Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

  • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Artikel 2 Vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer

  • Artikel 3 Tijdelijk geen reiskostenvergoeding

  • Artikel 4 Tegemoetkoming in verhuiskosten

  • Artikel 5 Ontheffing maximumbedrag

  • Artikel 6 Indexatie

  • Artikel 7 Hardheidsclausule

  • Artikel 8 Slotbepaling

  • Bijlage bij Uitvoeringsregeling Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

  • 1

    Medewerker: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • 2

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer.

  • 3

    Bevoegd gezag: de gemeentesecretaris / algemeen directeur, alle directeuren van de directies en de griffier.

  • 4

    Standplaats: het gebied dat wordt aangeduid als de gemeente Zoetermeer.

  • 5

    Woongebied: gebied genoemd in de Uitvoeringsregeling Woongebied.

  • 6

    Plaats van tewerkstelling: een gebouw, gebouwencomplex, terrein of een ander door het werkgever of het bevoegd gezag, aan te wijzen plaats, waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Aan de medewerker die tenminste 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling woonachtig is wordt een maandelijkse vaste vergoeding voor de kosten woon-werkverkeer verstrekt.

Voor de berekening van deze vergoeding wordt uitgegaan van 214 werkdagen in een jaar, indien de medewerker 5 dagen per week op de plaats van tewerkstelling werkzaam is.

Voor medewerkers die structureel minder dan 5 dagen per week op de plaats van tewerkstelling werkzaam zijn, bijvoorbeeld door deeltijd en/of met toestemming van het bevoegd gezag, worden de werkdagen conform het vorige lid naar evenredigheid bepaald.

Het in lid 2 en 3 genoemde aantal werkdagen wordt vermenigvuldigd met het aantal kilometers tussen de plaats van tewerkstelling van de medewerker en zijn woning, vermenigvuldigd met het kilometerbedrag genoemd in de bijlage. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met twee omdat de heen en de terugreis worden vergoed. Voor de berekening van de vaste vergoeding per maand wordt dit bedrag door 12 gedeeld.

Op de vergoeding genoemd in lid 1 wordt een eigen bijdrage per maand ingehouden gelijk aan het bedrag genoemd in de bijlage.

Voor de vergoeding genoemd in lid 1, minus de eigen bijdrage genoemd in lid 5, geldt een maximum bedrag per maand gelijk aan het bedrag genoemd in de bijlage.

Het in lid 4 genoemde aantal kilometers wordt, door de salaris en personeelsadministratie, berekend van de postcode van de plaats van tewerkstelling naar de postcode van de woning van de medewerker op basis van de routeplanner van de ANWB (snelste route) waarbij decimalen afgerond worden naar boven.

De eigen bijdrage alsmede het in lid 6 genoemde maximum bedrag, worden, indien de medewerker per week 5 dagen op de plaats van tewerkstelling werkzaam is, volledig toegekend. Indien de medewerker per week minder dan 5 dagen op de plaats van tewerkstelling werkzaam is, worden de eigen bijdrage en het in lid 5 genoemde maximum bedrag naar rato toegekend.

Na zes aaneensluitende weken afwezigheid wordt de maandelijkse reiskostenvergoeding van de medewerker stopgezet. Vanaf de maand waarin de medewerker zijn werk op de plaats van tewerkstelling hervat, heeft de medewerker weer recht op reiskostenvergoeding.

Als langdurige afwezigheid van de medewerker wordt verwacht, wordt de reiskostenvergoeding uitbetaald tijdens de lopende en eerstvolgende kalendermaand. Daarna wordt geen reiskostenvergoeding meer uitbetaald. Vanaf de maand na de maand waarin de medewerker zijn werk op de plaats van tewerkstelling hervat, heeft de medewerker weer recht op reiskostenvergoeding.

De medewerker die buiten het woongebied woont en binnen 2 jaar na zijn aanstelling verhuist naar de standplaats komt in aanmerking voor verhuiskostenvergoeding conform hoofdstuk 18 CAR/UWO voor wat betreft de tegemoetkoming in verhuiskosten.

De medewerker die buiten het woongebied woont krijgt de eerste twee jaar van zijn aanstelling een reiskostenvergoeding volgens artikel 2 lid 1 zonder maximumbedrag. Na twee jaar ontvangt hij het maximumbedrag genoemd in artikel 2 lid 6.

De genoemde bedragen in de bijlage worden verhoogd per 1 januari met hetzelfde percentage als de salarissen in de CAO gemeenten van het voorafgaande kalenderjaar zijn verhoogd. De door de wetgever bepaalde, fiscaal onbelaste reiskostenvergoeding per kilometer wordt daarbij niet overschreden.

De werkgever is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Vergoeding Reiskosten woon-werkverkeer’ en treedt in werking per 1 januari 2014.

Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling Vergoeding Reiskosten woon-werkverkeer’ van 1 januari 2007.

Artikel

Bedragen 2014

Artikel 2 lid 4

Kilometerbedrag

€ 0,15 per kilometer (onafgerond € 0,1458)

Artikel 2 lid 5

Eigen bijdrage

€ 61,94 per maand

Artikel 2 lid 6

Maximumbedrag

€ 123,90 per maand