Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 2016

Geldend van 05-01-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 2016

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 2016.

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van het college van 5 november 2015, nr. Z15-10147;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging, het besluit op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet ;

gelezen het reglement op het gebruik en beheer van de begraafplaats van de R.K. Parochie St. Jan’s Onthoofding te Zoeterwoude-dorp;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 2016.

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      begraafplaats: de begraafplaats Zuidbuurt te Zoeterwoude-dorp;

    • b.

      algemeen graf: een graf onder verantwoordelijkheid van de gemeente waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

    • c.

      grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

    • d.

      beheerder: het Parochiebestuur van de Parochie St. Jan’s Onthoofding, gevestigd te Zoeterwoude;

    • e.

      gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt de as van een gecremeerd lijk aangemerkt als lijk. Het voorwerp tot bewaring van de as wordt als een lijkkist beschouwd, terwijl het bijzetten van een verast lijk gelijkgesteld wordt met begraven.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 2. Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is voor bezoekers dagelijks toegankelijk van 9.00 tot 18.00 uur.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden.

Artikel 4. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5. Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7. Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 8. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur.

  • 2. Het college kan in overleg met de beheerder van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN RECHT TOT GEBRUIK

Artikel 9. Indeling en gebruik graven

  • 1. Op de begraafplaats kan op het gemeentelijke deel gebruik worden gemaakt van algemene graven.

  • 2. Onder algemene graven worden verstaan graven, waarvoor voor een periode van 10 jaren het recht tot gebruik is verleend om daarin één lijk of twee lijken te begraven.

  • 3. Het recht tot gebruik van een algemeen graf kan niet worden verlengd.

  • 4. De beheerder regelt de indeling, het gebruik en beheer van de algemene graven in het reglement op het gebruik en beheer van de begraafplaats van de R.K. Parochie St. Jan’s Onthoofding, waarbij de bepalingen genoemd in artikel 5 van het besluit op de lijkbezorging in acht worden genomen.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 10. Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke toestemming nodig van de beheerder.

  • 2. De beheerder stelt nadere regels vast omtrent de kosten, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

Artikel 11. Onderhoud

  • 1. De beheerder zorgt voor het onderhoud van de begraafplaats en stelt nadere regels vast met betrekking tot het onderhoud van de graven.

  • 2. De gebruiker zorgt voor het onderhoud de graftekens, grafbeplanting en overige voorwerpen op het graf.

Artikel 12. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van gebruik van het graf door de beheerder worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 13. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

HOOFDSTUK 7. INRICHTING REGISTER

Artikel 14. Voorschriften

  • 1. Het register van gemeentelijke algemene graven wordt bijgehouden door het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999, vastgesteld op 17 december 1998, wordt ingetrokken.

Artikel 16. Overgangsbepaling

Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening algemene gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 1999 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Zoeterwoude 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2015.
De griffier,
G.J. Schouten-Buijs
De voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen

TOELICHTING BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATS ZOETERWOUDE

De beheersverordening begraafplaatsen dient aangepast te worden aan nieuwe wet- en regelgeving, zoals de Wet dualisering gemeentebestuur, de wijziging van de Wet op de lijkbezorging van 12 juni 2009 en de Europese Dienstenrichtlijn. Ook om andere redenen is een herziening gewenst, zoals deregulering en een eenvoudiger taalgebruik.

De gemeente Zoeterwoude maakt gebruik van een gedeelte van de begraafplaats van de Parochie St. Jan’s Onthoofding aan de Zuidbuurtseweg, Zoeterwoude-dorp.

Overeenkomst Parochie St. Jan’s Onthoofding te Zoeterwoude

Op 25 juni 1987 tekenden de gemeente Zoeterwoude en het Parochiebestuur van de Parochie St. Jan’s Onthoofding een overeenkomst, waarbij o.a. een aaneengesloten gedeelte van ca. 50 begraafplaatsen aangewezen werden als algemeen gedeelte, voor het begraven van inwoners van Zoeterwoude of daarmee gelijkgestelden. Hiermee voldeed de gemeente aan de verplichting, genoemd in artikel 33 van de Wet op de lijkbezorging tot het hebben van ten minste één begraafplaats.

