Regeling vervallen per 01-05-2024

Nadere regels voor de warenmarkt(en) in de gemeente Zeist

Geldend van 16-06-2011 t/m 30-04-2024

Intitulé

Nadere regels voor de warenmarkt(en) in de gemeente Zeist

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Zeist 2011, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

gehoord hebbende de Marktadviescommissie;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt(en) in de gemeente Zeist

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening Zeist 2011 gegeven begripsomschrijvingen zijn overeenkomstig van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markten worden gehouden op:

  • a.

    donderdag van 8.30 uur tot 17.00 uur, op de Voorheuvel en een gedeelte van het Belcour, zoals aangegeven op het standplaatsenplan;

  • b.

    zaterdag van 8.30 uur tot 17.00 uur, op de Voorheuvel en een gedeelte van het Belcour, zoals aangegeven op het standplaatsenplan;

  • 2.

    De markt kan op grond van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college in afwijking van het eerste lid, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op andere tijd, op een andere plaats, dan wel geheel worden afgelast;

  • 3.

    Geen markt wordt gehouden op Koninginnedag en de dagen vermeld in artikel 7, eerste lid, sub a en b van de Winkeltijdenwet, behoudens het bepaalde in de Winkeltijdenverordening Zeist.

Artikel 3. Afgelasting markt

Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan het college besluiten:

  • a.

    de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

  • b.

    de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

  • c.

    de markt niet te laten aanvangen;

  • d.

    de markt onmiddellijk te beëindigen.

Artikel 4. Inrichting van de markt

Het aantal standplaatsen alsmede de opstelling en indeling van de markt is

vastgesteld zoals aangegeven op het bij dit reglement behorend standplaatsenplan.

Artikel 5. Branche-indeling

  • 1.

    De branchering alsmede het maximum aantal standplaatsen per branche is vastgesteld per markt, zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende brancheringsregeling.

  • 2.

    De branche-indeling wordt tweejaarlijks herzien.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 6. Aanvraag vergunning

1. Voor de toewijzing van een vaste standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die:

a. daarbij aantoont dat hij persoonlijk, dan wel de rechtspersoon bij wie hij in oondienst is of waar hij deel van uitmaakt, staat ingeschreven in het Handelsregister als ambulante handelaar;

b. een kopie van een geldig identiteitsbewijs, een recente pasfoto van de aanvrager en bewijs van inschrijving bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (marktpas) overlegt;

c. een omschrijving met foto geeft van de verkoopinrichting die de aanvrager wil gebruiken;

d. voor zover in de verkoopinrichting wordt gebakken of gebraden een keuringsrapport overlegt ten bewijze dat de jaarlijkse keuring heeft plaats gehad.

2. Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring ingeschreven te staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

3. Een aanvrager, afkomstig uit een land dat aangesloten is bij de Europese Economische Ruimte (EER) dient, met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde vereisten, gelijkwaardige inschrijvingsbewijzen te overleggen.

4. Een aanvrager, niet afkomstig uit een EER-land, dient naast de vereisten als bedoeld in het eerste lid, een verblijfsvergunning voorzien van de aantekening ‘Arbeid is vrij toegestaan’ te overleggen.

Artikel 7 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 8 Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken of op grond van artikel 11 wordt overgeschreven.

Artikel 9. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

Artikel 10. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 50% van de vergunninghouder, of ingeval van gehele of partiële bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de levenspartner van de vergunninghouder, een kind van de vergunninghouder of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde of, een mede-eigenaar van het bedrijf of medewerker in loondienst.

  • 2. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan wel nadat blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld of na het beëindigen van de onderneming.

  • 3. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk 3. toewijzen en bezetten van plaatsen.

Artikel 11. Het toewijzen van een vaste plaats

  • 1.

    Een opengevallen vaste standplaats op de markt wordt opnieuw als vaste standplaats uitgegeven met inachtneming van de voor die markt geldende branchering en indelingen in afdelingen.

  • 2.

