Regeling vervallen per 01-01-2014

Regeling Klokkenluiders

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2013

Intitulé

Regeling Klokkenluiders

De raad van de gemeente Zuidhorn;

gelet op het bepaalde in artikel 15:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zuidhorn;

gelet op het besluit van de Ondernemingsraad d.d. 20 november 2001;

BESLUITEN

vast te stellen de navolgende verordening

Regeling Klokkenluiders gemeente Zuidhorn

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1:2, onderdeel a, d, e en f van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Zuidhorn;

  • -

    vertrouwenspersoon: functionaris die als zodanig binnen de gemeentelijke organisatie is aangewezen;

  • -

    het Meldpunt: een commissie die als zodanig door de gemeenteraad is aangewezen;

  • -

    een vermoeden van misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke dienst omtrent:

  • a.

    een strafbaar feit;

  • b.

    een schending van regelgeving of beleidsregels;

  • c.

    het misleiden van justitie;

  • d.

    een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu, en/of

  • e.

    het bewust achterhouden van informatie over de feiten.

Artikel 2 Interne melding

  • 1. De ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden, doet dit bij zijn direct leidinggevende, diens leidinggevende of bij de vetrouwenspersoon.

  • 2. De ambtenaar kan de vertouwenspersoon verzoeken zijn identiteit bij burgemeester en wethouders niet bekend te maken. De ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

  • 3. De leidinggevende dan wel de vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat burgemeester en wethouders onverwijld op de hoogte worden gesteld van een gemeld vermoeden van een misstand en van de datum waarop de melding ontvangen is.

  • 4. Naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een misstand stellen burgemeester en wethouders onverwijld een onderzoek in.

  • 5. Burgemeester en wethouders zenden aan de ambtenaar die een vermoeden van een misstand heeft gemeld, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en het moment waarop de ambtenaar het vermoeden aan de leidinggevende of de vertrouwenspersoon heeft gemeld.

Artikel 3 Standpunt

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon binnen zes weken na het indienen van het vermoeden van een misstand schriftelijk op de hoogte van hun standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een misstand.

  • 2. Indien het standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven, kunnen burgemeester en wethouders de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 4 Het Meldpunt

  • 1. De gemeenteraad wijst een of meer personen aan die het Meldpunt vormt of vormen. Zij worden benoemd voor de duur van de regeling.

  • 2. Het Meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en burgemeester en wethouders daaromtrent te adviseren.

  • 3. Indien het Meldpunt uit meerdere personen bestaat , is dit altijd een oneven aantal, inclusief de voorzitter. Tevens kunnen in dat geval een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en andere plaatsvervangende leden worden benoemd. Zij beslissen bij gewone meerderheid van stemmen.

Artikel 5 Melding bij het Meldpunt

  • 1. De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand binnen redelijke termijn melden bij het Meldpunt indien:

    • a.

      hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in artikel 3;

    • b.

      hij geen standpunt ontvangen heeft binnen de termijnen bedoeld in artikel 3.

  • 2. De ambtenaar kan het Meldpunt verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. Hij kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging en onderzoek

  • 1. Het Meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld en stelt burgemeester en wethouders op de hoogte van de melding.

  • 2. Indien het Meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.

  • 3. Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een misstand is het Meldpunt bevoegd bij burgemeester en wethouders alle inlichtingen in te winnen die het voor de vorming van zijn advies nodig acht.

  • 4. Het Meldpunt kan het onderzoek opdragen aan één van de leden of een deskundige.

  • 5. Wanneer de inhoud van bepaalde door burgemeester en wethouders verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het Meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het Meldpunt meegedeeld. Het Meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.

Artikel 7 Niet-ontvankelijkheid

  • 1. Het Meldpunt verklaart de melding niet-ontvankelijk indien:

    • a.

      de misstand niet van voldoende gewicht is;

    • b.

      de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 niet heeft gevolgd;

    • c.

      de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 wel heeft gevolgd, maar de termijnen bedoeld in artikel 3 nog niet zijn verstreken, of

    • d.

      de melding niet binnen redelijke termijn is geschied.

  • 2. Het Meldpunt stelt burgemeester en wethouders en de ambtenaar op de hoogte van de niet-ontvankelijkheid.

Artikel 8 Inhoudelijk advies van het Meldpunt

  • 1. Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is, legt het Meldpunt binnen zes weken nadat het vermoeden van een misstand bij het Meldpunt is ingediend, zijn bevindingen omtrent de melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies aan burgemeester en wethouders. Het Meldpunt zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het Meldpunt verstrekte informatie.

  • 2. Indien het advies niet binnen zes weken kan worden gegeven, wordt dit door het Meldpunt aan burgemeester en wethouders meegedeeld en kan deze termijn met ten hoogste vier weken worden verlengd. Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3. Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan het Meldpunt verstrekte informatie en de terzake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het Meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

Artikel 9 Nader standpunt

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na ontvangst van het advies bedoeld in artikel 8, de ambtenaar alsmede het Meldpunt, schriftelijk op de hoogte van hun nader standpunt.

  • 2. Aan de ambtenaar die het Meldpunt heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken geschiedt de berichtgeving van het standpunt via het Meldpunt.

  • 3. Een van het advies afwijkend standpunt wordt gemotiveerd.

Artikel 10 Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks wordt door het Meldpunt een verslag opgemaakt.

  • 2. In dat verslag wordt in geanonimseerde zin en met inachtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen gemeld:

    • a.

      het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand;

    • b.

      het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek geleid heeft;

    • c.

      het aantal onderzoeken die het Meldpunt heeft verricht, en

    • d.

      het aantal adviezen en de aard van de adviezen die het Meldpunt heeft uitgebracht.

  • 3. Dit jaarverslag wordt aan de gemeenteraad en de Ondernemingsraad gestuurd en openbaargemaakt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt op 1 januari 2002 voor onbepaalde tijd in werking en kan worden aangehaald als "Regeling Klokkenluiders gemeente Zuidhorn".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2001.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, secretaris.