Regeling vervallen per 10-06-2021

Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2013

Geldend van 24-01-2013 t/m 09-06-2021

Intitulé

Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2013

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

  • b.

    net:

    • 1.

      het geheel van verbindingen van transport van elektriciteit als bedoeld in artikel 1, onder i, van de Elektriciteitswet 1998;

    • 2.

      het geheel van leidingen ten behoeve van het transport van onder andere vloeistoffen en gassen.

  • c.

    netwerk: een openbaar elektronisch communicatienetwerk en/of een net.

  • d.

    kabel:

    • 1.

      een kabel als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet;

    • 2.

      een (buigzame) verbinding, bestaande uit een of meer geleiders, die zijn samengesteld uit draden van metaal (koper, aluminium) of glasvezel en geschikt zijn voor het transport van elektrische energie en/of elektrische signalen (stuurstroom) of optische signalen (glasvezel), niet zijnde verbindingen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, van een netbeheerder.

  • e.

    leiding: een holle buis, vervaardigd van een duurzaam materiaal zoals staal, beton of kunststof, die geschikt is voor het transport van onder andere vloeistoffen en gassen.

  • f.

    leidingstrook: een strook openbare grond of weg waarin kabels- en leidingen - zonodig voorzien van een mantelbuis - zijn of worden aangelegd.

  • g.

    mantelbuis: een kunststof of metalen beschermbuis rondom een kabel of leiding.

  • h.

    voorzieningen: ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en - diensten, hulpmiddelen, beschermingswerken, kabels en leidingen ten dienste van een netwerk;

  • i.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • j.

    aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

  • k.

    netbeheerder: de (wettelijke) beheerder van het netwerk;

  • l.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels, leidingen en voorzieningen ten dienste van een netwerk in of op openbare gronden of wegen;

  • m.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

  • n.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • o.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet;

  • p.

    aanmelding: een melding, niet zijnde een melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet;

  • q.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de Telecommunicatiewet;

  • r.

    goedkeuringsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 9 of besluit van de burgemeester als bedoeld in artikel 10 van deze verordening.

  • s.

    toestemming: een instemmingsbesluit of een goedkeuringsbesluit.

  • t.

    huisaansluiting:

    • 1.

      het gedeelte van een kabel in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de Telecommunicatiewet;

    • 2.

      het gedeelte van een kabel of leiding in openbare gronden dat een net verbindt met een netwerkaansluitpunt.

  • u.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • 1.

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • 2.

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een oppervlakte van minder dan 4 m2 en niet vallend onder artikel artikel 14;

    • 3.

      het maken van (huis)aansluitingen;

  • v.

    weg(en):

    • 1.

      alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

    • 2.

      de - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen.

Artikel 2 Werkingsfeer

Deze verordening heeft betrekking op het beheer van de boven- en ondergrondse infrastructuur

in de openbare ruimte in de gemeente Zundert.

De verordening is van toepassing op:

  • a.

    de bovengrondse infrastructuur van de gemeente zoals wegen, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en bomen

  • b.

    bovengrondse infrastructuur van energie, water en telecommunicatiebedrijven, zoals gasstations, trafohuisjes, gasstations, schakel- en meterkasten

  • c.

    ondergrondse infrastructuur van de gemeente, zoals riolering

  • d.

    ondergrondse infrastructuur van de energie, water en telecommunicatiebedrijven, zoals kabels, leidingen, buizen, pijpen

Artikel 3 Doelen

Deze verordening heeft tot doel om:

  • a.

    het beheer van bovengrondse en ondergrondse infrastructurele werken van de gemeente en de energie, water en telecommunicatiebedrijven en andere bedrijven die in op of aan wegen kabels, leidingen of buizen exploiteren of beheren, af te stemmen

  • b.

    het bevorderen van vlotte, snelle en zoveel mogelijk gelijktijdige uitvoering van de werkzaamheden, teneinde de hinder en de duur van de werkzaamheden tot het minimum te beperken

  • c.

    het bevorderen van een kwaliteitsvolle uitvoering van de werkzaamheden teneinde de openbare ruimte duurzaam te beheren

Artikel 4 Termijnen

  • 1. Met betrekking tot de in deze verordening genoemde termijnen is het bepaalde in de Algemene termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor zover sprake is van termijnen in uren, bepaald door terugrekening van een tijdstip of gebeurtenis, en deze eindigen op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, worden de termijnen geacht te eindigen om 12.00 uur op de voorgelegen dag, die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

