Verordening, regelende het zich ontdoen van:huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

Geldend van 16-06-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening, regelende het zich ontdoen van:huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

De raad van de gemeente Zwijndrecht

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders 17 mei 2011 (bijlagennummer 2011/9883);

 

gelet het bepaalde in artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening, regelende het zich ontdoen van:

huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1.   In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

 

a.

afvalstoffen

:

Alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de houder zich – met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen

b.

andere inzamelaars

:

de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen

c.

autowrak

:

alle autowrakken, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d van de Wegenverkeerswet 1994

d.

bedrijfsafvalstoffen

:

afvalstoffen afkomstig uit bedrijven, behoudens voor zover het afgeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen

e.

college

:

college van burgemeester en wethouders

f.

gebruiker van een perceel

:

degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt

g.

huishoudelijke afvalstoffen

:

afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voor zover het afgeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen

h.

inzameldienst

:

de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

i.

inzamelen

:

de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan

j.

inzamelmiddel

:

een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer ten behoeve van één huishouden

k.

inzamelvoorziening

:

een voor de inzameling van afvalstoffen be­stemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens; op wijkniveau is dat bijvoorbeeld een (ondergrondse) verzamelcontainer, op lokaal of regionaal niveau is dat bijvoorbeeld een brengdepot

l.

motorrijtuigen

:

alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994

m.

perceel

 

ieder gebouw of een gedeelte van een gebouw binnen de gemeente Zwijndrecht gelegen, bestemd tot zelfstandige bewoning.

n.

straatafval

:

huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel

o.

ter inzameling aanbieden

:

de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats

p.

wegen

:

de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994

q.

wet

:

Wet milieubeheer

r.

Hoogbouw

:

Perceel of percelen waarbij men in meerdere bouwlagen op elkaar woont. Voorbeelden hiervan zijn de portiekflat en de galerijflat.

 

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      verpakkingsglas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen;

    • f.

      textiel;

    • g.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • h.

      bouw- en sloopafval;

    • i.

      verduurzaamd hout;

    • j.

      grof tuinafval;

    • k.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • l.

      grof huishoudelijk afval;

    • m.

      huishoudelijk restafval;

    • n.

      afgewerkte olie

    • o.

      drukhouders

    • p.

      autobanden

    • q.

      puin

    • r.

      metaal

    • s.

      grond

    • t.

      dakleer

  • 2.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 4 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    2.   Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

 

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval ter inzameling aangeboden in een inzamelmiddel wordt ten minste eenmaal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    Huishoudelijk restafval ter inzameling aangeboden in een inzamelvoorziening wordt, indien deze te minste 75% van de vulcapaciteit heeft bereikt, nabij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    Groente-, fruit- en tuinafval ter inzameling aangeboden in een inzamelmiddel wordt ten minste eenmaal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 4.

    Groente-, fruit- en tuinafval ter inzameling aangeboden in een inzamelvoorziening wordt ten minste eenmaal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.

  • 5.

    In afwijking van het in het vierde lid bepaalde wordt het groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld voorzover sprake is van hoogbouw.

  • 6.

    Bij percelen met hoogbouw wordt een maal per 2 weken GFT ingezameld waarvan de gebruikers kenbaar hebben gemaakt op inzameling prijs te stellen.

  • 7.

    Het college stelt vast of, wanneer (ingangstermijn) en op welke wijze de gebruikers bedoeld in het zesde lid hun voorkeur kenbaar kunnen maken.

  • 8.

    Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de door het college bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het gebruik van een van al dan niet van gemeentewege verstekt inzamelmiddel of inzamelvoorziening.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Tot het moment dat huishoudelijk afval wordt ingezameld, is de gebruiker van een perceel verantwoordelijk voor het op de juiste wijze aanbieden van het afval.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college nadere regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 13 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening reinigingsrechten gemeente Zwijndrecht of beschikt over een contract met de inzameldienst waarin geregeld is dat gebruik mag worden gemaakt van de gemeentelijke voorzieningen voor huishoudelijk restafval.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5 Zwerfafval

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

  • 5.

    Op het verlenen van ontheffing, zoals bedoeld in lid 2, is paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Voor anderen dan de inzameldienst of andere inzamelaars is het verboden afvalstoffen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het verwijderen van grof huishoudelijke afvalstoffen is toegestaan, mits dit niet gepaard gaat met het veroorzaken van verontreiniging van de omgeving.

  • 3.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 4.

    Op het verlenen van ontheffing, zoals bedoeld in lid 2, is paragraaf 4.1.3.3. Awb (lex silencio positivio) om dwingende redenen van algemeen belang, zoals de openbare orde, de openbare veiligheid en volksgezondheid en de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, niet van toepassing verklaard.

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 24 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met het bepaalde bij of krachtens de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

 

Artikel

Onderwerp

Artikel 6

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 7

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 8

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Artikel 9

Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 11

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 14

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 15

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 16

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 17

Achterlaten van straatafval

Artikel 18

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 19

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 20

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 21

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 22

Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 23

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

 

Artikel 25 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrechtaangewezen ambtenaren.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    De “Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997” laatstelijk vastgesteld op 21 januari 1997 wordt ingetrokken inclusief:

    • -

      wijzigingsverordening van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997 (1e wijziging) d.d. 22 september 2000

    • -

      verordening tot wijziging van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997 (2e wijziging) d.d. 17 januari 2006

    • -

      verordening wijziging van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997 (3e wijziging) d.d. 17 januari 2007

    • -

      verordening wijziging van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997 (4e wijziging) d.d. 9 maart 2010

    • -

      Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997

Artikel 27 Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.

  • 2.

    Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.

  • 3.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 1997.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als “Afvalstoffenverordening gemeente Zwijndrecht 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zwijndrecht op 17 mei 2011
 
 
De griffier,                                                                 De burgemeester,
 

Nota-toelichting

Artikelgewijze toelichting op de Afvalstoffenverordening

Deze afvalstoffenverordening heeft betrekking op bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen. We zijn als gemeente verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het belang van de bescherming van het milieu. De Wet Milieubeheer bepaalt wat we hierin moeten opnemen en wat facultatief kan worden meegenomen.

Naast deze verordening zijn wat betreft het afvalbeheer ook andere wetten en verordeningen van belang. Wij noemen naast de Wet milieubeheer (milieuvergunning), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning) en de APV (plaatsen voorwerpen op of aan de openbare weg).

Hieronder volgt een beknopte toelichting op de artikelen uit de verordening.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

Hierin zijn de relevante begrippen omschreven die we in deze verordening hanteren. Daarbij sluiten we aan bij de begrippen uit de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan (LAPII)

Paragraaf 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars.

De gemeente is op basis van de Wet milieubeheer verplicht bij of krachtens de verordening een inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Hoewel we de inzameldienst ook direct in de verordening kunnen aanwijzen - zoals we in de vorige verordening hebben gedaan - is er nu voor gekozen de aanwijzing in het uitvoeringsbesluit op te nemen. Indien de inzameldienst wordt gewijzigd hoeft slechts dit besluit te worden aangepast en niet de hele verordening. Wij hebben in het uitvoeringsbesluit HVC/Netwerk NV als inzameldienst aangewezen.

Dit artikel maakt het ook mogelijk om bepaalde bestanddelen van het huishoudelijk afval door anderen dan de inzameldienst te laten inzamelen. In Zwijndrecht hebben we bijvoorbeeld Opnieuw & Co aangewezen voor het inzamelen van textiel.

De raad is verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels worden vastgesteld in het belang van het milieu. Dat is ruimer dan de doelmatige verwijdering van afvalstoffen. Ook regels die beogen de milieuaspecten van handelingen met afvalstoffen te beperken, zijn daardoor mogelijk. Bijvoorbeeld het verbod om ter voorkoming van (geluids-)overlast afvalstoffen in te zamelen voor zeven uur ’s ochtends.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

De Wet Milieubeheer bepaalt dat we in de verordening rekening dienen te houden met het geldende landelijke afvalbeheersplan. Het LAPII benoemt de door de consument te scheiden afvalstoffen. Deze zijn in de verordening overgenomen. Deze lijst kan naar behoefte met andere categorieën afvalstoffen worden uitgebreid als de raad daartoe besluit.

Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

In dit artikel geven we de niveaus van inzameling aan. In het afvalbeleidsplan zijn deze niveaus uitgewerkt in paragraaf 3.5 e.v.

Inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

Het gaat hier bijvoorbeeld om de minicontainer voor papier of restafval of de plastic zak voor kunststof verpakkingsafval.

Inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen

De ondergrondse container is een inzamelvoorziening voor gebruikers van een aantal percelen.

Inzamelvoorziening op wijkniveau

Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glas- en textielbakken. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen.

Brengdepot op lokaal of regionaal niveau

Het gaat hier bijvoorbeeld om de milieustraat.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

Dit artikel regelt de frequentie van inzameling. Huishoudelijk restafval en groente,- fruit,- en tuinafval (gft) dat wordt aangeboden via bijvoorbeeld een minicontainer zamelen we afwisselend 1 keer per 2 weken in. Restafval dat we verzamelen via de ondergrondse containers zamelen we minstens een keer per week in. De inzamelplicht geldt uitdrukkelijk niet voor grof huishoudelijk afval.

Indien wordt besloten GFT-afval in een deel van de gemeente niet gescheiden in te zamelen, dient dit het uitvoeringsbesluit behorende bij het vierde lid (is 8e lid van de modelverordening) geregeld te worden. Momenteel zamelen we bij de hoogbouw nog via ( een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen ) een verzamelcontainer gft in. Helaas wordt deze voorziening niet alleen gebruikt voor gft. Er wordt van alles ingegooid waardoor dit afval niet meer kan worden gecomposteerd maar moet worden verbrand als restafval. Dit kost veel tijd en geld. Bovendien ondermijnt dit de motivatie van de goedwillende burger die wel zijn afval goed wil scheiden. Via dit artikel kunnen we de goedwillende burger tegemoet komen door een vorm van gft-abonnement te introduceren mocht dit ook aan de orde zijn.

Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Wij zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Daarmee hebben we ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door ons aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Het inzamelverbod mag echter niet gelden voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid van de minister een inzamelplicht hebben gekregen zoals bijvoorbeeld bij wit en bruingoed e.d..

Paragraaf 3. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de door ons aangewezen inzameldienst en personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben. Zo mag de burger zijn elektrische en elektronische apparatuur, ook aan deze personen of instanties (witgoedzaak) aanbieden.

Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Alleen diegene die binnen onze gemeente afvalstoffenheffing betalen mogen huishoudelijke afvalstoffen aanbieden. Achtergrond van dit artikel is het (illegaal) aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen, tegen te gaan.

Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

We vinden het belangrijk of noodzakelijk (asbest) dat deze afvalstoffen vanwege milieu of gezondheidsschade, het realiseren van afvalscheidingsdoelstellingen, besparen op kosten dat deze afvalstoffen afzonderlijk en gescheiden worden aangeboden.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In dit artikel leggen we vast hoe en met welk inzamelmiddel de burger zijn afval moet aanbieden.

Bij inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel kan worden gedacht aan vaste inzamelmiddelen, zoals minicontainers maar ook aan zakken voor plastic verpakkingsafval.

Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Hiermee leggen we vast wanneer wel/niet de burger zijn afval ter inzameling kan aanbieden of gebruik kan maken van de vaste afvalvoorzieningen en milieustraat.

Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel biedt de grondslag voor een door ons (het college) vast te stellen calamiteitenregeling. Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn in geval van stakingen, storingen of schade etc. Ook kan worden gedacht aan een regeling voor het aanbieden van huishou-delijke afvalstoffen bij wegopbrekingen.

Paragraaf 4. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 13. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Wij kunnen bepalen dat de aangewezen inzameldienst naast huishoudelijke afvalstoffen bijvoorbeeld ook gelijktijdig bedrijfsafvalstoffen mag inzamelen en verwerken. Bijvoorbeeld afval afkomstig uit de kantoren/winkels/dienstensector. De gemeente heeft met betrekking tot bedrijfsafvalstoffen geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.

Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Alleen die bedrijven die voldoen aan de belastingplicht mogen, voor zover artikel 13 daartoe de moge-lijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Wij kunnen, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen dan ter inzameling moeten worden aangeboden.

Artikel 15. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

De Wet Milieubeheer geeft de gemeente uitdrukkelijk de bevoegdheid om regels te stellen over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in het belang van de bescherming van het milieu. Dit artikel is de uitwerking hiervan. Wij kunnen in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

Paragraaf 5. Zwerfafval

Artikel 16. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt ons een instrument te geven om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan. Uiteraard zal in een aantal gevallen het brengen van stoffen op of in de bodem zodanig kunnen gebeuren dat een hogere wet, zoals de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing is.

Met opzet worden ook de termen "stof" en "voorwerp" gebruikt en niet alleen de term "afvalstof", omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.

Artikel 17. Achterlaten van straatafval

In artikel 1 van deze verordening wordt een definitie gegeven van straatafval. Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval ‘dat onderweg ontstaat’, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor je de burger (in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wilt bieden om zich ter plekke ervan te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.

In de definitie van straatafval wordt gesproken over "buiten een perceel ontstaan". Een huishoudelijke afvalstof, ontstaan op of binnen het perceel, moet worden aangeboden volgens de daarvoor geldende bepalingen uit paragraaf 3.

Artikel 18. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

We beogen hiermee paal en perk te stellen aan het doorzoeken en verwijderen van ter inzameling aangeboden afvalstoffen voordat de medewerkers van de inzameldienst ter plaatse zijn. Vaak immers heeft dit doorzoeken tot gevolg dat het huisvuil over de hele straat verspreid ligt en de inzameldienst zijn werk niet meer kan verrichten. Het aldus ontstane zwerfafval veroorzaakt een zware belasting van de veegdienst.

Artikel 19. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Inrichtingen waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht zijn bijvoorbeeld een winkel, hal of kraam. Het afval dat hierbij kan vrijkomen zijn bijvoorbeeld papier, etensresten, verpakkingsmateriaal of ander afval.

Artikel 20. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Niet alleen reclamebiljetten, maar ook promotiemateriaal worden aan het publiek uitgereikt. Bijvoorbeeld samplings, monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie een product in een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Wij kunnen op grond van dit artikel degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, verplichten het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.

Paragraaf 6. Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 21. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Hiermee beogen we het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen. De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (toepassen bestuursdwang).

Artikel 22. Verbod opslag van afvalstoffen

Dit artikel beoogt het belang van het milieu te beschermen.

Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Dit artikel is een uitwerking van artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken. Hierin is de afgifte van autowrakken door huishoudens geregeld. Op grond van artikel 6 BBA moeten wij in onze afvalstoffenverordening bepalen dat een autowrak, zijnde een huishoudelijk afvalstof, slechts mag worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden). Op grond van artikel 7 BBA worden autowrakken, afkomstig van huishoudens uitdrukkelijk uitgezonderd van de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval.

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 24. Strafbepaling

In dit artikel worden de bepalingen opgesomd die als strafbaar feit worden aangeduid om strafrechtelijk te kunnen worden gehandhaafd. De strafbaarstelling van artikel 10.23 Wm over de gemeentelijke afvalstoffenverordening is geregeld in de Wet op de economische delicten (Wed). Aangezien niet alle bepalingen in de afvalstoffenverordening zich voor strafrechtelijke handhaving lenen, is de strafbaarstelling geclausuleerd.

Artikel 25. Toezichthouders

Aanwijzing van de toezichthouder in de afvalstoffenverordening is noodzakelijk, indien een toezichthouder tevens opsporingsbevoegdheden dient te krijgen. Alleen voor de aanwijzing van toezichthouders is een bepaling opgenomen in de afvalstoffenverordening. Opsporingsambtenaren worden namelijk aangewezen in de artikelen 141 en 142 Wetboek van Strafvordering.