Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent Beleidsregels subsidie brede kindvoorziening 0-12 jaar

Geldend van 25-07-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude houdende regels omtrent Beleidsregels subsidie brede kindvoorziening 0-12 jaar

Beleidsregels subsidie brede kindvoorziening 0-12 jaar

Om de werkwijze zoals beschreven in het VVE (Voor- en Vroegschoolse) Beleidskader 2016-2019 te concretiseren en te vereenvoudigen, heeft de gemeente voorliggende beleidsregels voor de subsidiëring van een brede kindvoorziening 0-12 jaar opgesteld. Uitgangspunt hierbij is een integrale subsidie waarbij zowel de peuterplekken, VVE-plekken als de BSO (buitenschoolse opvang)-plekken voor doelgroepkinderen in één keer worden geregeld. Een belangrijk onderdeel vormen de kwaliteitscriteria; deze zijn essentieel  in het licht van de prestatieafspraken die de gemeente met het Rijk heeft voor de VVE.

Ook worden in deze beleidsregels de gemeentelijke doelstellingen geborgd voor de subsidiëring van overige projecten/programma’s voor doelgroepkinderen binnen een brede kindvoorziening 0-12 jaar.  

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

1. Algemene wet bestuursrecht

2. Algemene subsidieverordening Zoeterwoude

3. Beleidskader VVE 2016-2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude;

overwegende dat:

  • 1.

    de gemeente Zoeterwoude vroegtijdige ontwikkeling van haar jongste burgers wil bevorderen;

  • 2.

    de gemeente Zoeterwoude talentontwikkeling wil bevorderen en achterstanden wil bestrijden bij de jongste groep Zoeterwoudenaren;

  • 3.

    de gemeente Zoeterwoude goed georganiseerde, toekomstbestendige en kwalitatief goede voorzieningen voor kinderen wil hebben;

  • 4.

    de gemeente Zoeterwoude samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en aanverwante partners wil stimuleren en faciliteren;

  • 5.

    het Beleidsplan VVE 2016-2019 op onderdelen nog nadere uitwerkingen behoeft;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende regeling: Beleidsregels subsidie brede kind voorziening 0-12 jaar

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Brede

kindvoorziening

0-12 jaar

Een voorziening voor 0-12 jarige kinderen van werkende en niet werkende ouders waar opvang, ontwikkelingsstimulering en samen spelen centraal staan. Waarbij alle kinderen die het nodig hebben, extra ondersteuning krijgen waardoor hun achterstand wordt ingelopen. De voorziening is gevestigd in of nabij een school. De voorziening werkt op basis van schriftelijk vastgelegde afspraken nauw samen met het onderwijs en de ketenpartners.

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is de educatie van 0- tot 6-jarigen, verdeeld in de voorschoolse periode (2- en 3-jarigen) en de vroegschoolse periode (4- en 5- jarigen) in de eerste jaren van het basisonderwijs.

VVE-plek

Een peuterplek waar gewerkt wordt met een erkend VVE-programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

VVE-programma

Methodiek die zich met name richt op stimulering van de taalontwikkeling van jonge kinderen. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor de sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling.

Wko

Wet OKE

In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) staan de kwaliteitseisen waaraan kindercentra, gastouderbureaus, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen moeten voldoen. Hiermee regelt de overheid te kwaliteit van de locaties voor kinderopvang. Het is van belang dat kinderen in een veilige en gezonde omgeving opgevangen kunnen worden.

Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE). Deze wet heeft als doel de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren, de kwaliteitseisen van de peuterspeelzalen te verbeteren en het bieden van een breder en beter aanbod van voorschoolse educatie (harmonisatie).

BSO

Jeugdgezondheidszorg

(JGZ)

Buitenschoolse opvang (BSO) is een verzamelnaam voor alle professionele kinderopvang voor schoolgaande kinderen van 4-13 jaar buiten de schooltijden. Er is binnen de BSO sprake van voorschoolse opvang, tussenschoolse opvang en naschoolse opvang.

De jeugdgezondheidszorg verzorgt de medische basiszorg en preventie bij alle kinderen van 0 tot 4 jaar. De JGZ is onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Centrum voor Jeugd

en Gezin (CJG)

Het Centrum voor Jeugd en Gezin in Zoeterwoude, waar de jeugdgezondheidszorg deel van uitmaakt.

