Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling rechtspositie bedrijfshulpverleners 2002/2

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling rechtspositie bedrijfshulpverleners 2002/2

Regeling rechtspositie bedrijfshulpverleners 2002/2

Artikel 1  Begripsomschrijvingen

  • a

    Ambtenaar: degene die is aangesteld in tijdelijke of vaste dienst op grond van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Zeist (verder te noemen: CAR/UWO) en degene met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan, zoals bedoeld in artikel 2:5 van de CAR/UWO;

  • b

    Bedrijfshulpverlener: de door of namens burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar als bedrijfshulpverlener, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet 1998;

  • c

    Gebouwcoördinator/Ploegleider: de aangewezen ambtenaar, die voor een bepaald gebouw de paraatheid van de bhv-organisatie bewaakt en die tijdens de hulpverleningstaken in ploegverband leiding geeft aan andere bedrijfshulpverleners;

  • d

    Bhv-coördinator: de aangewezen ambtenaar, die is aangesteld om de bhv organisatie te coachen en te beheren;

  • e

    Hulpverleningsorganisatie: gespecialiseerd organisaties voor hulpverlening die in het kader van openbare veiligheid of gezondheid opereren;

Artikel 2  Deelnemers

De ambtenaar kan zich op vrijwillige basis aanmelden als bedrijfshulpverlener. Daarnaast kunnen bepaalde ambtenaren gelet op hun functie door of namens burgemeester en wethouders aangewezen worden als bedrijfshulpverlener.

Artikel 3  Verplichte scholing

De ambtenaar  dient in het bezit te zijn van een geldig certificaat bedrijfshulpverlening. Burgemeester en wethouders stellen de bedrijfshulpverlener in de gelegenheid de vereiste opleidingen te volgen.

Artikel 4  Verplichte scholing

De ambtenaar kan eerst als bedrijfshulpverlener fungeren, indien hij in het bezit is van het in artikel 3 genoemde certificaat en de in dat artikel genoemde opleiding met goed gevolg heeft gevolgd.

Artikel 5  Taken

Lid 1

De bedrijfshulpverlener heeft in elk geval als taak;

  • a

    het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;

  • b

    het beperken en het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen;

  • c

    het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle ambtenaren en andere personen uit de gemeentelijke gebouwen;

  • d

    het alarmeren van en samenwerken met hulpverleningsorganisaties.

Lid 2

De gebouwcoördinator/ploegleider heeft in elk geval als taak;

  • a

    het bewaken van de continuïteit van de bhv-groep voor het desbetreffende gebouw;

  • b

    het bijhouden van de deelname aan cursussen, oefeningen en inzetten van de onder zijn/haar leiding staande groep;

  • c

    terugkoppleing aan de bhv-coördinator.

Lid 3

De bhv-coördinator heeft in ieder geval tot taak;

  • a

    het beheer van de bhv-organisatie;

  • b

    registratie van ongevallen en bijna-ongevallen;

  • c

    verslaglegging.

Lid 4

Door of namens burgemeester en wethouders kunnen genoemde functies nog met andere bedrijfshulpverleningstaken worden belast.

Artikel 6  Herhalingscursussen e.d.

Lid 1

Door of namens burgemeester en wethouders worden herhalingscursussen en oefeningen of andere activiteiten georganiseerd om de kennis en vaardigheden van de bedrijfshulpverlener op het vereiste niveau te handhaven. De bedrijfshulpverlener is gehouden aan voornoemde herhalingscursussen, oefeningen of andere activiteiten deel te nemen.

Lid 2

de herhalingscursussen, oefeningen en andere activiteiten worden zoveel mogelijk tijdens de normale werktijden gehouden.

Artikel 7  Vergoeding

Lid 1

De bedrijfshulpverlener ontvangt een jaarlijkse vergoeding van € 205,-. Gebouwencoördinatoren en ploegleiders ontvangen een jaarlijkse vergoeding van € 275,-.

Lid 2

De in het eerste lid genoemde vergoedingen worden slechts uitgekeerd indien men de herhalingscursussen en andere activiteiten heeft bijgewoond en heeft deelgenomen aan de oefeningen. De uitbetaling van de vergoedingen geschiedt jaarlijks in januari (opvolgend jaar).

Lid 3

Door of namens burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde bedragen worden verhoogd.

Artikel 8  Melding afwezigheid

I.v.m. het bewaken van de paraatheid is de bedrijfshulpverlener verplicht de gebouwcoördinator/ploegleider in kennis te stellen van zijn afwezigheid.

Artikel 9  Arbeidsongeschiktheid

De bedrijfshulpverlener die niet volledig arbeidsgeschikt is, mag niet deelnemen aan de bedrijfshulpverlening.

Artikel 10  Aansprakelijkheid

Indien de bedrijfshulpverlener als gevolg van de uitvoering van zijn bedrijfshulpverleningstaak, zoals bedoeld in artikel 5, dan wel bij de oefeningen in het kader van de bedrijfshulpverlening arbeidsongeschikt wordt, wordt deze arbeidsongeschiktheid aangemerkt als “arbeidsongeschiktheid in en door de dienst”, zoals bedoeld in artikel 7:3, derde lid, onder a, van de CAR/UWO, mits de bedrijfshulpverlener zich aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften heeft gehouden en de arbeidsongeschiktheid niet is te wijten aan zijn schuld of nalatigheid.

Artikel 11  Geneeskundig onderzoek

De bedrijfshulpverlener kan op vrijwillige basis deelnemen aan een geneeskundig onderzoek.

Artikel 12  Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006 en kan worden aangehaald als de “Regeling Rechtspositie Bedrijfshulpverleners 2002/2”

Lid 2

De Regeling Rechtspositie Bedrijfshulpverleners 2002 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Regeling Rechtspositie Bedrijfshulpverleners 2002/2.

Lid 3

De Regeling Rechtspositie Bedrijfshulpverleners 2002/2 is vastgesteld door het College met de Collegebesluitnummers 25778 d.d. 25 oktober 2005 respectievelijk 32829 op 20 december 2005.

Lid 4

In de vergadering d.d. 16 november 2005 is er overeenstemming bereikt over deze regeling met het Georganiseerd Overleg.