Op 25 juni 1987 tekenden het college van burgemeester en wethouders en het parochiebestuur een convenant, waarin alle zaken ten aanzien van het beheer en onderhoud van de gemeentelijke algemene graven is geregeld.

Indeling en gebruik graven

De gemeente beschikt uitsluitend over algemene begraven, die vanaf 1988 gebruikt mochten worden voor een periode van 10 of 20 jaar. Vanwege het beperkte aantal algemene graven en ten behoeve van de uniformiteit kan vanaf 2016 slechts voor een periode van 10 jaar gebruik worden gemaakt van de algemene graven. Deze periode is de zelfde als die in artikel 12 van het Reglement op het gebruik van beheer van de begraafplaats van de R.K. Parochie St. Jan’s Onthoofding.

De beheerder moet rekening houden met de bepalingen, die in het besluit op de lijkbezorging zijn opgenomen. Er is aandacht gevraagd voor lid 4 van dit besluit, waarin bepaald wordt dat een graf zich boven het grondwater moet bevinden.

Artikel 5 besluit op de lijkbezorging:

  • 1.

    De afstand tussen de graven onderling bedraagt ten minste dertig centimeter.

  • 2.

    Boven de kist of het omhulsel bevindt zich een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter.

  • 3.

    Ten hoogste drie lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits boven elke kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Ten aanzien van de bovenste kist of het bovenste omhulsel is het tweede lid van toepassing.

  • 4.

    De graven bevinden zich ten minste dertig centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bestaande graven

De verordenende bevoegdheid

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die de raad in het belang van de gemeente nodig acht. Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 zijn in de gemeente de bevoegdheden van de raad en het college ontvlecht. In het kader hiervan zijn de bestuursbevoegdheden van de Gemeentewet geconcentreerd bij het college en zijn de kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad versterkt.

De grondslag voor de verordenende bevoegdheid voor begraafplaatsen berust op artikel 149 van de Gemeentewet. Daarnaast moet worden genoemd artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging dat een verordening eist voor de dagen en uren dat de gemeente gelegenheid moet geven tot begraven.

Gemeentelijk begraafplaatsenbeleid

Gemeenten kunnen verschillende regels hanteren voor de instandhouding van en de dienstverlening op de gemeentelijke begraafplaats.

De burgers hebben vaak een emotionele betrokkenheid met de begraafplaatsen en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiële lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. Er is naar gestreefd om overbodige regelgeving te voorkomen en procedures kort te houden. De beheerder van de begraafplaats kan worden aangewezen voor contacten met de burgers, bijvoorbeeld voor het in ontvangst nemen van diverse aanvragen.

De verantwoordelijkheid van de gemeente voor de begraafplaats kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid die zij heeft bij de zorg voor andere collectieve voorzieningen zoals wandelgebieden en fietspaden. De verschillende aspecten van de begraafplaatsen vragen in bestuurlijk opzicht om een speciale aanpak.

Wet op de lijkbezorging

De Wet op de lijkbezorging is op 12 juni 2009 gewijzigd. De wijziging werd van kracht op 1 januari 2010. Deze wijziging heeft gevolgen voor de beheersverordening begraafplaats van de gemeente Zoeterwoude.

Vermindering administratieve lasten

Vele zaken kunnen geregeld worden door middel van een meldingsplicht aan de beheerder, zoals het houden van plechtigheden, het doen begraven en het doen bijzetten of doen verstrooien van as en het door de nabestaanden zelf openen en sluiten van een graf. Een melding genereert weinig administratieve lasten.

Voor het hebben van een grafbedekking (art. 10) op een algemeen graf moet toestemming gevraagd worden. Deze vergunning moet volgens artikel 10 worden aangevraagd bij de beheerder, dus bij de RK Parochie. De R.K. Parochie brengt de kosten voor de grafbedekking rechtstreeks bij de nabestaanden in rekening.