SMI-regeling

Regeling Sociaal Medische Indicatie. Deze regeling is toegankelijk voor ouders van kinderen van 0-12 jaar waarbij sprake is van sociaal-medische problemen. Hierbij moet worden gedacht aan lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen bij ouders en/of kind die kinderopvang noodzakelijk maken.

Ouderbetrokkenheid

De betrokkenheid van ouders bij de opvang en het onderwijs van hun eigen kind, thuis (bijv. voorlezen en samen spelen) en op school (bijv. rapportbesprekingen voeren met leerkracht).

Pedagogisch (beleids)plan

Schriftelijke weergave van beleid waarmee organisaties in de kinderopvang aangeven hoe het opvoedkundig handelen binnen de eigen organisatie gestalte moet krijgen.

Peuterplek

Gemeentelijk gesubsidieerde plek die onderdeel uitmaakt van een brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Subsidieverordening

Algemene Subsidieverordening gemeente Zoeterwoude

Artikel 2 Reikwijdte beleidsregels

Deze beleidsregels zijn naast de Algemene Subsidieverordening Zoeterwoude van toepassing op subsidies ten behoeve van het ontwikkelen en uitvoeren van projecten/programma’s voor doelgroepkinderen, en op het realiseren van peuterplekken, VVE-plekken en BSO-plekken voor doelgroepkinderen in een brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Artikel 3 Doelstellingen van de subsidie

Met het toekennen van subsidies in het kader van deze beleidsregels wordt beoogd:

• het stimuleren en faciliteren van gezamenlijke projecten/programma’s voor doelgroepkinderen door het vergoeden van (een deel van) de kosten hiervan;

• het stimuleren en faciliteren van de ontwikkeling van een brede kindvoorziening 0-12 jaar door het integraal subsidiëren van peuterplekken, VVE-plekken en BSO-plekken voor de SMI-doelgroep van 0-12 jaar.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIABELE ACTIVITEITEN

PARAGRAAF 1 SUBSIDIE PROJECTEN/PROGRAMMA’S VOOR DOELGROEPKINDEREN

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Voor het ontwikkelen en uitvoeren van projecten/programma’s voor doelgroepkinderen kan een incidentele stimuleringssubsidie worden aangevraagd.

Artikel 5 Aanvraag stimuleringssubsidie

  • 1. Een stimuleringssubsidie voor het ontwikkelen en uitvoeren van een project/programma voor doelgroepkinderen kan schriftelijk worden aangevraagd door een in de gemeente Zoeterwoude gevestigde organisatie voor onderwijs of kinderopvang.

  • 2. De subsidieaanvraag als bedoeld in het eerste lid moet mede ondertekend worden door minimaal 1 andere Zoeterwoudse samenwerkingspartner (kinderopvang, school, bibliotheek, Centrum voor Jeugd en Gezin). Eén van de samenwerkingspartners is in ieder geval de kinderopvang).

  • 3. Organisaties die niet in Zoeterwoude gevestigd zijn, kunnen alleen in aanmerking komen voor de in het eerste lid benoemde subsidie door een gezamenlijke aanvraag in te dienen met één van de partners zoals genoemd in het tweede lid.

  • 4. De in het eerste lid bedoelde subsidie kan alleen worden aangevraagd voor projecten/programma’s die ten goede komen aan kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar die behoren tot de brede doelgroep van de VVE in Zoeterwoude en/of voor kinderen die behoren tot de doelgroep die valt onder de SMI regeling.

  • 5. In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de subsidieverordening wordt bij de subsidieaanvraag tevens een beschrijving op hoofdlijnen van de te realiseren projecten/programma’s voor doelgroepkinderen ingediend, bestaande uit:

    • a.

      de te bereiken resultaten;

    • b.

      de samenwerkende partijen;

    • c.

      de wijze van afstemming met de kinderopvang;

    • d.

      raming van het aantal te bereiken doelgroepkinderen;

    • e.

      planning van de realisatie van de projecten/programma’s;

    • f.

      onderbouwing van de extra kosten die door partners gemaakt worden om de projecten/programma’s te ontwikkelen en uit te voeren, en waarvoor subsidie aangevraagd wordt.

