Verordening selectieve toelating binnenstad

Geldend van 20-05-1999 t/m heden

Intitulé

Verordening selectieve toelating binnenstad

VERORDENING SELECTIEVE TOELATING BINNENSTAD

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

het RVV 1990 :

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

kern van de binnenstad :

het bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangegeven gebied waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en uitrijden wordt gereguleerd;

fysieke afsluiting :

verzinkbare paal te bedienen door middel van een pasje, munt of transponder;

bevoorradingstijd :

de tijd waarop de kern van de binnenstad vrij toegankelijk is voor bevoorradingsverkeer zoals vastgesteld bij verkeersbesluit;

ontheffing binnenstad :

een besluit van burgemeester en wethouders op basis waarvan de kern van de binnenstad kan worden bereden met behulp van een pasje, een munt of een transponder op nader aan te geven tijdstippen;

bewoner :

degene die daadwerkelijk woonachtig is in de kern van de binnenstad, blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

bedrijf/instelling :

degene die een bedrijf/vestiging heeft in de kern van de binnenstad, blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

motorvoertuig :

het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990;

houder van een motorvoertuig :

degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

  • 1.

    degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van de aanvraag van de ontheffing binnenstad in het register was ingeschreven, of

  • 2.

    degene die een leasecontract heeft met een bedrijf dan wel in dienst is van een bedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van de aanvraag van de ontheffing binnenstad in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig, of

  • 3.

    degene die een contract heeft voor een auto op afroep met een erkend autoverhuurbedrijf op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van de aanvraag van de ontheffing binnenstad in het register was ingeschreven en die in het bezit is van dat motorvoertuig;

ontheffinghouder :

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing binnenstad is verleend;

voetgangerszone :

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

koopavond :

de avond waarop minstens driekwart van de in de kern van de binnenstad gevestigde winkels geopend zijn;

winkelzondag :

de zon- en/of feestdagen waarop het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle besloten heeft dat de verboden ingevolge artikel 2 van de Winkeltijdenwet niet geldig zijn.

Artikel 2 Kern van de binnenstad

Het college van burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, de kern van de binnenstad aanwijzen, waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en uitrijden wordt gereguleerd.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een ontheffing binnenstad moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders op een daartoe vastgesteld formulier dat is ingevuld door of namens of met toestemming van rechthebbende.

  • 2. De ontvangst van de aanvraag wordt binnen twee weken schriftelijk door of namens het college van burgemeester en wethouders bevestigd.

Artikel 4 Beslissingstermijn

Het college van burgemeester en wethouders beslist op de in artikel 3 genoemde aanvraag binnen acht weken na ontvangst.

Artikel 5 Geldigheidsduur van de ontheffing

  • 1. De ontheffing binnenstad wordt verleend voor de duur van één jaar of korter indien dit als zodanig is aangegeven.

  • 2. Voor verlenging van de ontheffing binnenstad dient de aanvrager ten minste 12 weken voor het verstrijken van de onder het eerste lid genoemde termijn schriftelijk een aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Voorwaarden aan de ontheffing binnenstad

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing binnenstad.

  • 2. Na betaling van de leges wordt de ontheffing binnenstad verstrekt.

Artikel 7 Intrekking van de ontheffing binnenstad

De ontheffing binnenstad kan worden ingetrokken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien de aan de ontheffing binnenstad verbonden voorwaarden of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • c.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

  • d.

    indien de ontheffinghouder daartoe een verzoek indient;

  • e.

    indien sprake is van misbruik van de ontheffing binnenstad;

  • f.

    indien de ontheffinghouder met het motorvoertuig overlast veroorzaakt.

ONTHEFFINGSREGELS

Artikel 8 Ontheffing binnenstad voor bewoners

  • 1. Aan een bewoner van de kern van de binnenstad, tevens houder van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen.

  • 2. De ontheffing binnenstad wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

  • 3. De ontheffing binnenstad geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

  • 4. De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 5. Een ontheffing binnenstad geldt slechts voor het noodzakelijk laden en lossen bij de eigen woning.

Artikel 9 Ontheffing binnenstad voor in de kern van de binnenstadgevestigde bedrijven/instellingen

  • 1. Aan een bedrijf/instelling, gevestigd in de kern van de binnenstad tevens houder van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen.

  • 2. De ontheffing binnenstad wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld alsmede op het kenteken van het voertuig.

  • 3. De ontheffing binnenstad geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

  • 4. De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 5. Een ontheffing binnenstad geldt slechts voor het noodzakelijk laden en lossen bij het eigen bedrijf/de eigen instelling.

  • 6. Aan een bedrijf/instelling dat/die voldoet aan de in artikel 10, lid 2 genoemde bijzondere gevallen kan maximaal een ontheffing binnenstad voor de avond en nachtelijke uren worden verleend.

Artikel 10 Ontheffing binnenstad voor een optimale bevoorrading van de kern van de binnenstad

  • 1. Aan leveranciers van bedrijven/instellingen gevestigd in de kern van de binnenstad, tevens houder van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor de in lid 2 genoemde bijzondere situaties, met dien verstande dat in elk geval dient te worden aangetoond dat het onderhavig vervoer niet tijdens bevoorradingstijden of op een andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden.

  • 2. Onder de in lid 1 bedoelde bijzondere situaties wordt verstaan:

    • a.

      Aan specifieke tijdstippen gebonden logistieke handelingen die verband houden met een bepaald bedrijfsproces, met dien verstande dat er tussen 14.00 en 18.00 uur en op koopavonden tussen 14.00 en 21.00 uur geen gebruik van mag worden gemaakt.

    • b.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met hygiëne, volksgezondheid of veiligheid.

    • c.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met het verhelpen van storingen.

    • d.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met langdurige bouw- en onderhoudswerkzaamheden.

    • e.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met vervoer van licht bederfelijke verswaren, zoals vlees, groente, brood, bloemen.

    • f.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met geld- en waardetransport.

    • g.

      Noodzakelijke ritten die verband houden met vervoer door maaltijdverstrekkende bedrijven, zoals tafeltje-dek-je en catering.

    • h.

      Noodgevallen, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

  • 4. De ontheffing geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

  • 5. De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 6. Per leverancier kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Artikel 11 Tijdelijke ontheffing binnenstad voor bouw-, installatie- en reparatieverkeer

    • 1.

      Voor het laden en lossen buiten bevoorradingstijden ten behoeve van bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden kan het college van burgemeester en wethouders een tijdelijke ontheffing binnenstad verlenen.

    • 2.

      De aanvrager dient aan te tonen dat:

      • a.

        de bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden in de kern van de binnenstad absoluut niet kunnen plaatsvinden tijdens de toegestane bevoorradingstijden;

      • b.

        de goederen, gereedschappen of materialen niet op een andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

    • 3.

      De tijdelijke ontheffing binnenstad wordt slechts voor maximaal 5 dagen aaneensluitend verleend.

    • 4.

      De tijdelijke ontheffing binnenstad wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

    • 5.

      De ontheffing binnenstad geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

    • 6.

      De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

    • 7.

      In bijzondere omstandigheden is verlenging van de tijdelijke ontheffing binnenstad mogelijk indien de aanvrager aantoont, dat:

      • a.

        de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;

      • b.

        in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

Artikel 12 Ontheffing binnenstad voor taxiverkeer

    • 1.

      Aan taxibedrijven die in het bezit zijn van een vergunning op grond van de Wet personenvervoer voor het verrichten van taxivervoer en als kentekenhouder van de taxi staan geregistreerd, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor het vervoeren en laden en lossen van passagiers naar en vanuit de kern van de binnenstad.

    • 2.

      De ontheffing binnenstad wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van de taxi.

    • 3.

      De ontheffing binnenstad geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

    • 4.

      De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied, met uitzondering van de als zodanig aangeduide taxistandplaatsen.

    • 5.

      Per taxibedrijf kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Artikel 13 Ontheffingen voor huisartsen en overige zorgverlenende personen en instanties

    • 1.

      Aan huisartsen en overige zorgverlenende personen en instanties, die houder zijn van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen voor de toegang met een motorvoertuig tot de kern van de binnenstad naar een spoedgeval voor zover dit nodig is voor de uitoefening van hun beroep buiten de bevoorradingstijden.

    • 2.

      De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

    • 3.

      Per praktijk of instantie kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Artikel 14 Ontheffing binnenstad voor invaliden

    • 1.

      Aan personen in het bezit van een geldige invalidenparkeerkaart kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen.

    • 2.

      De ontheffing binnenstad wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld.

    • 3.

      De ontheffing binnenstad geldt slechts voor een van tevoren vastgestelde route.

    • 4.

      De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in de voetgangerszone.

    • 5.

      Met de ontheffing binnenstad mag buiten de voetgangerszone maximaal twee uur worden geparkeerd.

Artikel 15 Ontheffingen binnenstad voor gemeentelijke, intergemeentelijke of provinciale diensten en nutsbedrijven

    • 1.

      Aan gemeentelijke, intergemeentelijke of provinciale diensten en nutsbedrijven, die houder zijn van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen voor de toegang met motorvoertuigen tot de kern van de binnenstad ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden buiten bevoorradingstijden voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.

    • 2.

      Per dienst of bedrijf kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen binnenstad.

    • 3.

      Aan de ontheffing binnenstad kan een van tevoren vastgestelde route worden verbonden.

    • 4.

      De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

    • 5.

      Een ontheffing binnenstad geldt slechts voor het noodzakelijk laden en lossen.

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • In bijzondere omstandigheden, waarin deze verordening niet voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing binnenstad verlenen.

Artikel 17 Slot- en overgangsbepalingen

  • Overige ontheffingen op basis van artikel 87 RVV die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn afgegeven, blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk tot 20 weken na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 18 Citeertitel

  • Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening selectieve toelating binnenstad'.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1

    Kern van de binnenstad: Bijgevoegd is het kaartje van het raadsbesluit d.d. 5 november 1998 waarin besloten is om de toelating tot de binnenstad te reguleren. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit gebied aan te wijzen.

    De bevoorradingstijden worden door het college van burgemeester en wethouders vastgelegd in een verkeersbesluit. In het raadsbesluit d.d. 5 november 1998 is vooralsnog uitgegaan van de volgende tijden voor het bevoorradend verkeer voor de Diezerstraat, Oude Vismarkt, Luttekestraat en Voorstraat:

    -maandag tot en met zaterdag van 06.00 tot 11.00 uur.

    Het centrale deel van de binnenstad, de pollers in de Korte Ademhalingssteeg en op de Melkmarkt, wordt fysiek afgesloten één uur na winkeltijd, dat wil zeggen:

    • -

      maandag tot en met vrijdag van 19.00 tot 06.00 uur

    • -

      zaterdag van 18.00 tot 06.00 uur zondags

    • -

      zondag van 18.00 tot 06.00 uur maandags

    • -

      winkelavonden: vanaf 22.00 uur.

    Aan bovenstaande tijden kunnen geen rechten worden ontleend, omdat burgemeester en wethouders bevoegd zijn deze tijden vast te stellen en te wijzigen.

    De ontheffing binnenstad bestaat uit een besluit van het college van burgemeester en wethouders en een pasje, een munt of een transponder. Het pasje, de munt of de transponder zijn nodig om de verzinkbare paal (ook wel genoemd poller) te bedienen. Het pasje dient elke keer dat men met een motorvoertuig toegang wil tot het afgesloten gebied voor een detectieoog gehouden te worden om het systeem in werking te stellen. Door inworp van een munt kan eenmalig het systeem in werking worden gesteld. De transponder moet onder het voertuig worden gemonteerd. Een detectielus in het wegdek detecteert de transponder waardoor de poller wordt bediend. In beginsel komen alleen hulpdiensten en taxi´s in aanmerking voor een transponder.

    Artikel 3 en 4

    De aanvraag volgt de standaardprocedure van de Algemene Wet Bestuursrecht.

