Regeling vervallen per 27-09-2019

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018

Geldend van 13-07-2019 t/m 26-09-2019 met terugwerkende kracht vanaf 16-02-2019

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland d.d. 12 februari 2019 nummer 19003625 tot vaststelling van het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018.

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie naar een meer opgaven gestuurde en resultaatgerichte organisatiestructuur, heeft geleid tot de vaststelling van een sturingsconcept opgavegericht werken, een nieuwe regeling ambtelijke organisatie en een organisatieplan voor de omvorming van de beleidsafdelingen;

  • gelet op de regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2018;

  • gelet op de regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017

  • gelet op het mandaat- en volmachtbesluit commissaris van de Koning 2018;

  • gelet op Hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op artikel 3.42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op artikel 158, eerste lid sub e, van de Provinciewet;

  • gelet op artikel 25, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de ondernemingsraden;

besluiten vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018

Artikel 1

  • 1.

    Gedeputeerde staten verlenen volgens de bij dit besluit behorende bijlagen toestemming tot de uitoefening in hun naam van:

    • a.

      Alle bevoegdheden in Bijlage I en II aan de secretaris/algemeen directeur;

    • b.

      Alle bevoegdheden in Bijlage I en II voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directeur Programma's en projecten;

    • c.

      De afzonderlijke bevoegdheden aan de daarbij vermelde functionarissen.

  • 2.

    De directeur Programma's en projecten kan ter uitoefening van een op grond van lid 1, onder b, aan hem verleende bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan een programma- of projectleider van een ambtelijke hoofdopdracht, en in bijzondere gevallen aan een andere functionaris binnen een programma of project, dat wordt ingesteld op grond van artikel 2, tweede lid van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

  • 3.

    Het verlenen van ondermandaat blijft achterwege voorzover de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

  • 4.

    De directeur Programma's en projecten draagt er zorg voor dat elk besluit tot verlening wijziging of intrekking van een ondermandaat wordt opgenomen in een mandaatregister operationele bevoegdheden dynamisch proces.

  • 5.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van een gemandateerde functionaris vindt waarneming plaats conform artikel 17 en of 18 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2018.

  • 6.

    De uitoefening van een in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 2 tot en met 7 bepaalde.

Artikel 2

  • 1.

    De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.

  • 2.

    Een bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien het een besluit betreft waarbij:

    • a.

      wordt afgeweken van adviezen;

    • b.

      sprake is van een zienswijze, bedenkingen of bezwaarschrift.

Artikel 3

  • 1.

    De uitoefening van de op basis van dit besluit gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen van de bij of krachtens de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2018 vastgestelde taken en met inachtneming van het ter zake geldende recht en de provinciale beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op aangelegenheden met financiële of mogelijke financiële gevolgen, geschiedt met inachtneming van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017.

Artikel 4

De gemandateerde verschaft gedeputeerde staten tijdig die informatie die redelijkerwijs voor gedeputeerde staten van belang geacht moet worden.

Artikel 5

Het mandaat, bedoeld in artikel 1, omvat mede de bevoegdheid tot ondertekening van de besluiten namens gedeputeerde staten.

Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt ondertekend:

gedeputeerde staten van Zeeland,

namens deze,

gevolgd door:

de functieaanduiding,

de handtekening, en

de naam van gemandateerde

Artikel 6

Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt plaatsvervangend ondertekend:

gedeputeerde staten van Zeeland,

namens deze,

gevolgd door:

de functieaanduiding,

voor deze

de handtekening, en

de naam van plaatsvervangende ambtenaar

Artikel 7

Het besluit van gedeputeerde staten van Zeeland d.d. 9 mei 2017, nummer 17009151, houdende vaststelling van het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2017 (Provinciaal Blad nummer 2819 van 2017), laatstelijk gewijzigd bij besluit van [datum], Provinciaalblad [nummer] wordt ingetrokken. Het besluit van gedeputeerde staten van Zeeland d.d. 9 mei 2017, nummer 17009151, Provinciaalblad [nummer], inzake het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten inzake levering, werk of dienst wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 12 februari 2019.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 15 februari 2019

De secretaris, A.W. Smit

Bijlage I Mandaatregister gedeputeerde staten Zeeland 2018

A. Algemeen

A.1 Algemene besluitvorming

­

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.1.1

Correspondentie van uitsluitend procedurele, uitvoerende en/of informatieve aard

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in de hoedanigheid van budgethouder;

Poulemanager

­

A.1.2

Aangaan intentieovereenkomst of – verklaring voor deelname aan onderzoeksprogramma’s, uitsluitend binnen het ter beschikking gestelde budget

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

programma- en projectleider in de hoedanigheid van budgethouder

­

A.1.3

Vorderingen in handen deurwaarder stellen

incl. het opstellen van een gerechtelijk dwangbevel

­

Afdelingsmanager POJZ

­

A.1.4

Aanwijzen van ambtenaren die gedeputeerde staten vertegenwoordigen ter zitting van:

de Commissie voor de bezwaarschriften

de Rechtbank

de Raad van State

de Centrale Raad van Beroep en

het College van beroep voor het bedrijfsleven

Artikelen 8.23 en 8.24 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikelen 46 en 47 Wet op de Raad van State

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

Het afdelingsmanager wijst per wet of per geval een ambtenaar aan. Zo ja dan uitsluitend Bevoegdheid in het kader van het betreffende project

A.1.5

Het indienen van een verweerschrift conform de inhoud van het GS-besluit bij:

de Commissie voor de bezwaarschriften

de Rechtbank

de Raad van State

de Centrale Raad van Beroep en

het College van beroep voor het bedrijfsleven

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2 Algemene wet bestuursrecht

­

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.2.1

Vaststellen van een formulier

Artikel 4:4

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

voor het indienen van de aanvraag en het verstrekken van gegevens

A.2.2

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager

Artikel 4:5

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

 

A.2.3

Afwijzen van een herhaalde aanvraag onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking (ne, bis, in -idem)

Artikel 4:6, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

 

A.2.4

In de gelegenheid stellen van de aanvrager tot het geven van een zienswijze

Artikel 4:7, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

voorbereiding

A.2.5

In de gelegenheid stellen van belanghebbenden tot het geven van een zienswijze

Artikel 4:8, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

 

A.2.6

Kennis geven van een nieuwe termijn aan de aanvrager

Artikel 4:14, eerste en derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

beslistermijn

A.2.7

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 383)

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

 

A.2.8

Opschorten en het beëindigen van de opschorting van de beslistermijn

artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

 

A.2.9

Besluiten op ingebrekestellingen

artikel 4:17 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

dwangsom

A.2.10

Vaststellen van de hoogte en de verschuldigdheid van dwangsommen

artikel 4:18 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager;

 

A.2.11

Verlangen van een schriftelijke machtiging

Artikel 2:1, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

 

A.2.12

Doorzenden van geschriften bij kennelijke bevoegdheid van een ander bestuursorgaan en mededeling daarvan doen aan afzender.

Artikel 2:3, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.13

Het terugzenden van geschriften aan afzender

Artikel 2:3, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.14

Stellen van een termijn voor een advies

Artikel 3:6, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

advies

A.2.15

Ter beschikking stellen van gegevens aan een adviseur

Artikel 3:7, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.16

Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten indien dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald

Artikel 3:10, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager

 

uniforme openbare voorbereidingsprocedure

A.2.17

Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten inhoudende de afwijzing van een aanvraag tot intrekking of wijziging van een besluit, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan anders is bepaald

Artikel 3:10, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.18

Ter inzage leggen van een ontwerpbesluit

Artikel 3:11, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.19

Mededelen van het niet ter inzage leggen van stukken

Artikel 3:11, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.20

Verstrekken van een afschrift van ter inzage gelegde stukken

Artikel 3:11, derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.21

In kennis geven van een ontwerpbesluit

Artikel 3:12, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.22

Toezenden van een ontwerpbesluit aan belanghebbenden

Artikel 3:13, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.23

Aanvullen van stukken met nieuwe gegevens

Artikel 3:14, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.24

Bepalen dat ook anderen dan belanghebbenden hun zienswijze naar voren kunnen brengen

Artikel 3:15, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.25

In de gelegenheid stellen van de aanvrager om te reageren op de ingebrachte zienswijzen

Artikel 3:15, derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.26

In de gelegenheid stellen van degene, tot wie het te wijzigen of in te trekken besluit is gericht, te reageren op ingebrachte zienswijzen

Artikel 3:15, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.27

Verlengen van de beslistermijn en hierover zienswijze vragen aan aanvrager

Artikel 3:18, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.28

Meedelen dat geen zienswijzen zijn ingebracht

Artikel 3:18, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.29

Bekendmaken van besluiten van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht

Artikel 3:42, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

bekendmaken en mededeling

A.2.30

Bekendmaken van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht

Artikel 3:42, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.31

Mededeling doen van het besluit aan indieners van een zienswijze; in ieder geval aan een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 als van het advies wordt afgeweken

Artikel 3:43, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

­

A.2.32

Mededeling doen van het besluit door toezending aan de indieners van een zienswijze

Artikel 3:44, eerste lid 1, sub b

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.33

Het meedelen van het besluit door andere wijze dan toezending aan indieners van zienswijzen

Artikel 3:44, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

­

A.2.34

Bevestigen ontvangst van (zuivere) ingebrekestellingen

­

Secretaris commissie bezwaar en beroep

In kader van termijnbewaking op grond van de Algemene wet bestuursrecht

A.3 Wet openbaarheid van bestuur

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.3.1

Verstrekken informatie overeenkomstig wet

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

Algemene grondslag bevoegdheid

A.3.2

Besluiten tot het toewijzen van een verzoek om (milieu)informatie

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

Geldt voor het (geheel of gedeeltelijk) verstrekken algemene informatie (art. 6, eerste lid) en milieu-informatie (art. 6, zesde lid)

A.3.3

Besluiten tot het afwijzen van een verzoek om (milieu)informatie

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

De bevoegdheid tot (geheel of gedeeltelijk) toewijzen verzoek, impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan

A.3.4

Verzoeken aan verzoeker zijn verzoek te preciseren

Artikel 3, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.5

Doorzenden verzoek aan ander bestuursorgaan onder mededeling van doorzending aan verzoeker

Artikel 4

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.6

Toezenden informatie aan derden

Artikel 5, derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.7

Verdagen beslissing op verzoek / gemotiveerd mededeling doen van verdaging aan verzoeker

Artikel 6, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.8

Opschorten termijn voor geven beschikking

Artikel 6, derde lid, juncto artikel 4.15 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.9

Mededeling doen aan verzoeker van einde opschorting

Artikel 6, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.10

Bekendmaken beslissing verstrekken informatie aan verzoeker en belanghebbende

Artikel 6, vijfde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.11

Verschaffen informatie uit eigen beweging

Artikel 8, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.12

Openbaar maken van door niet-ambtelijke adviescommissies uitgebrachte adviezen alsmede de aan de commissie voorgelegde adviesaanvragen en voorstellen

Artikel 9, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.3.13

Mededeling doen van openbaarmaking

Artikel 9, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

A.4 Schade

 

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.4.1

Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen ter zake van:

 

 

 

Het bedrag van € 25.000,-betreft het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. 