    Voor een opengevallen standplaats komen in aanmerking, de vergunninghouder van een vaste standplaats die te kennen heeft gegeven een andere vaste plaats of uitbreiding van zijn standplaats te willen. De toewijzing geschiedt in volgorde van anciënniteit als vaste standplaatshouder.

  • 3.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die uitbreiding wenst van zijn standplaats, komt daarvoor enkel in aanmerking voor zover het maximumbreedte van de standplaats niet wordt overschreden en de uitbreiding alleen links of rechts aansluit op de toegewezen standplaats en met inachtneming van de branche-indeling van de markt.

  • 4.

    Nadat het bepaalde in het eerste lid in acht is genomen en niemand te kennen heeft gegeven in aanmerking te willen komen voor de vrijgekomen vaste plaats, zal de plaats via werving aan een gegadigde van een niet op de markt vertegenwoordigd product of artikel worden toegewezen en , indien dit niet mogelijk is, aan een gegadigde met een product dat al wordt verkocht maar waarvan het maximum van de branchering nog niet is bereikt.

Artikel 12. Toewijzing dagplaats.

  • 1.

    Aanvragers voor een dagplaats, die geen vaste plaats op de markt hebben en die in aanmerking willen komen voor een vergunning voor een dagplaats moeten zich persoonlijk één uur voor de aanvangstijd van de markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 2.

    Voor toelating tot een dagplaats dient de aanvrager aan de vereisten van artikel 6 van dit Marktreglement te voldoen.

  • 3.

    Aanvragers voor een dagplaats met een artikel of artikelsoort dat nog niet op de markt is vertegenwoordigd hebben voorrang op aanvragers met een artikel of artikelsoorten die wel op de markt vertegenwoordigd zijn.

  • 4.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt met toepassing van de branchelijst en het standplaatsenplan.

  • 5.

    Indien het aantal aanvragers het aantal beschikbare dagplaatsen overtreft, geschiedt toewijzing door loting door de marktmeester.

Artikel 13. Toewijzing standwerkersplaats

Een standwerkersplaats wordt toegewezen met inachtneming van het bepaalde in dit artikel:

  • a.

    De standwerker die een standplaats krijgt toegewezen moet deze standplaats persoonlijk innemen.

  • b.

    De afmetingen van een standwerkersplaats bedragen drie strekkende meter met een overkapping niet groter dan vijf strekkende meter. Buiten het front mogen geen goederen worden uitgestald of aan de overkapping worden gehangen.

  • c.

    Als een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • d.

    Een standwerker mag niet werken met een artikel of artikelsoort dat al op de markt is vertegenwoordigd als in de vier voorafgaande weken ook al met eenzelfde artikel of artikelsoort door een standwerker is gewerkt.

  • e.

    Het gebruik van meet- en weegwerktuigen, prijs- en aanduidingborden, audiovisuelemiddelen en geluidsversterkende apparatuur is verboden. .

  • f.

    Een standwerker mag uitsluitend met één, niet maatgebonden artikel,standplaats innemen.

Hoofdstuk 4. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 14. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de vergunninghouder de marktmeester een halfuur voor aanvang heeft verzocht zijn standplaats voor hem beschikbaar te houden.

Artikel 15. Het innemen van een standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder maakt gebruik van de kraam die door de door het college aangewezen kramenverhuurder ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    Op verzoek kan een vaste standplaatshouder vergunning worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen.

  • 3.

    Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    Een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

  • b.

    Een gedetailleerde tekening of foto’s van het eigen materiaal;

  • c.

    Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd of waarmee verwarmd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal evenals de te gebruiken apparatuur

    worden overlegd.

  • 4.

    Het in het derde lid, sub c genoemde bewijs wordt jaarlijks opnieuw overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden heeft plaatsgevonden.

  • 5.

    De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien het eigen materiaal de door het college vastgestelde maximum afmeting van de beschikbare overschrijdt dan wel technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte op de markt, zoals aangegeven op het in artikel 4 van dit reglement genoemde standplaatsenplan.

Artikel 16. Aantal keren innemen vaste standplaats

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats is gehouden zijn standplaats op de markt in persoonlijk in te nemen dan wel te laten innemen, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 17 en 18.