  • 6. De subsidie ontvanger voldoet aan de meldcode bij mogelijke kindermishandeling.

  • 7. De subsidieontvanger werkt actief mee aan vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden, problematische thuissituaties en andere factoren die de ontwikkeling van het kind op welke wijze dan ook kan verstoren. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin.

  • 8. De subsidieontvanger werkt toekomstgericht. Men moet kunnen en willen anticiperen op veranderingen.

Artikel 6 Volgorde behandelen subsidieaanvragen

Indien gelijktijdig meerdere subsidieaanvragen worden ontvangen, en verstrekking van meerdere stimuleringssubsidies zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, krijgen aanvragen die het beste scoren op de onderstaande onderdelen voorrang:

  • a.

    aantal samenwerkingspartners;

  • b.

    bereik van de doelgroep;

  • c.

    aantal te bereiken kinderen;

  • d.

    mate van innovatie.

Artikel 7 Subsidiebedrag

  • 1. Een stimuleringssubsidie voor het ontwikkelen en uitvoeren van projecten/programma’s voor doelgroepkinderen wordt gebaseerd op de onderbouwing als bedoeld in artikel 5 onder f, en bedraagt maximaal € 15.000,- in totaal per jaar.

  • 2. De stimuleringssubsidie wordt verstrekt als een bijdrage in de kosten van het ontwikkelen en uitvoeren van projecten/programma’s voor doelgroepkinderen, en uitdrukkelijk niet voor het realiseren van kindplekken.

Artikel 8 Aanvullende verplichtingen voor subsidieontvanger

In aanvulling op de verplichtingen genoemd in artikel 8 van de subsidieverordening gelden de volgende verplichtingen voor de subsidieontvanger:

  • 1.

    Projecten/programma’s waarvoor een stimuleringssubsidie wordt toegekend, dienen uiteriijk één jaar na het verlenen van de subsidie gerealiseerd te zijn.

  • 2.

    De samenwerkingspartners dienen bereid te zijn om opgedane kennis en ervaring bij het ontwikkelen en uitvoeren van het project/programma in een door de gemeente Zoeterwoude nog nader te bepalen vorm beschikbaar te stellen aan andere in de gemeente Zoeterwoude werkzame organisaties.

PARAGRAAF 2 SUBSIDIE PEUTERPLEKKEN BREDE KINDVOORZIENING 0-12 JAAR

Artikel 9 Te subsidiëren activiteiten

  • 1. Voor het realiseren van peuterplekken in een brede kindvoorziening 0-12 jaar kan jaarlijks een subsidie worden aangevraagd.

  • 2. Indien een peuterplek wordt ingevuld door een peuter van wie de ouders in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst, komt deze peuterplaats niet in aanmerking voor een subsidie op basis van deze beleidsregels.

Artikel 10 Aanvraag subsidie peuterplekken

  • 1. De subsidie voor het realiseren van peuterplekken in een brede kindvoorziening 0-12 jaar kan aangevraagd worden door een in de gemeente Zoeterwoude gevestigde organisatie voor kinderopvang.

  • 2. In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de subsidieverordening worden bij de subsidieaanvraag tevens de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      het aantal peuterplekken dat de brede kindvoorziening 0-12 jaar verwacht te realiseren op jaarbasis,

    • b.

      de afspraken met omliggende scholen over de doorlopende leeriijn,

    • c.

      de afspraken over samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin,

    • d.

      een beschrijving van de wijze waarop invulling gegeven wordt aan

    ouderbetrokkenheid en het beleids- en pedagogisch plan van de brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Artikel 11 Eisen aan subsidieontvanger

De subsidieontvanger en de peuterplekken waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    De inrichting, samenstelling en begeleiding van de groep waarin de peuterplekken worden gerealiseerd, voldoet aan alle wettelijke verplichtingen van de Wet OKE en de Wet Kinderopvang, en aan de eisen van de belastingdienst ten aanzien van het toekennen van een toeslag voor werkende ouders;

  • b.

    De subsidieontvanger beschikt over een beleidsplan waarbij naast aandacht voor pedagogische kwaliteit ook aandacht is voor ouderbetrokkenheid, doorlopende leerlijn, samenwerking met instellingen op het terrein van de zorg voor jeugd;

  • c.

