Verordening Intern Klachtrecht Zoeterwoude

Geldend van 18-01-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening Intern Klachtrecht Zoeterwoude

Verordening Intern Klachtrecht Zoeterwoude

Besluit van de Raad

Registernummer: MT/05-2211-b

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersvan 8 december 2005,

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet Nationale ombudsman;

Gehoord de ondernemingsraad;

Besluit:

  • I.

    in te trekken de Verordening Klachtrecht Zoeterwoude van 6 juni 2002;

  • II.

    de Nationale ombudsman aan te wijzen als ombudsman voor de gemeente;

  • III.

    te bepalen dat de besluiten I en II met ingang van 1 januari 2006 in werking treden.

  • IV.

    vast te stellen de volgende “Verordening Intern Klachtrecht Zoeterwoude”

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

  • b.

    gedraging: een feitelijk handelen of nalaten te handelen jegens een natuurlijke of rechtspersoon in een bepaalde aangelegenheid;

  • c.

    klacht: een uiting van ontevredenheid van een natuurlijke of een rechtspersoon over een gedraging jegens een natuurlijke- of rechtspersoon in een bepaalde aangelegenheid;

  • d.

    de commissie: de commissie voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 11;

  • e.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie.

Artikel 2. Klachtrecht

  • 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen.

  • 2. Een gedraging van een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • 3. Een klacht kan zowel schriftelijk als mondeling worden ingediend.

§ 2. Intern klachtrecht bij het bestuursorgaan.

Artikel 3. De klachtenprocedure

  • 1. Het bestuursorgaan maakt van de ingediende klacht aantekening in een daartoe bestemd register.

  • 2. Mondelinge klachten worden zoveel mogelijk opgetekend in een daartoe vastgesteld klachtenformulier.

  • 3. Bij een schriftelijk ingediende klacht dient het klaagschrift te zijn ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht zich richt.

  • 4. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het klaagschrift noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Artikel 4. Ontvangstbevestiging

  • 1. Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van het klaagschrift schriftelijk.

  • 2. Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een mondelinge klacht, na optekening van de klacht in het formulier, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2.

Artikel 5. Buiten behandeling laten klacht

  • 1. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van artikel 3. en volgende is behandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar gemaakt kan of kon worden;

    • d.

      waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is of is geweest;

    • f.

      zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.

  • 2. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de klacht schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 6. Mededeling klacht betrokkene

Aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, wordt een afschrift van het klaagschrift of van het formulier, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, alsmede van de daarbij meegezonden stukken toegezonden.

Artikel 7. Vervallen verplichting behandeling klacht

Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze verordening.

Artikel 8. Horen klager

  • 1. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 3. Het horen vindt in beslotenheid plaats en van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 4. Zowel de klager als de persoon of bestuurder, op wie de klacht betrekking heeft, kan zich laten vertegenwoordigen door een schriftelijk gemachtigde.

Artikel 9. Verdeling klachtbehandeling

  • 1. Klachten worden behandeld door de gemeentesecretaris.

  • 2. Klachten, die betrekking hebben op een gedraging van de gemeentesecretaris worden behandeld door de burgemeester.

  • 3. De gemeentesecretaris of, in het geval het tweede lid van toepassing is, de burgemeester is verantwoordelijk voor een zorgvuldige afhandeling van een klacht en zend een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan. Het rapport bevat het verslag van het horen.

Artikel 10. Behandeling klacht door bestuursorgaan

  • 1. Het bestuursorgaan neemt binnen 10 weken na de ontvangst van de klacht een beslissing en stelt de klager en de persoon of bestuurder, op wie de klacht betrekking heeft, hiervan onmiddellijk op de hoogte. Een afschrift van het verslag, als bedoeld in het vierde lid, wordt daarbij meegezonden. De beslissing op de klacht kan éénmalig worden verdaagd met 4 weken. Bij het meedelen van de beslissing wijst het bestuursorgaan de klager en de betrokken persoon of bestuurder er op dat, indien zij zich niet met de beslissing kunnen verenigen, een klacht kan worden ingediend bij de Nationale ombudsman en binnen welke termijn dit dient te geschieden.

  • 2. De termijn, als bedoeld in de laatste volzin van het vorige lid, bedraagt 6 weken te rekenen vanaf de dag, na die waarop de beslissing in eerste aanleg is verzonden.

§ 3 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 11 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

Verordening intern klachtrecht Zoeterwoude.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 15 december 2005,
de griffier,
mr. C.A. van der Burg
de voorzitter,
mr. E.G.E.M. Bloemen