HOOFDSTUK 2 INFORMATIEUITWISSELING, PLANNING EN COÖRDINATIE

Artikel 5 Informatieplicht gemeente

Het college zal regelmatig doch minstens eenmaal per jaar aan de energie, water en telecommunicatiebedrijven die ondergrondse infrastructuur in de gemeente hebben liggen of naar verwachting zullen gaan leggen een opgave verstrekken van de meest actuele planningen van:

  • a.

    uitbreidingen, inbreidingen, inclusief de daarbij behorende bovengrondse infrastructuur

  • b.

    herstructureringsgebieden in de kernen

  • c.

    reconstructies aan het bestaande wegennet en onderhoudsprogramma’s wegbeheer, openbare verlichting of verkeersregelinstallaties

  • d.

    rioolaanleg, -vernieuwing en –vervangingswerkzaamheden

Artikel 6 Uitnodiging informatie-uitwisseling

Het college nodigt regelmatig doch minstens eenmaal per jaar de energie, water en telecommunicatiebedrijven die ondergrondse infrastructuur in de gemeente hebben liggen of naar verwachting zullen gaan leggen uit een opgave te verstrekken van de meest actuele planningen van:

  • a.

    aanleg, vernieuwing of onderhoud aan ondergrondse en bovengrondse infrastructuurwerken voor energie

  • b.

    aanleg, vernieuwing of onderhoud aan ondergrondse en bovengrondse infrastructuurwerken voor water

  • c.

    aanleg, vernieuwing of onderhoud aan ondergrondse en bovengrondse infrastructuurwerken voor telecommunicatienetwerken of omroepnetwerken

Artikel 7 Jaarlijks planningsoverleg

  • 1.

    Het college nodigt vertegenwoordigers van de netbeheerders die binnen de gemeente Zundert onder- of bovengrondse infrastructuurwerken hebben liggen of gaan leggen uit voor een planningsoverleg een- à tweemaal per jaar.

  • 2.

    Ten behoeve van dat overleg zal het college de planningen zoals bedoeld in artikel 6 en 7 verspreiden onder de uit te nodigen deelnemers aan het overleg.

  • 3.

    In het overleg wordt getracht zoveel mogelijk overeenstemming te bereiken over het zoveel mogelijk:

  • a.

    op de schaal van het gehele wegennet spreiden van de werkzaamheden over het jaar zodat het wegennet zoveel mogelijk bruikbaar en de dorpskernen bereikbaar blijven;

  • b.

    op de schaal van één trace of straat gelijktijdig aanleggen, uitbreiden, vernieuwen of vervangen van de boven- en ondergrondse infrastructuur.

Bij de onder b. bedoelde bundeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de noodzakelijke aanleg, vernieuwing of vervanging van het element met de kortste levensduur.

HOOFDSTUK 3 LEGGEN, LIGGEN EN VERWIJDEREN KABELS, LEIDINGEN, BUIZEN

Paragraaf 1 Kabels en leidingen, niet bestemd voor openbaar elektronisch communicatienetwerk

Artikel 8 Sleuftracé energie en water, niet zijnde een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk

Het is verboden om zonder vergunning van het college in, onder, over of boven de weg of een ander deel van de openbare ruimte een kabel, leiding, buis of ander deel van ondergrondse of bijbehorende bovengrondse infrastructuur voor energie of water of andere werken niet zijnde telecommunicatienetwerken of openbare omroepnetwerken aan te brengen, te hebben of te verwijderen.

Artikel 9 Huisaansluitingen

  • 1. Het verbod van artikel 8 is niet van toepassing op het maken of wegnemen van een huisaansluiting, met een sleuflengte van maximaal 10 meter of lasgat met een oppervlakte van maximaal 4 meter, voorzover daarvan uiterlijk vóór de vrijdag voor 12 uur voorafgaand aan de week waarin de werkzaamheden zullen plaatsvinden door de netbeheerder melding is gedaan aan het college op een door hen nader te bepalen wijze.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor een grootschalige en in tijd afgebakend project waarbij een verzameling huisaansluitingen wordt aangebracht of gewijzigd.

  • 3. Het college kan voor werkzaamheden waarvan een melding is gedaan overeenkomstig het eerste lid, bijzondere voorschriften geven omtrent het verrichten van die werkzaamheden

Artikel 10 Storingen en calamiteiten energie en water

Het verbod van artikel 8 is niet van toepassing op storingen en calamiteiten en andere plotseling, onvoorzien en onuitstelbaar te verrichten werkzaamheden aan ondergrondse infrastructuur voor energie of water, afsluitingen daaronder begrepen, met een oppervlak van maximaal 10 vierkante meter openbare gemeentegrond en/of een tijdsbeslag van maximaal drie dagen, voor zover het energie of waterbedrijf hiervan bij de aanvang onmiddellijk melding wordt gedaan aan het college op een door hen nader te bepalen wijze.

