Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling opleidingsfaciliteiten 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling opleidingsfaciliteiten 2007

Regeling opleidingsfaciliteiten 2007

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Ambtenaar: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, met uitzondering van ambtenaren in de zin van artikel 1:2:1 leden 2 t/m 4 van de UWO.

  • b

    Volledige betrekking: Een betrekking als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub k van de CAR.

  • c

    Ontwikkelingsplan: Een door de direct leidinggevende en de medewerker vastgelegd en ondertekend geheel aan afspraken gemaakt in het ontwikkelingsgesprek over de te ondernemen activiteiten van beide partijen in het kader van de ontwikkeling van de medewerker.

  • d

    Opleiding: Scholing die tot doel heeft kennis of competenties van de ambtenaar te verbeteren, vergroten, veranderen of te vernieuwen.

  • e

    Opleidingsplan: Een plan dat door het College van Burgemeester en Wethouders wordt vastgesteld of bekrachtigd, waarin de prioriteiten ten aanzien van door het personeel te volgen opleidingen zijn vastgelegd.

  • f

    Opleidingsbudget: Het bedrag dat jaarlijks door het College van Burgemeester en Wethouders beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de opleidingsplannen.

  • g

    Studiemateriaal: Verplicht en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi, schrijfbenodigdheden en duurzame gebruiksartikelen.

  • h

    Studiekosten: Cursus- en lesgelden, evenals examen- en diplomagelden.

  • i

    Opleidingsfaciliteiten: Het geheel van de door de gemeente Zeist vergoede kosten alsmede extra toegekende (studie)verlofuren ten behoeve van een opleiding.

Artikel 2  Randvoorwaarden

Lid 1

Met de ambtenaar wordt minimaal eenmaal per  jaar een ontwikkelingsgesprek gevoerd. De resultaten van het gesprek worden vastgelegd in het formulier ontwikkelingsgesprek, het ontwikkelingsplan.

Lid 2

Een opleiding die is vastgelegd in het ontwikkelingsgesprek, die direct verband houdt met de functie die de ambtenaar uitoefent en die past binnen het huidige opleidingsplan (en dus past binnen het opleidingsbudget) wordt door de werkgever volledig vergoed.

Lid 3

Met de ambtenaar kunnen afzonderlijke afspraken gemaakt worden in het kader van een traject, dat mede is gericht op een loopbaan in de toekomst, zonder dat deze opleiding voor de ontwikkeling van de huidige functie noodzakelijk is. Scholing ten behoeve hiervan kan tot maximaal 25, 50 of 75% van de totale studiekosten worden vergoed, tenzij er naar het oordeel van direct leidinggevende en personeelsconsulent sprake is van een aantoonbaar organisatiebelang. Bij de toekenning van een percentage van 25, 50 of 75 % worden onder meer de navolgende factoren meegewogen; de aard, omvang en kosten van de opleiding, omvang van de aanstelling, mate van verbreding van inzetbaarheid binnen en/of buiten de gemeente, in hoeverre de opleiding geheel of gedeeltelijk in vrije tijd plaatsvindt.

Lid 4

Indien de medewerker kandidaat is in het kader van herplaatsing kan door de leidinggevende in samenspraak met de personeelsconsulent besloten worden de betreffende opleiding volledig te vergoeden.

Artikel 3  Opleidingsadvies

Lid 1

Ten behoeve van een op te stellen ontwikkelingsplan kan de leidinggevende en/of de medewerker een gericht opleidingsadvies bij de personeelsconsulent inwinnen.

Lid 2

In bijzondere gevallen kan de leidinggevende in overleg met de medewerker een loopbaanoriëntatie onderzoek of ontwikkelingsassessment doen instellen.

Artikel 4  Categorieën opleidingen

De volgende opleidingen kunnen worden opgenomen in het formulier ontwikkelingsgesprek:

  • a

    opleidingen die door het College van Burgemeester en Wethouders verplicht zijn opgedragen conform artikel 15:1:26 (CAR-UWO) en als zodanig zijn opgenomen in het opleidingsplan;

  • b

    opleidingen op het vakgebied van de medewerker;

  • c

    opleidingen gericht op competenties op basis van het vastgestelde competentieprofiel.

Artikel 5  Opleidingsplan

De werkgever stelt jaarlijks ten behoeve van de bij de Gemeente Zeist werkzame medewerkers een opleidingsplan vast.

