Reglement beloningsdifferentiatie

Geldend van 15-11-2005 t/m heden

Intitulé

Reglement beloningsdifferentiatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van afdeling Personeel en Bestuur d.d. 26 september 2005;

overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van een gedifferentieerd beloningsbeleid;

gelezen de nota Flexibel Belonen gemeente Zeewolde van juni 1995;

gelet op het Reglement functiewaardering en de Reglementen functioneringsgesprekken en personeelsbeoordelingen, artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zeewolde en op artikel 2 van de Bezoldigingsregeling;

gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 26 oktober 2005;

Besluiten

vast te stellen het navolgende Reglement beloningsdifferentiatie.

Artikel 1

Dit Reglement verstaat onder:

  • a.

    bevoegd orgaan: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    personeelslid: een persoon, werkzaam bij de gemeente Zeewolde en op wie de Bezoldigingsverordening van toepassing is;

  • c.

    leidinggevende: een afdelingshoofd of directielid;

  • d.

    functieschaal: de voor de functie, waarin het personeelslid is geplaatst, op basis van de organieke functiewaardering geldende schaal;

  • e.

    benoeming: de plaatsing van het personeelslid in een functie;

  • f.

    functioneringsgesprek: het gesprek als bedoeld in het Reglement functioneringsgesprekken;

  • g.

    personeelsbeoordeling: de beoordeling als bedoeld in het Reglement personeelsbeoordelingen.

Artikel 2

De doelstellingen van gedifferentieerd belonen zijn:

  • -

    verhogen van de motivatie en de betrokkenheid bij het werk;

  • -

    handhaven of verhogen van de arbeidsprestaties en -productiviteit;

  • -

    matige arbeidsprestaties terugdringen;

  • -

    komen tot een verbetering van het zelfbeeld van personeelsleden;

  • -

    tot stand brengen van billijke, rechtvaardige beloningsverhoudingen;

  • -

    aantrekken en behouden van (goed) personeel.

Artikel 3

  • 1. De medewerker, die nog niet wordt bezoldigd overeenkomstig de functieschaal, wordt in de regel één jaar na zijn benoeming in zijn functieschaal geplaatst.

  • 2. Voorwaarde voor de inpassing in de functieschaal is dat de medewerker zijn functie volledig en in voldoende mate uitoefent.

  • 3. Het oordeel, bedoeld in het tweede lid, dient te zijn gebaseerd op één of meer functioneringsgesprekken en een personeelsbeoordeling, zoals bepaald in de Reglementen functioneringsgesprekken en personeelsbeoordelingen.

  • 4. Aan de toekenning van de plaatsing in de functieschaal dient een, door zowel het personeelslid als door de leidinggevende getekende, personeelsbeoordeling ten grondslag te liggen.

  • 5. De bevoegdheid tot inpassing in de functieschaal berust bij het bevoegd orgaan.

Artikel 4

  • 1. Periodieke salarisverhogingen als bedoeld in artikel 7 van de Bezoldigingsverordening worden eerst toegekend, nadat de leidinggevende heeft verklaard dat de medewerker zijn functie op voldoende wijze heeft vervuld en sprake is van voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver.

  • 2. Extra periodieke verhogingen als bedoeld in artikel 8 van de Bezoldigingsverordening worden eerst toegekend, nadat het bevoegd orgaan heeft vastgesteld dat de medewerker zijn functie op uitstekende wijze vervult.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde verklaring dient uiterlijk één maand voor de datum van ingang van de periodieke verhoging in het bezit te zijn van het werkveld Personeel.

  • 4. Aan de toekenning van een extra periodieke verhoging(en), als bedoeld in het tweede lid, dient een personeelsbeoordeling ten grondslag te liggen, welke door zowel het personeelslid als de leidinggevende is ondertekend.

Artikel 5

  • 1. De leidinggevende, die van mening is dat met toepassing van artikel 9 van de Bezoldigingsverordening aan een personeelslid geen periodieke salarisverhoging moet worden toegekend, doet hiervan uiterlijk één maand voor het tijdstip waarop de periodieke salarisverhoging zou moeten ingaan, mededeling aan het bevoegd orgaan.

  • 2. De mededeling als bedoeld in het eerste lid, dient vergezeld te zijn van een, door zowel het personeelslid als de leidinggevende, ondertekende personeelsbeoordeling over een langere periode en een gemotiveerd advies om geen periodieke salarisverhoging toe te kennen.

  • 3. De bevoegdheid om geen periodieke salarisverhoging toe te kennen berust bij het bevoegd orgaan.

Artikel 6

  • 1. Aan het personeelslid, dat naar het oordeel van het bevoegd orgaan een bijzondere prestatie in de functie heeft geleverd en bezoldigd is overeenkomstig de functieschaal, kan een tijdelijke toeslag worden toegekend.

  • 2. De tijdelijke toeslag vindt niet meer dan twee achtereenvolgende jaren plaats, gelet op het incidentele karakter van de bijzondere prestatie.

  • 3. Aan de toekenning van een tijdelijke toeslag, als bedoeld in het eerste lid, dient een personeelsbeoordeling ten grondslag te liggen, welke door zowel het personeelslid als de leidinggevende is ondertekend.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde toeslag wordt uitgedrukt in een bedrag overeenkomende met één of meer periodieke verhogingen of één of meer periodieke verhogingen in de naast hogere salarisschaal; de toeslag en het salaris tezamen bedragen ten hoogste het maximum van de naast hogere salarisschaal.

Artikel 7

  • 1. Het bevoegd orgaan kan aan een personeelslid, dat op basis van zijn persoonlijk functioneren, blijkens over hem uitgebrachte beoordelingen gedurende langere perioden, zijn functie op een uitstekende wijze vervult en waarvoor andere structurele mogelijkheden zijn uitgesloten, een persoonlijke toelage, als bedoeld in artikel 14 van de Bezoldigingsverordening, toekennen.

  • 2. Het personeelslid aan wie een toelage, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt toegekend dient het maximum van zijn functionele schaal te hebben bereikt.

  • 3. De uitstekende wijze van functioneren, zoals bedoeld in het eerste lid, dient een periode van meerdere jaren te omvatten.

  • 4. Er dient een redelijke verwachting te bestaan dat het personeelslid ook in de toekomst op uitstekende wijze zal functioneren.

  • 5. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt uitgedrukt in een bedrag overeenkomende met één of meer periodieke verhogingen in de naast-hogere salarisschaal; de toelage en het salaris tezamen bedragen ten hoogste het maximum van de naast-hogere salarisschaal.

  • 6. De toelage kan vast of tijdelijk zijn.

  • 7. Aan de toekenning van een toelage, als bedoeld in het eerste lid, dient een personeelsbeoordeling ten grondslag te liggen, welke door zowel het personeelslid als de leidinggevende is ondertekend.

Artikel 8

  • 1. Het bevoegd orgaan kan, wanneer daar naar zijn oordeel aanleiding toe is, aan een personeelslid of aan een groep personeelsleden een gratificatie dan wel een bijzondere beloning toekennen.

  • 2. Een gratificatie en een bijzondere beloning zijn bedoeld voor eenmalige bijzondere prestaties.

  • 3. De toekenning van gratificaties en bijzondere beloningen vindt zo spoedig mogelijk na de geleverde prestatie plaats

  • 4. Voor de toekenning van een gratificatie of een bijzondere beloning is een personeelsbeoordeling niet noodzakelijk.

  • 5. Een gratificatie wordt netto uitgekeerd en bedraagt maximaal € 1.000,--.

  • 6. Een bijzondere beloning wordt toegekend voor een prestatie van zodanige aard dat de beloning in geld niet voor de hand ligt; de maximale omvang van de beloning bedraagt maximaal 10% van het salaris.

Artikel 9

  • 1. In bijzondere gevallen kan het bevoegd orgaan op advies van de leidinggevende een arbeidsmarkttoeslag, een bindingspremie dan wel een hogere salarisschaalindeling toekennen.

  • 2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde arbeidsmarkttoeslag is een voorziening van tijdelijke aard en de hoogte mag maximaal 10% van het maximumbedrag van de functieschaal bedragen.

  • 3. De in lid 1 van dit artikel bedoelde bindingspremie wordt uitgekeerd als tussen het bevoegd orgaan en het nieuwe personeelslid wordt afgesproken dat het personeelslid een vast te stellen periode in dienst zal blijven.

  • 4. De in lid 1 van dit artikel bedoelde hogere salarisschaalindeling kan al dan niet tijdelijk worden toegekend.

Artikel 10

Een personeelslid kan uiterlijk binnen zes weken na de datum waarop het bevoegd bezag een besluit heeft genomen omtrent zijn beloning, gemotiveerd schriftelijk bezwaar tegen het bedoelde besluit bij het college van burgemeester en wethouders aantekenen, conform de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 11

  • 1. Indien het de beloning van een leidinggevende betreft, is de beoordelaar de gemeentesecretaris.

  • 2. De overige personeelsleden worden beoordeeld door de leidinggevende.

  • 3. De adviezen ten aanzien van de toe te kennen beloningen worden door de leidinggevende opgesteld.

Artikel 12

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd orgaan.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Reglement beloningsdifferentiatie" en treedt in werking direct op het moment dat deze is vastgesteld en vervangt het "Reglement beloningsdifferentiatie" d.d. 5 december 1995.

  • 2. De directie draagt er zorg voor dat een exemplaar van dit reglement op een voor de personeelsleden toegankelijke plaats ter inzage ligt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 15 november 2005.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet Y. Dijkstra