Regeling vervallen per 14-07-2010

Nadere regels met betrekking tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water in de gemeente Zeewolde, alsmede het beperken van het soort en aantal vaartuigen

Geldend van 14-07-2010 t/m 13-07-2010

Intitulé

Vadere regels met betrekking tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water in de gemeente Zeewolde, alsmede het beperken van het soort en aantal vaartuigen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

overwegende dat het wenselijk is om aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water nadere regels te stellen, alsmede beperkingen te stellen naar soort en aantal vaartuigen;

gelet op het bepaalde in de artikelen 1.1 en 5.3.2, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV.);

Besluiten

vast te stellen de navolgende nadere regels met betrekking tot het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op gedeelten van openbaar water in de gemeente Zeewolde, alsmede het beperken van het soort en aantal vaartuigen.

Artikel I. Definities

  • 1. Naast de in artikel 1.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening genoemde definities wordt in deze regeling verstaan onder:

    • a.

      ligplaats: plaats ingericht of gebruikt om er met een vaartuig ligplaats te hebben;

    • b.

      ligplaats hebben: het voor anker liggen, het gemeerd hebben of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbonden hebben van een vaartuig;

    • c.

      aanlegplaats: ligplaats of combinatie van ligplaatsen voor algemeen gebruik, waar een vaartuig niet onbeheerd mag worden achtergelaten (deze worden op de in artikel III bedoelde kaart aangegeven);

    • d.

      jachthaven: combinatie van ligplaatsen;

    • e.

      woonschip: elk vaartuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot, dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;

    • f.

      bedrijfsvaartuig: elk vaartuig met inbegrip van drijvende werktuigen, dat is ingericht of bestemd voor de uitoefening van een bedrijf, met uitzondering van een vaartuig, waarop -al dan niet tegen betaling- aan groepen van personen de mogelijkheid wordt geboden ter ontspanning daarop te vertoeven en daarmee boottochten te maken;

    • g.

      recreatievaartuig: elk vaartuig, niet zijnde een woonschip, een bedrijfsvaartuig of een vaartuig behorende tot de "bruine vloot", met dien verstande, dat onder een recreatievaartuig ook wordt verstaan een vaartuig, waarop -al dan niet tegen betaling- aan groepen van personen de mogelijkheid wordt geboden ter ontspanning daarop te vertoeven en daarmee boottochten te maken;

    • h.

      vaartuigen behorende tot de "bruine vloot": schepen die als zodanig in het daartoe bestemde register ingeschreven zijn als schepen behorende tot de "bruine vloot";

    • i.

      ligplaatsenkaart: kaart als bedoeld in artikel III;

    • j.

      dag: kalenderdag.

  • 2. Onder een vaartuig als bedoeld in artikel 1.1, sub F, van de Algemene Plaatselijke Verordening, wordt in deze regeling mede verstaan:

    • a.

      een vaartuig dat tijdelijk of blijvend de mogelijkheid en/of geschiktheid om te varen of te drijven heeft verloren;

    • b.

      wrakken van vaartuigen;

    • c.

      een vaartuig, dat in aanbouw is, een casco, dat kan worden af- en opgebouwd tot vaartuig.

Artikel II. Ligplaatsen*

  • 1. Het is verboden om met een vaartuig ligplaats te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op die locaties die als zodanig zijn aangegeven op de ligplaatsenkaart.

  • 2. Op de ligplaatsenkaart zijn die locaties aangegeven waar het toegestaan is om uitsluitend onder de volgende voorwaarden ligplaats te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen:

    • a.

      de maximale verblijfsduur voor een ligplaats bedraagt maximaal een aaneengesloten periode van 3 keer 24 uur;

    • b.

      het is verboden om met een vaartuig, nadat het is verplaatst, binnen drie dagen wederom ligplaats in te nemen op de in dit lid, sub a, bedoelde plaats;

    • c.

      wanneer een vaartuig wordt verplaatst naar een plaats liggende op minder dan 500 meter hemelsbreed gemeten van de oude ligplaats, wordt het geacht op dezelfde plaats te zijn blijven liggen;

    • d.

      een vaartuig wordt geacht voor maximaal een aanééngesloten periode van 3 keer 24 uur eenzelfde ligplaats te hebben ingenomen, indien dat vaartuig op enig tijdstip van deze periode op dezelfde ligplaats wordt aangetroffen.

  • 3. Op de ligplaatsenkaart zijn aangeduid de zones waarvoor burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van het gestelde in lid 1 en lid 2, sub a. van dit artikel.

  • 4. Op de ligplaatsenkaart zijn aangeduid de jachthavens, waar het toegestaan is om ligplaats in te nemen, waarbij de in artikel II, lid 2, gestelde beperking naar tijdsduur niet van toepassing is.

  • 5. Op de ligplaatsenkaart is een gebied aangegeven waar schepen van de "bruine vloot" ligplaats mogen hebben, evenwel uitsluitend gedurende de periode gelegen tussen 1 oktober en 1 april. Het aantal dagen waarbinnen voornoemde schepen binnen deze periode in bedoeld gebied ligplaats mogen hebben, is niet aan een maximum gebonden.

  • 6. Het is behoudens op de locatie, die op de ligplaatskaart is aangegeven als zone bestemd voor het hebben van ligplaats met een woonschip, verboden met een woonschip ligplaats te hebben dan wel een ligplaats beschikbaar te stellen voor een woonschip.