Artikel 6  Termijn opleidingsfaciliteiten

Lid 1

In beginsel worden de in deze regeling genoemde opleidingsfaciliteiten verleend voor een termijn die wordt afgeleid van de door het betrokken opleidingsinstituut voorgeschreven studieduur.

Lid 2

Kort na het verstrijken van de opleidingstermijn vindt een (tussentijds ontwikkelings-)gesprek plaats tussen de medewerker en leidinggevende.

Lid 3

Wanneer de medewerker niet binnen de vooraf gestelde termijn de opleiding afrondt, wordt de termijn, na overleg met de leidinggevende, verlengd tot het eerstvolgende examen met een maximum van één jaar, mits dit niet het gevolg is van aantoonbare nalatigheid van de medewerker.

Lid 4

Van aantoonbare nalatigheid is in ieder geval sprake indien de medewerker meer dan 10% van de lessen niet aanwezig was, tenzij de afwezigheid het gevolg was van ziekte of overmachtsituatie.

Lid 5

Als aantoonbare nalatigheid de reden is van het niet halen van de opleiding binnen de gestelde termijn, kan de medewerker verplicht worden tot het terugbetalen van de opleidingskosten.

Lid 6

Opleidingen die enkel vanuit het belang van de medewerker worden gevolgd, kennen geen verlenging van opleidingsfaciliteiten.

Artikel 7  Opleidingsverlof

Lid 1

Voor het volgen van een opleiding, die onder diensttijd wordt gegeven, wordt verlof met behoud van bezoldiging verleend benodigd voor deelname aan de opleiding tot ten hoogste één werkdag per week, gemiddeld over een jaar berekend.

Lid 2

Bij het niet afronden van de opleiding binnen de gestelde termijn buiten de schuld van de medewerker om, wordt het opleidingsverlof per week gehalveerd. Heeft de medewerker zelf schuld aan de vertraging (aantoonbare nalatigheid), dan vervalt zijn recht op opleidingsverlof.

Lid 3

Een medewerker die een opleiding volgt waarvan de lessen niet of niet geheel in de formele werktijd van de medewerker plaatsvinden, kan door de leidinggevende ter compensatie verlof worden verleend van minimaal een halve dag per 4 weken tot maximaal een halve dag per week. Bij de toekenning van dit  verlof wordt rekening gehouden met de aard van de opleiding en de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.

Artikel 8  Verlof voor tentamen- of examenvoorbereiding

Lid 1

Ter voorbereiding van een tentamen of examen, kan door de direct leidinggevende verlof worden verleend tot een maximum van vijf halve werkdagen per gehele studie of opleiding.

Lid 2

Voor het deelnemen aan examens of tentamens wordt opleidingsverlof met behoud van bezoldiging verleend.

Artikel 9  Vergoeding opleidingskosten

Lid 1

Als opleidingskosten worden aangemerkt:

  • a

    reis- en verblijfskosten;

  • b

    studiekosten;

  • c

    studiemateriaal.

Lid 2

Reiskosten worden vergoed op basis van 2e klas openbaar vervoerskosten, conform de binnen de Gemeente Zeist geldende regeling reiskosten woon-werk en dienstreizen. Als reisafstand geldt in beginsel de retour afstand van het woonadres naar de plaats waar de medewerker de opleiding volgt. Reiskosten waarvoor al op enige wijze een vergoeding wordt ontvangen, komen niet meer voor vergoeding op basis van deze regeling in aanmerking.

Lid 3

Verblijfskosten voor zover niet inbegrepen in het cursusgeld worden vergoed conform de bij de Gemeente Zeist geldende regelingen.

Lid 4

Verplicht voorgeschreven boeken en syllabi worden volledig vergoed. Niet vergoed worden schrijfbenodigdheden, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken en syllabi.

Lid 5

Indien op grond van artikel 2 lid 3 van deze regeling de studiekosten niet volledig worden vergoed, maken de leidinggevende en de ambtenaar afspraken over de hoogte en omvang van eventuele studiefaciliteiten, zoals omschreven in dit artikel.

Lid 6

Indien de opleiding niet binnen de vooraf gestelde termijn wordt afgerond door aantoonbare nalatigheid, dient de medewerker de vanaf dat moment gemaakte opleidingskosten voor eigen rekening te nemen.