  • 2. De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor de wijze waarop de standplaats wordt ingenomen en de voorschriften uit de Marktverordening en marktreglement worden nagekomen.

Artikel 17. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. Indien de vergunninghouder van een vaste standplaats wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen of in te laten nemen deelt hij dit schriftelijk of langs de elektronische weg mee aan het College. De vergunninghouder deelt daarbij mee hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling gebeurt tijdig voor de betreffende marktdag. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester bericht, gevolgd door schriftelijke of elektronische bevestiging aan het college.

Artikel 18. Ontheffing

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats, hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 16.

  • 2. De ontheffing geldt in geval van ziekte maximaal 1 jaar, te rekenen vanaf de dag van ziekmelding en ingeval van bijzondere omstandigheden of vakantie, maximaal 6 weken per jaar.

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 19. Verzorging, schoonhouden en oplevering standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder draagt zorg voor een nette uitstraling van zijn standplaats.

  • 2.

    De kramen of andere verkoopinrichtingen die op de marktterreinen worden gebruikt of geplaatst, evenals de boven- en achterzeilen die worden aangebracht of gebruikt, moeten voldoen aan de eisen daaraan door of namens het college te stellen.

  • 3.

    Als er op een standplaats lekwater vrijkomt, is de vergunninghouder verplicht hiervoor zodanige wijze van opvang te realiseren dat hierdoor geen hinder of overlast voor andere gebruikers of bezoekers van de warenmarkt ontstaat.

  • 4.

    De vergunninghouder dient het afval tijdens de markt op een ordentelijke manier op te slaan binnen de hem aangewezen standplaats.

  • 5.

    De vergunninghouder levert de standplaats bij het verlaten van het marktterrein schoon op.

  • 6.

    Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te verhinderen of te belemmeren.

  • 7.

    Een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient hiervoor maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring aan de marktmeester voorgelegd te worden, en zo nodig op zijn aanwijzingen uitgevoerd te worden.

Artikel 20. Het gebruik van geluidsapparatuur

  • 1. Het gebruikmaken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende schriftelijke toestemming hiervoor van de marktmeester.

  • 2. Standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden, dit ter beoordeling van de marktmeester.

Artikel 21. Algemene veiligheidsnormen

  • 1. In het kader van brandpreventie gelden de volgende regel:

  • a. verlichting moet zo worden gemonteerd dat die niet in aanraking komt komen met

    gemakkelijk brandbare stoffen;

  • b. losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2.50 meter boven de grond bevinden of kabels die in de looppaden op de grond liggen moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester;

  • c. bij elke verkoopinrichting waar wordt gebakken of gebraden wordt, moet een doelmatig blusapparaat almede een dekstel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn;

  • d. een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt;

  • e. een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslag met metalen klemmen of koppelingen aan de gasflessen zijn verbonden;

  • f. lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats staan opgesteld;

  • g. emballage en verpakkingsmateriaal mogen niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

  • h. ballons met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn.

    • 2.

      Het gebruik van kook- en bakinstallaties en van verwarmingsapparatuur is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van het college.

    • 3.

      De vergunninghouder dient jaarlijks een keuringsrapport van een erkende keuringsinstantie te overleggen.

    • 4.

      Het is niet toegestaan op de markt energie van een derde te betrekken dan wel hierin zelf te voorzien. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod.

Artikel 22. Het parkeren van voertuigen.

Het is de vergunninghouder toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het voertuig direct achter de kraam geplaatst;

  • b.

    Het voertuig veroorzaakt geen hinder of beperkingen voor andere vergunninghouders;

  • c.

    Het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor het stallen van verkoopwaar gebruikt.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 23. Overgangsbepalingen

Waar vaste vergunninghouders op grond van de Marktverordening gemeente Zeist en/of over rechten beschikken die strijdig zijn met het bepaalde in dit reglement, blijven die rechten tot een jaar na de inwerkingtreding van dit reglement geldig tot zij zijn ingetrokken of aangepast.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de marktverordening gemeente Zeist in werking is getreden.