Het mandaat bevat niet de bevoegdheid tot het beslissen in afwijking van een vastgesteld taxatierapport van een door GS ingeschakelde taxateur indien de schikking het bedrag dat is vastgesteld bij de taxatie met een bedrag van € 5.000 te boven gaat. 

 

  • a.

    aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden;

 

Afdelingsmanager; 

Programma- of projectleider in zijn hoedanigheid van ambtelijk hoofdopdrachtnemer;

 

 

  • b.

    erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie, tot een bedrag van € 25.000,-;

 

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. 

 

  • c.

    toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie, tot een bedrag van € 25.000,-;

 

 

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. 

 

  • d.

    treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in  de onder a t/m c bedoelde gevallen, tot een bedrag van € 25.000,-;

 

 

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

 

binnen het ter beschikking gestelde budget van de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke. 

A.4.2

Aangaan van een vaststellings- overeenkomst

 in het kader van een verzekeringskwestie

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet;

Burgerlijk Wetboek;

Afdelingsmanager;

 

A.4.3

Afwikkelen van schadeclaims

van derden tot (het eigen risico van) € 5000,-

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 BW

Afdelingsmanager;

 

 

A.5 Algemene verordening gegevensbescherming

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

A.5.1

Aangaan van verwerkersovereenkomsten

Artikel 28, derde lid, AVG

Directeur Organisatie;

Directeur Programma's en Projecten;

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Programma- en projectleider in de hoedanigheid van budgethouder

Tevens bevoegdheid tot ondertekenen op basis van mandaat besluit cvdK 2018.

A.5.2

Beslissen op verzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (uitoefenen van privacyrechten door betrokkenen)

Hoofdstuk III van de AVG (artikelen 15 t/m 22 AVG)

Secretaris/algemeen directeur

A.5.3

Het melden van inbreuken i.v.m. persoonsgegevens (datalekken) aan de Autoriteit Persoonsgegevens

Artikel 33 AVG

Functionaris Gegevensbescherming

A.5.4

Het vaststellen van een risicoanalyse m.b.t. AVG en informatiebeveiliging (via de Business Impact Analyse en Gegevensbeschermingseffect-beoordeling)

Artikel 35 AVG

Directeur Organisatie;

Directeur Programma's en Projecten;

Afdelingsmanager;

Programma- en projectleider van een hoofdopdracht

A.6 Kaderrichtlijn afvalstoffen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.6.1

in het geval waarin op basis van door de afvalproducent per geval, productielocatie, toepassing en afnemer aantoonbaar bewijs is geleverd dat aan de algemene einde-afval-criteria uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen wordt voldaan, besluiten of de in het advies van de RUD opgenomen stoffen gekwalificeerd kunnen worden als einde afvalstof.

Kaderrichtlijn afvalstoffen

Afdelingsmanager;

Programma- en projectleider van een hoofdopdracht

A.7 MER

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

A.7.1

Verrichten van handelingen, onderzoeken en correspondentieter voorbereiding van een MER, MER-beoordeling of MERevaluatie.

Afdelingsmanager

A.7.2

Besluiten tot coördinatie MER.

Afdelingsmanager

A.7.3

Instemmen met MER.

Afdelingsmanager

A.7.4

Niet instemmen met MER.

Afdelingsmanager

A.7.5

Toepassen art. 7.28 Wm: besluiten tot buiten behandelinglaten aanvraag in verband met MER.

Afdelingsmanager

A.7.6

Bekendmaken MER en ontwerpplan.

Afdelingsmanager

A.7.7

Besluiten inzake MER-beoordelingsplicht.

Afdelingsmanager

A.7.8

Verzoek tot instemmen met MER-evaluatie bij mede bevoegdgezag.

Afdelingsmanager

A.7.9

Toepassen art. 7.41, derde lid, Wm: verzenden enbekendmaken verslag MER-evaluatie.

Afdelingsmanager

B. Inkoop en aanbesteding

Aanbesteding werken, leveringen en diensten:

uitsluitend voor zover deze geschiedt op basis van de door GS vastgestelde beleidsregels inkoop en aanbe-stedingen (zoals voldoende budget, passend binnen de doeleinden, conform aanbestedingswet- en regelge-ving en aanbestedingsbeginselen proportionaliteit, transparantie en gelijke behandeling).

B.1 Aanbesteden werken, leveringen en diensten; Inkoopproces

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

B.1.1

Vaststellen raming opdrachtwaarde

  

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer;

Het mandaat van unitmanagers die als budgethouder zijn aangewezen is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,--

B.1.2

Besluiten tot het voeren van een inkoop/aanbestedingsprocedure

(enkelvoudig, meervoudig, nationale en Europese procedures) mits:

budget beschikbaar is gesteld

passend binnen de doeleinden waartoe het budget is toegewezen

passend binnen een o.g.v. het budget vooraf door gs vastgesteld globaal bestedingsplan/conform de jaarlijks vastgestelde ramingen, uitgesplitst per onderwerp

na afstemming en zo nodig advies POJZ (team Inkoop en aanbesteding) en Financiën & Control wat betreft overeenstemming met provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid en het relevante wettelijk kader.   

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland;

 

Budgethouder

   

Besluiten tot afwijken van het inkoopbeleid voor opdrachten voor Leveringen en Diensten van € 50.000,- tot Europese drempel (2018-2019: € 221.000) en voor Werken van €150.000,-- tot de Nationaal openbare drempel is voorbehouden aan GS;

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer;

Het mandaat van unitmanagers die als budgethouder zijn aangewezen is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,--

B.1.3

Europese en nationale en meervoudig onderhandse aanbestedingen

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Afdelingsmanager POJZ

Senior medewerker Inkoop en aanbestedingen;

Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur 

Uitvoeren van alle procedurele zaken in het tendersysteem.

B.1.4

Publiceren enkel- en meervoudige onderhandse aanbestedingen

conform voorgeschreven procedure in Inkoopbeleid

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

Budgethouder;

Senior medewerker Inkoop en aanbestedingen;

Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer;

Voor alle inkopen voor leveringen en diensten met een geraamde waarde van € 50.000 en hoger en voor Werken van € 150.000 en hoger is een inkoopadvies verplicht d.m.v. Inkoopstartformulier.

B.1.5

Afwijken van de Algemene Inkoopvoorwaarden

bij het aangaan van overeenkomsten/verlenen opdrachten

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

Budgethouder

Na advies POJZ (senior jurist);

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.6

Besluiten tot het onregelmatig of onaanvaardbaar verklaren van de inschrijving

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid

Budgethouder

Na advies POJZ (team Inkoop en aanbesteding);

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.7

Besluiten tot het nemen van een afwijzingsbesluit

Budgethouder

 

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.8

  • Besluiten tot het verlenen van een opdracht dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst inzake levering, werk of dienst mits:

  • budget beschikbaar is gesteld;

  • passend binnen de doeleinden waartoe het budget is toegewezen;

  • passend binnen een o.g.v. het budget vooraf door gs vastgesteld globaal bestedingsplan/conform de jaarlijks vastgestelde ramingen, uitgesplitst per onderwerp

  • na afstemming en zo nodig advies POJZ (team Inkoop en aanbesteding) en F&C (Financiën) wat betreft overeenstemming met provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid en het relevante wettelijk kader en het financieel kader. 

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

 

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

 

B.1.9

Besluiten tot opdracht van meerwerk

≤ 10% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde bij leveringen diensten en ≤15 % bij werken

 

Budgethouder

Na advies van POJZ (team Inkoop en aanbesteding);

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.10

Aanwijzen directie

o.g.v. Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) voor de uitvoering van werken

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.11

Nemen van besluiten m.b.t. de uitvoering van contractmanagement bij een (raam)overeenkomst en verwerken in contractenbeheer (POJZ)

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.1.12

Besluiten tot verrichten van (overige) (rechts)handelingen

t.a.v. de aanbestedingsprocedure of uitvoering van de (raam)overeenkomst (bijv. nadere overeenkomst, tussentijdse vragen, mogelijkheid tot ingebrekestelling op grond van de Algemene Inkoopvoorwaarden)

Budgethouder

Na advies POJZ (team Inkoop en aanbesteding);

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer.

B.2 Klachten

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

B.2.1

Afhandelen klachten aanbestedingsprocedure.

(Klachtenmeldpunt aanbestedingen)

Flankerend beleid betreffende de per 1 juli 2016 gewijzigde Aanbestedingswet 2012 en Inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland 2016

Afdelingsmanager POJZ

C. Bedrijfsvoering en dienstverlening

C.1 Facilitaire zaken

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

C.1.1

In bruikleen geven van ruimten en terreinen binnen het Abdijcomplex.

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 7a:1777 Burgerlijk wetboek (BW)

Afdelingsmanager FAC

Indien en voor zover met dat gebruik het provinciaal belang is gediend en voor zover met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd.

C.1.2

Aangaan van bruikleenovereenkomsten roerende zaken

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 7a:1777 BW

Afdelingsmanager FAC

C.1.3

Aansprakelijk stellen + kosten verhaal bij schade aan provincie eigendommen

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW

Afdelingsmanager FAC

C.1.4

Het indienen van declaraties i.v.m. het leveren van energie aan derden.

Afdelingsmanager FAC

C.1.5

Vaststellen jaarlijkse huurverhoging voor door provincie verhuurde panden

Afdelingsmanager I&V

C.2 Financiën en Control

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

C.2.1

Goedkeuren begrotingen en rekeningen voorafgaand aan de garantieverlening (door provinciale staten)

Artikel 216, tweede lid, sub c, Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.2

Het indienen van declaraties bij derden.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.3

Het verzenden aan het ministerie van BZK van door provinciale staten vastgestelde begrotingen/-begrotingswijzigingen/jaarrekeningen.

Artikel 195, tweede lid Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.4

Verzoek doen teruggave dividendbelasting.

Wet Dividendbelasting

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.5

Doen van aangifte en afdragen omzetbelasting en opgave BTW compensatiefonds.

Wet Omzetbelasting

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.6

Doen van aangifte en afdragen vennootschapsbelasting.

Wet VPB

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.7

Financieel afwikkelen van schadeclaims van derden indien gedekt door verzekering.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.8

Taxaties laten uitvoeren i.v.m. verzekeringen.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.9

Financieel afwikkelen van claims op derden bij schade aan provinciale eigendommen.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.10

Accepteren/sluiten verzekeringscontracten.

Artikel 158 Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.11

Brieven vaststellen inzake administratieve organisatie of administratieve procedures in de uitvoerende sfeer.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

 

C.2.12

Verzenden aanmaningen tot betaling van openstaande vorderingen.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.13

Vaststellen rekening-courant percentages.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.14

Verrichten van betalingen.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C;

Medewerkers Financiën

C.2.15

Gebruik creditkaart.

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.16

Het maken van betalingsafspraken met debiteuren.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.2.17

Besluiten inzake financieringen en uitzettingen voor de periode van max. 1 jaar.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager F&C;

Unitmanager F&C

C.3 Informatie en automatisering

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

C.3.1

Aanbieden van gegevens, informatie etc., waaronder open data (verkeersinformatie, enz.)

Afdelingsmanager I&A;

Unitmanager I&A

C.3.2

Besluiten tot het aangaan van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op landelijke ICT basisvoorzieningen

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager I&A;

Unitmanager I&A

C.3.3

Bevestigen ontvangst van brieven, verzoeken, aanvragen, besluiten e.d.

 

DIV-medewerkers;

Receptionist/portier

Ontvangstbevestiging postregistratiesysteem

C.4 Communicatie

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

C.4.1

Besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager BO

Wordt o.a. gehanteerd bij het aangaan van (raam)overeenkomsten met fotografen, vormgevers, filmmakers

C.4.2

Besluit tot toekenning en afwijzing van verzoeken voor het gebruik van het wapen van Zeeland en het woordmerk Zeeland Land in Zee

Afdelingsmanager BO

Voor het al dan niet toestaan voor het gebruik van het Wapen van Zeeland wordt getoetst aan de regels uit de circulaire van BZK ‘wapen gebruik provincies’.

D. Bestuurlijke organisatie en toezicht

D.1 Notificatie Formele stukken

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

D.1.1

Besluiten stukken voor notificatie aan te nemen en deze ter archivering aan te bieden aan de DIV

Afdelingsmanager BO

D.2 Financieel Bestuurlijk Toezicht

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

D.2.1

Goedkeuring van begrotingen, begrotingswijzigingen en toestemming voor het doen van uitgaven betreffende gemeenten, gemeenschappelijke regelingen e.d. ten aanzien waarvan preventief toezicht geldt.

Artikel 203 + 208 Gemeentewet, artikel 33, Wet Gemeenschappelijke regelingen

Afdelingsmanager BO

D.2.2

Bij goedkeuring begroting bepalen dat soorten van wijzigingen geen goedkeuring van GS behoeven.

Artikel 207, tweede lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BO

D.2.3

Mededelingen aan bestuur gemeenten en gemeenschappelijke regelingen dat voor begrotingsjaar repressief toezicht van toepassing is.

Artikel 203 Gemeentewet, artikel 33, Wet gemeenschappelijke regeling

Afdelingsmanager BO

D.2.4

Goedkeuring art. 43, lid 3, Boek 3 BW/ontheffing art 15, lid 2, Gemeentewet

Artikel 3:43, BW, artikel 15, tweede lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BO

Voor wat betreft verkoop aan burgemeester: cvdK (zie bijlage bij mandaatbesluit van de cvdK)

D.2.5

Goedkeuren van besluiten van gemeentebesturen, die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, tot verhoging van bestaande dan wel tot verlaging van bestaande inkomsten of tot vermindering van vermogen in die gevallen, waarin gemeentebesturen zijn onderworpen aan het financieel-bestuurlijk toezicht.

Artikel 21, Wet algemene regels herindeling

Afdelingsmanager BO

D.2.6

Verdagen van aanvraag tot goedkeuring van begroting en/of begrotingswijzigingen van gemeenten of gemeentelijke regelingen die door GS onder preventief toezicht zijn geplaatst.

Artikel 10.31 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager BO

D.2.7

Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet.

Artikel 3 en 4 Waterschapswet

Afdelingsmanager BO

D.2.8

Toezenden besluit inzake reglement, opheffen of instellen waterschap ter goedkeuring aan Minister.

Artikel 4, derde lid Waterschapswet

Afdelingsmanager BO

D.2.9

Toezenden advies inzake benoeming dijkgraaf aan Minister.

Artikel 46, derde lid Waterschapswet

Afdelingsmanager BO

D.2.10

Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekken van informatie, toezenden rapportages in het kader van indeplaatsstelling dan wel vernietiging of schorsing besluit.

Artikel 124 e.v + artikel 273a Gemeentewet

Afdelingsmanager BO

Interbestuurlijk toezicht

D.2.11

Meedelen van besluit of voornemen van indeplaatsstelling in dagblad.

Artikel 124, 4e lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BO

Interbestuurlijk toezicht

D.2.12

Aanwijzing toezichtambtenaren.

Artikel 124, Gemeentewet

Afdelingsmanager BO

Interbestuurlijk toezicht

D.2.13

Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekking van informatie, toezenden rapportages in het kader van de huisvesting statushouders

Huisvestingswet

Directeur Programma’s en projecten;

E. Subsidies

E.1. Algemene Subsidieverordening/ Algemeen subsidiebesluit

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

E.1.1

Besluiten tot het afwijzen van de subsidieaanvraag

(Asv/Asb)

Directeur Programma's en Projecten

Afdelingsmanager;

Programma- en projectleider

Dit mandaat ligt bij de functionaris die verantwoordelijk is voor het inhoudelijke beleidskader.

De betreffende portefeuillehouder wordt geïnformeerd

E.1.2

Besluiten tot het tussentijds wijzigen van een subsidiebeschikking

binnen de gestelde voorwaarden in de Asv en het Asb

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

Betreft: afwijken PR-bepaling (art. 1.6.6 Asb); verlenen van extra voorschotten op verleende subsidies (art. 1.8.3, 1.9.3 en 2.7.1 Asb)

E.1.3

Besluiten tot het tussentijds wijzigen van prestatieafspraken, prestatiebewijzen en/of instemmen met herziene begroting

 

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd

 

E.1.4

Besluiten tot het afwijken van de bij de subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen

 

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd

 

E.1.5

Besluiten tot het wijzigen van de looptijd van een verleende subsidie

 

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

E.1.6

Besluiten tot het wijzigen van de gestelde termijn voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

E.1.7

Besluiten tot het intrekken van verleende subsidies

(Asv/Asb)

Afdelingsmanager POJZ

E.1.8

Beslissen op en ondertekenen van stukken

betreffende aanvragen om subsidie en het verrichten van betalingen

Hoofdstuk 11 Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 Bijzondere bepalingen voor het nalaten van verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden

Directeur BIJ12 en plaatsvervanger

De directeur van BIJ12 kan ter uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan de onder hem ressorterende unitmanagers en afdelingshoofden

E.1.9

Besluiten tot het (gewijzigd) vaststellen, intrekken en terugvorderen van subsidies

Afdelingsmanager POJZ

E.1.10

Besluiten op basis van een steekproef of de instelling wel of niet een aanvraag tot vaststelling moet indienen

Artikel 1.7.2, eerste lid, Asb

Afdelingsmanager POJZ

E.1.11

Besluiten tot aanpassing van de wijze van verantwoording

idem

Afdelingsmanager POJZ

E.2.1

Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om (kleinere) verkeerseducatieve subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld ROVZ Werkplan

Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Programmaleider in de hoedanigheid van budgethouder

E.2.2

Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen subsidie op basis van een door GS vastgestelde Openstelling subsidies ten behoeve van het aanleggen van een groen dak

Algemene Subsidieverordening en hoofdstuk 19 Bijzondere bepalingen Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Programmaleider Hoofdopdracht;

E.2.3

Beslissen op, ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld Uitvoeringsprogramma Cultuur, met uitzondering van de integrale kosten subsidies

Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Programmaleider Hoofdopdracht;

E.2.4

Toekenning en afwijzing van subsidies Provinciaal Impulswoningen op basis van een door GS vastgestelde overzicht van toekenningen en afwijzingen.

Algemene Subsidieverordening en Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Programmaleider Hoofdopdracht;

E.2 Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer (SVNL 2010)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

E.2.1

Verlagen jaarvergoeding subsidie natuur- en landschapsbeheer

Art. 10.1 SVNL (2010)

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door project- of programmaleider hoofdopdracht die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

E..2.2

(Ambtshalve) vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen subsidie natuur- en landschapsbeheer

Art. 3.1.10, 3.2.5, 5.1.2.7 en 5.1.2a.5 SVNL(2010) juncto afd 4.2.5 en art 4:57 Awb

Afdelingsmanager POJZ

idem

E.3 Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer 2016 (SVNL2016)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

E.3.1

In geval van melding dat niet is voldaan aan één of meer van de in artikel 2.10 genoemde verplichtingen, het voorschot verlagen

Art. 2.12, tweede lid, juncto 2.10, vijfde lid, SVNL2016

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door project- of programmaleider hoofdopdracht die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

E.4 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

E.4.1

Vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen investeringssubsidie natuur en landschap

Art. 14c SKNL juncto afd 4.2.5 en art. 4:57 Awb

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door project- of programmaleider hoofdopdracht die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

E.4.2

Vaststellen van de subsidie functieverandering

Art. 20 SKNL juncto afd. 4.2.5 Awb

Afdelingsmanager POJZ

idem

F. Vastgoed

F.1 Vastgoed

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

F.1.1

Besluiten tot de aankoop van onroerende zaken (aankoopbesluit), behoudens opstallen, en daaruit voortvloeiend het besluiten tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst op het gebied van grondverwerving en eigendomsbeheer

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

  • a.

    Uitsluitend voor zover dit geschiedt binnen het daarvoor beschikbaar gestelde krediet e/o budget

  • b.

    Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen)

  • c.

    Aankoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

F.1.2

Besluiten tot de verkoop van provinciale eigendommen, behoudens opstallen, en het bezwaren van provinciale eigendommen alsmede het besluiten tot het vestigen van beperkte rechten, alsmede het vestigen van kwalitatieve verplichtingen voor vastgoed en kavelruiltransacties.

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

  • a.

    Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige. (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen).

  • b.

    Verkoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

F.1.3

Besluiten tot aan- en verkoop van provinciale eigendommen die onderdeel uitmaken van een (kavel)ruil, behoudens opstallen.

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

  • a.

    Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige. (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen).

  • b.

    het saldo van de aan- en verkoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

G.1.4

Besluiten tot het verpachten en/of verhuren provinciale eigendommen (inclusief de ontbinding van deze overeenkomsten)

Artikel 158 , eerste lid sub e Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

F.2 Kavelruil

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

F.2.1

Besluiten tot kavelruil cf. een positief advies van de commissie kavelruilbureau Zeeland op een kavelruilvoorstel, genomen bij gewone meerderheid van stemmen

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet;

Regelement commissie Kavelruilbureau Zeeland 

Afdelingsmanager I&V

 

F.2.2

het innen van de kavelruilbijdrage van derden

 

Afdelingsmanager I&V

 

F.2.3

het vergoeden van notaris- en kadasterkosten

 

Afdelingsmanager I&V

 

F.3 Procedurele zaken

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

F.3.1

Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen een belastingaanslag / WOZ-beschikking

Artikel 158, eerste lid sub  f Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

F.3.2

Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen de uitslag van een  kadastrale meting

Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet

Afdelingsmanager I&V

F.4 Wettelijke instrumenten

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

F.4.1

Vertegenwoordiging Provincie Zeeland op hoorzitting

Onteigeningswet

Afdelingsmanager I&V;

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

F.4.2

Volmacht en machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder

Afdelingsmanager I&V;

Beleidsmedewerker grondverwerving

F.4.3

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet ruimtelijke ordening: Grondexploitatie (exploitatieplan en overeenkomst grondexploitatie)

Afdeling 6.4 Wro

Afdelingsmanager I&V

F.4.4

Handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten: Provinciaal voorkeursrecht

WVG

Afdelingsmanager I&V

F.4.5

Advisering minister van Infrastructuur en Milieu

Belemmeringenwet Privaatrecht

Afdelingsmanager I&V

F.4.6

Aanwijzen plaats zitting, voorzitter zitting, opmaken proces-verbaal

Artikel 2 Belemmeringenwet Privaatrecht

Afdelingsmanager; I&V

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar

G. Infrastructuur

G.1 Beheer & Onderhoud

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.1.1

Vaststellen van beheerregelingen en aangaan van beheersovereenkomsten.

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet; Burgerlijk Wetboek

Afdelingsmanager I&V

 

G.1.2

Het aansprakelijk stellen + kosten van verhaal bij schade aan provincie eigendommen (bijv. bij modder op de weg, olie op de weg, enzovoort)

Artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet juncto artikel 6:162 en  6:174 BW en artikel 185 Wegenverkeerswet

Afdelingsmanager I&V

 

 

G.1.3

Toezicht en handhaving in het kader van wetten, waarvan de uitvoering aan het onderdeel Beheer & Onderhoud is opgedragen: Schriftelijke waarschuwing/vooraankondiging, alsmede het besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.24 Awb

Afdelingsmanager I&V

G.1.4

Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid

Directeur Organisatie

G.1.5

Ondertekenen van begeleidende brief bij besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid

Directeur Organisatie

G.1.6

Op schrift stellen en bekendmaken van besluit als bedoeld in artikel 5.31, eerste lid, Awb

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, tweede lid

Directeur Organisatie

Slechts in zeer spoedeisende gevallen

G.1.7

Feitelijke uitvoering van bestuursdwang

Afdelingsmanager I&V

G.1.8

Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom.

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.32 Awb

Afdelingsmanager I&V

G.2 Vaarwegen (omgevingsverordening Zeeland 2018)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.2.1

Zorg dragen dat overzichtskaart in overeenstemming is met de beheersituatie

Artikel 5.19, derde lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager

G.2.2

Besluiten tot verlenen ontheffing snelheden

Artikel 5.22

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.3

Besluiten tot ontheffing voor afmetingen en diepgang van schepen

Artikel 5.23 juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.4

Besluiten tot ontheffing voor samenstellen, een gekoppeld samenstel en een duwstel

Artikel 5.24 juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.5

Besluiten tot ontheffing om in, langs, boven, onder of over een vaarweg stoffen of voorwerpen te brengen die schade toebrengen aan de vaarweg en de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer

Artikel 5.27, sub a, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.6

Besluiten tot ontheffing voor houtgewas of takken van bomen in of boven de vaarweg te laten hangen die hinder veroorzaken voor de scheepvaart

Artikel 5.27, sub b, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.7

Besluiten tot ontheffing om op andere wijze enige belemmering of hinder voor de scheepvaart te veroorzaken

Artikel 5.27, sub c, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.8

Besluiten tot ontheffing voor het wijzigen van de vaarweg

Artikel 5.28, sub a, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.9

Besluiten tot ontheffing voor het gebruik van kunstwerken te beletten of te belemmeren.

Artikel 5.28, sub b, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.10

Besluiten tot ontheffing voor werken aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in onder of langs de vaarweg, binnen tien meter, horizontaal gemeten vanuit de oeverlijn.

Artikel 5.28, sub c, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.11

Besluiten tot ontheffing voor het maken, hebben of veranderen van een ligplaats of enige andere voorziening bestemd voor het meren van schepen.

Artikel 5.28, sub d, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.12

Besluiten tot ontheffing voor het drijven van handel of het afleveren van koopwaar (parlevinkers).

Artikel 5.28, sub e, juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.13

Besluiten tot ontheffing voor ligplaats nemen (ankeren en meren).

Artikel 5.29 juncto artikel 5.31

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.14

Opdracht om te voorzien in onderhoudsplicht

Artikel 5.34

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.2.15

Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften

Artikel 8.1

Directeur Organisatie

G.2.16

Besluiten omtrent openingstijden objecten vaarwater (bruggen en sluizen) Kanaal door Walcheren en Zeelandbrug.

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.3 Wegenwet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.3.1

Aan een weg de bestemming van openbare weg geven

Artikel 4, eerste lid, sub 3 Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

G.3.2

Onttrekking aan het openbaar verkeer van provinciale wegen

Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

G.3.3

Onttrekking aan het openbaar verkeer van waterschapswegen

Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

Deze bevoegdheid is door provinciale staten, middels statenbesluit op 16 mei 2008, gedelegeerd aan gedeputeerde staten

G.3.4

Goedkeuring verlenen aan overdracht (beheer en) onderhoud van een weg door de gemeente of waterschap aan een gemeente of waterschap.

Artikel 18a Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

G.3.5

Het onderhoud van een weg, welke door de provincie wordt onderhouden, ten laste te brengen van de gemeente, waarin de weg is gelegen

Artikel 19 lid 1 Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

G.3.6

Vaststellen/wijzigen wegenlegger

Artikel 39 Wegenwet

Afdelingsmanager I&V

G.4 Wegenverkeerswet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.4.1

Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen

Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikelen 34 en 37 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager I&V

G.4.2

Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen

Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 35 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD;

Rayonmedewerker

G.4.3

Het nemen van verkeersbesluiten

Artikel 18 (en artikel 15 Wegenverkeerswet juncto artikel 12 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager I&V

De bevoegdheden van Gedeputeerde Staten voor de Westerscheldetunnel c.a. (zie Tunnelwet) zijn gemandateerd aan de directeur van de NV Westerscheldetunnel

G.4.4

Vergunning wegwedstrijden verlenen

Artikel 148, eerste lid, sub b, juncto artikel 10, eerste lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.4.5

Verlenen ontheffingen bijzondere transporten (zoals voor landbouwvoertuigen) Voertuigreglement

Artikel 149, eerste lid, sub b, Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

Gedeputeerde Staten hebben op 28 januari 2003, nr. 030333/16, mandaat verleend aan Rijksdienst voor Wegverkeer voor het nemen van besluiten inzake de aanvraag van ontheffingen voor exceptionele wegtransporten

G.4.6

Verlenen ontheffingen

Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.5 Verkeersregels & verkeerstekens

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.5.1

Verlenen ontheffingen Zeelandbrug / Oesterdam (invalidenvoertuigen, brommobielen, etc.)

Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.5.1

Plaatsen en verwijderen verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking

Artikel 2 juncto artikel 13

Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement)

Afdelingsmanager I&V

G.5.3

Plaatsen tijdelijke verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking bij dringende omstandigheden

Artikel 10 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement)

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.6 Onderhoud wegen (Omgevingsverordening Zeeland 2018)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.6.1

Ontheffing voor het aanbrengen en snoeien of verwijderen van beplanting op een weg

Artikel 5.5 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

Voor het verwijderen van beplanting op een weg, voor zover er sprake is van het vellen of doen vellen van een houtopstand, is een omgevingsvergunning vereist. Een omgevingsvergunning is ook vereist als sprake is van een combinatie van beide. Zie ook artikel 2.2 lid 1 sub g van de Wabo

G.6.2

Ontheffing voor het wijzigen en aantasten van een weg (zoals een weg op een bestaande weg aan te sluiten, etc)

Artikel 5.6 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

Voor het hebben, maken of veranderen van een uitweg en / of de aanleg van een weg (voor zover er tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1 sub b van de Wabo) is een omgevingsvergunning vereist. Zie ook artikel 2.2. lid 1 sub d en e.

G.6.3

Ontheffing voor zaken op, in en boven wegen (zoals masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen te plaatsen of te hebben en kabels en leidingen te leggen of te hebben)

Artikel 5.7 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

Voor het maken of voeren van handelsreclame is een omgevingsvergunning vereist. Zie artikel 2.2 lid 1 sub h en i.

G.6.4

Ontheffing gebruik van een weg en activiteiten op een weg (zoals een weg anders dan voor verkeersdoeleinden te gebruiken, op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het aanbieden en leveren van producten)

Artikel 5.8 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.6.5

Ontheffing voor zaken en activiteiten langs wegen (zoals het aanbrengen of hebben van masten, palen, borden, et cetera, binnen een afstand van 1,80 meter uit de verkeersbaan, niet zijnde een fietspad of ander pad, dan wel binnen een afstand van 0,60 meter uit een fietspad of ander pad)

Artikel 5.9 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

 Unitmanager BTD

G.6.6

Ontheffing met betrekking tot uitzichtstroken (zoals op of langs een weg buiten de bebouwde kom, ter plaatse van kruisingen, aansluitingen, uitwegen en bochten, bouwwerken, wallen, beplanting, gewassen, terreinafscheidingen en andere uitzicht belemmerende voorwerpen te maken, waardoor het vrije uitzicht wordt belemmerd

Artikel 5.11 juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

 Unitmanager BTD

Hierbij ook rekening houden met het Uitvoeringsbesluit uitzichtstroken wegen (Provinciaal Blad, nr. 36 van 2010)

G.6.7

Ontheffing bebouwingsvrije stroken (zoals langs een weg buiten de bebouwde kom een bouwwerk te maken of te hebben binnen een afstand uit de as van de hoofdverkeersbaan of, indien de weg twee hoofdverkeersbanen heeft, uit de as van de dichtbijzijnde gelegen hoofdverkeersbaan, van 40 meter voor wegen die in beheer zijn bij de provincie.

Artikel 5.12, eerste lid juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.6.8

Ontheffing bestaande bouwwerken binnen de in artikel 5.12 lid 1 bedoelde stroken, te vernieuwen, te wijzigen of uit te breiden.

Artikel 5.12, tweede lid juncto artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V;

 Unitmanager BTD

G.6.9

Het verlenen van een ontheffing van het bepaalde in afdeling 5.2 en het stellen van voorschriften

Artikel 5.13, tweede lid, Artikel 5.3, derde lid en Artikel 5.5, derde lid

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.6.10

Het uitbrengen van een advies over: de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag of de bij de beslissing op de aanvraag te betrekken gegevens of aan de vergunning te verbinden voorschriften.

Artikel 5.13, vijfde lid juncto artikel 2.26, derde en vierde lid Wabo

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.6.11

Het voeren van overleg inzake afwijken van het in artikel 5.13 lid 5 bedoelde advies

Artikel 5.13, zesde lid

Afdelingsmanager I&V

G.6.12

Het besluiten tot verlenen van ontheffing tot het plaatsen van toeristische bewegwijzering conform artikel 5 lid 14

Artikel 5.14

Afdelingsmanager I&V

G.6.13

Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften

Artikel 5.18, eerste lid

Directeur Organisatie

G.6.14

Aanslagen opleggen op benzineverkoop

Afdelingsmanager I&V

G.7 Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting (Omgevingsverordening Zeeland 2018)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.7.1

Het in ontvangst nemen van een melding Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting

Nadere uitwerking van artikel 5.7, lid 3

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.7.2

Het geven van instructies Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting

idem

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.8 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo ): De omgevingsvergunning

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.8.1

Uitbrengen advies over de aanvraag of ontwerp beschikking op aanvraag

Artikel 2.26, derde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid, Wegenverordening Zeeland 2010

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo.

G.8.2

Uitbrengen advies naar aanleiding van aanvraag om omgevingsvergunning

Artikel 2.26, vierde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid Wegenverordening Zeeland 2010

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo

G.9 Wrakkenwet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.9.1

Besluit tot opruimen object

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.2

Aankondiging ter plaatse

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.3

Mededeling rechthebbende

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.4

Vergunning verwijdering voorwerpen

Artikel 2, tweede lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.5

Zekerheidstelling ten genoegen van de beheerder

Artikel 2, derde lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.6

Publicatie tijdstip opruiming

Artikel 3, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.9.7

Vergunning toegang/verblijf op schip/voorwerp

Artikel 4

Afdelingsmanager I&V

G.9.8

Termijn van betaling stellen

Artikel 6

Afdelingsmanager I&V

G.10 Waterstaatswet 1900

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.10.1

Schriftelijke aanzegging m.b.t. het dulden van voorbereidingswerkzaamheden

Artikel 9

Afdelingsmanager

G.10.2

Opmaken proces-verbaal/raming kosten etc. bij schade aan waterstaatswerken

Artikel 12c

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.10.3

Het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van NEN-EN 501101-1, NEN-EN 50110-2 en NEN 3140 in verband met bedrijfsvoering van elektrische installaties (infrastructuur) in beheer bij de provincie Zeeland aan medewerkers van de afdeling Beheer

Afdelingsmanager I&V

 

G.11 Telecommunicatiewet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

G.11.1

Instemmen met c.q. overeenstemming hebben over plaats, tijdstip en wijze van aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

Artikel 5.3, 5.7 en 5.8

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.11.2

Vergoeden van schade en verdelen van kosten, één en ander voortvloeiende uit de gedoogplicht.

Artikel 5.2

Afdelingsmanager I&V;

Unitmanager BTD

G.12 Regeling Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen en provinciale projecten provincie Zeeland 2010

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

G.12.1

Ontvangst bevestiging op een binnengekomen verzoek

Artikel 13, tweede lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.2

In gelegenheid stellen verzuim te herstellen

Artikel 13, derde lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.3

Niet in behandeling nemen van verzoek

Artikel 14, eerste lid jo Artikel 13

Afdelingsmanager I&V

G.12.4

Mededeling van niet in behandeling nemen van verzoek

Artikel 14, tweede lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.5

Het eenmalig verlengen van de in artikel 15 lid 2 genoemde termijn met ten hoogste zes weken

Artikel 15, derde lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.6

Benoemen deskundige(n) / aanwijzen voorzitter

Artikel 16, eerste en derde lid, jo Artikel 14, eerste lid en Artikel 15, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.7

Verzoeker in kennis stellen van voornemen deskundige(n) te benoemen

Artikel 16, vijfde lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.8

Het beschikbaar stellen van gegevens aan deskundige(n)

Artikel 18, eerste lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.9

Instemmen met inwinnen van inlichtingen en adviezen bij derden door deskundige(n)

Artikel 18, derde lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.10

Vertegenwoordigen bij mondelinge toelichting

Artikel 19, tweede lid

Afdelingsmanager; I&V

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar

G.12.11

Bedenkingen maken tegen het conceptadvies aan deskundige(n)

Artikel 19, zesde lid

Afdelingsmanager I&V

G.12.12

De beslissing, zoals bedoeld in artikel 20 lid 1, op het verzoek om schadevergoeding, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste zes weken verlengen

Artikel 20, tweede lid

Afdelingsmanager I&V

H. Personenvervoer

H.1 Concessie busvervoer

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

H.1.1

Het nemen van besluiten inzake het beheer van de op 1 augustus 2014 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'. M.n. te noemen het maken van beheerafspraken met de concessiehouder over:

  • De ontwikkeltaak van de concessiehouder,

  • Het vervoerplan en de dienstregeling,

  • De inzet van voertuigen en personeel,

  • De uitvoeringskwaliteit,

  • Tarieven en kaartsoorten,

  • Reisinformatie,

  • Sociale veiligheid, communicatie en marketing,

  • Extern relatiebeheer

De op basis van artikel 20 lid 2 Wet personenvervoer 2000 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'

Directeur Programma's en Projecten

I. Water

I.1 Waterwet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.1.1

Correspondentie aan het rijk omtrent voorbereiding nationaal waterplan

Artikel 4.3

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.1.2

Ter inzage leggen en kennis geven ontwerp regionaal waterplan (onderdeel omgevingsplan)

Artikel 4.4

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.1.3

Toezenden vastgesteld regionaal waterplan aan minister en betrokken instanties

Artikel 4.5

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.1.4

Adviseren waterbeheerder over aanvraag watervergunning

Artikel 6.16

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.2 Waterbesluit, waterregeling

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.2.1

Toezenden gegevens t.b.v. Stroomgebiedbeheerplan aan Minister

Artikel 3.4, tweede lid, onder a

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.2.2

Toezenden resultaten analyses en beoordelingen als bedoeld in artikel 5 Kaderrichtlijn Water (KRW) aan Minister

Artikel 3.4, tweede lid, onder b

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.2.3

Toezenden gegevens omtrent voortgang uitvoering maatregelen ex artikel 11 KRW

Artikel 3.4, tweede lid, onder c

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.2.4

Toezenden gevraagde gegevens t.b.v. toezicht op waterbeheer aan Minister

Artikel 3.4, zesde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.2.5

Correspondentie omtrent onderzoekingen m.b.t grondwaterregime in de provincie

Artikel 7.2

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3 Grondwater (Omgevingsverordening Zeeland 2018)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.3.1

Besluiten tot aanwijzen deskundigen, inclusief het inwinnen van advies

Artikel 3.7, eerste en tweede lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

Vergoeding van kosten en schade

I.3.2

Aanvrager beschikking in de gelegenheid stellen aanvraag aan deskundigen toe te lichten

Artikel 3.74, derde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.3

Degene tot wie de beschikking zich richt in de gelegenheid stellen opvattingen aan deskundigen kenbaar te maken

Artikel 3.74, derde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.4

Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen opvattingen over aanvraag of voornemen aan deskundigen kenbaar te maken

Artikel 3.74, vierde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.5

Verzenden afschrift advies en vermelden termijn

Artikel 3.74, zesde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.6

Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen

Artikel 3.75

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.7

Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen

Artikel 3.75, tweede lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.3.8

Correspondentie van procedurele aard omtrent schadeonderzoek deskundigencommissie (ACSG) inzake onttrekken of infiltreren van grondwater.

Artikelen 7.14-7.19

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.4 Waterbeheer en regionale waterkeringen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.4.1

Correspondentie omtrent periodiek overleg en rapportage uitvoering beheerplan, inwinnen informatie waterschap

Omgevingsverordening Zeeland 2018; informatie en overleg

Artikel 4.13, 4.15

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.4.2

Correspondentie omtrent voorbereiding legger

Artikel 5.1 Waterwet

Artikel 4.7 Ov

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.4.3

Correspondentie omtrent voorbereiding peilbesluit of herziening peilbesluit

Artikel 4.8

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.5 Waterwet – waterveiligheid

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.5.1

Correspondentie omtrent voorbereiding projectprocedure waterschap tot aanleg of wijziging primaire waterkering

Artikel 5.6

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.5.2

Goedkeuren projectplan tot aanleg of verbetering primaire waterkering (in samenhang met mer-beoordeling o.g.v. artikel 7.17, eerste lid, Wm

Artikel 5.7

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.5.3

Correspondentie omtrent gecoördineerde voorbereiding van besluiten bij toepassing projectprocedure primaire waterkeringen

Artikelen 5.8 en 5.9

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.5.4

Toezenden gegevens voor opstellen van overstromingsrisicobeheerplannen aan Minister

Artikel 3.4, vierde lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.6 Waterschapswet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.6.1

Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet.

Artikel 3 en 4

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.7 Wet hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen

I.7.1

Toezenden van (door gs) aangewezen zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan.

Art. 10b, eerste en tweede lid

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

I.7.2

Toezenden van relevante informatie omtrent zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan.

Art. 10 e.v.

Directeur Programma's en Projecten

Programmaleider

J. Milieu

J.1 Wet Milieubeheer; Algemeen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

J.1.1

Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening

Artikel 1.4, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

J.1.2

Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening

Artikel 1.4, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

J.2 Wet Milieubeheer; Plannen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

J.2.1

Verschaffen van inlichtingen

Artikel 4.2b Wm

Afdelingsmanager POJZ

J.2.2

Mededeling doen door toezending aan Minister

Artikel 4.11, eerste lid

Wm

Afdelingsmanager POJZ

J.2.3

Bekendmaken in Staatscourant

Artikel 4.11, tweede lid Wm

Afdelingsmanager POJZ

J.2.4

Toezenden verlengingsbesluit geldigheidsduur aan Minister en bestuursorganen en bekendmaken in Staatscourant

Artikel 4.12, tweede lid Wm

Afdelingsmanager POJZ

J.2.5

Toezending programma aan Minister en bekendmaken in Staatscourant

Artikel 4.15, tweede en derde lid Wm

Afdelingsmanager POJZ

J.3 Wet luchtvaart; Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

J.3.1

Heffen van recht t.b.v aanvraag om schadevergoeding

Artikel 8.56, tweede lid, juncto art. 8.31, tweede lid, Wet luchtvaart

Afdelingsmanager POJZ

 

J.3.2

Niet-ontvankelijk verklaren aanvraag om schadevergoeding bij niet betalen heffing

Artikel 8.56, tweede lid juncto artikel. 8.31, tweede lid Wet luchtvaart

Afdelingsmanager POJZ

 

J.4 Wet milieubeheer; afvalstoffen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

 Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

J.4.1

Besluiten tot verlenen ontheffing

Artikel 10.33, tweede lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma's en Projecten

J.5 Wet bodembescherming

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

J.5.1

Bij minnelijke schikking te vorderen eigendom verkrijgen

Artikel 50, tweede lid

Directeur Programma's en Projecten

 

J.5.2

Schadevergoeding bij mogelijkheid bevel, maar vrijwillige medewerking

Artikel 74, tweede lid

Directeur Programma's en Projecten

 

J.5.3

Verantwoordingen en verklaringen geven aan het ministerie van VROM in het kader van bodemonderzoek, saneringen en het meerjarenprogramma op basis van de wet bodembescherming

 

Directeur Programma's en Projecten

Soms worden in het kader van monitoring ad hoc gegevens opgevraagd

J.5.4

Voornemen besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de Provincie

 

Directeur Programma's en Projecten

 

J.5.5

Besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de provincie

 

Directeur Programma's en Projecten

 

J.6 RUD Zeeland

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

J.6.1

Goedkeuren van wekelijkse informatie overzichten van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland

o.g.v. artikel 5, eerste en tweede lid Mandaatbesluit RUD Zeeland 2014

Afdelingsmanager POJZ

 

K. Natuur

K.1 Wet Natuurbescherming

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

K.1.1

Verstrekken van gegevens over genomen besluiten die betrekking hebben op staat van instandhouding van habitats en soorten aan Minister

Artikel 1.8, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

Minister dient overeenkomstig vereisten Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn gegevens te verstrekken aan Europese Commissie

K.1.2

Besluiten tot het (laten) verrichten van feitelijke handelingen gelet op instandhoudingsdoelstellingen voor een N2000-gebied

Artikel 2.6, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.3

Laten aanbrengen kentekenen in en rondom een N2000-gebied

Artikel 2.6, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.4

Mededeling aan rechthebbenden omtrent voornemen tot (laten) verrichten feitelijke handelingen of aanbrengen kentekenen

Artikel 2.6, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.5

Besluiten op verzoek om vergunning voor projecten of andere handelingen met mogelijk verslechterende of significant verstorende effecten voor een N2000-gebied

Artikel 2.7, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.6

Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2, zesde lid (soorten Vogelrichtlijn)

Artikel 3.3, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.7

Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Vogelrichtlijnsoorten)

Artikel 3.4, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.8

Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid (soorten Habitatrichtlijn)

Artikel 3.8, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.9

Besluiten op verzoek ontheffing verbod als bedoeld in artikel 3.9, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Habitatrichtlijnsoorten)

Artikel 3.9, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.10

Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid (andere soorten)

Artikel 3.10, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.11

Besluiten op verzoek ontheffing ter beperking van de omvang van een populatie

Artikel 3.17, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.12

Besluiten tot sluiten of heropenen jacht in geval van bijzondere weersomstandigheden

Artikel 3.22, vierde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.13

Besluiten op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.24, tweede lid (middelen voor het vangen of doden van dieren)

Artikel 3.25, vierde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.14

Besluiten op verzoek om ontheffing van in artikel 3.26, eerste lid, onderdeel a of b en krachtens het tweede lid gestelde regels

Artikel 3.26, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.15

Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.32, eerste lid (bijvoederen hoefdieren)

Artikel 3.32, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.16

Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.34, eerste lid (uitzetten van (eieren van) dieren)

Artikel 3.34, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.17

Verbieden van vellen houtopstand ter bescherming van bijzondere natuur- of landschapswaarden (kapverbod)

Artikel 4.2, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.18

Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.3, eerste en tweede lid (herbeplanten op andere grond)

Artikel 4.5, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.19

Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.2, eerstelid (meldingsplicht) of artikel 4.3, eerste, tweede of vijfde lid (herplantplicht)

Artikel 4.5, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.20

Verlengen beslistermijn van dertien weken met zeven weken

Artikel 5.1, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.21

Verlenging mededelen aan aanvrager

Artikel 5.1, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.22

Aanvrager in gelegenheid stellen om voorstellen voor compenserende maatregelen te doen

Artikel 5.1, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.1.23

Intrekken of wijzigen van een verleende vergunning of ontheffing

Artikel 5.4, eerste tot en met derde lid

Afdelingsmanager POJZ

K.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

K.2.1

Besluiten op verzoek om verklaring van geen bedenkingen (vvgb) N2000- en flora- en fauna-activiteiten

Artikel 2.27, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.2.2

Verzoek tot wijziging of (gedeeltelijke) intrekking van de omgevingsvergunning waarvoor een vvgb is afgegeven

Artikel 2.29, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.2.3

Geven van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb)

artikel 2.27, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

K.2.4

Intrekken omgevingsvergunning of de voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden wijzigen, aanvullen of intrekken dan wel alsnog aan de omgevingsvergunning verbinden

Artikel 2.29 e.v.

Afdelingsmanager POJZ

K.2.5

Bepalen dat aan de omgevingsvergunning een voorschrift wordt verbonden in geval deze om dwingende redenen van groot openbaar belang wordt verleend voor projecten als bedoeld in artikel 19h, eerste lid

Artikel 2.29 e.v.

Afdelingsmanager POJZ

L. Ruimte

L.1 Besluit ruimtelijke ordening

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

L.1.1

Voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een wijzigings - of uitwerkingsplan

Artikel 3.1.1 bro

Afdelingsmanager POJZ

L.2 Besluit ruimtelijk omgevingsrecht

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

L.2.1

Voeren van overleg met bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een omgevingsvergunning

Artikel 6.18 juncto artikel 3.1.1 Bro

Afdelingsmanager POJZ

 

L.3 Besluit Ruimtelijke ordening (Planschadeverordening)

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten alsmede:

Opmerkingen

L.3.1

Ontvangstbevestiging binnengekomen aanvraag.

Artikel 6.1.3.1. eerste lid Bro

Afdelingsmanager POJZ

 

L.3.2

In gelegenheid stellen verzuim te herstellen.

Artikel 6.1.3.1, eerste lid Bro

Afdelingsmanager POJZ

L.3.3

Besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager.

Artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro

Afdelingsmanager POJZ

L.3.4

Het eenmalig verlengen van de in artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro genoemde termijn met ten hoogste vier weken.

Artikel 6.1.3.1, derde lid Bro

Afdelingsmanager POJZ

L.3.5

Aanwijzen van adviseur(s).

Artikel 6.1.3.2 Bro

Artikel 2, eerste lid, onder a, b en c

Afdelingsmanager POJZ

L.3.6

Onderbouwing vragen inzake deskundigheid adviseur(s).

Artikel 2, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.7

Aanvrager in kennis stellen van voornemen adviseur(s) te benoemen.

Artikel 4, eerste en derde lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.8

Het beschikbaar stellen van gegevens aan adviseur(s).

Artikel 5, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.9

Het beschikbaar stellen van ambtelijke ondersteuning aan adviseur(s).

Artikel 5, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.10

Vertegenwoordigen bij hoorzitting.

Artikel 5, derde lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.11

Reactie indienen op het conceptadvies aan adviseur(s).

Artikel 5, tiende lid

Afdelingsmanager POJZ

L.3.12

De beslissing, zoals bedoeld in artikel 6.1.3.6, eerste lid Bro, op de aanvraag om een tegemoetkoming in de schade, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 6.1.3.6, tweede lid Bro

Afdelingsmanager POJZ

M. Cultuur

M.1 Archeologie

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

M.1.1

De bij of voorafgaand aan de uitvoering van de ontgrondingswerkzaamheden te nemen selectiebesluiten archeologische monumentenzorg

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0;

Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ontgrondingenwet;

Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning;

Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020

Directeur Programma's en Projecten

 

M.2 Erfgoed

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

M.2.1

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard (uitgezonderd selectiebesluiten)

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0;

Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ont-grondingenwet;

Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning;

Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020

Directeur Programma's en Projecten

Het toetsen/beoordelen van archeologische rapportages (= correspondentie in aanloop naar het nemen van het selectie-besluit);

Het paraferen van Programma's van Eisen voor archeologisch onderzoek

M.2.2

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit artikel 5.7 van de Erfgoedwet

Artikel 5.7 van de Erfgoedwet

Directeur Programma's en Projecten

Eigendom van archeologische vondsten

M.2.3

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit de uitvoering van de depotbeheerstaken zoals genoemd in KNA, versie 4.0, protocol 4010

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0, protocol 4010

Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder)

Betreft extern separaat verleend mandaat

N. Grote projecten

N.1 Algemeen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Programma's en Projecten

Opmerkingen

N.1.1

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard t.b.v. projecten en programma's, al dan niet voortvloeiend uit maatschappelijke opgaven en opgedragen door de secretaris/algemeen directeur en de directeur Programma’s en Projecten; rekening houdend met de bevoegdheden van de diverse taakgebieden/afdelingen/opgaven.

Programmaleider;

Projectleider 

Werkzaam op een groot project

N.2 Onteigeningswet

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Programma's en Projecten

Opmerkingen

N.2.1

Volmacht en machtiging voor besluiten omtrent het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder.

Beleidsmedewerker grondverwerking c.s.;

Programmaleider NPW;

Projectleider NPW

 

Bijlage II Mandaatregister personele aangelegenheden 2018

Algemeen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

A.1.1

Het toekennen en beëindigen van pensioenen weduwen- en wezenfonds

Afdelingsmanager POJZ

A.1.1

Bevestiging ontvangst sollicitatiebrieven/-uitnodigingen sollicitanten.

Afdelingsmanager POJZ

B. Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 (CAP)

B.1 Aanvang, wijziging en einde arbeid

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.1.1

Besluiten tot aanstelling

Artikel 2.1.1 juncto artikel 6.1

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

B.1.2

Besluiten tot uitbreiding aanstelling

Artikel 2.1.1 juncto artikelen 2.1.4 en 6.3

Afdelingsmanager POJZ

B.1.3

Besluiten tot verlenen ontslag

Artikel 11.1, onderdelen a, b en e juncto artikel 11.1.5

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Besluiten tot verlenen ontslag o.g.v. overige ontslaggronden blijft voorbehouden aan gedeputeerde staten

B.1.4

Besluiten tot uitkeren overlijdensuitkering 

Artikelen 7.8.2, 7.8.3 en 11.1.7

Afdelingsmanager POJZ

Betreft salarisberekening

B.2 Bezoldiging

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.2.1

Bepalen salarisschaal

Artikel 3.2.1

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Binnen de door gedeputeerde staten vastgestelde formatieomvang en formatiebudget.

B.2.2

Bepalen salaris

Artikel 3.2.2

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

In het kader van de aanstelling.

B.2.3

Besluiten tot verhogen salaris bij duurzame groei in functioneren

Artikelen 3.2.3 en 3.2.4

Afdelingsmanager POJZ

Binnen de voor de medewerker vastgestelde salarisschaal.

B.2.4

Besluiten tot toekennen incidentele beloning van prestaties of extra inzet

Artikel 3.2.5

Afdelingsmanager POJZ

Binnen de met de OR gemaakte afspraken.

