Mandaatbesluit legesheffing en –invordering bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade heffings- en invorderingsambtenaar provincie Zeeland aan BIJ12

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit legesheffing en –invordering bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade heffings- en invorderingsambtenaar provincie Zeeland aan BIJ12

Besluit van de heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Zeeland van 7 november 2016, nr. 16017543, houdende vaststelling van het Mandaatbesluit legesheffing en –invordering bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade heffings- en invorderingsambtenaar provincie Zeeland aan BIJ12.

De heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Zeeland,

  • -

    overwegende dat het voor een efficiëntere uitvoering van taken gewenst is enkele bevoegdheden te mandateren;

  • -

    overwegende dat uit hoofde van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht de directeur van BIJ12 en diens waarnemer hebben ingestemd met de betreffende mandaatverlening;

  • -

    gelet op artikel 227a, tweede lid, van de Provinciewet, het aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar van gedeputeerde staten van 24 februari 2015, de Legesverordening provincie Zeeland 2007 en het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit tot vaststelling van het navolgende Mandaatbesluit legesheffing en –invordering bij aanvraag tegemoetkoming faunaschade heffings- en invorderingsambtenaar provincie Zeeland aan BIJ12

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies, zijnde onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg;

  • -

    directeur: directeur van BIJ12.

Artikel 2. Mandaatverlening

  • 1.

    De directeur, of diens waarnemer, is gemandateerd om namens de heffings- en invorderingsambtenaar de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 6.2, vierde lid, aanhef en onder b, van de Wet natuurbescherming op grond van de Legesverordening provincie Zeeland 2007 te heffen en de leges te restitueren voor zover:

    • a.

      gedeputeerde staten aan de directeur mandaat hebben verleend tot het beslissen op de desbetreffende aanvraag;

    • b.

      voor het in behandeling nemen van de aanvraag leges verschuldigd zijn op grond van de Legesverordening provincie Zeeland 2007.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, ziet tevens op de ondertekening van namens de heffings- en invorderingsambtenaar genomen besluiten.

Artikel 3. Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van de in artikel 2 gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende leidinggevende functionarissen voor zover aan deze ondermandaat is verleend voor het beslissen op aanvragen waarop de legesheffing betrekking heeft.

  • 2.

    De directeur informeert de heffings- en invorderingsambtenaar over verleend ondermandaat.

Artikel 4. Instructies en informatieverplichting

  • 1.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij het te nemen besluit een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De gemandateerde stelt de heffings- en invorderingsambtenaar in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moet aannemen dat kennisneming door de heffings- en invorderingsambtenaar gewenst is. Hiervan is in ieder geval sprake als de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels.

  • 4.

    De directeur neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden instructies van de heffings- en invorderingsambtenaar in acht. Partijen lichten elkaar over en weer in over de uitvoering van een instructie op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 5.

    De directeur informeert de heffings- en invorderingsambtenaar over de uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden via de Planning en Control-cyclus van BIJ12.

Artikel 5. Ondertekening

De ondertekening van een besluit als bedoeld in artikel 2 luidt:

'de heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Zeeland, namens deze,'

gevolgd door:

  • -

    de functieaanduiding,

  • -

    de handtekening, en

  • -

    de naam van de gemandateerde.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de heffings- en invorderingsambtenaar van de provincie Zeeland op 7 november 2016.
De heffings- en invorderingsambtenaar,
dhr. drs. R.D.A. Wiskerke
Uitgegeven 9 november 2016
De secretaris, A.W. Smit

TOELICHTING

Ter uitvoering van de taak tegemoetkomingen te verlenen in faunaschade zoals bedoeld in artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming, wordt mandaat verleend aan BIJ12. Deze uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies gaat de daadwerkelijke uitvoering doen c.q. aanvragen afhandelen en hierop beschikken. Omdat de gemandateerde BIJ12 niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever is op grond van artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht instemming van de gemandateerde vereist.

Juridisch gezien is mandaat aan een dergelijke niet-ondergeschikte slechts mogelijk indien duidelijke instructies worden meegegeven, ofwel de mandaatgever feitelijke invloed kan uitoefenen op hoe met haar bevoegdheden wordt omgegaan.

Voordat een aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade in behandeling wordt genomen, wordt bij wijze van leges een kostenvergoeding geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tegemoetkoming in faunaschade. Dit is geregeld in artikel 6.2, vierde lid aanhef en onder b van de Wet natuurbescherming en de Legesverordening provincie Zeeland 2007.

De Planning en Control-cyclus van BIJ 12 houdt onder meer in dat kwartaalrapportages, een jaarverslag en een jaarrekening worden uitgebracht via de BIJ12-raad aan het IPO-bestuur waarin alle provincies vertegenwoordigd zijn.