op het formulier voor het verzoek opgenomen voorstel wordt in dezelfde bewoordingen opgenomen boven aan het formulier met ondersteuningsverklaringen.

Het burgerinitiatief mag niet inhouden:

  • 1.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • 2.

    een vraag over het gemeentelijk beleid;

  • 3.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • 4.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

  • 5.

    een onderwerp waarover in de 12 maanden voorafgaand aan de indiening van het voorstel, door de raad een besluit is genomen;

  • 6.

    een onderwerp dat een wijziging van het gemeentelijke beleid betreft dat al op de agendavoorraad is geplaatst;

  • 7.

    een initiatief dat ernstig afbreuk doet aan de verantwoordelijkheid en/of zorg van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving.

Bijlage 2

Ondersteuningsverklaringen burgerinitiatief

Ondergetekenden verklaren hierbij het verzoek tot het plaatsen van het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te ondersteunen:

Naam

Adres

Geboortedatum

Handtekening

Enzovoort.

Toelichting

Boven aan de lijst dient het burgerinitiatief dat wordt ondersteund te worden opgenomen in dezelfde bewoordingen als op het verzoek tot indiening van een initiatiefvoorstel. Indien meer dan één vel nodig is voor gegevens van ondersteuners van het burgerinitiatief dient boven aan elk vel het voorstel te worden herhaald in dezelfde bewoordingen.

Bevoegd tot ondersteuning van een burgerinitiatief zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de gemeenteraad en inwoners van de gemeente van zestien en zeventien jaar die vanaf hun achttiende jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen zullen mogen deelnemen als ze dan nog in de gemeente wonen.