Artikel 25. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Zeist 2011.

Zeist, 31 mei 2011

Het college van de gemeente Zeist,

de secretaris de burgemeester

Algemene toelichting

In verband met de behoefte aan duidelijker en eenvoudiger regels is er voor gekozen om de verordening af te slanken, in die zin dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn getrokken.

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening Zeist 2011 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven. Getracht wordt om hiermee een duidelijk handvat aan te reiken voor de marktmeester.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

Aangezien het reglement een uitwerking is van artikel 3 van de Marktverordening Zeist 2011 is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt

Het college stelt op grond van artikel 160, eerste lid sub h Gemeentewet de markt in en geeft aan waar en wanneer de markt wordt gehouden (dag, locatie en tijd).

In het tweede lid is een bepaling opgenomen die voor het college de bevoegdheid creëert om op grond van dringende redenen de markt geheel of gedeeltelijk te verplaatsen, af te gelasten dan wel anders in te richten. Bij dringende reden dient gedacht te worden aan bijv. herstel- of onderhoudswerkzaamheden of aan evenement met een meer dan lokale uitstraling.

Artikel 3. Afgelasting markt

Deze bepaling heeft betrekking op het handelen vanwege weersomstandigheden en calamiteiten en openbare ordeaangelegenheden.

Artikel 4. Inrichting van de markt

De inrichting van de markt is vastgelegd in het standplaatsenplan. De redactie van artikel 4 maakt dat het standplaatsenplan een algemeen verbindend voorschrift is geworden. Dat heeft tot gevolg dat zowel het college als de marktondernemer aan de bepalingen zijn gehouden. Dit lijkt in strijd met het streven naar deregulering, maar biedt anderzijds een instrument om de markt daadwerkelijk te kunnen sturen en zo nodig op te treden.

Artikel 5. Branche-indeling

Branchering is bedoeld om de markt attractiever te houden en een evenwichtig aanbod te komen.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 6. Aanvraag vergunning

De vergunningvereisten zijn opgenomen om allen ambulante handelaren toegang tot de markt te verlenen. Ambulante handelaren zorgen voor de continuïteit en de kwaliteit van de markt. De bepalingen opgenomen onder de leden 3 en vier zijn verplichtingen op basis van de Vreemdelingenwet en Europese regelgeving.

Artikel 7. Inschrijving op de anciënniteitlijst

De anciënniteitregeling vormt een blokkade voor een gezonde marktontwikkeling. Uit onderzoek is echter gebleken dat vrijwel alle marktondernemers het systeem koesteren vanwege de uitoefening van ‘rechten’. In de praktijk beperkt zich dit alleen tot een eerste keuze bij plaatsverandering of een gewijzigde indeling. En dat is ook exact de kern van het bezwaar tegen een anciënniteitregeling. Niet de meeste publiekstrekker, waar de gehele markt van profiteert, kan op de beste plaats komen maar degene met de hoogste anciënniteit. Vanwege de voorkeur van de branche-instellingen voor handhaving is het systeem in het reglement opgenomen.

Er is geen wachtlijst meer opgenomen De wachtlijst is een achterhaald instrument. Het toewijzen van een standplaats aan de ondernemer die het meeste geduld heeft uitgeoefend is vaak niet bevorderlijk voor de kwaliteit en innovatie op de markt. De standplaats wordt nu toegewezen op basis van vooraf geformuleerde criteria waarbij kwaliteit, innovatie en uitstraling bepalend zijn.

Artikel 8.

Geen toelichting

Artikel 9. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. Indien het college een branche-indeling heeft vastgesteld, zal hiermee bij de toewijzing van vaste standplaatsen rekening dienen te worden gehouden.

Artikel 10. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In dit artikel wordt de overschrijving van de vergunning geregeld. Ten opzichte van het voorgaande verordening/reglement is hier sprake van een verruiming van de mogelijkheden tot overschrijving.

