Verordening adviescommissie bezwaarschriften 2012

Geldend van 28-12-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften 2012

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      bezwaarschrift: een bezwaar als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid, van de wet;

    • c.

      verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

    • d.

      commissie: Adviescommissie bezwaarschriften.

  • 2. In deze verordening wordt onder bezwaarschrift tevens verstaan administratief beroep als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, van de wet.

HOOFDSTUK II BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 2

  • 1. Er is een commissie die bestuursorganen van de gemeente Zwolle die adviseert ten aanzien van de beslissing op bezwaarschriften, die haar ter advisering in handen zijn gesteld.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten dat de commissie eveneens adviseert over bezwaarschriften ingediend bij een ander bestuursorgaan dan bedoeld in het eerste lid.

Samenstelling van de commissie

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit leden, die worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders voor een periode van maximaal vier jaar.

    Zij kunnen ten hoogste twee maal, telkens voor een periode van maximaal vier jaar, worden herbenoemd.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders benoemt een lid tot voorzitter en een aantal leden tot vice-voorzitter.

  • 3. De leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4. De leden van de commissie kunnen tussentijds ontslag nemen.

Kamers

Artikel 4

  • 1. De commissie stelt kamers in.

  • 2. Elke kamer bestaat uit drie leden, te weten een (vice-)voorzitter en twee leden.

  • 3. Eén lid en een plaatsvervangend lid van de Personeelskamer worden benoemd op voordracht van de commissie als bedoeld in hoofdstuk 12 van de CAR/LAR.

Schriftelijke reactie

Artikel 5

Ter voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift wordt door het verwerend orgaan een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift aangeleverd.

Hoorzitting

Artikel 6

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste tien dagen voor de hoorzitting uit.

Niet deelneming aan de behandeling

Artikel 7

De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Openbaarheid hoorzitting

Artikel 8

  • 1. De hoorzittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De commissie kan besluiten dat, gelet op het karakter van de te behandelen zaak, de hoorzitting met gesloten deuren plaatsvinden.

  • 3. De deuren worden gesloten indien de (vice-)voorzitter of een van de aanwezige leden van een kamer het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 4. Indien een kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Schriftelijke verslaggeving

Artikel 9

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens op de hoorzitting heeft plaatsgevonden.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de (vice-)voorzitter en de secretaris.

Nader onderzoek

Artikel 10

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de (vice-)voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

Raadkamer en advies

Artikel 11

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de (vice-)voorzitter en de secretaris ondertekend.

Uitbrengen advies

Artikel 12

  • 1. Het advies, het verslag van de hoorzitting en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie worden uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde advies, verslag en informatie wordt tegelijkertijd aan belanghebbenden toegezonden.

Artikel 13 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

1. Wegens bijzondere beroepsmatige deskundigheid en de zwaarte en omvang van hun taak als bedoeld in artikel 3.4.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers ontvangen de leden van de Adviescommissie bezwaarschriften een vergoeding ten bedrage van 140 % en de (vice-)voorzitter een vergoeding van 180 % van de vergoeding, zoals is vastgelegd in de tabel in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. De leden van de Adviescommissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding voor reiskosten zoals is vastgelegd in artikel 3.4.3. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

TOELICHTING OP DE VERORDENING ADVIESCOMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2012

Artikel 1

Daar waar in deze verordening wordt gesproken van bezwaarschriften dient tevens te worden begrepen administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5, tweede lid, van de wet. Aangezien er slechts sprake is van een zeer beperkte (in aantal en soorten) hoeveelheid beroepschriften is omwille van de eenvoud gekozen voor de benaming Adviescommissie bezwaarschriften in plaats van Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften.

Artikel 2

De commissie is na een besluit van het college van burgemeester en wethouders eveneens bevoegd om ten behoeve van andere bestuursorganen bezwaarschriften te behandelen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de Wezo of het Openbaar Onderwijs. Vanzelfsprekend wordt hierover vooraf overleg gevoerd met de commissie.

De commissie is bevoegd om te adviseren over bezwaarschriften die haar ter advisering in handen zijn gesteld. De commissie kan ook verzocht worden door een bestuursorgaan om te adviseren ten aanzien van een bezwaarschrift als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 3

Alle leden zijn onafhankelijk en aan alle leden worden dezelfde eisen gesteld. Een aantal leden is benoemd tot voorzitter en vice-voorzitters. Een (vice-)voorzitter is dus een lid van de commissie met een extra taak voor wat betreft het leiden van de vergaderingen. Daarom is in dit artikel eerst bepaald dat de commissie bestaat uit leden en vervolgens is bepaald dat een aantal leden is benoemd tot (vice-)voorzitter.Om te voorkomen dat de (vice-)voorzitters en de leden gelijktijdig aftreden, is gekozen voor een gefaseerde benoeming.

Leden kunnen ten hoogste twee maal, telkens voor een periode van maximaal vier jaar, worden herbenoemd. Het tijdstip van herbenoeming vormt daarbij voor de leden en gemeente een toetsmoment.

De commissie is onafhankelijk. Haar leden kunnen dus geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 4

Voor de behandeling van bezwaarschriften worden kamers ingesteld bestaande uit de voorzitter of een vice-voorzitter en twee leden.

De Personeelskamer kent een afwijkende samenstelling. Naast een vice-voorzitter, bestaat deze kamer uit een lid en een plaatsvervangend lid, benoemd door burgemeester en wethouder en een lid en een plaatsvervangend lid, benoemd op voordracht van de commissie als bedoeld in hoofdstuk 12 van de CAR/LAR. Deze afwijkende samenstelling vindt haar oorsprong in de vroegere Commissie Functiewaardering, waarbij ook al sprake was van een werkgevers- en een werknemersvertegen-woordiging. Gelet op de specialistische materie is ervoor gekozen om deze samenstelling te handhaven.

Artikel 5

Ter voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift wordt door het verwerend orgaan een schriftelijke reactie op het bezwaarschrift aangeleverd. Hierin wordt ingegaan op de bezwaren en wordt het standpunt van het bestuursorgaan toegelicht. Met deze schriftelijke reactie wordt aan de commissie voor de zaak relevante informatie zoals correspondentie, ingewonnen adviezen en specifieke regelgeving toegestuurd.

Artikel 6

Op grond van artikel 7:4 van de wet moeten de stukken ter inzage worden gelegd. In Zwolle is het echter gebruik om de op een zaak betrekking hebbende stukken met de uitnodiging voor de hoorzitting aan betrokkenen toe te zenden.

Artikel 8

Ingevolge artikel 7:13, vierde lid, van de wet besluit de commissie of het horen in het openbaar plaatsvindt. Dit artikel geeft hiervoor een nadere invulling. Op grond van het tweede lid kan worden besloten om de hoorzittingen van een kamer met gesloten deuren te laten plaatsvinden. Gelet op het karakter van de te behandelen bezwaarschriften zal dit het geval zijn bij de sociale en personele zaken. Daarnaast is er de mogelijkheid om in een incidenteel geval op verzoek te besluiten tot het houden van een hoorzitting met gesloten deuren.