    De peuterplekken waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden gerealiseerd binnen één locatie waar kinderen van werkende en niet werkende ouders gezamenlijk opgevangen worden en een ontwikkelingsgericht aanbod krijgen;

  • d.

    De subsidieontvanger voldoet aan de informatieplicht ten behoeve van gemeente, GGD en rijksinspecties;

  • e.

    De subsidie ontvanger voldoet aan de meldcode bij mogelijke kindermishandeling.

  • f.

    Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag bij de belastingdienst wordt actief door de subsidie ontvanger gestimuleerd;

  • g.

    De subsidieontvanger werkt actief mee aan vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden, problematische thuissituaties en andere factoren die de ontwikkeling van het kind op welke wijze dan ook kan verstoren. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • h.

    De subsidieontvanger wisselt structureel informatie uit met de ouders. Primair individueel inzake het eigen kind/de eigen kinderen, maar ook in groepsverband in de vorm van voorlichting over veel voorkomende opvoedingsvragen en –problemen. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • i.

    De subsidieontvanger stemt de openingstijden van de gesubsidieerde plekken zoveel mogelijk af op de schooltijden van de omringende basisscholen;

  • j.

    De subsidie ontvanger draagt zorg voor gesubsidieerde plekken in zowel Zoeterwoude-Dorp als in Zoeterwoude Rijndijk;

  • k.

    De subsidieontvanger vraagt bij inschrijving voor een gesubsidieerde plek ook naar demografische gegevens zoals hoogst genoten opleiding en beroep van de ouders;

  • l.

    Plaatsing geschiedt in volgorde van het bereiken van de instroomleeftijd waarbij subsidieontvanger, indien nodig, voorrang geeft aan doelgroep peuters.

Artikel 12 Subsidiebedrag

  • 1. Bij het bepalen van het subsidiebedrag wordt uitgegaan van een peuterarrangement van maximaal 2 dagdelen van 3 uur gedurende 40 weken per jaar, zijnde 240 uur per jaar.

  • 2. Het subsidiebedrag per peuterplek bedraagt het geldende norm uurtarief dat het Rijk hanteert voor kinderopvang maal 240 uur per jaar minus de ouderbijdrage.

Artikel 13 Verantwoording besteding subsidie

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12 van de subsidieverordening dient tevens per kwartaal een registratie van het aantal gerealiseerde peuterplekken in de brede kindvoorziening 0-12 jaar ingediend te worden ter verantwoording van de besteding van de subsidie.

  • 2. Aan het einde van het kalenderjaar vindt een afrekening plaats op basis van het aantal werkelijk ingevulde peuterplekken.

  • 3. Voor peuterplekken geldt dat er geen hogere subsidie kan worden verstrekt dan tot het maximum van het toepasselijke subsidieplafond.

PARAGRAAF 3 SUBSIDIE VVE-PLEKKEN BREDE KINDVOORZIENING 0-12 JAAR

Artikel 14 Te subsidiëren activiteiten

Voor het realiseren van VVE-plekken voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar in een brede kindvoorziening 0-12 jaar kan jaarlijks een subsidie worden aangevraagd.

Artikel 15 Aanvraag subsidie VVE-plekken

  • 1. De subsidie voor het realiseren van VVE-plekken in een brede kindvoorziening 0-12 jaar kan aangevraagd worden door een in de gemeente Zoeterwoude gevestigde organisatie voor kinderopvang.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde subsidie kan alleen worden aangevraagd voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar waarvan door de jeugdgezondheidszorg is vastgesteld dat zij behoren tot de doelgroep van de VVE. Hierbij wordt uitgegaan van de brede doelgroepdefinitie zoals verwoord in het VVE-beleidskader van de gemeente Zoeterwoude.

  • 3. In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de subsidieverordening worden bij de subsidieaanvraag tevens de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      het aantal VVE-plekken dat de brede kindvoorziening 0-12 jaar voor doelgroepkinderen verwacht te realiseren;

    • b.

      de afspraken met omliggende scholen over de doorlopende leerlijn;

    • c.

      de afspraken over samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

    • d.

      een beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan ouderbetrokkenheid en het beleids- en pedagogisch plan van de brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Artikel 16 Eisen aan subsidie ontvanger

De subsidieontvanger en de VVE-plekken waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    De inrichting, samenstelling en begeleiding van de groep waarin het VVE-programma voor de kinderen wordt uitgevoerd voldoet aan alle wettelijke verplichtingen van de Wet OKE en de Wet Kinderopvang, en aan de eisen van de belastingdienst ten aanzien van het toekennen van een toeslag voor werkende ouders;

  • b.

