Regeling vervallen per 24-11-2017

Winkeltijdenverordening Zutphen 2011

Geldend van 01-07-2011 t/m 23-11-2017

Intitulé

Winkeltijdenverordening Zutphen 2011

De raad van de gemeente Zutphen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 januari 2011 met nummer S&B39579;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Winkeltijdenverordening Zutphen 2011

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    a. de wet: de Winkeltijdenwet;

  • ·

    b. winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • ·

    c. feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • ·

    d. college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen zes weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 6. Toerisme

De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zon- en feestdagen niet tussen 11.00 uur en 18.00 uur.

Artikel 7. Intrekking voorgaande regeling

De Verordening winkeltijden Zutphen 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Zutphen 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op:      
De voorzitter, de griffier,

Toelichting Verordening winkeltijden Zutphen

A Algemene toelichtig

1. Uitgangspunten Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

  • a.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • b.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • c.

    Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

  • d.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

  • e.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • f.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

1.1 Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels

In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.

Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet.

De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.

1.2 Gemeentelijke bevoegdheden

Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruime bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:

1. Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Dat is gebeurd in artikel 5 van de verordening.

2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen. In de Winkeltijdenverordening is geen koopzondagenregeling opgenomen, omdat door toepassing van de toerismebepaling de winkels iedere zondag geopend mogen zijn.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de verordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen”.

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gedefinieerd als feestdagen.

3. Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 6 van de verordening.

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen. Omdat in de verordening gekozen is voor het toepassen van een toeristisch regime, waardoor alle winkels op zondag geopend mogen zijn, is ervoor gekozen om deze mogelijkheid niet meer in de nieuwe verordening op te nemen.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Omdat de winkels op grond van artikel 6 op alle zon- en feestdagen geopend mogen zijn, is het niet meer nodig een dergelijke bevoegdheid in de nieuwe verordening op te nemen.

1.3 Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet aangemerkt als een feestdag. De winkels mogen op die dag dus gewoon geopend zijn.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

In dit artikel zijn de gronden voor intrekking of wijziging van een ontheffing opgesomd.

Artikel 5 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Dit artikel is met name bedoeld voor winkeliers die incidenteel in verband met een bijzondere festiviteit hun winkel ’s nachts open willen stellen. Voorbeeld hiervan zijn speciale acties, waarbij de verkoop om bijvoorbeeld middernacht van start gaat. Artikel 5 is ook van toepassing indien zich een avondwinkel zou willen vestigen, die langer open wil zijn dan tot 22.00 uur.

Artikel 6 Toerisme

Wettelijke grondslag

De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. Dit artikel luidt:

  • 3.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

    • a.

      op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt;

    • b.

      grensoverschrijdend verkeer, mits de vrijstelling of ontheffing slechts betrekking heeft op handelingen die plaatsvinden in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen.

In het zesde lid van dit artikel worden nadere criteria uitgewerkt:

  • 6.

    De gemeenteraad betrekt bij een besluit op grond van het derde lid, onder a, tot de verlening van een vrijstelling onderscheidenlijk de toekenning van een bevoegdheid om ontheffing te verlenen in ieder geval de volgende belangen:

    • a.

      werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

    • b.

      de zondagsrust in de gemeente,

    • c.

      de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

  • 7.

    Een besluit als bedoeld in het derde lid, onder a, gaat vergezeld van een toelichting. Onverminderd de artikelen 3:46 en 3:47, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevat de toelichting ten minste een motivering dat wordt voldaan aan de voorwaarden die in het derde lid, onder a, worden gesteld aan de toepassing van de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling onderscheidenlijk het toekennen van een ontheffingsbevoegdheid. De toelichting beschrijft tevens de belangen, waaronder in ieder geval de in het zesde lid genoemde, die in de besluitvorming zijn betrokken, alsmede een motivering op welke wijze die belangen in de besluitvorming zijn betrokken.

Motivering

1.1. De gemeente is te kenschetsen als toeristisch

In april 2010 is door nbtc.nipo research een rapport uitgebracht over het toeristisch bezoek aan steden 2009. In dit onderzoek zijn 31 steden, waaronder ook alle grote steden, betrokken.

Uit dit onderzoek blijkt dat in 2009 625.000 bezoekers gemiddeld 2,4 maal Zutphen hebben bezocht. Dat betekent 1,5 miljoen bezoeken. Dit betreft bezoeken aan de stad (niet de eigen woonplaats) die voor ontspanning en/of plezier worden gemaakt, zoals het bezoeken van een museum, een attractie of evenement, winkelen voor het plezier etc. Bezoeken om zakelijke redenen, alsmede bezoek aan familie, vrienden of kennissen zijn buiten beschouwing gebleven. Van de 31 onderzochte steden blijken er slechts vier een stijging van het aantal bezoeken ten opzichte van voorgaande jaren te hebben, namelijk Eindhoven, Enschede, Haarlem en Zutphen.

