Bijzondere bijstand voor reiskosten Zwolle 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Bijzondere bijstand voor reiskosten Zwolle 2020

Gemeente Zwolle, bekendmaking beleidsregel bijzondere bijstand voor reiskosten Zwolle 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle,

Besluit d.d. 17-12-2019

De beleidsregel bijzondere bijstand voor reiskosten Zwolle 2020 vast te stellen.

Deze beleidsregel treedt 1 januari 2020 in werking.

Inleiding

Deze beleidsregel geeft regels die richtinggevend zijn voor individueel te nemen besluiten. Deze beleidsregel is geen limitatieve opsomming.

Volgens de Participatiewet (Pw) bestaat er recht op bijzondere bijstand als “iemand niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit het beschikbare inkomen en vermogen. Het college bepaalt het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen”.

De voorwaarde “uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan” maakt een individuele toets noodzakelijk. Hieruit vloeit voort dat bij elke aanvraag nagegaan moet worden of er sprake is van individuele bijzondere omstandigheden, die afwijking van de algemene regels rechtvaardigen.

De beleidsregel behandelt eerst de voorliggende voorziening daarna tien bijzondere omstandigheden (situaties) en tot slot hoogte en duur van de bijstand.

Voorliggende voorzieningen reiskosten

Wet maatschappelijke ondersteuning ( Wmo )

De Wmo biedt vervoersvoorzieningen aan ouderen of mensen met een handicap om datgene te doen wat mensen door de bank genomen van dag tot dag plegen te doen. Een cliënt kan voor een vervoersvoorziening in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek, het gebruik van de in doorsnee gebruikelijke middelen voor vervoer zoals openbaar vervoer, auto of fiets (deels) onmogelijk maken. Een inwoner ontvangt na aanvraag een vervoerspas welke toegang geeft tot het Wmo-vervoer. Pashouders kunnen dan gebruik maken van het Wmo-vervoer.

Jeugdwet (Weekendbezoek uithuisgeplaatste kinderen)

De gemeente is verantwoordelijk voor jeugdhulp waaronder het vervoer van en naar plaatsen voor behandeling. Het staat de gemeente vrij hoe ze het jeugdvervoer regelt. Gemeenten kunnen het jeugdvervoer op drie wijzen organiseren:

  • 1.

    Ouders vervoeren met eigen middelen of openbaar vervoer.

  • 2.

    Gemeente schakelt een vervoersbedrijf in bijv i.c.m. leerlingenvervoer.

  • 3.

    Het is onderdeel van het zorgaanbod.

In de gemeente Zwolle is het SWT de uitvoerder van de jeugdwet. Als kinderen onder de Jeugdwet vallen kan in sommige gevallen een beroep worden gedaan op een reiskostenvergoeding betaald door het SWT. Uitgangspunt is dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor vervoer van de jeugdige naar en van de jeugdinstelling.

Zorgverzekeringswet

De zorgverzekeringswet is een voorliggende voorziening welke eerst moet worden aangesproken. Medisch noodzakelijk vervoer met een ambulance van zieken en hun begeleiders worden vergoed vanuit de basisverzekering. Men krijgt dan een vergoeding voor een enkele reis van maximaal 200 kilometer. Het gaat om vervoer naar een ziekenhuis, Wlz-instelling, jeugdinstelling of eigen woning. Er mag een begeleider mee met de ambulance als dit noodzakelijk is.

Naast het ambulancevervoer kennen we ook het zittende ziekenvervoer per auto of taxi. Ook het zittende ziekenvervoer wordt vergoed uit de basisverzekering. Voorwaarden daarbij zijn:

  • een visuele handicap waardoor men zich niet zonder begeleiding kan verplaatsen;

  • een rolstoelafhankelijkheid voor verplaatsing;

  • een leeftijd lager dan 18 jaar en aangewezen op verzorging in een verpleegkundig kinderdagverblijf of kinderzorghuis (intensieve kindzorg);

  • een chemotherapie, immuuntherapie of radiotherapie voor de behandeling van kanker;

  • een nierdialyse ondergaan.

In bepaalde gevallen kun je om medische redenen geen gebruikmaken van uw eigen auto of openbaar vervoer. Voor dergelijk woon-werkverkeer kan soms een beroep worden gedaan op de aanvullende zorgverzekering.

Kinderbijslag:

Woont het kind korter dan een half jaar ergens anders vanwege een ziekenhuisopname? Dan is het kind voor de Sociale Verzekeringsbank (SVB) nog steeds thuiswonend en verandert er niets aan de kinderbijslag. Als een kind langer niet thuis verblijft is het soms wel mogelijk om kinderbijslag te krijgen. Er is recht op kinderbijslag als belanghebbende voor het uitwonende kind onderhoudslasten heeft (1.1.2019 minstens € 425,00 per kwartaal). Het kind mag beperkt bijverdienen. Als er veel kosten zijn voor een uitwonend kind, kan iemand in aanmerking komen voor tweemaal kinderbijslag. Dit kan als het kind niet meer dan € 1296,00 (per 1.1.2019) netto per kwartaal bijverdiend.

In bovenstaande situaties kunnen de reiskosten vanuit de kinderbijslag worden voldaan en is geen bijzondere bijstand mogelijk.

Bijzondere omstandigheden

Hieronder staan negen situaties waarvoor de mogelijkheden voor bijstandsverlening op grond van bijzondere omstandigheden verder zijn uitgediept.

1. Reiskosten naar zieke familieleden:

Als gezinsleden in een ziekenhuis of een andere inrichting buiten Zwolle worden verpleegd, is er bijstand mogelijk voor de reiskosten naar de gezinsleden. Het gaat hier om reiskosten naar de partner van belanghebbende en de ten laste komende (pleeg)kinderen. Voor het aantal noodzakelijk geachte bezoeken geldt de volgende regel:

  • Elke dag voor maximaal twee personen die direct tot het gezin behoren bij terminale ziekte of verpleging op een intensive care of bij zieke kinderen.

  • tweemaal per week voor twee personen die direct tot het gezin behoren bij overige ziekenhuisopnames.

Wegens sociale en/of medische redenen kan van deze aantallen worden afgeweken.

Bij zieke kinderen is het verblijf in een Ronald McDonald huis vaak goedkoper dan de reiskosten die gemaakt moeten worden. Kosten per gezin voor 1 nacht bedragen € 15,00. Vergoeding van deze kosten via de aanvullende ziektekostenverzekering is soms mogelijk. De goedkoopste oplossing verdient de voorkeur.

Voor mensen die aanvullende zorgverzekering hebben is deze verzekering een voorliggende voorziening. Het niet deelnemen aan een aanvullende zorgverzekering heeft geen consequenties voor het bepalen van de bijzondere bijstand inzake reiskosten zieke familieleden. De aanvullende verzekering vergoedt soms de reis- en verblijfkosten van gezinsleden bij een ziekenhuisopname van de verzekerde verder dan 50 km van de woonplaats. Dit is m.u.v. een opname in een psychiatrisch ziekenhuis.

2. Reiskosten omgangsregeling:

Als de ouders na echtscheiding niet in dezelfde woonplaats wonen, brengt de omgangsregeling kosten met zich mee. Deze kosten behoren in beginsel tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en worden uit de norm betaald. Het recht van het kind op contact met de ouders en van het recht op gezinsleven is geen reden om tot bijstandsverlening over te gaan. Volgens de vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dienen namelijk de reis- en verblijfkosten die een kind in het kader van een omgangsregeling maakt ten laste te komen van de ouder tot wiens gezin het kind behoort (de verzorgende ouder).

Soms komt het voor dat de verzorgende ouder, ook na aanhoudende verzoeken, weigert de reiskosten te betalen. Dan is het voor de niet-verzorgende ouder alleen mogelijk de kinderen te ontvangen als deze zelf de reiskosten betaalt. Als deze ouder bijstandsafhankelijk is en aannemelijk kan maken d.m.v. brief jeugdzorg of advocaat alles te hebben gedaan om de ex-partner tot medewerking te bewegen, maar het toch zonder resultaat blijft, is bijzondere bijstand mogelijk.

Voor de bezoekfrequentie kan aangesloten worden bij de omgangsregeling zoals deze door de rechter is vastgelegd.

3. Reiskosten uit huis geplaatste kind en bezoekkosten ouder:

3a reiskosten kind

Als kinderen uit huis zijn geplaatst bij een jeugdinstelling of pleeggezin, kan een beroep worden gedaan op een reiskostenvergoeding van de jeudinstelling. Soms wordt eenmaal per maand een vergoeding voor reiskosten verstrekt en soms is incidenteel meer vergoeding voor reiskosten mogelijk.

Als het kind in een instelling verblijft die onder de Wlz valt, is er geen vergoeding mogelijk vanuit de Jeugdwet. Als een kind niet thuis verblijft is het soms wel mogelijk om kinderbijslag te ontvangen. Als er veel kosten zijn voor een uitwonend kind kan soms tweemaal kinderbijslag worden toegekend (zie voorliggende voorzieningen).

Als er geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening is bijzondere bijstand voor reiskosten mogelijk.

Voor de vergoeding van reiskosten mag bij de bezoekfrequentie worden uitgegaan van eenmaal per maand. Of mag worden aangesloten bij de bezoekregeling zoals bepaald door de instelling. Indien meer bezoek wenselijk is zal dit door de begeleider van Jeugdzorg bekeken worden. Incidenteel is meer vergoeding voor reiskosten mogelijk.

Als het kind in een Wlz-instelling verblijft is er geen vergoeding mogelijk vanuit het SWT.

3b bezoekkosten van ouder aan kind

Als kinderen uit huis zijn geplaatst bij een jeugdinstelling of pleeggezin, kan voor kosten van bezoek door de ouders aan het kind geen beroep worden gedaan op een vergoeding van de jeudinstelling cq de-jeugdwet. Afhankelijk van de omstandigheden kan een vergoeding voor bezoekkosten worden verstrekt. Een frequentie van een keer per maand is in ieder geval redelijk.

4. Reiskosten familie in detentie:

Er is bijzondere bijstand mogelijk voor bezoekkosten van een gedetineerde, als het gaat om een gedetineerd gezinslid in de eerste graad. Het mag ook gaan om pleegkinderen. Frequentie eenmaal per twee weken voor twee personen.

Voor reiskosten wegens bezoek aan een in het buitenland gedetineerd gezins- of familielid wordt geen bijzondere bijstand verstrekt.

Zodra de gedetineerde met weekendverlof mag, komt de bijzondere bijstand voor de reiskosten van familieleden te vervallen. De gedetineerde kan voor reiskosten geen beroep doen op de bijzondere bijstand. Daarvoor moet hij een beroep doen op justitie.

5. Reiskosten gerechtelijke procedures:

Er is bijzondere bijstand mogelijk voor de reiskosten voor het bijwonen van rechtszittingen. Voor de vaststelling van de noodzaak wordt aangesloten bij de noodzakelijkheid die door de Raad voor de rechtsbijstand is vastgesteld door afgifte van een toevoeging. Indien er een toevoeging is afgegeven kan de noodzaak worden aangenomen.

6. Reiskosten medische behandelingen

In het algemeen is het zo dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) en Wlz alle noodzakelijke ziektekosten vergoeden. Beide regelingen gelden samen als een toereikende en passende voorliggende voorziening. Dit betekent dat ziektekosten die niet door de Zvw of Wlz worden vergoed ook niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand.

In de Wlz en Zvw is door de wetgever een bewuste beslissing genomen over de noodzaak om zittend ziekenvervoer in bepaalde gevallen wel (behoudens de eigen bijdrage) of niet te vergoeden. Bijstandsverlening dient zich bij die keuze aan te sluiten. Indien immers de voorliggende voorziening bepaalde kosten in het algemeen of in een specifiek geval als niet noodzakelijk aanmerkt bestaat er voor deze kosten evenmin recht op bijzondere bijstand (zie CRvB 18-03-2008, nr 06/5061 WWB).

7. Reiskosten i.v.m. scholing schoolgaande kinderen

Als iemand mbo/hbo/wo doet, ook jonger dan 18 jr, is er recht op een reisproduct van DUO en dus geen bijzondere bijstand. De ouders van leerlingen in het vo jonger dan 18 jaar kunnen putten uit het kindgebonden budget.

De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) geldt als voorliggende voorziening, voor reiskosten verbonden aan een studie vanaf 18 jaar. De toelage op grond van de Wtos kent geen aparte component voor reiskosten en is geen toereikende voorziening voor de reiskosten omdat de wetgever heeft gekozen voor een forfaitaire benadering in plaats van maatwerk. Het college kan daarom in aanvulling op de Wtos bijzondere bijstand verstrekken voor reiskosten in geval van bijzondere omstandigheden.

Daartoe bestaat aanleiding als er meerkosten zijn en onvoldoende middelen. Voor reiskosten, verbonden aan een opleiding in het vo, wordt bijstand gegeven als bijvoorbeeld een passende opleiding buiten Zwolle. De reiskosten worden verstrekt op basis van 10x de kosten van een maandabonnement (periode september t/m juni) of de kosten van een jaarabonnement voor zover de kosten lager zijn dan de kosten van 10 keer het maandabonnement.

8. Reiskosten i.v.m. sociale contacten

Als er geen familieleden of vrienden in de omgeving van Zwolle wonen zullen reiskosten gemaakt moeten worden voor de sociale contacten. Deze kosten vallen onder de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en zullen vanuit het gewone inkomen moeten worden voldaan. Bijzondere bijstand is niet mogelijk. Mensen met een geringe mobiliteit ten gevolge van een beperking kunnen een beroep doen op de wet maatschappelijke ondersteuning.

9. Reiskosten voor een begrafenis

Er is bijzondere bijstand mogelijk voor deze kosten als het gaat om een overlijden van familie in de eerste of tweede graad. Voor de reiskosten voor het bijwonen van een begrafenis of crematie in het buitenland is geen bijzondere bijstand mogelijk.

Een kopie van de rouwkaart en het treinkaartje zijn voldoende om tot vergoeding van de kosten over te gaan.

Hoogte van bijstand

Bij de bepaling van de hoogte van de bijstand wordt uitgegaan van een reis per trein 2e klas of bus. Bij periodieke kosten wordt bijzondere bijstand verstrekt voor een voordeelkaart, waarna met korting gereisd kan worden. Per aanvraag zal bezien moeten worden of reizen met een voordeelkaart uit kan.

Soms is het gebruik van een auto wegens het ontbreken van goed openbaar vervoer noodzakelijk. In dat geval wordt uitgegaan van een kilometervergoeding conform zittend ziekenvervoer van de zorgverzekering (1.1.2020 € 0,30 p/km).

In geval van vervoer per auto wordt een afsprakenkaart of verklaring van de instelling die is bezocht ingeleverd ter verificatie van de kosten.

Duur van de bijstand

Bijstand wordt bij periodieke kosten voor maximaal 12 maanden toegekend. Bijstand wordt per maand vooruit betaald. Belanghebbende dient de treinkaartjes en strippenkaarten tenminste 12 maanden gerekend vanaf de maand waarin de bijzondere bijstand is uitbetaald te bewaren en op verzoek van het college te tonen.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

P. Snijders, burgemeester

mr. I. Geveke, secretaris