Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2014

De raad van de gemeente Zeewolde,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

gehoord het Beraad d.d. 8 oktober 2013;

 

Besluit

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2014.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuigen: alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen, drijvende werktuigen zoals een werkvlot, ponton, elevator, drijvende kraan, sleep- of duwboot, bok, zandzuiger, baggermolen e.d. alsmede balken, stammen, palen, vlotten e.d. die in het water worden vervoerd.

  • b.

    meren: het vastmaken van vaartuigen aan de daartoe bestemde middelen, onverschillig of die middelen eigendom van de gemeente of van derden zijn, of aan vaartuigen welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

  • c.

    gemeentewater: vaarwater , dat aan de gemeente in eigendom toebehoort alsmede vaarwater, dat bij de gemeente in onderhoud is of waarover de gemeente het beheer heeft.

  • d.

    Beroepsvaartuigen:

    • 1.

      vrachtschepen: vaartuigen, die uitsluitend of in hoofdzaak, gebezigd worden voor het vervoer anders dan van personen, welke conform de Rijksverkeersinspectie daartoe een vergunning hebben;

    • 2.

      passagiers- en charterschepen: alle vaartuigen, die een openbaar middel van vervoer zijn, of dit niet zijnde, uitsluitend of in hoofdzaak worden gebezigd voor het vervoer van personen tegen betaling.

    • 3.

      andere vaartuigen: vaartuigen niet vallende onder a. en b.;

  • e.

    recreatievaartuigen: vaartuigen die hoofdzakelijk worden gebruikt als recreatievaartuig, maar niet zijnde een passagiersschip.

  • f.

    een dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als gehele dag wordt aangemerkt.

  • g.

    een week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

  • h.

    een maand: het tijdvak dat loopt vanaf de eerste dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag van die kalendermaand;

  • i.

    een kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober;

  • j.

    een halfjaar: zes achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari of 1juli;

  • k.

    een jaar: een kalenderjaar, de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • l.

    zomerseizoen: de periode van 1 juni tot en met 30 september;

  • m.

    winterseizoen: de periode van 1 oktober tot met 31 mei.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'havengeld' wordt een recht geheven voor het liggen en/of meren van vaartuigen in gemeentewater, en/of aan kaden en terreinen welke bij de gemeente in eigendom, beheer en/of onderhoud zijn, wordt onder de naam van havengelden rechten geheven.

Artikel 3. Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de schipper, de gezagvoerder, de eigenaar of reder, de gebruiker of beheerder van het vaartuig.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

Voor de berekening van het havengeld wordt:

  • a.

    het laadvermogen van het vaartuig uitgedrukt in het aantal tonnen, zoals blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief;

  • b.

    als aantal m2 aangemerkt, de hoeveelheid ingenomen wateroppervlakte, zijnde de grootste lengte x de grootste breedte over alles.

  • c.

    de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in het aantal meters, zoals blijkt uit een bij het vaartuig behorende geldige meetbrief.

  • d.

    indien het vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt of van soort is veranderd, voor de toepassing van de tabel uitgegaan van de feitelijke omstandigheden.

  • e.

    een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend, tenzij anders is aangegeven.

Artikel 5. Tarieven

    • a.

      Het havengeld wordt geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de bijbehorende tarieventabel.

    • b.

      In de tarieven is, in de gevallen waarbij de heffing ingevolge de Wet op de omzetbelasting plaatsvindt, de omzet belasting inbegrepen.

    • c.

      De tarieven worden afgerond op een hele euro naar beneden.

Artikel 6. Wijze van heffing

De rechten worden geven bij wege van aanslag of bij wijze van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Termijnen van betaling

    • a.

      Het havengeld moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 wordt uitgereikt.

    • b.

      Het havengeld, geheven bij wege van aanslag, moet worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

    • c.

      De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

  • c.

Artikel 8. Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    vaartuigen in gebruik van gemeente, provinciale en rijksdienst;

  • b.

    baggermachines en vaartuigen die daarbij gebezigd worden voor het vervoer van baggerspecie gedurende de tijd dat zij binnen het gebeid van de gemeente werken;

  • c.

    hospitaalschepen en reddingsvaartuigen;

  • d.

    boten en sloepen die tot een ander vaartuig behoren en daaraan zijn verbonden.

  • e.

    pleziervaartuigen die zich tussen 10.00 en 17.00 in de haven bevinden.

  • f.

    traditionele zeilvaartuigen zoals Tjalken, Klippers, Schoeners, Aken en Botters die behoren tot de zogenoemde bruine vloot of traditionele chartervloot.

Artikel 9. Kwijtschelding

Kwijtschelding, als bedoeld in het artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt niet verleend.

Artikel 10. Woonschepen

Woonschepen zijn niet toegestaan anders dan op de aangewezen ligplaatsen aan de Harderhaven.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van havengeld.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2013’, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De ‘Verordening havengeld 2014’ treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening havengeld 2014’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde in zijn openbare vergadering van 31 oktober 2013.
de griffier, de voorzitter,
B.J. Schouten G.J. Gorter

Tarieventabel behorende bij de Verordening havengelden 2014

Omschrijving

Berekeningsgrondslag

tarief

1

vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor elk verblijf van ten hoogste 7 dagen

€ 0,30

1.1

vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor elk volgend tijdvak van 7 dagen

€ 0,30

2

vaartuigen ten behoeve van en in gebruik als beroepsvaartuig

Per ton laadvermogen voor een winterseizoen

€ 1,30

3

Recreatievaartuigen

per dag, per m1,

met een minimum van

€ 4,00 per vaartuig per dag

€ 1,05

Behoort bij het raadsbesluit van 31 oktober 2013.

de griffier,

B.J. Schouten