Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent schuldhulpverlening (Beleidsregels schuldhulpverlening Zeewolde 2021)

Geldend van 01-03-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent schuldhulpverlening (Beleidsregels schuldhulpverlening Zeewolde 2021)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde,

gelezen het voorstel van afdeling Maatschappelijke ontwikkeling en ondersteuning d.d. 9 februari 2021;

Besluit

vast te stellen de beleidsregels schuldhulpverlening Zeewolde 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    cliënt: persoon aan wie schuldhulpverlening wordt gegeven op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde;

  • c.

    inwoner: degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven bij de gemeente Zeewolde;

  • d.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden als redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Iedere inwoner van de gemeente Zeewolde van 18 jaar en ouder kan het college verzoeken schuldhulpverlening te verlenen. Voor een inwoner die zelfstandig ondernemer is met een nog functionerende onderneming, geldt het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) als voorliggende voorziening. Als de onderneming naar het oordeel van het college wel levensvatbaar is maar het Bbz geen oplossing biedt, dan kan de zelfstandige met problematische schulden worden toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college verleent schuldhulpverlening als het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Als de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De zelfredzaamheid van de persoon en de regelbaarheid van de schulden zijn bepalend.

  • 3. Voordat een schuldregeling wordt getroffen, worden inkomsten en uitgaven van de cliënt in evenwicht gebracht: stabilisatie. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling. Het (breed) moratorium kan worden ingezet om stabilisatie mogelijk te maken, maar kan niet door de cliënt afgedwongen worden bij het college.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1. De cliënt doet aan het college op verzoek of uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject;

  • 2. De cliënt is verplicht aan het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het nakomen van gemaakte afspraken in het kader van schuldhulpverlening;

    • b.

      het tijdig inleveren van noodzakelijke bewijsstukken voor de schuldhulpverlening. Hiervoor geldt dat na verzuim altijd nog één hersteltermijn wordt geboden;

    • c.

      geen nieuwe schulden aangaan die het nakomen van aflossingsverplichtingen aan bestaande schuldeisers in de weg staan;

    • d.

      het zich houden aan de bepalingen en voorwaarden zoals genoemd in het plan van aanpak en de overeenkomsten tot stabilisatie, schuldregeling, budgetbeheer of budgetondersteuning;

    • e.

      het actief deelnemen aan beschikbare financiële training gericht op het voorkomen van nieuwe schulden;

    • f.

      zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit gebruiken voor de afbetaling van de schulden;

    • g.

      inkomsten verwerven naar zijn volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

  • 1. Als de cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals beschreven in artikel 4, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren of te beëindigen.

  • 2. Het college weigert de toegang tot schuldhulpverlening voor de persoon die veroordeeld is voor fraude, door opzet of door grove schuld, die tot financiële benadeling van een bestuursorgaan heeft geleid of daarvoor een bestuurlijke sanctie opgelegd heeft gekregen.

Artikel 6. Beëindigingsgronden

  • 1. Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening als:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      op grond van – later gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan betrokkene is toegekend, terwijl als dit tijdens de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • c.

      de cliënt zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

    • d.

      de cliënt in staat is om zijn schulden zelf te regelen of in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • e.

      de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) passend is;

    • f.

      een verzoek tot toelating WSNP is afgewezen.

  • 2. Een traject schuldhulpverlening eindigt van rechtswege bij het overlijden van de cliënt.

  • 3. Als de cliënt gedurende het schuldhulpverleningstraject verhuist naar een andere gemeente en daardoor niet langer tot de doelgroep behoort zoals beschreven in artikel 2, handelt het college als volgt: alleen als het dossier vergevorderd is (een algeheel akkoord is bereikt met schuldeisers) en naar het oordeel van het college uit praktisch oogpunt wenselijk is, blijft het dossier in behandeling bij het college van Zeewolde.

  • 4. De beslissing zoals bedoeld in lid 1 is gemotiveerd en wordt schriftelijk aan de cliënt bekendgemaakt.

Artikel 7. Hernieuwde aanvraag

  • 1. Als minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door de cliënt een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

  • 2. Als minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de cliënt is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk), ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6, lid 1 sub b, c of e (tenzij er een oplossing voor is gevonden), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 maart 2021 en worden aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening Zeewolde 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde op 16 februari 2021.

Zeewolde,

Burgemeester en Wethouders voornoemd,

de secretaries,

K.C. Hamstra

de burgemeester,

G.J. Gorter