Artikel 10  Hulpmiddelen

Lid 1

De kosten voor het verkrijgen van inzicht in de kennis, vaardigheden en gedrag van de medewerker, mits op verzoek of na toestemming van de leidinggevende of personeelsconsulent, komen volledig voor rekening van de gemeente Zeist.

Lid 2

Dit inzicht kan onder andere verkregen worden door:

  • a

    loopbaanoriëntatie onderzoek;

  • b

    360 graden feedback;

  • c

    ontwikkelingsassessment.

Lid 3

De leidinggevende is er verantwoordelijk voor, dat de opleiding een bijdrage levert aan betere prestaties van de betreffende medewerkers. Hierbij is het van belang, dat nieuw aangeleerde kennis, vaardigheden en/of gedrag door de medewerker toegepast wordt in de (nieuwe) werksituatie en –indien van toepassing- deze ook overdraagt aan collega’s.

Artikel 11  Overige bepalingen

Lid 1

De tussen de ambtenaar en de leidinggevende gemaakte afspraken met betrekking tot de opleiding en daarbij toegekende faciliteiten worden schriftelijk vastgelegd.

Lid 2

De ambtenaar dient zijn leidinggevende te informeren over de voortgang van zijn opleiding en over de eventueel bereikte resultaten. Zonodig kan de leidinggevende nadere informatie opvragen bij het opleidingsinstituut.

Artikel 12  Terugbetaling opleidingskosten

Lid 1

Er rust een terugbetalingsverplichting op de medewerker  indien:

  • a

    de medewerker de studie niet haalt of de studiebelasting niet aankan op grond van omstandigheden die naar het oordeel van de direct leidinggevende aan de medewerker zijn te wijten;

  • b

    de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de opleiding waarvoor vergoeding is toegekend of binnen 24 maanden na de reguliere afronding van de opleiding;

  • c

    de medewerker op eigen verzoek of ten gevolge van aan zichzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voordat de opleiding is afgerond -door middel van een diploma- of anderszins  regulier is beëindigd.

  • d

    de medewerker zich niet houdt aan de verplichtingen zoals deze zijn opgenomen in deze regeling of aan eventueel aanvullend gemaakte afspraken met betrekking tot de opleiding.

Lid 2

De terugbetalingsverplichting op grond van lid 1 vervalt, indien voortzetting van de opleiding naar het oordeel van de direct leidinggevende en de personeelsconsulent redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

Lid 3

Indien op de ingangsdatum van het ontslag van de in het eerste lid onder b en c bedoelde termijn van twee jaren ten minste één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de termijn van twee jaren ontbreekt.

Lid 4

De terugbetalingsverplichting op grond van lid 1 geldt niet voor eendaagse en andere kortlopende cursussen of opleidingen.

Lid 5

Het College van Burgemeester en wethouders kan de medewerker op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

Artikel 13  Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het College van Burgemeester en Wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 14  Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2007 en kan worden aangehaald als de “Regeling opleidingsfaciliteiten 2007” en geldt voor opleidingen gestart op of na 1 januari 2007.

Lid 2

De Regeling Studiefaciliteiten 2004 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Regeling opleidingsfaciliteiten 2007. De Regeling studiefaciliteiten 2004 geldt alleen nog voor opleidingen begonnen voor 1 januari 2007.

Lid 3

De Regeling opleidingsfaciliteiten 2007 is vastgesteld door het College met de Collegebesluitnummers 06cv00515 d.d. 20 juni 2006 en 06cv00893 d.d. 31 oktober 2006.

Lid 4

In de brief 06uit7902 d.d. 10 oktober 2006 heeft de Ondernemingsraad instemming gegeven aan deze regeling.

Artikel 2

De opleidingen die direct verband houden met de functie, zowel vakinhoudelijk als gericht op het verkrijgen van competenties, worden voor 100%  vergoed. De overige opleidingen die bv. gericht zijn op een toekomstige functie of loopbaan worden voor 25, 50 of 75 % vergoed.  Omdat art.17:1:1 CAR-UWO bepaalt dat alle in het ontwikkelingsplan opgenomen opleidingen en activiteiten volledig moeten worden vergoed en de gemeente er niet voor gekozen heeft de loopbaangerichte opleidingen (genoemd in artikel 2 lid 3) volledig te vergoeden, moeten deze apart schriftelijk worden vastgelegd en dus niet in het ontwikkelingsplan worden opgenomen.