    Artikel 6

    Voorwaarden die aan de ontheffing binnenstad worden verbonden, zijn in ieder geval:

    • -

      dat bij evenementen geen gebruik kan worden gemaakt van de ontheffing;

    • -

      bij verlies of diefstal moet aangifte worden gedaan bij gemeente of politie. Vervolgens kan een duplicaat worden verstrekt. De kosten daarvan zijn in de tarieventabel bij de Legesverordening opgenomen.

    Artikel 7

    Een intrekkingsgrond voor taxi's is in ieder geval indien gevaarlijk verkeersgedrag en/of het niet halteren op taxistandplaatsen wordt geconstateerd.

    Artikel 8

    Omdat binnen het afgesloten gebied niet geparkeerd kan worden, mogen motorvoertuigen die een ontheffing hebben alleen door het gebied heenrijden en kort laden en lossen. Onder laden en lossen wordt verstaan datgene dat in het RVV als zodanig is aangemerkt. Hieronder valt het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht het in- of uitstappen van passagiers of het bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang en enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.

    Aan de ontheffing binnenstad kan een verplichte rijroute worden verbonden om te voorkomen dat te veel door winkelstraten en voetgangersgebieden heen wordt gereden. De route zal afhankelijk zijn van het adres van de ontheffinghouder.

    Artikel 9

    Lid 3 is van toepassing in het geval dat een bedrijf zelf leverancier is.

    Artikel 10

    Onder lid 2, sub b "noodzakelijke ritten die verband houden met hygiëne, volksgezondheid en veiligheid" kunnen bijvoorbeeld ritten worden begrepen die gemaakt worden voor het verwijderen van bedrijfsafval van restaurants.

    Onder sub h "noodgevallen, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders" wordt een hardheidsclausule bedoeld.

    Artikel 11

    Verlenging van de tijdelijke ontheffing is mogelijk indien de bouw-, installatie- of reparatiewerkzaamheden langer duren dan 5 dagen.

    Artikel 12

    Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is bezig met een nieuwe regeling voor taxi´s in de Wet Personenvervoer. Het is zeer waarschijnlijk dat de bestaande vergunning op grond van de Wet Personenvervoer voor taxibedrijven van kracht blijft. Mocht dit veranderen, dan zal dit artikel ook moeten worden aangepast.

    Artikel 13

    Op basis van dit artikel kan een ontheffing worden aangevraagd door zorgverlenende personen en instanties, waarbij gedacht wordt aan verloskundigen en medewerkers thuiszorg.

    Artikel 14

    Met een parkeerschijf dient aangegeven te worden hoe laat de parkeertijd is begonnen.

    Artikel 16

    Op basis van dit artikel kunnen incidentele ontheffingen worden verleend.

    Artikel 17

    Degenen die nu een ontheffing hebben, worden per brief over de wijziging op basis van deze verordening geïnformeerd en aangeschreven.

    Wijziging legesverordening

    De aanvraag van een ontheffing binnenstad kost € 34,03 voor een ontheffing binnenstad met een pasje en € 68,07 voor de ontheffing binnenstad met een transponder. De verlenging van de ontheffing kost € 11,34.

    Bij verlies van de ontheffing binnenstad kan een duplicaat worden verstrekt. Voor het besluit van het college van burgemeester en wethouders inzake de ontheffing binnenstad bedragen de kosten € 2,27; een duplicaatpasje kost € 22,69 en een duplicaat transponder € 56,72.

    Een duplicaat wordt alleen verstrekt indien van het verlies of de diefstal aangifte is gedaan bij de politie of de gemeente.

    De aanvraag van een ontheffing binnenstad voor één dag kost € 6,81 en voor 5 dagen aaneensluitend kost € 11,34

  • Hulpvoertuigen

    Er is geen specifiek artikel ontheffing binnenstad voor hulpvoertuigen (politie, brandweer, ambulance) opgenomen omdat deze categorie als voorrangsvoertuigen zijn aangemerkt en op grond van artikel 91 RVV 1990 mogen afwijken van de voorschriften van het RVV 1990 voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.

    In het raadsbesluit van 5 november 1998 is rekening gehouden met de verstrekking van transponders aan de politie en de brandweer op kosten van de gemeente.