Artikel 11 Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van een verdaging wordt gemotiveerd melding gemaakt aan de aanvrager.

Artikel 12 Te late indiening

Indien een aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, wordt het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of instemmingsbesluit nodig heeft geacht te zijn de eerste werkbare werkdag acht weken nadat de aanvraag voor een vergunning of instemmingsbesluit is ingediend.

Paragraaf 2 Kabels en leidingen voor openbaar elektronisch communicatienetwerk

Artikel 13 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college uiterlijk vóór de vrijdag voor 12 uur voorafgaand aan de week waarin de werkzaamheden zullen plaatsvinden.

Artikel 14 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de Telecommunicatiewet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk kennisgeving van de werkzaamheden.

Artikel 15 Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 16 (Mede)gebruik van (telecommunicatie-)voorzieningen en vooroverleg.

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 13, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 13, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien het college de aanbieder het aanbod doet om tegen door het college vastgestelde voorwaarden (mede)gebruik te maken van in opdracht van het college vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen bij wegkruisingen, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg/uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken tenzij dit niet in redelijkheid van de aanbieder gevergd kan worden.

  • 5. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de Telecommunicatiewet.

Paragraaf 3 gegevens, voorschriften en weigerings- en intrekkingsgronden

Artikel 17 Formulieren

  • 1. Het college of een daartoe gemachtigd ambtenaar kan een formulier vaststellen dat door netbeheerders moet worden gebruikt voor het aanvragen van de vergunning bedoeld in artikel 8 en voor het doen van aanmeldingen en meldingen bedoeld in de artikelen 9 en 13.

  • 2. De burgemeester of een daartoe gemachtigd ambtenaar kan een formulier vaststellen dat door netbeheerders moet worden gebruikt voor het doen van aanmeldingen en meldingen bedoeld in de artikelen 10 en 14.

  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde bestuursorganen kunnen nadere regels stellen aan de gegevens die voorafgaand aan de vergunning of de toestemming (moeten) worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 18 Over te leggen gegevens

  • 1. Bij aanvragen om een vergunning of een goedkeurings- of instemmingsbesluitverstrekt de netbeheerder in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      een eventuele registratie of aanwijzing van de aanvrager/melder als netbeheerder;

    • b.

      een kopie van het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel, leiding of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • d.

      een opgave van de soort voorziening, leiding of kabel die aangebracht wordt, het aantal en het beoogde gebruik;

    • e.

      een opgave van de belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan waarin opgenomen:

      • I.

        een opgave van het gewenste tracé, op in viervoud in te dienen tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn:

      • II.

        voor werkzaamheden binnen de bebouwde kom op tekeningen schaal 1:500;

      • III.

        voor werkzaamheden buiten de bebouwde kom op tekeningen schaal 1:1000;

      • IV.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede de situering daarvan;

      • V.

        een omschrijving van eventuele opbrekingen;

      • VI.

        de doorsnede van de voorziening, kabel, leiding of goot;

      • VII.

        de lengte, breedte en doorsnede van de kabel- en of leidingensleuf inclusief een opgave van reeds aanwezige kabels en leidingen van derden binnen het dwarsprofiel;

      • VIII.

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • IX.

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • X.

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • XI.

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • XII.

        naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden mede in verband met mogelijke calamiteiten vierentwintig uur per dag bereikbaar is voor gemeentelijke toezichthouders;

      • XIII.

        in geval van een openbaar elektronisch openbaar communicatienetwerk;

      • XIV.

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden twee en drie van de Telecommunicatiewet genoemde belangen;

      • XV.

        een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen;

      • XVI.

        een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht.

  • 2. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere telecommunicatiegedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding als bedoeld in artikel 13, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige;

  • 3. Overgelegd wordt een door de andere gedoogplichtigen ondertekende schriftelijke verklaring, danwel een besluit van een bevoegde instantie, waaruit blijkt dat die gedoogplichtige instemt met de uitvoering van de werkzaamheden, alsmede, hoe het tracé verloopt op de grond van die gedoogplichtige.