Artikel 11. Het toewijzen van een vaste plaats

Voor toewijzing van vrije plaatsen komen eerst de gegadigden in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst in aanmerking die te kennen hebben gegeven van plaats te willen veranderen of te willen uitbreiden. Daarna komen sollicitanten met producten die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn aan de beurt; vervolgens overige sollicitanten waarbij rekening wordt gehouden met de branchering.

Artikel 12. Toewijzing dagplaats

Voor toewijzing van dagplaatsen komen uitsluitend in aanmerking ambulante handelaren die voldoen aan de vereisten van artikel 6. Uiteraard dient, bij het toewijzen van dagplaatsen rekening te worden gehouden met de bestaande branchering.

Artikel 13. Toewijzing standwerkersplaats

Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkersplaatsen. Veel meelopers blijken zich als standwerker voor te doen maar zijn niet actief werkzaam.

Hoofdstuk 4. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 14. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer dient het college een verkeersbesluit te nemen. .

Dit artikel maakt duidelijk dat het in het belang van de orde en veiligheid op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, tijdstippen in te nemen of te verlaten.

Artikel 15. Het innemen van een standplaats.

In het kader van veiligheid en aanzien van de markt dient de vergunninghouder gebruik te maken van een kraam, die moet worden gehuurd bij de door het college aangewezen kramenexploitant. In voldoende ruimte beschikbaar en anderszins geen problemen zijn te verwachten kan het college toestaan dat de standplaats met eigen materiaal kan worden ingenomen. Ook dan wordt gelet op veiligheid en kwaliteit.

Artikel 16. Aantal keren innemen vaste standplaats

Op verzoek van de CVAH en om de marktondernemer meer vrijheid van handelen te beiden is de strenge eis van persoonlijk aanwezig te zijn vervallen.

De vergunninghouder is na keuze of zelf aanwezig of iemand anders treedt namens hem op. De vergunninghouder blijft echter altijd volledig verantwoordelijk voor de wijze waarop de standplaats wordt ingenomen en ingevuld.

Artikel 17. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

In verband met de continuïteit van de markt en controle te blijven houden op de aanwezigheid zijn regels opgenomen met betrekking tot de melding wegens ziekte, vakantie of vanwege bijzondere omstandigheden.

Artikel 18. Ontheffing

In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder verplicht is zelf in te nemen danwel te laten innemen.

De redenen voor afwezigheid zijn aan een tijd gebonden. De vergunninghouder heeft immers de keus om iemand namens hem te plaats te laten innemen.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 19. Verzorging, schoonhouden en oplevering standplaats

Het schoonhouden van de omgeving levert een bijdrage aan een beter aanzien van de markt en helpt zwerfvuil voorkomen. Het bij vertrek schoon opleveren van de standplaats kan een aanzienlijke vermindering van de kosten van afvalverwijdering bijdragen. Dit kan leiden tot een vermindering in de hoogte van de tarieven. Dat is dus ook tot voordeel van de vergunninghouder.

Artikel 20. Het gebruik van geluidsapparatuur

Om onnodige herrie op de markt te voorkomen wordt uitgegaan van een verbod. Alleen die vergunninghouders die geluidsapparatuur nodig hebben om hun waren te verkopen mogen dit na toestemming van de marktmeester.

Artikel 21. Algemene veiligheidsnormen

Ten gevolge van het aantal branden op markten in de afgelopen jaren hebben wij gemeend de nodige veiligheidsnormen in het reglement op te nemen.

Artikel 22. Parkeren van voertuigen

Om te voorkomen dat het marktterrein parkeerplaats wordt zijn tot de vergunninghouder gerichte parkeervoorschriften opgenomen.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 23. Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de vergunninghouders. Het is van belang oude rechten te eerbiedigen dat wil niet zeggen dat vergunningen eeuwige waarde hebben.

Artikel 24. Inwerkingtreding

Voor wat betreft de inwerkingtreding van het reglement wordt logischerwijze aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van de marktverordening, op basis waarvan deze nadere regels zijn opgesteld.

Artikel 25. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van eventuele voorgaande reglementen.