Verordening Speelautomatenhal Zwolle 2018

Geldend van 17-07-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening Speelautomatenhal Zwolle 2018

Gemeente Zwolle, bekendmaking verordening Speelautomatenhal 2018

De Raad van de gemeente Zwolle besluit om:

1. de verordening Speelautomatenhal Zwolle 2018 overeenkomstig vast te stellen,

waarbij:

a. het eerder aangewezen centrumgebied (de binnenstad van Zwolle) als

vestigingsbied voor een speelautomatenhal komt te vervallen zodat alleen het gebied De

Vrolijkheid/Oosterenk, voor vestiging van een speelautomatenhal resteert (zie de kaart in de bijlage).

b. nu expliciet is opgenomen dat de vergunning voor een periode van 10 jaar wordt verleend.

2. de verordening speelautomatenhal Zwolle 2018 de dag na bekendmaking in werking te laten

treden

3. de huidige verordening speelautomatenhallen Zwolle (inwerkingtreding 19 november 2005) in

te trekken.

4. kennis te nemen van de door de burgemeester vastgestelde nadere regels voor de

indiening en beoordeling van een aanvraag voor een vergunning speelautomatenhal (zie bijlage).

Hoofstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Wet Bibob; Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • c.

    Speelautomatenbesluit: Speelautomatenbesluit 2000;

  • d.

    aanwezigheidsvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 30b, eerste lid, van de wet;

  • e.

    exploitatievergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening;

  • f.

    nadere regels: de door de burgemeester te stellen nadere regels zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid;

  • g.

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

  • h.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • i.

    behendigheidsautomaat: een automaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder b, van de wet;

  • j.

    kansspelautomaat: een automaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder c, van de wet;

  • k.

    speelautomaat: een automaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder a, van de wet;

  • l.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid aanhef en onder b, van de wet;

  • m.

    speelplaatsen: het aantal plaatsen aan een speelautomaat waarbij gelijktijdige deelname aan het spel mogelijk is;

  • n.

    openbare weg: alle voor het openbare rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Hoofdstuk II Bepalingen ten aanzien van een speelautomatenhal

Artikel 2 Vergunningen algemeen

  • 1.

    a. Het is verboden zonder exploitatievergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of exploiteren;

    b. De burgemeester is bevoegd voor maximaal één speelautomatenhal een exploitatievergunning te verlenen.

  • 2.

    Een exploitatievergunning kan uitsluitend worden verleend voor een speelautomatenhal gevestigd in het gebied, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart en nadat aan potentiële gegadigden door de burgemeester gelegenheid is gegeven mee te dingen naar die vergunning.

  • 3.

    De burgemeester maakt, voorafgaand aan de in het tweede lid bedoelde periode, bekend op welke wijze en op welk moment de in het vorige lid bedoelde gelegenheid tot mededinging wordt geboden. De burgemeester kan daarbij verwijzen naar de nadere regels.

  • 4.

    De exploitatievergunning is tijdelijk en wordt verleend voor een periode van maximaal 10 jaar.

  • 5.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt bepaald hoeveel kansspelautomaten binnen de speelautomatenhal aanwezig mogen zijn. Er wordt voor maximaal 55 kansspelautomaten die maximaal 79 speelplaatsen opleveren, een aanwezigheidsvergunning verleend.

Artikel 3 indieningsvereisten aanvraag exploitatievergunning en nadere regels.

  • 1.

    De ondernemer dient de exploitatievergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      De personalia van de aanvrager tevens ondernemer en de naam, het woonadres en de geboortedatum van de beheerder(s) en de bedrijfsleiders(s);

    • b.

      Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel met het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      Een bewijs van lidmaatschap van de VAN Kansspelen-brancheorganisatie;

    • d.

      Een bewijs, waaruit blijkt dat de ondernemer een KEMA-keur-certificaat heeft, of voornemens is in de eerste periode van twaalf maanden van de exploitatie van de speelautomatenhal een KEMA-keur-certificaat te verkrijgen;

    • e.

      Een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder en de bedrijfsleider. Alsmede een verklaring omtrent het gedrag van de rechtspersoon (VOG voor rechtspersonen:VOG RP);

    • f.

      Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet Bibob;

    • g.

      Het document “omschrijving concept speelautomatenhal” waarin informatie dient te worden gegeven over de aspecten zoals benoemd in de artikel 3 lid 2 bedoelde nadere regels , met daarin in ieder geval opgenomen:

      • Adres en kadastrale gegevens van de beoogde locatie, inclusief bewijs dat aanvrager kan beschikken over de voorgenomen locatie voor de speelautomatenhal;

      • Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede en plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en hoeveel kansspelautomaten worden opgesteld;

      • Een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering voor de beoogde exploitatie van de speelautomatenhal is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd.