Artikel 19 Weigeringsgronden

Een vergunning bedoeld in artikel 8 kan worden geweigerd, en aan instemmingsbesluiten kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, in het belang van:

  • a.

    behoud van bruikbaarheid van de weg;

  • b.

    vrije, veilige en vlotte afwikkeling van verkeer over wegen;

  • c.

    openbare orde;

  • d.

    doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • e.

    doelmatigheid en veiligheid rij- en voetgangersverkeer;

  • f.

    verdeling gebruiksmogelijkheden van de weg;

  • g.

    bescherming uiterlijk aanzien van de openbare ruimte;

  • h.

    voorkomen van schade, hinder of overlast voor gebruikers van de openbare ruimte;

  • i.

    bescherming openbaar groen, waaronder bomen;

  • j.

    efficiënt bovengrondse ruimtegebruik via tracé en profielkeuzen voor ondergrondse infrastructuur welke het bovengronds gebruik het minst hinderen efficiënt ondergronds ruimtegebruik, in het bijzonder het medegebruik van ondergrondse voorzieningen, zoals mantelbuizen ten behoeven van wegkruisingen en dergelijke;

  • k.

    bescherming van de nachtrust;

  • l.

    het behoud van openbare verlichting;

  • m.

    het behoud van riolering.

Artikel 20 Specificatie weigeringsgronden

De in artikel 19 genoemde belangen worden geacht te zijn geschaad indien:

  • a.

    het aantal gebruikers of de aard van de voorziening een gering maatschappelijk belang vormen in relatie tot de hinder of overlast voor anderen bij het aanbrengen en behouden van dit netwerk;

  • b.

    er alternatieve voorzieningen mogelijk zijn welke – tegen gelijkblijvende kosten – minder hinder of overlast voor anderen met zich brengen;

  • c.

    niet langer dan 12 maanden voor de aanvang van langcyclische vervangingswerkzaamheden in dezelfde leidingenstrook of profiel andere wegwerkzaamheden aan of onder de weg zijn verricht en die wegwerkzaamheden gecombineerd konden worden, doch vanwege het niet overleggen van planningen of het niet deelnemen aan het plannings- en coördinatieoverleg door de aanvrager die combinatie niet is doorgegaan;

  • d.

    in het plannings- en coördinatieoverleg op basis van ingediende planningen is geconstateerd dat niet langer dan één jaar ná de aanvang van de gevraagde energie, water of telecommunicatie langcyclische vervangingswerkzaamheden (saneringen) in hetzelfde tracé of profiel andere werkzaamheden aan of onder de weg zullen worden verricht en deze werkzaamheden gecombineerd kunnen worden;

  • e.

    hoofdwegen door de werkzaamheden lange tijd volledig worden afgesloten

  • f.

    werkzaamheden in woonstraten de nachtrust verstoren

  • g.

    werkzaamheden de aanvoer van goederen of het bezoek van winkelend publiek aan centra voor detailhandel gedurende de maanden november en december belemmeren.

  • h.

    werkzaamheden de aanvoer van goederen of het bezoek van evenementen zoals kermissen, Bloemencorso, St.Bavoloop etcetera belemmeren.

Artikel 21 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of instemmingsbesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of het instemmingsbesluit is vereist;

  • 2. Aan een instemmingsbesluit kunnen slechts voorschriften worden verbonden genoemd in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet, zoals het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een netwerk.

  • 3. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of instemmingsbesluit is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 22 Geldigheidsduur vergunning of instemmingsbesluit

Het college verbindt aan een vergunning of instemmingsbesluit in elk geval de beperking dat deze vervalt indien daarvan niet binnen zes maanden na verlening ervan gebruik is gemaakt, tenzij het college op verzoek van het bedrijf het verval met zes maanden hebben uitgesteld. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 12 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in de vergunning of het goedkeuringsbesluit anders is bepaald.

Artikel 23 Intrekking of wijziging

  • 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 8 kan in elk geval worden ingetrokken of gewijzigd als het nodig is de boven- of ondergrondse infrastructurele voorzieningen van het energie of waterbedrijf te verwijderen in verband met:

    • a.

      het bouwrijp maken van een gedeelte van de openbare ruimte

    • b.

      het reconstrueren van een weg

    • c.

      het realiseren van een ander gemeentelijke werk

    • d.

      het anderszins wijzigen van de bestemming van openbare gronden waarbij het aanwezig blijven van ondergrondse infrastructurele voorzieningen een belemmering vormen.