  • 7. Op de ligplaatsenkaart is een zone aangegeven waar uitsluitend vaartuigen ten behoeve van de scheepsmakelaardij aan mogen leggen. Het is verboden in deze zone met een vaartuig ligplaats in te nemen dan wel een ligplaats beschikbaar te stellen voor een vaartuig indien deze niet bestemd is voor verkoop c.q. reparatie in het kader van de scheepsmakelaardij.

Artikel III. Ligplaatsenkaart

Op de bij deze regeling behorende ligplaatsenkaart(en) zijn aangegeven:

  • a.

    het (de) gebied(en) waarop deze regeling van toepassing is;

  • b.

    (gedeelten van) openbaar water waar het verboden is om met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen;

  • c.

    (gedeelten van) openbaar water waar het uitsluitend onder de in artikel II, lid 2, bedoelde voorwaarden toegestaan is, om een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen;

  • d.

    (gedeelten van) openbaar water waar het toegestaan is, om ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen zonder beperking naar tijdsduur: de jachthavens;

  • e.

    het gedeelte van openbaar water waar het uitsluitend toegestaan is om ligplaats in te nemen of ter beschikking te stellen ten behoeve van de zogenaamde scheepsmakelaardij, derhalve verkoop en reparatie van schepen;

  • f.

    het gedeelte van openbaar water waar het uitsluitend toegestaan is om ligplaats in te nemen of ter beschikking te stellen ten behoeve van woonschepen;

  • g.

    het gedeelte van openbaar water waar het gedurende de periode gelegen tussen 1 oktober en 1 april toegestaan is om ligplaats in te nemen of ter beschikking te stellen voor vaartuigen die geregistreerd zijn als behorende tot de bruine vloot.

Artikel IV. Ontheffing*

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in artikel II, lid 1, gestelde verbod en van de in lid 2, sub a, gestelde maximale ligduur.

Artikel V. Lengte vaartuigen

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      ligplaats te hebben met een vaartuig met een lengte van 25 meter of meer op plaatsen, die op de ligplaatsenkaarten zijn aangewezen als ligplaats;

    • b.

      als eigenaar van of rechthebbende op het water en de gronden, als bedoeld onder a, toe te staan dat een vaartuig met een lengte van 25 meter of meer, ligplaats heeft in dat water of aan die gronden;

  • 2. Het in lid 1, onder a, van dit artikel gestelde verbod geldt niet indien ligplaats wordt ingenomen met een bedrijfsvaartuig ter uitoefening van beheers- en onderhoudswerkzaamheden.

Artikel VI. Recreatievaartuig

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      een recreatievaartuig langer dan 24 uur onbemand te laten liggen;

    • b.

      als eigenaar van of rechthebbende op water en gronden toe te staan, dat een recreatievaartuig langer dan 24 uur onbemand blijft liggen;

  • 2. De in lid 1 van dit artikel gestelde verboden gelden niet wanneer met een recreatievaartuig ligplaats wordt ingenomen in een jachthaven.

Artikel VII. Bescherming rietkraag

  • 1. Het is verboden:

    • a.

      ligplaats te hebben met een vaartuig in een rietkraag;

    • b.

      ligplaats te hebben met een vaartuig binnen een afstand van 2 meter van de buitenkant van een rietkraag;

    • c.

      als eigenaar of rechthebbende op water of gronden toe te staan dat met een vaartuig in dat water of op die gronden ligplaats wordt ingenomen.

  • 2. Het in lid 1, onder b, van dit artikel bedoelde verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      open roei- en visbootjes;

    • b.

      bedrijfsvaartuigen ter uitoefening van beheers- en (onderhouds-) werkzaamheden.

Artikel VIII. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de 10 e dag na die waarop zij bekendgemaakt is.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 20 juli 1999, gewijzigd 29 augustus 2006.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet Y. Dijkstra
* Eerste wijziging

Nota-toelichting

Toelichting op de voorgestelde uitvoeringsregeling

Artikel I

Van een aantal in de uitwerkingsregeling voorkomende begrippen, die aanleiding zouden kunnen geven tot verwarring, is een omschrijving gegeven.

Artikel II

In dit artikel is opgenomen dat het verboden is om ligplaats in te nemen op die gedeelten van openbaar water die als zodanig zijn opgenomen op de ligplaatsenkaart. Verder is een regeling opgesteld voor plaatsen waar het wel mogelijk is om een ligplaats in te nemen. Met name wordt hierbij gewezen op de regeling tot het innemen van tijdelijke ligplaatsen, zoals bijvoorbeeld in de Aanloophaven.Het is noodzakelijk om het aanleggen op deze plaatsen in tijdsduur te beperken. Vooral gedurende de zomermaanden zijn er relatief veel recreatievaartuigen op het water en is het gelet op de beperkte mogelijkheden om af te meren noodzakelijk om een vlotte doorstroming te kunnen waarborgen.

Artikel III

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel IV tot en met VII

Deze artikelen zijn ontleend aan de ligplaatsenregeling van de gemeente Muiden. Kortheidshalve wordt hierbij verwezen naar hetgeen hiervoor in deze toelichting is besproken onder het kopje "vergelijking met gemeente Muiden".