1.2. De aantrekkingskracht voor het toerisme ligt (nagenoeg) geheel buiten de verkoopactiviteiten

Landelijk wordt er gemiddeld tijdens 61% van de bezoeken voor het plezier gewinkeld. Zutphen zit met 45% ver onder dit gemiddelde. Zutphen staat echter als nummer 1 in de top 5 voor wat betreft de activiteit: stadswandeling. Dit is ongetwijfeld toe te schrijven aan het historische centrum met ruim 900 monumenten, waarvan 425 rijksmonument zijn. Aanleiding tot een bezoek aan Zutphen is in bijna een kwart van de gevallen (23%) advies/verhalen van familie of vrienden.

1.3. De werkgelegenheid en economische bedrijvigheid is met vrijstelling gediend

In de huidige economische situatie willen ondernemers alle mogelijkheden kunnen benutten om omzet te maken. Dit geldt voor alle ondernemers, niet alleen voor supermarkten. Voor deze laatste geldt bovendien dat er door het huidige ontheffingensysteem (slechts 3 ontheffingen voor de gehele gemeente) sprake is van oneerlijke concurrentie. De Kamer van Koophandel en het MKB-Zutphen wijzen erop dat ondernemers de behoefte hebben in te spelen op de wensen van de consument. Er is volgens hen bij de consument een duidelijke tendens naar winkelen op zondag; het winkelen wordt een vorm van vrije tijdsbesteding.

1.4. De zondagsrust wordt door de beperkingen die aan de openstelling worden verbonden niet verstoord.

De wet biedt de mogelijkheid beperkingen op te leggen aan de openstelling. Voor zover de zondagsrust bedoeld is om kerkdiensten niet te verstoren wordt openstelling pas toegestaan na 11.00 uur. Het merendeel van de kerkdiensten is dan afgelopen. Hierbij mag men er vanuit gaan dat winkelopenstelling op zich niet leidt tot geluidsoverlast. Voor evenementen blijven uiteraard geluidsbeperkingen van kracht.

1.5. De leefbaarheid, veiligheid en openbare orde worden niet aangetast

Al eerder is een onderzoek gedaan naar de overlast ten gevolge van (3) verstrekte ontheffingen aan supermarkten voor openstelling op zondagmiddag/-avond. Daaruit is gebleken dat de openstelling niet tot onacceptabele overlast heeft geleid. Het is niet te verwachten dat een algehele openstelling op zondagen tot andere problemen zou leiden dan door de week het geval is.

1.6. Geluidsoverlast ten gevolge van bevoorrading is geregeld in het activiteitenbesluit

Bevoorrading van winkels op zondag is beperkt door het activiteitenbesluit. De geluidsgrenzen die daarin zijn aangegeven zijn streng. Aangezien dit geregeld is in andere wetgeving, is een beperkende bepaling in de verordening niet noodzakelijk.

1.7 Het MKB en Kamer van Koophandel adviseren ondubbelzinnig geen onderscheid te maken in branches.

In een gesprek op 29 november jl. heeft het MKB nadrukkelijk gezegd dat er geen onderscheid moet worden gemaakt in branches: alle branches moeten de gelegenheid krijgen om op zondag open te zijn. Het is aan de ondernemers zelf om te bepalen of zij van die mogelijkheid gebruikmaken. De Kamer van Koophandel heeft deze opvatting in een telefonisch gesprek op 15 december jl. onderschreven.

1.8. Andere gemeenten beperken toepassing toeristisch regime tot levensmiddelenwinkels

Veel gemeenten hebben de mogelijkheid tot zondagsopenstelling beperkt tot de levensmiddelenbranche. Op zich is dit verklaarbaar als een gevolg van de oneerlijke concurrentie die de wettelijke regeling veroorzaakte, maar het is wel vreemd in het licht van toepassing van het toeristisch regime. Vanuit het oogpunt van toerisme vervult de gespecialiseerde detailhandel, waaraan Zutphen zo rijk is, meer een ondersteunende rol dan de supermarkten. Bovendien is door het vrijlaten een wezenlijke deregulering mogelijk en daarmee ook

een verlichting van de handhaving.

Uitwerking

In het artikel is bepaald dat de winkels op het grondgebied van de gemeente Zutphen iedere zondag en iedere feestdag tussen 11.00 en 18.00 uur geopend mogen zijn.

Artikel 8 Inwerkingtreding

De datum waarop de verordening in werking treedt wordt door het college bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat een hiaat ontstaat, wanneer bezwaar wordt ingediend of een voorziening wordt gevraagd bij de rechtbank tegen het toepassen van de toerismebepaling. Als de oude verordening is ingetrokken en de werking van de toerismebepaling wordt geschorst, is er namelijk in het geheel geen mogelijkheid tot zondagopenstellingen, omdat alle ontheffings en vrijstellingsbepalingen die op de zon- en feeestdagen betrekking hebben niet meer terugkomen in de nieuwe verordening.