Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019.

Geldend van 06-09-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019.

De Raad van de gemeente Zwolle;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 04-12-2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte diensten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt, die op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden of een door de gemeente ingestelde en beheerde markt;

  • b.

    standplaats: de op en voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de

  • c.

    standwerkersplaats: een verkoopplaats die per marktdag wordt uitgegeven om daarop te standwerken.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van degene aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen, dan wel van degene die de in artikel 1 bedoelde standplaats inneemt en/of diensten afneemt.

Artikel 4 Tarieven

De marktgelden worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

De marktgelden worden geheven bij wege van een aanslag of bij wijze van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Marktgeld geheven bij wijze van abonnement is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

  • 2.

    Marktgeld niet geheven bij wijze van abonnement is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingenomen dan wel de dienst wordt verleend.

  • 3.

    Indien in de loop van het belastingjaar wordt overgegaan tot heffing bij abonnement is marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na aanvang van heffing bij wijze van abonnement, nog kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien in de loop van het belastingjaar wordt overgegaan tot beëindiging van heffing bij abonnement, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van heffing bij abonnement, nog kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Tijdstippen van verschuldigdheid en betaling

  • 1.

    Het marktgeld geheven bij wege van aanslag is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar, of, indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, op dat tijdstip. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Het marktgeld niet geheven bij wege van aanslag is verschuldigd ten tijde van het innemen van de standplaats en moet worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 5 wordt uitgereikt.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 9 Kwijtschelding

Het bepaalde in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 inzake verlening van kwijtschelding vindt geen toepassing op de invordering van marktgelden.

Artikel 10  Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Marktgelden 2018” van 18-12-2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2019.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening Marktgelden 2019”. 

Tarieventabel behorende bij de Verordening Marktgelden 2019

I. Markten

A.

Het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de wijkmarkt

AA-landen, bedraagt per m²,

bij wijze van abonnement, per jaar

€ 33,40

B.

1.Het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de wijkmarkt

Zwolle-Zuid en Stadshagen, bedraagt per m²,

a. bij wijze van abonnement, per jaar

€ 40,80

C.

1.Het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de algemene

warenmarkt op vrijdag, bedraagt per m²,

a. bij wijze van abonnement, per jaar

€ 40,70

b. zonder abonnement, per marktdag

€ 1,00

c. door standwerkers voor de eerste 5 m², per dag

€ 1,45

2.het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de algemene

warenmarkt op zaterdag, bedraagt per m²,

a. bij wijze van abonnement, per jaar

€ 45,95

b. zonder abonnement, per marktdag

€ 1,20

c. door standwerkers voor de eerste 5 m², per dag

€ 1,70

D.

1.Het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de minimarkt

Petuniaplein, bedraagt per m²,

a. bij wijze van abonnement, per jaar

€ 30,10

E.

Het marktgeld voor het innemen van een standplaats op de algemene

warenmarkt (Centrummarkt) wordt verhoogd met € 3,00 per marktdag. Deze

gelden dienen te worden bestemd voor promotie-/reclame-activiteiten ten

behoeve van de betreffende markt.

II. Diensten

A.

Markten waar geen individuele bemetering aanwezig is:

Het marktgeld voor het ter beschikking stellen of voor het leveren van

elektriciteit in watts per kalenderjaar:

vermogen per dag / dagdeel

AA-landen

Zwolle Zuid/

Vrijdag Boerenmarkt/

Zaterdag

Stadshagen

Petuniaplein

Vermogen 0 < 500 watt

€ 20,85

€ 24,40

€ 37,75

€ 62,60

Vermogen 500 < 1000 watt

€ 32,85

€ 42,05

€ 54,10

€ 91,60

Vermogen 1000 < 1500 watt

€ 49,85

€ 62,60

€ 83,05

€ 138,25

Vermogen 1500 < 2500 watt

€ 83,05

€ 104,30

€ 138,25

€ 230,85

Vermogen 2500 watt en meer watt

€ 125,55

€ 157,50

€ 209,60

€ 334,80

Vermogen 380 V tot 12 KW

€ 353,25

€ 452,15

€ 452,15

€ 636,05

Vermogen 380 V tot 12 Kw kan alleen worden geleverd voor de minimale

levertijd van één jaar; de aansluitingskosten worden voor 50% in rekening

gebracht bij de gebruiker.

Het maximum opgenomen vermogen dient de basis te zijn voor de

jaarberekening van het verbruikstarief per vermogen in watts per dag

c.q. dagdeel.

Elektra markten met individuele bemetering, per Kw

€ 0,30

Elektra evenementen, per Kw

€ 0,30

Elektra commerciële standplaatsen, per jaar (per dagdeel dat de standplaats is vergund):

vermogen 0 < 500 watt

€ 37,75

vermogen 500 < 1000 watt

€ 54,10

vermogen 1000 < 1500 watt

€ 83,05

vermogen 1500 < 2500 watt

€ 138,25

vermogen 2500 en meer watt

€ 209,60

vermogen 380 V tot 12 Kw

€ 452,15

Uitrijtarief nutsvoorzieningen

€ 58,05

Deze tarieventabel behoort bij de “Verordening Marktgelden 2019

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17-12-2018.

drs. H.J. Meijer, voorzitter

drs. A. ten Have, griffier