Beleidsregel ontheffingen selectieve toelating Zwolle

Geldend van 23-05-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Beleidsregel ontheffingen selectieve toelating Zwolle

Beleidsregel ontheffingen selectieve toelating Zwolle

Artikel 1 Ontheffing

  • 1. Het college kan een ontheffing van de geslotenverklaring en van snelheidsbeperkende maatregelen(vertragers) voor alle motorvoertuigen verlenen op grond van artikel 87 RVV.

  • 2. Ontheffing wordt alleen verleend voor geslotenverklaringen en snelheidsbeperkende maatregelen (vertragers) die ondersteund worden met beweegbare systemen zoals een poller en een slagboom.

  • 3. Ontheffing wordt niet verleend voor het gebied waarvoor de Verordening Selectieve Toelating Binnenstad Zwolle van toepassing is.

  • 4. De ontheffing gaat vergezeld van een transponder met een kaart, waarop het kenteken staat of de bedrijfsnaam.

Artikel 2. Voorwaarde gebruik ontheffing

De ontheffing mag alleen worden gebruikt wanneer er onverwachte urgentie in de uitoefening van een (wettelijke) taak, waarbij sprake is van een levensbedreigende situatie en of een calamiteit van algemeen belang en of in het geval van het voorkomen van een levensbedreigende situatie uit het oogpunt van het beperken van het veiligheidsrisico bij de uitoefening van de taak.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Een ontheffing zoals bedoeld in artikel 1 wordt verleend aan:

    • a.

      huisartsen en verloskundigen, die houder zijn van een motorvoertuig, voor zover deze nodig is in geval van onverwachte urgentie bij de uitoefening van hun beroep;

    • b.

      overheden, (nuts)bedrijven, geldtransportbedrijven, dierenambulance, die houder zijn van een motorvoertuig, voor zover deze ontheffing nodig is in geval van onverwachte urgentie bij de uitoefening van hun (wettelijke) taak, waarbij sprake is van een levensbedreigende situatie en of een calamiteit van algemeen belang, die houder zijn van een motorvoertuig, en voor bedrijven die een taak hebben, welke een hoog risico met zich meebrengen, waardoor snelheid en korte routes essentieel zijn voor het beperken van het veiligheidrisico;

  • 2.

    Houder van een motorvoertuig is degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

    • a.

      degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, of

    • b.

      degene die een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf dan wel in dienst is van een bedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig of een leasecontract heeft met een erkend autoverhuurbedrijf, of

    • c.

      degene die een contract heeft voor een auto op afroep met een erkend autoverhuurbedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig;.

  • 3.

    De ontheffing kan in uitzonderlijke gevallen in plaats van op kenteken op naam van het bedrijf worden verleend.

Artikel 4 Aanvraag

Een aanvraag voor een ontheffing moet worden ingediend op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Artikel 5 Zichtbaarheid ontheffing

De kaart die wordt uitgegeven bij de ontheffing en transponder, waarop het kenteken of de bedrijfsnaam staat, moet rechts achter de voorruit (bijrijderskant) van het voertuig aangebracht zijn, zodat deze door de handhavers en toezichthouders kan worden gelezen.

Artikel 6 Geldigheid van de ontheffing

Een ontheffing wordt per kalenderjaar verleend of het resterende deel daarvan.

Artikel 7 Regels en voorwaarden

  • 1.

    Een ontheffing wordt verleend voor een of meer bepaalde geslotenverklaring(en) en/of snelheidsbeperkende maatregel(en) (vertragers).

  • 2.

    De ontheffing is voertuiggebonden.

  • 3.

    De ontheffing vermeldt in ieder geval:

    • a.

      naam en adres van de ontheffinghouder;

    • b.

      kenteken van het voertuig of bedrijfsnaam, waarvoor ontheffing is verleend,

    • c.

      de afsluiting(en) waarvoor de ontheffing is verleend;

    • d.

      de geldigheidsduur van de ontheffing.

Artikel 8 Intrekking of wijziging van de ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd, als:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • c. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      de houder of zijn rechtverkrijgende dit vraagt.

  • 2.

    De houder van een ontheffing moet wijziging van gegevens, die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing, kenbaar maken aan het college, zodat een verleende ontheffing kan worden aangepast of ingetrokken.

Artikel 9 Overgangsartikel

  • 1. De bedrijven en of personen die in 2012 in het bezit waren van een transponder kunnen hiervan tot 1-7-2013 gebruik blijven maken. Vanaf 1-7-2013 zijn alle oude rechten op een transponder vervallen en worden de transponders uitgeschakeld.

  • 2. Vanaf 1-12-2012 kunnen aanvragen voor een ontheffing op basis van deze Regeling worden ingediend.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als Beleidsregel ontheffingen selectieve toelating.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 3. Deze regeling kan worden geëvalueerd in 2013, waarna wijziging en intrekking mogelijk is.