    De subsidieaanvrager dient bij de uitvoering van het VVE-programma samen te werken met een school in het kader van de doorgaande ontwikkelingslijn;

  • c.

    Een subsidie wordt alleen toegekend voor uitvoering van een erkend VVE-programma.

  • d.

    De subsidieaanvrager komt alle in het VVE-beleidskader gemaakte afspraken na;

  • e.

    De subsidieontvanger werkt actief mee aan vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden, problematische thuissituaties en andere factoren die de ontwikkeling van het kind op welke wijze dan ook kan verstoren. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • e.

    De subsidieontvanger is vertegenwoordigd in of maakt deel uit van de VVE-werkgroep.

  • f.

    De subsidieontvanger voldoet aan de informatieplicht ten behoeve van gemeente, GGD en rijksinspecties;

  • g.

    De subsidieontvanger voldoet aan de meldcode bij mogelijke kindermishandeling;

  • h.

    De subsidieontvanger heeft een actieve rol bij de werving van doelgroepkinderen en werkt hierin nauw samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • i.

    De subsidieontvanger spant zich nadrukkelijk in om wachtlijsten te voorkomen en zoekt in overleg met de gemeente creatief naar oplossingen mochten deze zich toch voordoen;

  • i.

    de subsidieontvanger draagt zorg voor een goede pedagogisch en didactische doorgaande lijn van consultatiebureau via de brede kindvoorziening 0-12 jaar naar de basisschool;

  • j.

    Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag bij de belastingdienst wordt actief door de subsidieontvanger gestimuleerd;

  • k.

    De subsidieontvanger wisselt structureel informatie uit met de ouders. Primair individueel inzake het eigen kind/de eigen kinderen, maar ook in groepsverband in de vorm van voorlichting over veel voorkomende opvoedingsvragen en –problemen. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • l.

    De subsidieontvanger stemt de openingstijden van de gesubsidieerde plekken zoveel mogelijk af op de schooltijden van de omringende basisscholen;

  • m.

    De subsidieontvanger draagt zorg voor gesubsidieerde plekken in zowel Zoeterwoude-Dorp als in Zoeterwoude Rijndijk;

  • n.

    De subsidieontvanger vraagt bij inschrijving voor een gesubsidieerde plek ook naar demografische gegevens zoals hoogst genoten opleiding en beroep van de ouders;

  • o.

    Plaatsing geschiedt in volgorde van het bereiken van de instroomleeftijd waarbij subsidieontvanger, indien nodig, voorrang geeft aan doelgroep peuters;

  • p.

    De subsidieontvanger heeft continue aandacht voor professionalisering van de medewerkers van de (verlengde) peuteropvang;

  • q.

    De subsidieontvanger werkt toekomstgericht en kan en wil anticiperen op veranderingen.

Artikel 17 Subsidiebedrag

  • 1. Bij het berekenen van het subsidiebedrag wordt uitgegaan van een VVE-arrangement van bij voorkeur 4 dagdelen, maar minimaal 3 dagdelen (waarvan minimaal 10 uur per week aan een VVE-programma wordt besteed) gedurende 40 weken per jaar, zijnde 400 uur per jaar.

  • 2. Bij het berekenen van dit subsidiebedrag is uitgegaan van een bedrag per kind van maximaal het geldende norm-uurtarief dat het Rijk hanteert voor de kinderopvang maal 400 uur.

  • 3. Indien het gehanteerde tarief tot exploitatieproblemen leidt, treedt de subsidieontvanger tijdig in contact met de gemeente.

  • 4. Bij VVE-plekken wordt door de gemeente geen ouderbijdrage in rekening gebracht bij de ouders. Verrekening van de ouderbijdrage vindt plaats vanuit het subsidiebedrag dat aan de brede kindvoorziening 0-12 jaar beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 18 Verantwoording subsidie

  • 1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12 van de subsidieverordening dient tevens per kwartaal een registratie van de doelgroepkinderen die deelnemen aan het VVE-programma in de brede kindvoorziening 0-12 jaar ingediend te worden ter verantwoording van de besteding van de subsidie.

  • 2. Aan het einde van het kalenderjaar vindt een afrekening plaats op basis van het werkelijke aantal doelgroepkinderen dat gebruik heeft gemaakt van het VVE-programma in de brede kindvoorziening 0-12 jaar.

  • 3. De subsidieontvanger maakt in de verantwoording als bedoeld in artikel 8 van de subsidieverordening inzichtelijk dat er sprake is van een volledig gescheiden financiële administratie van publieke en private middelen.

PARAGRAAF 4 SUBSIDIE BSO-PLEKKEN

Artikel 19 Te subsidiëren activiteiten

Voor het realiseren van BSO-plekken voor doelgroepkinderen kan een subsidie worden aangevraagd.

Artikel 20 Aanvraag subsidie BSO-plekken

  • 1. Een subsidie voor het realiseren van BSO-plekken kan aangevraagd worden door een in de gemeente Zoeterwoude gevestigde organisatie voor kinderopvang.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde subsidie kan alleen worden aangevraagd voor kinderen die behoren tot de doelgroep die valt onder de SMI-regeling.

Artikel 21 Eisen aan subsidie ontvanger

De subsidie ontvanger en de BSO-plekken waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, dienen aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    De subsidieontvanger beschikt over een beleidsplan waarbij naast aandacht voor pedagogische kwaliteit ook aandacht is voor ouderbetrokkenheid, doorlopende leerlijn, samenwerking met instellingen op het terrein van de zorg voor jeugd;

  • b.

    De subsidieontvanger voldoet aan de informatieplicht ten behoeve van gemeente, GGD en rijksinspecties;

  • c.

    De subsidieontvanger voldoet aan de meldcode bij mogelijke kindermishandeling.

  • d.

    Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag bij de belastingdienst wordt actief door de subsidie ontvanger gestimuleerd;

  • e.

    De subsidieontvanger werkt actief mee aan vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden, problematische thuissituaties en andere factoren die de ontwikkeling van het kind op welke wijze dan ook kan verstoren. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • f.

    De subsidieontvanger stemt de openingstijden van de gesubsidieerde plekken zoveel mogelijk af op de schooltijden van de omringende basisscholen;

  • g.

    De subsidieontvanger vraagt bij inschrijving voor een gesubsidieerde plek ook naar milieufactoren zoals hoogst genoten opleiding en beroep van de ouders;

  • h.

    Wanneer een gesubsidieerde BSO-plek wordt ingezet, dient de subsidie ontvanger altijd contact op te nemen met de gemeente in verband met de inning van de ouderbijdrage.

Artikel 22 Subsidiebedrag

  • 1. Bij het berekenen van het subsidiebedrag wordt uitgegaan van het overzicht met doelgroepkinderen dat aanvullend door de gemeente is gefinancierd in de periode 1 september 2015 tot en met 31 augustus 2016.

  • 2. Bij BSO-plekken volgens de SMI-regeling geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Daarbij geldt dat het door subsidieontvanger in rekening gebrachte uurtarief het maximale uurtarief zoals door de Belastingdienst gehanteerd bij de berekening van de kinderopvang toeslag niet mag overschrijden.

  • 3. Aan het einde van het kalenderjaar vindt een afrekening plaats op basis van het werkelijke aantal doelgroepkinderen dat gebruik heeft gemaakt van een BSO-plek in de brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Artikel 23 Verantwoording subsidie

In aanvulling op het bepaalde in artikel 12 van de subsidieverordening dient tevens per kwartaal een registratie van de doelgroepkinderen die gebruik maken van een BSO-plek in de brede kindvoorziening 0-12 jaar ingediend te worden ter verantwoording van de besteding van de subsidie.

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Beslissing college in gevallen waarin de Beleidsregels niet voorzien

In gevallen die de uitvoering van deze Beleidsregels betreffen en waarin deze Beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 25 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden een dag na bekendmaking in het e-gemeenteblad in werking.

Artikel 26 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels subsidie brede kindvoorziening 0-12 jaar.

Zoeterwoude, 15 maart 2017.

Burgemeester en wethouders van Zoeterwoude,

de secretaris,

W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst

de burgemeester,

E.G.E.M. Bloemen