    • h.

      Het document “Plan preventieve gokverslaving” met daarin een beschrijving van de wijze waarop kansspelverslaving wordt beoogd te worden voorkomen;

    • i.

      Het document “Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid” met daarin een beschrijving van de beoogde aanpak van de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de speelautomatenhal;

  • 2.

    De burgemeester is bevoegd nadere regels vast te stellen ten aanzien van onder andere:

    • a.

      de indieningsvereisten voor een aanvraag van een exploitatievergunning;

    • b.

      de procedure van vergunningverlening, waarmee aan gegadigden voor de exploitatievergunning ruimte wordt geboden om naar een exploitatievergunning mee te dingen.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1.

    De burgemeester beslist binnen twaalf weken nadat de datum waarop de burgemeester de aanvraag voor een exploitatievergunning met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen en die aanvraag volledig is. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

  • 2.

    Van het daartoe strekkend besluit doet de burgemeester voor het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 5 Exploitatievergunning, voorwaarden en gebruik

  • 1.

    De exploitatievergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de exploitatievergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      de exploitatie van de speelautomatenhal;

    • d.

      het toegangsregime en de toegangsregistratie in de speelautomatenhal;

    • e.

      voorschriften en beperkingen ter voorkoming van overlast vanuit en rondom de speelautomatenhal;

    • f.

      het aantal en type speelautomaten, alsmede het totaal aantal spelers bij volledige bezetting van de speelautomaten;

    • g.

      de wijze waarop de ondernemer gokverslaving dient te voorkomen en bestrijden;

    • h.

      de periode waarvoor de exploitatievergunning wordt verleend;

    • i.

      het KEMA-keur-certificaat van de speelautomatenhal/het lidmaatschap van de VAN kansspelen-brancheorganisatie van de ondernemer.

  • 4.

    In een speelautomatenhal is geen verkoop of aanwezigheid van alcohol toegestaan; indien in hetzelfde gebouw een of meerdere horecagelegenheden aanwezig zijn waar alcohol wordt geschonken, moeten deze strikt gescheiden zijn van de speelautomatenhal.

  • 5.

    Indien een exploitatievergunning is verleend en tevens een omgevingsvergunning dient te worden verkregen mag van de exploitatievergunning op basis van deze verordening geen gebruik worden gemaakt totdat de omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 6 Weigeringsgronden exploitatievergunning

1. Behoudens de in Titel VA van de wet genoemde gronden wordt de exploitatievergunning in ieder geval geweigerd, indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven exploitatievergunningen is verleend;

  • b.

    de speelautomatenhal, waarop de aanvraag betrekking heeft, zal worden gevestigd buiten het op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart aangewezen gebied;

  • c.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is en naar het oordeel van de burgemeester vanaf de openbare weg niet voldoende als speelautomatenhal herkenbaar is;

  • d.

    de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

  • e.

    de ondernemer of de beheerder(s) van de speelautomatenhal niet voldoet (voldoen) aan de eisen gesteld in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit;

  • f.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester:

    • de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • er gegronde vrees is dat het verlenen van de exploitatievergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

  • g.

    niet wordt voldaan aan de KEMA-criteria en de erkenningsvoorwaarden van de VAN Kansspelen-brancheorganisatie;

  • h.

    de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), alsmede de beheerder(s) en de bedrijfsleider(s) één of meer bepalingen uit Titel VA van de Wet in de drie jaar, voorafgaande aan het moment van de aanvraag, heeft overtreden;

  • i.

    een aanvraag wordt ingediend buiten het aanvraagtijdvak zoals in artikel 2, tweede lid bedoeld.

  • j.

    Er sprake is van een ‘ernstig gevaar’ als bedoeld in art.3 van de Wet bibob.

Artikel 7 Wijziging beheer

  • 1.

    Indien een beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van een verklaring omtrent gedrag van de nieuwe beheerder, een aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning in te dienen binnen twee weken nadat hij de verklaring omtrent gedrag van de nieuwe beheerder heeft ontvangen.

  • 2.

    De exploitatievergunning vervalt indien geen aanvraag tot wijziging van de exploitatievergunning is ingediend binnen 26 weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de exploitatievergunning ingevolge het tweede lid vervalt, kan de burgemeester toepassing geven aan de procedure als bedoeld in artikel 2 en de nadere regels voor zover de burgemeester opnieuw tot het verlenen van een exploitatievergunning wil overgaan.

Artikel 8 Wisseling ondernemer

  • 1.

    Indien een ondernemer de exploitatie van zijn speelautomatenhal beëindigt, vervalt de exploitatievergunning van rechtswege.

  • 2.

