Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden

Geldend van 16-03-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

gehoord het advies van de Ondernemingsraad van 30 september 2004;

besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genornen;

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het college.

  • 2. De commissie is slechts bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Incompatibiliteiten

Tot voorzitter, respectievelijk lid, van de commissie zijn niet benoembaar:

  • a.

    de leden van de gemeenteraad

  • b.

    de leden van het college

  • c.

    ambtenaren door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, alsmede zij die met het college een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan

  • d.

    inwoners van de gemeente Zoeterwoude

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar benoemd. Een persoon is ten hoogste eenmaal terstond herbenoembaar in diens laatst beklede functie.

  • 2. Door het college wordt een rooster voor het aftreden van de leden van de commissie opgesteld.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5. Ingeval van een tussentijdse vacature benoemt het college binnen dertien weken in de opengevallen plaats een nieuw lid voor de resterende periode.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing

van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kan/kunnen de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting.

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoekwenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de anderecommissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van decommissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binneneen week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie eenverzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'nverzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben opde hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indíen bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbende(n) een afschrift.

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

  • 3. Op het in het tweede lid genoemde tijdstip vervalt de Verordening op de commissie voor de bezwaarschriften personeelsaangelegenheden zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 29 april 1999.

Ondertekening

Zoeterwoude, 4 oktober 2005.
De gemeentesecretaris,
W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst
de burgemeester,
E.G.E.M. Bloemen