Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Zwartewaterland 2016

Geldend van 22-12-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Zwartewaterland 2016

De raad van de gemeente Zwartewaterland,

gelezen het voorstel van het college van 1 december 2015;

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats(en) voor de gemeente Zwartewaterland 2016

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen: “Blokhuishof” te Genemuiden; “De Greente” te Genemuiden, “Mastenbroek” te Mastenbroek, “Van Stolkspark” te Hasselt; “De Sandtvoirt” te Hasselt, “t Cingel” te Zwartsluis, “Barsbeek” te Zwartsluis,

  • b.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of

  • g.

    rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

    • 4.

      het inrichten van een gedenkplaats.

  • h.

    particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechts-persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van kinderen tot 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van kinderen tot 12 jaar;

    • 3.

      het doen verstrooien van as van kinderen tot 12 jaar;

  • i.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven vanlijken;

  • j.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • k.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht van gebruik is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • m.

    particuliere gedenkplaats: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • n.

    verstrooiingsplaats: een graf waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • p.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • q.

    grafbeplanting: beplanting welke door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

  • r.

    beheerder: de door het college aangewezen ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier kinder-graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats;

  • t.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend;

  • u.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier of algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, en particuliere gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf en urnennis.

Hoofdstuk 2. Openstelling begraafplaatsen

Artikel 3. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

  • a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

  • b. sneller dan 10 km per uur.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 5. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6. Opgravingen en ruimingen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 36 uur voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8. Gebouwen en muziekinstallatie

De geluidsinstallatie van de gemeente staat voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9. Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf of in een particulier kindergraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende. Indien de rechthebbende is overleden en hij in het graf moet worden begraven dan wel de asbus met diens resten in het graf moet worden bijgezet, dient daaraan voorafgaand een verzoek tot overschrijving van de grafrechten als bedoeld in artikel 17, tweede lid, te worden gedaan.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf of een particulier kindergraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgifte-termijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10. Tijden van begraving en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 09.00 uur tot 15.00 uur en op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur.

  • 2. De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van graven

Artikel 11. Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

  • a. particuliere graven, particuliere kindergraven en particuliere urnengraven;

  • b. urnennissen;

  • c. particuliere gedenkplaatsen.

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en in de particuliere kindergraven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven en op de particuliere kindergraven kunnen plaatshebben en het college bepaalt hoeveel urnen op een particulier graf of een particulier kindergraf mogen worden geplaatst. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven, van de particuliere kindergraven en van de particuliere urnengraven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12. Aantal overledenen in een graf

  • 1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 13. Volgorde van uitgifte

De particuliere graven, de particuliere urnengraven en particuliere kindergraven worden, onverminderd het gebruik van een graf als bedoeld in artikel 1, onder k, slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 14. Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15. Termijnen particuliere graven

  • 1. Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van veertig jaar of voor onbepaalde tijd het recht op een particulier graf, op een particulier kindergraf, of op een particulier urnengraf of een urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht voor de tijd van veertig jaar wordt op verzoek van de rechthebbende, mits gedaan binnen twee jaren voor het verstrijken van de termijnen, verlengd, doch telkens voor niet langer dan tien jaren.

  • 3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 4. Het recht als bedoeld in lid 1, dat voor de tijd van veertig jaar is verleend kan op aanvraag van de rechthebbende, binnen een termijn van twee maanden na de verlening, tegen betaling van het daarvoor geldende tarief, alsnog worden gewijzigd in een recht voor onbepaalde tijd.

Artikel 16. Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf een vergunning verlenen tot het op een daartoe aangewezen gedeelte van de begraafplaats doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf of een particulier kindergraf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot, geregistreerde partner of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen of een rechtspersoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het particuliere graf of het particuliere kindergraf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen of een rechtspersoon is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen.

Artikel 18. Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 19. Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 5. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 6. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

Artikel 20. Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het onderhoud van de paden, het groenonderhoud en het schoonhouden van de begraafplaatsen. Onderhoud, schoonmaak en herstel van grafbeplantingen en gedenktekens vindt niet door of namens de gemeente plaats.

Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker naar het oordeel van het college nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbedekking

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 13 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe te voren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 23. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd en vernietigd.

  • 2. De rechthebbende of gebruiker kan een grafmonument een maand voor afloop van de termijn van uitgifte van het graf verwijderen en meenemen.

Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van een graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 2. De bij de ruiming van een graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een particulier graf of in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4. Rechthebbenden van een particulier graf dat voor de datum van het in werking treden van deze verordening is uitgegeven en waarvoor destijds het recht op het schudden van het graf niet is uitgesloten, behouden dit recht en kunnen dit particulier graf laten schudden; in dat geval vindt ruiming van het graf plaats door het zorgvuldig bijeen brengen van alle beenderen in een beenderenkist, die onder de bodem van het graf ingegraven wordt.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 25. Einde grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats waar het graf gelegen is, wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het grafrecht en de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht of van andere kosten - ondanks een aanmaning - niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van dit reglement op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen 12 maanden is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdrage of eventuele andere kosten.

Artikel 26. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de rechthebbende of gebruiker, één of meer bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op de belangen die deze regeling beoogt te beschermen, kennelijk zal leiden tot onbillijkheden van zwaarwegende aard.

Artikel 28. Intrekking oude regeling

De verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraaf-plaatsen, vastgesteld op 14 november 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 29. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30. Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, lid 3, en 4, lid 3, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van publicatie van deze verordening.

Artikel 32. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Zwartewaterland 2016.

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Zwartewaterland in zijn openbare raadsvergadering van 17 december 2015.

De griffier, De voorzitter,

Ing. H.W. Schotanus - Schutte ing. E.J. Bilder