B.2.5

Besluiten tot toekennen toelage waarneming andere functie

Artikel 3.3.1

Afdelingsmanager POJZ

B.2.6

Besluiten tot toekennen toelage onregelmatige dienst

Artikel 3.3.2

Afdelingsmanager POJZ

B.2.7

Besluiten tot toekennen toelage afbouw onregelmatige dienst

Artikel 3.3.3

Afdelingsmanager POJZ

B.2.8

Besluiten tot toekennen van arbeidsmarkttoelage en bindingspremie

Artikel 3.3.4

Afdelingsmanager POJZ

Betreft uitzonderingssituatie

B.2.9

Besluiten tot toekennen toelage op andere gronden

Artikel 3.3.5

Afdelingsmanager POJZ

Betreft uitzonderingsituatie

B.2.10

Besluiten tot gratificatie ambtsjubileum

Artikel 3.4.2

Afdelingsmanager POJZ

Betreft salarisberekening. Centraal personeelszaken.

B.2.10

Besluiten tot toekennen vergoeding voor overwerk

Artikel 3.4.3

Afdelingsmanager POJZ

B.3 Arbeidsduur, werktijden en verlof

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.3.1

Besluiten in belang van de dienst tot verrichten van werkzaamheden buiten de geldende werktijden

Artikel 4.2, vijfde lid

Afdelingsmanager POJZ

B.3.2

Besluiten tot geheel of gedeeltelijk vrijstellen continudiensten in nachturen

Artikel 4.4

Afdelingsmanager POJZ

B.3.3

Besluiten tot vaststellen aanspraak vakantieverlof

Artikel 5.1

Afdelingsmanager POJZ

B.3.4

Besluiten tot vermindering en verval van aanspraak vakantieverlof

Artikel 5.2

Afdelingsmanager POJZ

B.3.5

Besluiten tot intrekken toestemming opnemen vakantieverlof

Artikel 5.3, zesde lid

Afdelingsmanager POJZ

B.3.6

Besluiten tot toekennen vergoeding voor niet opnemen vakantieverlof bij einde dienstverband

Artikel 5.5, eerste lid

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

B.3.7

Besluiten tot verlenen zwangerschaps- en bevallingsverlof

Artikel 5.6

Afdelingsmanager POJZ

Betreft verlofadministratie. Centraal personeelszaken

B.3.8

Besluiten tot verlenen van overig betaald verlof op grond van de Wet arbeid en zorg en tot het verlenen van buitengewoon verlof

Artikelen 5.7 en 5.8

Afdelingsmanager POJZ

B.3.9

Besluiten tot verlenen buitengewoon verlof voor activiteiten van vakorganisaties

Artikel 5.9

Afdelingsmanager POJZ

B.3.10

Besluiten tot inhouden bezoldiging in verband met non-activiteit

Artikel 5.10, tweede lid

Afdelingsmanager POJZ

B.3.11

Besluiten tot verlenen langdurend onbetaald verlof op verzoek

Artikel 5.11, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

B.3.12

Besluiten dat verlof op grond van onvoorziene omstandigheden niet wordt opgenomen of niet wordt voortgezet op verzoek, dan wel besluiten tot afwijzen verzoek indien zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich daartegen verzet

Artikel 5.11, zevende lid

Afdelingsmanager POJZ

B.4 Gezondheid en arbeidsomstandigheden

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.4.1

Besluiten ambtenaar te verplichten arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan

Artikel 7.2.2

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Betreft de hiërarchisch leidinggevenden als bedoeld in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie van de secretaris.

B.4.2

Geven van redelijke voorschriften

Artikel 7.4.1

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Betreft re-integratieplan

B.4.3

Opstellen, evalueren en bijstellen plan van aanpak

Artikel 7.4.1

Afdelingsmanager;

Unitmanager:

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

B.4.4

In de gelegenheid stellen passende arbeid te verrichten, verrichten eigen werkzaamheden onder andere voorwaarden

Artikel 7.4.1, onderdelen c en d

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Betreft re-integratieplan

B.4.5

Besluiten tot vergoeding ziektekosten bij dienstongeval of beroepsziekte

Artikel 3.1.5

Afdelingsmanager POJZ

B.5 Overige rechten en plichten

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

B.5.1

Besluiten tot toekennen schadevergoeding

Artikel 3.1.6, tweede en derde lid

Afdelingsmanager POJZ

B.5.2

Besluiten tot toekennen kostenvergoeding

Artikel 3.1.4, vierde lid

Afdelingsmanager POJZ

B.5.3

Besluiten tot opleiding en ontwikkeling (POB)

Artikelen 8.3.1 en 8.3.3

Afdelingsmanager POJZ

B.6 Orde- en strafmaatregelen

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.6.1

Besluiten tot ontzeggen toegang tot de kantoren, werkplaatsen, digitale werkomgeving of andere werkplekken

Artikel 10.1, tweede lid

Secretaris/algemeen directeur

Vanwege spoedeisende karakter

B.6.2

Besluiten tot schorsing voor bepaalde tijd

Artikel 10.2, eerste lid

Secretaris/algemeen directeur

Vanwege spoedeisende karakter

B.6.3

Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk inhouden salaris, salaristoelagen en IKB tijdens schorsing

Artikel 10.2, tweede lid

Secretaris/algemeen directeur

Vanwege spoedeisende karakter.

B.6.4

Besluiten tot het opleggen van een disciplinaire straf o.g.v. plichtsverzuim

Artikel 10.3, eerste lid, onderdeel a

Secretaris/algemeen directeur

Vanwege impact besluiten tot opleggen disciplinaire straf op overige gronden besluitvorming voorbehouden aan gedeputeerde staten

B.7 Dienstverband op arbeidsovereenkomst

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.7.1

Besluiten tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst

Artikel 2.3.1

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

B.8 Overig

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

B.8.1

Besluiten tot terugvordering ter zake van onjuiste toepassing van de rechtspositieregelen

Afdelingsmanager POJZ

B.8.2

Besluiten tot het toepassen van wettelijke maatregelen inzake, inhouding, beslag en korting op de verschuldigde bezoldiging

Afdelingsmanager POJZ

Let op: melden voornemen aan de betreffende directeur en aan de betreffende afdelingsmanager

B.8.3

Besluiten tot toepassen Verhaalswet ongevallen ambtenaren, voor zover betreffende schadeclaims m.b.t. salariskosten

Afdelingsmanager POJZ

B.8.4

Zorgdragen voor afdracht en besluiten tot invordering van pensioen- en wachtgeldbijdragen ingevolge het Pensioenreglement

Afdelingsmanager POJZ

B.8.5

Besluiten tot betaalbaar stellen uitkeringen aan ABP en UWV

Afdelingsmanager POJZ

B.9 Wijzigingen binnen formatieomvang en formatiebudget

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

B.9.1

Aanbrengen van wijzigingen in de formatie binnen de door gedeputeerde staten vastgestelde formatieomvang en formatiebudget

Secretaris/algemeen directeur

B.10 Privaatrechtelijke aangelegenheden

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

B.10.1

Besluiten tot het aangaan van detacheringsovereenkomsten

Burgerlijk wetboek

Afdelingsmanager POJZ

Zowel als uitlener als inlener Voor ondertekening overeenkomst zie toelichting op dit mandaatbesluit

B.10.2

Inhuren uitzendkracht, inhuren van een medewerker

Afdelingsmanager POJZ

C. Rechtspositionele regelingen personeel (lokaal)

C.1 Werktijdenregeling Provincie Zeeland 2015

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

C.1.1

Vaststellen individuele werktijdenregeling voor een werknemer

Artikel 5, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Vaststellen bijzondere werktijdenregeling voor onderdelen van de organisaties of voor bepaalde functies, blijft voorbehouden aan gedeputeerde staten.

C.2 Regeling reis- en verblijfkosten en maaltijdvergoeding bij overwerk Provincie Zeeland 2015

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

C.2.1

Verlenen toestemming op verzoek ambtenaar om eigen vervoermiddel te gebruiken

Artikel 5, derde lid

Afdelingsmanager;

Unithoofd;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.2.2

Ondertekenen verklaring toestemming

Artikel 5, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Poulemanager;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.2.3

Verminderen declaratie

Artikel 7, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

C.3 Regeling bedrijfsfitness Provincie Zeeland 2015

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan directeur Organisatie alsmede:

Opmerkingen

C.3.1

Besluiten tot vergoeden kosten deelname fitness

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager POJZ

C.4 Regeling verplaatsingskosten 2015

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

C.4.1

Verlenen tegemoetkoming in verhuiskosten op verzoek

Artikel 2, eerste lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.2

Verlenen tegemoetkoming in verhuiskosten

Artikel 2, tweede lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.3

Beoordelen rekening verhuizer

Artikel 4, tweede lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.4

Verlenen hogere reiskostenvergoeding

Artikel 7, tweede lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.5

Verlengen termijn op verzoek

Artikel 8, eerste lid

Directeur Organisatie;

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.6

Toekennen tegemoetkoming in verhuiskosten onder voorwaarden

Artikel 9

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

C.4.7

Nemen nader besluit over hoogte tegemoetkoming in verhuiskosten en voorwaarden

Artikel 10

Directeur Organisatie

Directeur Programma’s en projecten

Conform de hiërarchische bevoegdheden als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris.

Toelichting behorende bij het mandaatbesluit gedeputeerde staten 2018

1. ALGEMEEN

Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht

Bijna dagelijks moeten er allerlei beslissingen door gedeputeerde staten (hierna te noemen: gs) worden genomen. Het zou niet werkbaar zijn als die beslissingen steeds in de vergadering van gs moeten worden genomen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat gs aan een ander de bevoegdheid toekennen om dit namens hen te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan. Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.

Mandaat

In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (lees in casu: gs) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. De functionaris heeft dan 'mandaat' van gs. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit.

Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan “een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling”. Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals het verlenen van een vergunning of het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag.

Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.

Machtiging

Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De functionaris aan wie de machtiging is verleend noem je de 'gemachtigde'.

De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.

Volmacht

Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant of het verrichten van betalingen. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent.

Het aangaan van een overeenkomst

Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de commissaris van de Koning(hierna: cvdK) als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub e). Gs zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.

Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. De volmacht van de cvdK is geregeld in het 'mandaatbesluit cvdK 2018' met bijbehorend register.

Naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden kan ook sprake zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

Uitgangspunten

Algemeen

De Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018 is de algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband een link gelegd naar het mandaatbesluit van gedeputeerde staten 2018 en de regeling de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017 (de budgethoudersregeling). Er is voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden. Daarnaast geldt een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De grondslag voor het aanwijzen van budgethouders is de budgethoudersregeling. Toereikende mandaten voor deze functionarissen zijn vervolgens opgenomen in het mandaatbesluit gs.

Ten aanzien van programma- en projectleiders:

Programma- en projectleiders maken deel uit van de ambtelijke organisatiestructuur als beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018. Aan functionarissen die de rol van programma- of projectleider vervullen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in het betreffende programma of project. Zij kunnen in dat kader tevens worden aangewezen als budgethouder als bedoeld in de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer. Als budgethouder zijn zij bevoegd binnen de grenzen van het toegewezen budget en deze regeling al datgene te doen en te besluiten ter uitvoering van het programma of project op grond van het betreffende programma- of projectplan.

Programma- of projectleider is de formele aanduiding voor de leidinggevende functionaris van een programma of project. In artikel 1, van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018, is een definitie opgenomen van programma en project. In de dagelijkse praktijk van de provinciale organisatie kan het voorkomen dat andere benamingen worden gebruikt, zoals die van opgavemanager. Een opgavemanager geldt naar de aard van zijn functie als programmaleider in de zin van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018. Zo zijn er ook andere benamingen denkbaar die steeds moeten worden gekwalificeerd als programma- of projectleider. Het verdient de voorkeur de formele functiebenaming te hanteren, maar als dat onder de gegeven omstandigheden niet is gewenst, dan dient men zich te realiseren wat het formele kader is.

Om te beoordelen of een functionaris de rol van programma- of projectleider vervult kan worden aangesloten bij de opdracht die door de ambtelijke opdrachtgever aan de betreffende functionaris is verstrekt conform van artikel 2 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018 of de procedure uit het Handboek Projecten en Programma’s. Bij de start van een project/programma kan een startnotitie wordt opgesteld. In die startnotitie wordt ingevuld wie programmaleider en/of projectleider is. De vaststelling van de startnotitie kan worden gezien als ‘aanwijzingsbesluit’. Eventueel wordt aanvullend door de ambtelijke opdrachtgever nog een bevestiging van de aanwijzing naar de programma- of projectleider gestuurd.

Programma- en projectleider van een ambtelijke hoofdopdracht zijn uitsluitend de programma- en projectleider die als ambtelijk hoofdopdrachtnemer zijn aangewezen op grond van artikel 2, tweede lid van de van de van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

Het mandaatbesluit gs geeft een algemeen kader waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens gs kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlagen wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.

Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Te meer ook omdat het merendeel van de bevoegdheden mandaten betreffen, hanteren we als verzamelnaam het begrip ‘mandaat’ maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (b.v. het doen van betalingen) of machtiging (b.v. het voeren van het woord in een juridische procedure; het verstrekken van informatie) betreft.

Op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2017 (de budgethoudersregeling) kan een budgethouder zijn budget aanwenden om een (beleids)doelstelling te realiseren. Hij kan dan bijvoorbeeld een overeenkomst naar privaatrecht aangaan. Deze bevoegdheid om de provincie privaatrechtelijk te binden is echter niet onbeperkt. De budgethouder mag een overeenkomst aangaan als het gaat om een werk, een levering of een dienst, nodig voor het realiseren van de (beleids)doelstelling waarvoor hij het budget heeft verkregen (binnen de kaders van het mandaatbesluit van GS). De wijze waarop een dergelijke overeenkomst moet worden aangegaan is vastgelegd in het provinciale inkoop- en aanbestedingsbeleid. De budgethouder moet zich er steeds van vergewissen dan hij volgens de regels van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid handelt, dat wil zeggen dat hij in ieder geval in de voorbereidingsfase het onderdeel Inkoop- en aanbesteding van de afdeling POJZ betrekt. In artikel 3 van de budgethoudersregeling, over de reikwijdte van de bevoegdheden van de budgethouder, is voorts meer concreet geregeld wat de budgethouder moet doen als het gaat om het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst, een rechtsgeldige ondertekening daarvan, de registratie en financiële afwikkeling. Nadrukkelijk wordt hier gewezen op de beperkte categorie van overeenkomsten die de budgethouder namens de provincie in mandaat mag aangaan: die van werken, levering of diensten. Ten aanzien van andere categorieen overeenkomsten geldt: Het is de budgethouder alleen toegestaan in mandaat overeenkomsten aan te gaan op het gebied van bijvoorbeeld de aan- en verkoop van vastgoed, huur- en verhuur, aankoop van gronden, samenwerkingsovereenkomsten of beheersovereenkomsten, indien hijzelf over een mandaat daartoe beschikt of binnen de grenzen van het mandaat van de functionaris die daar over beschikt. Mocht het in het kader van de realisatie van de (beleids)doelstelling noodzakelijk zijn dat een overeenkomst wordt gesloten met betrekking tot een onderwerp dat buiten het bestek van zijn bevoegdheid valt en waarvan hierboven enkele voorbeelden zijn genoemd, dan dient de budgethouder zich te wenden tot de afdeling van de provinciale organisatie waar dat onderwerp thuishoort. Als het bijvoorbeeld over vastgoedovereenkomsten zou gaan dan is de afdeling I&V de afdeling waarbij de budgethouder zich moet voegen. In samenspraak met die afdeling moeten verdere stappen worden ondernomen.

Voor het voeren van een inkoop- en aanbestedingsprocedure hebben gs voorts bepaalde bevoegdheden gemandateerd aan diverse functionarissen, waaronder de afdelingsmanager en, unitmanager en programma- en projectleiders. De budgethouder kan in zijn hoedanigheid van afdelingsmanager, unitmanager en/of programma- en projectleider bepaalde besluiten namens gs nemen inzake inkoop- en aanbesteding. Bijvoorbeeld het besluiten tot het voeren van een inkoop-/aanbestedingsprocedure met betrekking tot werken, leveringen en diensten.

De vervanging van budgethouders wordt geregeld in artikel 18 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

De wettelijke grondslag voor de budgethouder om in mandaat voor bepaalde activiteiten binnen een (beleids)doelstelling overeenkomsten naar privaatrecht aan te gaan is artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet. De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Juridisch gezien is dit geen mandatering maar verleent de cvdK volmacht aan een functionaris. De aanvulling van deze ondertekeningsvolmachten dient te worden geregeld in het mandaatbesluit en –register van de cvdK. Dit laat onverlet dat de bevoegdheid tot ondertekening van overeenkomsten over het gebruik van publiekrechtelijke bevoegdheden aan het bestuursorgaan toekomt. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Verlenen mandaat

Uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat. (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). De mandaten die zijn opgenomen in Bijlage I en II (mandaatregister GS 2018 en mandaatregister personele aangelegenheden GS 2018) bij het mandaatbesluit van gedeputeerde staten worden verleend aan de secretaris/algemeen directeur en, voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directeur Programma's en projecten voor de aan hen toegewezen taken. Daarnaast worden de mandaten verleend aan de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt: afdelingsmanager, unitmanager, poulemanager en in sommige gevallen programma-/projectleider in de hoedanigheid van budgethouder of een (senior-)beleidsmedewerker.

Uitzondering:

Een aantal mandaten is uitsluitend aan de directeur Organisatie en/of de directeur Programma’s en Projecten toegekend.

Verder kan de directeur Programma's en projecten schriftelijk ondermandaat verlenen aan een programma- of projectleider van een ambtelijke hoofdopdracht, en in bijzondere gevallen aan een andere functionaris binnen een programma of project, dat wordt ingesteld op grond van artikel 2, tweede lid van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

In sommige gevallen wordt er in het mandaatregister geen gemandateerde functionaris genoemd. De betreffende bevoegdheid berust dan bij de directeur Organisatie of directeur Programma's en projecten indien het een aan hem toegewezen taak betreft.

De secretaris/algemeen directeur heeft conform de algemene uitgangspunten ter zake van mandatering zijn bevoegdheden (vangnetfunctie).

T.a.v. mandaten inzake personeelsaangelegenheden (mandaatregister personele aangelegenheden GS 2018):

Een aantal bevoegdheden is enkel aan de directeur Organisatie en of de directeur Programma’s en projecten toegekend. Dit betreffen bevoegdheden bijvoorbeeld: besluiten inzake aanstellingen en inzake bezoldiging, en die in lijn zijn met de aard van de functie van de directeur Organisatie en de directeur Programma’s en projecten voor de aan hen toegewezen taken in respectievelijk het gestructureerde en dynamische proces.

De bevoegdheden ter zake van het nemen van orde- en strafmaatregelen op grond van de CAP blijven vanwege het bijzondere karakter daarvan berusten bij de secretaris/algemeen directeur.

Voor de onderlinge vervanging van functionarissen is van toepassing de algemene vervangingsregeling van artikel 17, en de specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder van artikel 18 van Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

Artikel 2. Beperking

Naast de wettelijke beperking die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.

Mandaat kan enkel worden verleend indien het gevallen betreft die routinematig (waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid), administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Bij zaken die het routinematig karakter te boven gaan valt te denken aan gevallen waarin het besluit leidt tot afwijking of aanvulling van het vastgestelde beleid, en/of er precedentwerking te verwachten is, of indien een besluit betrekking heeft op zaken die politiek of bestuurlijk gevoelig liggen. Van dit laatste is bijvoorbeeld sprake wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat een gedeputeerde door de pers aangesproken kan worden over een genomen beslissing. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de portefeuillehouder(s).

In ieder geval kan een bevoegdheid niet worden verleend indien het een besluit betreft dat genomen moet worden nadat in een voorbereidingsprocedure is gebleken dat tegen het ontwerp besluit bedenkingen, zienswijzen of bezwaren zijn ingediend óf waarbij wordt afgeweken van adviezen. Bij twijfel of een te nemen besluit valt onder deze uitzondering dient de gemandateerde te overleggen met de portefeuillehouder(s).

Artikel 3. Inlichtingen en verantwoording

Omdat gs, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing is het van belang dat zij op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is.

Artikel 4. Ondertekening

In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige mandaatbesluit en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing 'in mandaat' heeft genomen.

Een praktisch 'stappenplan':

Stap 1

Kijk in het mandaatregister in de kolom “omschrijving bevoegdheid” en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.

Er zijn twee mogelijkheden:

  • 1.

    De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot gs dient te richten om toestemming tot het namens hen mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het mandaatbesluit en -register is dan niet meer van toepassing.

  • 2.

    De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.

Stap 2

Kijk in de kolom “namens gs uitgeoefend door”. Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Vaak is dat het nemen van een besluit. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen. Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur of de secretaris/algemeen directeur bevoegd tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).

Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit de artikelen 17 en 18 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2018.

Stap 3

* Stel een conceptbesluit/brief op en maak gebruik van het model uit iWriter.

* Zorg voor een juiste ondertekening.

Toelichting gebruikte afkortingen afdelingen

F&C - Afdeling Financiën & Control

BOS - Afdeling Bestuursondersteuning

POJZ - Afdeling Personeel, Omgeving & Juridische Zaken

I&A- Afdeling Informatie & Automatisering

I&V - Afdeling Infrastructuur & Vastgoed