  • 2. De vergunning of het instemmingsbesluit kunnen worden ingetrokken of gewijzigd:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien op grond van onvoorziene externe omstandigheden die optreden na het verlenen van de vergunning of het instemmingsbesluit, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of het instemmingsbesluit is vereist;

    • c.

      indien de aan de vergunning of het instemmingsbesluit verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      indien van de vergunning of het instemmingsbesluit geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

    • e.

      indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 24 Wijziging eigendom, exploitatie, beheer

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld schriftelijk of digitaal in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel, leiding of voorziening verandert of dat de kabel of leiding niet langer ten dienste staat van het netwerk in of op openbare gronden;

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld schriftelijk of digitaal in kennis van veranderingen van hun (handels)naam of overname van hun bedrijf.

Artikel 25 Wijze van uitvoering

  • 1. Het college kan nadere regels stellen aan de wijze van uitvoering van de werkzaamheden zoals bedoeld in de artikelen 10 en 14. Deze nadere regels worden aangeduid als ‘Algemene voorschriften’.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de wijze van uitvoering van de werkzaamheden zoals bedoeld in de artikelen 8, 9, en 13. Deze nadere regels worden aangeduid als ‘Algemene voorschriften’.

Artikel 26 Herstel openbare ruimte

  • 1. Het college beslist of de schade aan wegen of andere delen van de openbare ruimte ten gevolge van werkzaamheden bedoeld in de artikelen 8, 9, 10, 13 en 14, voor zover de wet daarin niet voorziet:

    • a.

      door de veroorzaker aan de gemeente moet worden vergoed in geld of dat;

    • b.

      de veroorzaker kan kiezen voor het zelf en op eigen kosten herstellen van de openbare ruimte in de vorige toestand;

  • 2. Als het college bepaalt dat vergoeding in geld moet worden voldaan dan bepalen zij de hoogte van de vergoeding.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen aan de wijze van herstel waaronder ten aanzien van bijzondere bestrating.

  • 4. De beslissing kan variëren voor delen of elementen van de openbare ruimte.

  • 5. Bij de keuze van de veroorzaker voor het herstel in de vorige toestand behoudt de gemeente het recht om voor de schade op langere termijn, zoals degeneratie en beheer, een vergoeding in geld te heffen.

  • 6. Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

Artikel 27 Verwijdering ondergrondse infrastructuur

  • 1. Aan vergunningen en instemmingsbesluiten zoals bedoeld in artikel 8 wordt te allen tijde de beperking verbonden dat deze slechts geldt voor zo lang als de kabel, leiding, buis of ander deel van ondergrondse infrastructuur voor energie water of telecommunicatie operationeel is.

  • 2. Voorzieningen die niet langer operationeel zijn dienen in principe altijd verwijderd te worden. Uitzondering hierop zijn verwijderingen waardoor extra graafkosten ontstaan bij ligging onder bomen of asfalt. In deze gevallen dienen er afspraken gemaakt te worden over kostenvergoeding voor registratie en verwijdering achteraf.

  • 3. Op de verwijder-werkzaamheden is deze verordening van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 5 STRAFSANCTIE EN TOEZICHT

Artikel 28 Strafbepaling

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak

Artikel 29 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen

Artikel 30 Opsporingsambtenaren

De opsporing van de in artikel 28 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen op verzoek van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 32 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in per 1 januari 2013 inwerking;

  • 2. Op het tijdstip bedoeld in het eerste lid wordt ingetrokken de Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2005.

Artikel 33 Overgang

  • 1. Vergunningen en instemmingsbesluiten - hoe ook genaamd - verleend krachtens verordeningen bedoeld in artikel 32 lid 2 blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of instemmingsbesluit betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Voorschriften en beperkingen en/of (sluitings)bevelen, opgelegd krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 32 lid 2 blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3. Besluiten van het college en de burgemeester inzake de aanwijzing van plaatsen, terreinen of gebieden, het stellen van nadere regels en voorschriften en de aanwijzing van categorieën, blijven – indien en voorzover de bepalingen krachtens welke deze besluiten zijn genomen, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn genomen is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of instemmingsbesluit – hoe ook genaamd – op grond van een verordening bedoeld in artikel 32 lid 2 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 5. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of instemmingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 32 lid 2, is ingekomen, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 32 lid 2.

Artikel 34 Aanhalingsartikel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel Energie-, Water- en Telecommunicatieverordening Zundert 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering d.d. 13 december 2012
de raad voornoemd,
De griffier,
drs. J.J. Rochat
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff