Huisvestingsverordening voor standplaatsen van woonwagens

Geldend van 16-12-1999 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-1999

Intitulé

HUISVESTINGSVERORDENING VOOR STANDPLAATSEN VAN WOONWAGENS

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a. Standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Huisvestingswet.

  • b. Woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f van de Huisvestingswet.

  • c. Huisvestingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 7 van de Huisvestingswet.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op de in de gemeente gerealiseerde en nog te realiseren standplaatsen van woonwagens.

Artikel 3 Verbodsbepaling

Het is verboden zonder huisvestingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders een standplaats in gebruik te nemen of te geven.

Artikel 4 Voorrangsregeling

Bij het in gebruik geven of nemen van een standplaats wordt voorrang verleend aan inwoners van Zwolle die een standplaats zoeken en die vóór 1 maart 1999 in de gemeente Zwolle in een woonwagen op een standplaats wonen of hebben gewoond en op het moment van het in gebruik nemen van de standplaats 18 jaar of ouder zijn.

Artikel 5 Aanvragen van vergunning en verstrekken van gegevens

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt voor het indienen van de aanvraag van de huisvestingsvergunning en de te verstrekken gegevens een aanvraagformulier vast.

  • 2. Degene die een aangeboden standplaats in gebruik wil nemen, dient bij de verhuurder of verkoper van de standplaats een aanvraag in voor een huisvestingsvergunning door middel van een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanvrager in aanmerking wil komen voor de voorrangsregeling als bedoeld in artikel 4, verstrekt hij bij de aanvraag gegevens, die aantonen dat hij aan de vereisten van artikel 4 voldoet.

Artikel 6 Indiening namens aanvrager

  • 1. Indien de verhuurder of verkoper van de aangeboden standplaats van oordeel is dat de aanvrager de standplaats kan innemen, dient hij namens de aanvrager het aanvraagformulier en de daarbij verstrekte gegevens als bedoeld in artikel 5 in bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Indien de aanvrager geen recht op voorrang heeft, verstrekt de verhuurder of verkoper tevens een overzicht van personen die voor de aangeboden standplaats in aanmerking hadden willen komen en gegevens waaruit blijkt waarom de aanvrager de standplaats in gebruik mag nemen.

Artikel 7 Verlenen van de huisvestingsvergunning

Een huisvestingsvergunning wordt verleend voor een onbepaalde periode, is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

Artikel 8 Intrekken van de huisvestingsvergunning

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan de huisvestingsvergunning intrekken indien:

    • a.

      Bij verhuur de standplaats niet binnen een termijn van vier weken na de bekendmaking van het besluit tot verlening van de huisvestingsvergunning wordt ingenomen of

    • b.

      bij verkoop de standplaats niet binnen een termijn van acht weken na de bekendmaking van het besluit tot verlening van de huisvestingsvergunning wordt ingenomen of

    • c.

      de vergunninghouder binnen twee weken na de bekendmaking van het besluit tot verlening van de huisvestingsvergunning schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders te kennen heeft gegeven hiervan geen gebruik te maken of

    • d.

      gebleken is van onjuistheid van de door de vergunninghouder verstrekte gegevens volgens artikel 5.

  • 2. De vergunninghouder kan bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek indienen tot verlenging van de in het eerste lid, onderdeel a en b, genoemde termijnen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd, in gevallen waarin toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, af te wijken van deze verordening.

Toelichting bij de artikelen.

Artikel 1, lid a.

Standplaats, zoals omschreven in de Huisvestingswet: "Een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten".

Artikel 1, lid b.

Woonwagen, zoals omschreven in de Huisvestingswet: "Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst".