Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

De raad van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

gehoord het Beraad d.d. 4 oktober 2011;

Besluit

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder 'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of wanneer het aanslagbiljet slechts één aanslag bevat, moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De op grond van artikel 5, tweede lid, verschuldigde belasting moet worden betaald op het tijdstip van de uitreiking van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede en derde lid genoemde termijnen.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10. Kwijtschelding

Kwijtschelding, als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990, wordt uitsluitend verleend voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1, lid 2 en lid 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 oktober 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2012'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 27 oktober 2011.
de griffier,        de voorzitter,
 
B.J. Schouten G.J. Gorter

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2012

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

1.

Indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

190,00

2.

Indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon

245,00

3.

Het tarief van de belasting zoals genoemd in lid 1 of lid 2, wordt bij gebruik van één alternerend te ledigen restafvalcontainer van 240 liter verhoogd met

47,50

4.

Het tarief van de belasting, zoals genoemd in lid 1 of lid 2, wordt bij het gebruik van twee alternerend te ledigen restafvalcontainers van 240 liter, hetgeen uitsluitend mogelijk is buiten de bebouwde kom van de gemeente, verhoogd met

345,00

5.

Indien grove huishoudelijke afvalstoffen van gemeentewege wordt opgehaald, bedraagt de belasting per aanbieding van één kubieke meter;

21,00

Behoort bij het raadsbesluit van 27 oktober 2011.

de griffier,

B.J. Schouten