Regeling vervallen per 07-11-2013

Mandaatbesluit 2010

Geldend van 10-03-2010 t/m 06-11-2013

Intitulé

Mandaatbesluit 2010

Burgemeester en wethouders, de Burgemeester van de gemeente Zeewolde, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar van de gemeente Zeewolde,

ieder voorzover het hun bevoegdheidheid betreft;

gelezen het voorstel van afdeling Bestuurs- en Managementondersteuning d.d. 16 februari 2010;

gelet op artikel 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op de artikelen 160, 168, 171, 173, 232 en 233 van de Gemeentewet;

Besluiten

I. het uitoefenen van de bevoegdheden, genoemd in het bij dit besluit behorende overzicht, met inbegrip van de ondertekening van stukken te mandateren aan de daarbij in de kolom 4 genoemde functionarissen;

II. ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat of ondermandaat de volgende voorschriften vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: een beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid tot het nemen van besluiten in naam en onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan;

  • c.

    volmacht/machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen of andere handelingen namens de gemeente als rechtspersoon, in dit besluit en de bijbehorende lijst ook als mandaat aangeduid.

  • d.

    ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat;

  • e.

    aangaan van overeenkomsten: het aangaan van overeenkomsten, waaronder het opzeggen van overeenkomsten, het vorderen van ontbinding en nakoming en voorts alle bevoegdheden die daarmee samenhangen.

Artikel 2. Algemeen

  • 1. Een bevoegdheid wordt formeel toebedeeld aan een functie en niet aan een persoon, tenzij het laatste wettelijk vereist is;

  • 2. De mandaatgever blijft bevoegd om de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid;

  • 3. De mandaatgever is te allen tijde bevoegd het mandaat te beëindigen, indien hij voortzetting daarvan niet langer wenselijk acht.

  • 4. Het bepaalde in dit besluit is ook van toepassing op volmacht en machtiging.

Artikel 3. Bij het mandaat in acht te nemen voorschriften

  • 1. De gemandateerde houdt bij het uitoefenen van de bevoegdheden de specifieke bepalingen als opgenomen in kolom 6 van het bij dit besluit behorend overzicht in acht;

  • 2. Bij het nemen van besluiten op grond van mandaat dienen alle van toepassing zijnde wetten, voorschriften, verordeningen, raadsbesluiten, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels etc. in acht genomen te worden.

  • 3. In het bijzonder dienen de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen te worden.

Artikel 4. Wanneer is het mandaat niet van toepassing

  • 1. Het mandaat is niet van toepassing, indien:

    • a.

      het besluit niet binnen het gegeven wetgevings- en/of beleidskader kan worden genomen dan wel bij het te nemen besluit van het gangbare of vastgestelde beleid wordt afgeweken. In dat geval legt de gemandateerde de zaak vooraf aan de betrokken portefeuillehouder voor. Indien deze zulks nodig acht, wordt de zaak ter verdere besluitvorming aan burgemeester en wethouders voorgelegd. Negatieve beslissingen, voor zover deze niet vallen binnen het bestaande beleid, worden aan burgemeester en wethouders voorgelegd;

    • b.

      het besluit niet leidt tot in de begroting geraamde uitgaven, met uitzondering van uitgaven die gedaan worden in het kader van een wettelijke verplichting waarbij een open-eind regeling van toepassing is;

    • c.

      het besluit leidt tot derving van inkomsten;

    • d.

      het besluit niet spoort met een voorgenomen verandering in geformuleerd beleid;

    • e.

      burgemeester en wethouders en/of de directie te kennen hebben gegeven dat zij besluitvorming door burgemeester en wethouders wenselijk achten;

    • f.

      het besluit een beslissing op een verzoek- / bezwaarschrift betreft, met uitzondering van het beslissen op bezwaar inzake gemeentelijke belastingen;

    • g.

      meerdere afdelingen over een te nemen besluit geheel of gedeeltelijk tegenstrijdige adviezen hebben uitgebracht.

  • 2. Voor zover het mandaat betrekking heeft op het gebied van de gemeentelijke belastingen vindt in de in het eerste lid genoemde gevallen eerst overleg plaats met de heffings- en/of invorderingsambtenaar.

Artikel 5. Plaatsvervanger

  • 1. Ingeval van afwezigheid van functionarissen aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden in mandaat zijn verleend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger.

  • 2. De plaatsvervanger wordt - voor zover het niet de aan de directie gemandateerde bevoegdheden betreft- aangewezen door het afdelingshoofd. De directie wordt van die aanwijzing schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 6. Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde is bevoegd om de aan hem gemandateerde bevoegdheden geheel of gedeeltelijk onder te mandateren aan binnen zijn afdeling werkzame medewerkers, indien dit in kolom 5 van het bij dit besluit behorend overzicht is aangegeven.

  • 2. Bij het ondermandateren van een bevoegdheid kunnen voorwaarden worden gesteld, die bij het uitoefenen van de ondergemandateerde bevoegdheden in acht genomen dienen te worden.

  • 3. Bij het ondermandateren van bevoegdheden dient het daartoe strekkend besluit ter opberging naar het archief van de afdeling Facilitaire Diensten en digitalisering gezonden te worden.

Artikel 7. Overleg met andere afdelingen

Indien op grond van een bij mandaat te nemen besluit een andere afdeling belang heeft of de desbetreffende zaak het taakgebied van een andere afdeling raakt, legt degene die gerechtigd is de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen, de zaak vooraf voor aan die andere afdeling. Indien met die andere afdeling geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de zaak eerst voorgelegd aan de directie.

Artikel 8. Redactie en ondertekening van bij mandaat genomen besluiten

  • 1. In geval van uitoefening van bevoegdheden namens burgemeester en wethouders worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "namens burgemeester en wethouders", gevolgd door de handtekening van de gemandateerde, zijn of haar naam en functie.

  • 2. In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "namens de burgemeester", gevolgd door de handtekening van de gemandateerde, zijn of haar naam en functie.

  • 3. In geval van uitoefening van bevoegdheden namens de heffings- en/of invorderingsambtenaar worden uitgaande stukken als volgt ondertekend: "namens de heffingsambtenaar en/of namens de invorderingsambtenaar", gevolgd door de handtekening van de gemandateerde, zijn of haar naam en functie.

Artikel 9. Besluitenlijst

Jaarlijks wordt per afdeling een lijst bijgehouden en gearchiveerd van de in mandaat genomen besluiten.

Artikel 10. Vervallen eerdere besluiten

Het mandaatbesluit van 2004 en de daarbij behorende lijst mandaten komen te vervallen op het moment van inwerkingtreding van dit besluit met bijbehorend overzicht.

Artikel 11 Citeertitel van deze regeling en inwerkingtreding

Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit 2010 en treedt, samen met het daarbij behorend overzicht, de dag na bekendmaking ervan in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 2 maart 2010.
de secretaris, de burgemeester,
R.C. van Nunspeet G.J. Gorter
de burgemeester van Zeewolde,
G.J. Gorter
de heffingsambtenaar van Zeewolde,
J.Heijna
de invorderingsambtenaar van Zeewolde,
H.Veenstra