    Indien de zeggenschap in de rechtspersoon wijzigt, kan de burgemeester de exploitatievergunning intrekken. Onder wijziging van zeggenschap wordt onder meer verstaan: een wijziging in aandeelhouderschap door overdracht van aandelen, fusie of splitsing alsmede het sluiten van overeenkomsten waarin aan een (ten tijde van de vergunningverlening) minderheidsaandeelhouder met betrekking tot bepaalde beslissingen een doorslaggevende stem wordt toegekend.

  • 3.

    In het geval beëindiging van de exploitatie het gevolg is van het overlijden van een ondernemer dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, door de rechtsopvolgers onder algemene titel binnen twaalf weken een nieuwe exploitatievergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de overleden ondernemer vergund.

  • 4.

    Indien de exploitatievergunning ingevolge het eerste lid is vervallen of ingevolge het tweede lid is ingetrokken, geeft de burgemeester toepassing aan de procedure als bedoeld in artikel 2 en de nadere regels voor zover de burgemeester opnieuw tot het verlenen van een exploitatievergunning wil overgaan.

  • 5.

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de oorspronkelijke ondernemer is vergund.

  • 6.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag als bedoeld in het derde lid niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen exploitatievergunning.

Artikel 9 Aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt het adres van de inrichting waar de speelautomaten worden geplaatst vermeld.

  • 3.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt de naam van de ondernemer en beheerder(s) vermeld. Bij wijziging dient zulks onverwijld te worden gemeld waarna de aanwezigheidsvergunning wordt aangepast.

  • 4.

    De aanwezigheidsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de plaatsing van speelautomaten die in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 30h van de wet en die voorzien zijn van een merkteken als bedoeld in artikel 30r van de wet.

Artikel 10 Voorwaarden aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    Aan een aanwezigheidsvergunning worden onder meer de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      Dat de beheerder beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving;

    • b.

      Dat het de vergunninghouder verboden is personen beneden de 21 jaar toe te laten;

    • c.

      Dat personen ten aanzien waarvan sprake is of kan zijn van overmatig gokgedrag dienen te worden gewezen op de gevaren daarvan en dat ten behoeve daarvan voorlichtingsmateriaal beschikbaar dient te zijn;

    • d.

      Dat het verboden is over te gaan tot het uitkeren van geld (middellijke betaling) bij het spelen op een behendigheidsautomaat;

    • e.

      Dat alleen speelautomaten mogen worden opgesteld, die in eigendom toebehoren aan (rechts)personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid van de Wet bedoelde vergunning en die voorzien zijn van een merkteken als bedoeld in artikel 30r van de Wet.

    • f.

      De vergunninghouder stelt speelautomaten zodanig op dat in het kader van de productdifferentiatie een ideale mix ontstaat.

  • 2.

    De burgemeester kan nadere voorwaarden stellen.

Artikel 11 Intrekkingsgronden

  • 1.

    De burgemeester kan, behoudens de in Titel VA van de wet genoemde gronden, de aanwezigheids- en exploitatievergunningen intrekken:

    • a.

      Indien blijkt dat de vergunningen ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave zijn verleend;

    • b.

      Indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunningen zijn afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6.

    • c.

      Gehandeld wordt in strijd met deze verordening;

    • d.

      Indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • e.

      Indien de exploitatie van een speelautomatenhal door een besluit van de ondernemer voor een periode van langer dan zesentwintig weken wordt onderbroken dan wel de exploitatie niet wordt gevoerd;

    • f.

      Indien naar het oordeel van de burgemeester aannemelijk is, dat de ondernemer of de beheerder betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de speelautomatenhal dan wel indien de exploitatie van de speelautomatenhal omstandigheden oplevert, die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de speelautomatenhal;

    • g.

      Indien zich anderszins in de hal feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat geopend blijven van de speelautomatenhal ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde;

    • h.

      Indien de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan en naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is dat die strijdigheid niet zal worden opgeheven.

  • 2.

    Indien en voor zover de burgemeester de exploitatievergunning intrekt, kan hij gevolg geven aan het gestelde in de procedure als bedoeld in artikel 2 en de nadere regels.

Hoofdstuk III Strafbepalingen

Artikel 12

Overtreding van enig artikel van deze verordening en van de krachtens deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast: de als buitengewoon opsporingsambtena(a)r(en) beëdigde ambtenaren zoals bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel door de burgemeester aangewezen personen.

Artikel 14

De ambtenaren genoemd in artikel 13 van deze verordening zijn bevoegd tot het verlangen van de noodzakelijke inlichtingen en inzage van stukken voor zover zulks redelijkerwijs voor de vervulling van de taak nodig is.

Artikel 15

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    Voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    Voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    Voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Speelautomatenhal Zwolle 2018.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.  

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 9 juli 2018

drs. H.J. Meijer, voorzitter

drs. A. te Have, griffier